Maandelijks archief: februari 2021

Vieze woorden

Aan Engelse woorden ontkomen we niet meer. Ik betrap mezelf er op dat ik ze ook vaker gebruik dan vroeger. Zal ongetwijfeld door TV en Internet komen. En ‘taal is beweging’ zeggen ze. (Nee ik ga me er nu niet in verdiepen wie ‘ze’ zijn)

Toch hou ik heel erg van het Nederlands, volgens mij is onze taal nog steeds toereikend genoeg om duidelijk te maken wat je wilt, wat je voelt en om bijvoorbeeld sfeer te beschrijven. En ben ik voor sommigen een irritante taalpurist (al heb ik het opgegeven om me als zodanig te profileren want je kan er donder op zeggen dat je ruzie krijgt, omdat een puur technisch gegeven wordt gezien als persoonlijke aanval) Maar soms vraag ik me wel eens af of Nederlands wel bestaat. Ik bedoel: het is überhaupt al een mix van talen (deze zin dus) en voor bijvoorbeeld leestekens zijn er niet eens Nederlandse namen! Een punt ja. Maar accent-grave en accent-aigu en accent-circonflex? Vertel mij maar wat daar Nederlands aan is. En dat hebben we ook al honderden jaren geaccepteerd dus ik ga me er niet druk over maken.
Toch vind ik het vreemd om op de Facebookpagina van Noorderland te lezen: ‘Check online waar de stinzenplanten bloeien’. Oud Nederlands en nieuw Engels gecombineerd in één zin. (Nu ik dit typ, zie ik trouwens dat Facebookpagina ook al een gecombineerd woord is )


Waar ik echt om moet lachen, zijn reclame- en/of producttermen waarin Engels en Nederlands gecombineerd worden. Het moet trendy (Engels woord!) maar ook Nederlands en dan krijg je bijvoorbeeld dit: De Garden Gourmet Sensational Braadworst!
Ik bedenk het niet zelf, het bestaat!


Weet je wat ik ook erg grappig vind? Nederlandse mensen die Engelse productnamen of programma’s aankondigen. Nederlandse tekst en een paar Engelse woorden met een dik Nederlands accent.
Dus moet ik lachen als er op TV een reclame is voor Elvive No Kut Herkriem of de aankondiging ”Alleen te zien op Diskofferie Plas”
Kinderachtig hè? Stiekem nog om vieze woorden grinniken. Grow up!



Je bent een rund als je met sprookjes stunt

Marketingbureau, vrijdagmiddag 15.53 u. “O ja, Henk, had jij nog aan die opdracht van die supermarktketen gedacht? Om die te kleine appeltjes een beetje leuk te kunnen verkopen?”
Henk roept: “Ja ik ben er mee bezig” en denkt: sh** helemaal vergeten! Maar ik wil wel om 4 uur stoppen, het is vrijdag en ik heb zin in een biertje.
“Maandagochtend 10 uur willen ze het hebben ok?”
“Geen probleem!” Henk denkt koortsachtig na. Wie wil er nou vredesnaam te kleine appeltjes kopen? Ouders! Voor kinderen! Ja dat is het, twee vliegen in één klap, we geven het een gezond imago, dan kan de supermarkt er direct anderhalf keer zoveel geld voor vragen. Wij een succes, zij een succes, win-win situatie.
Bier!

Maandagochtend 9.45 u. . Henk neemt z’n vierde kop koffie en graaft in zijn geheugen naar zijn appeltjesidee. O ja, voor kinderen, dat was het.
Wat vinden kinderen leuk? Disney. Sprookjes. Zie je wel, het is helemaal niet zo moeilijk.
Bestond er niet een sprookje over appels? Even googlen. ‘Sprookje met appel’…Sneeuwwitje! Daar heb ik nog wel een leuk plaatje van, copy, paste, done! 9.59u. : Verstuurd.

Supermarktketenbaas: Och wat leuk en aantrekkelijk zo, goed gedaan!
We plaatsen gelijk een grote order bij de plastic zakken fabriek. Dit gaat verkopen.

Klant loopt door de winkel, ziet de kinderappeltjes. Klant kent haar klassiekers en trekt de wenkbrauwen op.
Heeft dan niemand in deze productielijn het besef gehad dat Sneeuwwitje heel wat ellende heeft beleefd door die appel? Dat ze er aan dood ging en niet zo’n beetje ook? Dat dit dus de grootste anti-reclame is voor appeltjes die je maar kan bedenken?

Deze supermarkt heeft al niet zo’n best imago (wat ik over het algemeen niet terecht vind) maar dit krikt het nou niet echt op, zeg. Wat een dom gedoe.

Hartverwarmend koud

Het weer is veranderd en ineens lijkt alles een beetje leuker.
De zon schijnt, het ziet er buiten mooi uit met sneeuw en ijs, je ziet veel meer mensen en iedereen is vrolijker. Inclusief ikzelf. Ik kan de humor weer van dingen inzien, onze geestdodende sleur is onderbroken.
Zo ga ik de konijnen voeren en grinnik omdat mijn handschoenen direct aan de deur van de ren vastvriezen bij iedere beweging en ik me letterlijk los moet scheuren.
Heb ik plezier omdat die beestjes gezellig buiten zitten te genieten in het zonnetje, in plaats van verscholen voor het slechte en grauwe weer.
Wil ik met brute kracht het steelpannetje waar de kippen uit drinken lostrekken van de grond maar val achterover met alleen het steeltje in mijn handen. Ik lach in mijn eentje om de stompzinnigheid, terwijl 8 zwarte kraaloogjes naar me kijken en ik zachtjes “pòòòk” hoor. Ik stel me zo voor dat de dames strakjes als ik weg ben het eens uitgebreid over me gaan hebben.
Ik breng de voerschepjes weer terug in de schuur, wat niet meevalt want de bijkeuken staat bomvol met kinderwagen, wasmand, en een veel te volle oud-papier doos en daar moet ik eerst langs. En als ik dan zie dat ik een wikkel van haakgaren om mijn voet mee naar binnen stap vind ik dat ook weer grappig. Ringsteken voor beginners.


Bert is gaan schaatsen, eindelijk op natuurijs! Helaas wel gevallen, op zijn ribben. Daarom durft hij, inmiddels weer thuis, niet te niezen en klinken er idiote geluiden naast me, waar ik harteloos om ga zitten lachen.


Lenny heeft een sneeuwklontje tussen zijn voetkussentjes en piept en jankt alsof zijn poot geamputeerd wordt. Tuurlijk doet dat zeer, maar hij is ook wel een dramaqueen. Hij weigert nog een stap te zetten, maar ik mag er ook niet aankomen. En we zijn nog lang niet thuis. Dus hijs ik hem in mijn armen, (het is ook echt zo’n heerlijk formaat hond om te dragen) en sjouw met hem door de straat. Normaal haat hij het om opgepakt te worden, nu word ik overladen met onfrisse hondenkusjes tot op mijn bril aan toe. Ik moet lachen om het idiote van de situatie. Hij kalmeert ervan, ik zet hem neer en mag dan uiteindelijk het boosdoenertje verwijderen. Hij leert er wel van, want in de volgende dagen gebeurt het vaker en dan staat hij stil, tilt de zere voet op en kijkt mij aan. Zo zie ik het liever dan dat hij in de paniek schiet natuurlijk.


Mijn kaboutertje bij de voordeur was ingesneeuwd, er kwam alleen nog een puntmutsje een tevoorschijn boven de sneeuw. Dramatisch, dus ook weer grappig.

Dat ik deze kleine dingetjes grappig vind, geeft me moed. Het hoort bij mij dat ik plezier kan hebben in onbenulligheden en ik ben blij dat ik het terug heb.
En ook weer zin om verder te kijken. Dingen te maken en te verzinnen.
Ik zit in mijn vensterbank te mijmeren. Met thee, in de nieuwe beker die ik als verrassing deze week van mijn kinderen kreeg, met zelfs nog een hoop extra’s erbij. Ook iets om dankbaar en blij voor te zijn.
Ik zit in de zon achter het raam en zie vreemde sporen in de sneeuw onder de tuintafel. Wie zal daar gelopen hebben?

In mijn hoofd vormt zich een verhaaltje over een ijskonijn.
En ik ben blij dat ik mezelf weer word.



.

10 Februari

Sommige datums blijven een leven lang speciaal klinken, zelfs al is het niet meer aan de orde.
Vandaag is het 10 Februari. De trouwdag van mijn ouders. In 1954 zijn ze getrouwd in Leiderdorp en ieder jaar vertelde mijn moeder weer dat het die dag gevaarlijk winterweer was, met ijzel.
Toch is blijkbaar iedereen van de beide families in staat geweest om te komen.

Er zijn niet veel foto’s van de bruiloft. Wel een prachtig zwart-wit staatsieportret, de bruid met witte japon en sluier en een boeket van lelietjes-van-dalen dat gearrangeerd was als een klein watervalletje, de bruidegom in jaquet, met een hoed in de hand. Ik denk dat lezers van mijn generatie ook wel zo’n foto van hun eigen ouders hebben.
Verder is er een handjevol kiekjes van het bruiloftsdiner, sommige gasten met een half hoofd, of zo geposteerd dat het onmogelijk is om te herkennen wie het is. Er was geen bruidsreportage zoals later gebruikelijk was, er was blijkbaar alleen een of andere oom of broer met een fototoestel.

Mijn ouders vierden ieder jaar hun trouwdag. Mijn vader gaf mijn moeder altijd bloemen en we aten iets feestelijks. Toen wij zelf oud genoeg waren zorgden wij als kinderen ieder jaar voor een mooi bloemstuk , wat op 10 Februari bezorgd werd.
Dat zijn we altijd blijven doen, de laatste keer op 10 Februari 2012. Mijn vader overleed 3 dagen later.
Toen was het mooie bloemstuk ineens een pijnlijke bevestiging dat mijn ouders geen echtpaar meer waren.

Toch is 10 Februari altijd nog een wat speciale datum voor mij, eentje die een goed gevoel geeft.
Wij zijn gewend om na het eten een klein stukje uit de Bijbel te lezen. In de loop van de jaren hebben we nieuwe vertalingen aangeschaft. Soms een verbetering omdat je het beter kan begrijpen, soms voelt het als een soort verarming omdat de oudere woorden en zinnen meer betekenis kunnen hebben.
Vandaag haalde ik de Bijbel tevoorschijn die mijn ouders tijdens hun trouwdienst hebben gekregen.
Dit is de Bijbel waar, ook na het eten, (meestal) mijn vader uit voorlas, zolang ik me kan herinneren.


Het is het boek aan te zien dat het vele jaren intensief is gelezen. Het is gehavend, geplakt, nog een keer geplakt. De bladzijden zijn vergeeld, sommigen met stukjes plakband die inmiddels verteerd zijn . Er zitten op sommige pagina’s kleine vlekjes , er werd immers aan de eettafel gelezen.
Deze Bijbel heeft een heel lang leven meegemaakt, van 2 mensen die hun huwelijk begonnen met inwoning bij een oude dame, omdat er geen huis beschikbaar was. De geboorte van 3 kinderen en later van 7 kleinkinderen. Ook voor hen las opa uit die Bijbel, en hij paste dan zijn woorden aan op kinderniveau. Verjaardagen, familiefeesten. Levensvragen, discussies. Verhuizingen, al of niet gewild. Die Bijbel maakte er deel van uit.

Zoals ze begonnen met z’n tweetjes, mijn ouders, eindigden ze ook met z’n tweetjes. En altijd is deze Bijbel erbij geweest en gebruikt, 58 jaar lang.
Toen overleed mijn vader en twee jaar later mijn moeder.


Hun Bijbel is waardevol voor mij, het was zo’n deel van hun en ook van mijn leven.
Voorin staan hun namen. Tot mijn vaders eeuwigdurende ergernis is die van mijn moeder niet goed gespeld, ze heette Janni. Nou ja ,ik zeg nou eeuwigdurend, ik mag toch hopen dat hij het nu, waar hij nu is, geen punt meer vindt. En anders zegt met mijn moeder vast : “ach Aad, laat toch…”

Vanavond hebben we hun trouwtekst gelezen: Spreuken 14 vers 26 :
“In de vreze des Heren ligt een sterke gerustheid, zelfs voor zijn zonen is er een schuilplaats”

Ik heb het net opgezocht in de Bijbel in Gewone Taal, die wij gebruiken:
“Als je eerbied heb voor de Heer ben je veilig, en ook je kinderen zullen veilig zijn”

10 februari blijft altijd de trouwdag van mijn ouders, ook al is het inmiddels 2021.

Tranenthee

In het prachtige en aandoenlijke boekje ‘Bij Uil thuis’ van Arnold Lobel staat een verhaaltje over tranenthee.
Soms gaat Uil zitten met een ketel op zijn schoot en vult die met tranen, door aan heel verdrietige dingen te denken.

Uil pakte de ketel uit de kast. ‘Vanavond ga ik tranenthee zetten,’ zei hij. Hij zette de ketel op zijn schoot. ‘Zo’, zei Uil, ‘ik ga beginnen.’ Uil bleef heel stil zitten. Hij begon aan heel verdrietige dingen te denken. ‘Stoelen met kapotte poten’, zei Uil. Zijn ogen werden al een beetje nat. ‘Liedjes die niemand kan zingen’, zei Uil, ‘omdat niemand de woorden meer weet.’ Uil huilde nu. Een dikke traan rolde naar beneden in de ketel. ‘Lepels die achter het fornuis zijn gevallen en die je nooit meer terugvindt’, zei Uil. Er drupten al heel wat tranen in de ketel. ‘Boeken die je niet meer kan lezen’, zei Uil, ‘omdat er bladzijden uitgescheurd zijn.’ ‘Klokken die stilstaan,’ zei Uil, ‘omdat niemand ze meer opwindt.’ Uil huilde nu heel erg. Veel dikke tranen vielen in de ketel. ‘Een prachtige zonsopgang. Die niemand ziet, omdat iedereen slaapt’, snikte Uil. ‘Heerlijke aardappel-puree op een bord, die niemand wilde opeten,’ jammerde hij. ‘En potloodjes die te klein zijn geworden om vast te houden.’ Uil dacht aan nog veel meer nare dingen. En hij huilde en huilde maar. Al gauw was de ketel vol tranenwater. ‘Ziezo’, zei Uil. ‘Dat is dat.’ Uil hield op met huilen. Hij zette de ketel op de kachel. Het tranenwater kookte al gauw. Uil schonk zijn kopje vol. Hij was heel tevreden. ‘Het smaakt wel een beetje zoutig,’ zei hij. ‘Maar tranenthee is toch altijd weer heerlijk’.




Dit verhaaltje is voor kinderen. Voor volwassenen kan het humoristisch of zelfs wat belachelijk zijn. Maar voor mij spreekt er zo’n pijnlijke weemoed uit, het zijn op zich zulke kleine dingen, maar ze kunnen je toch verdrietig maken.
Dit boekje heb ik al 40 jaar geleden gekregen, toen ik net kleuterleidster was. Later heb ik de verhaaltjes ook aan mijn kinderen voorgelezen.
Uil heeft altijd een plekje in mijn hart gehad. Omdat ik hem zo goed kan begrijpen.
Momenteel heb ik ook het gevoel dat ik een hele pot tranenthee kan zetten.
Ik weet niet hoe het jullie vergaat maar ik heb het zwaar met de beperkingen. Dat ik zelfs mijn kleine gezin niet bij elkaar mag hebben, dat ik al een jaar lang mijn kinderen niet kon omarmen. Dat ik zelf ook geen enkel uitzicht zie nog, nee ook dat licht aan het eind van de tunnel niet.
En als er dan andere dingen gebeuren die niet leuk zijn grijpt me dat extra aan. Ik kan ze niet goed meer handelen en ik verlang naar tranenthee.

Zolang ik hier woon waren de ponies in de wei vlak bij ons huis een grote vreugde voor mij. Iedere dag zag ik de kudde kleine ruige paardjes. De groep wisselde van samenstelling, want ieder voorjaar werden er veulentjes geboren en niet iedereen bleef. Het was pas voorjaar als we de dikke merries zagen en iedere ochtend benieuwd waren of er weer een veulentje geboren was. Ik werd er erg gelukkig van, praatte met (of eigenlijk natuurlijk tegen) de paardjes en genoot van hun vrije leventje, zag de veulentjes opgroeien en herkende ze allemaal, ook uit de verte.
Nu is de weide leeg en dat blijft zo. De eigenaar van de ponies is overleden en de paardjes zijn weggehaald. Mijn verdriet is niet te vergelijken met het verdriet van de familie van die man. Dat weet ik maar al te goed. Maar ik vind het echt zo erg dat ik nu nooit meer zal kunnen genieten van de prille veulentjes in het voorjaarsgras, nooit meer tegen de ponies kan praten als we beiden buiten waren in een stortbui, nooit meer met de kindertjes naar “de paardjes” ga.

Ik deed de kast open en mijn beker viel er spontaan uit. Kapot. De beker die ik een paar jaar geleden met Moederdag had gekregen, mijn grote theebeker met “voor de allerliefste mama’ er op. Die beker was speciaal voor mij, er zat een grote emotionele waarde aan. En juist die valt kapot. Niet 1 van die betekenisloze kopjes die ik bij de kringloop had gekocht, maar deze. En ik heb al gezien dat ik hem niet kan vervangen want deze is ‘uit de collectie’
Materiaal voor tranenthee.

Ik schreef al jaren met iemand in het buitenland. Hij was ziek en eenzaam. Toen hoorde ik via een contactpersoon dat hij was overleden. Mijn troost was dat ik hem tenminste nog recent geschreven had en er die keer ook nog een persoonlijke kaart bij had gedaan. Dat hij dus wist dat ik aan hem had gedacht. Misschien was hij nog in staat geweest om me terug te schrijven, ik wachtte af.
Na een paar weken viel mijn eigen brief hier op de mat. Retour afzender, geadresseerde overleden. Hij had de brief dus nooit gekregen, ik was erg verdrietig.

Het lijkt alsof momenteel de emotionele rek er uit is bij mij. Dat dingen die gebeuren niet meer dingen zijn die nou eenmaal gebeuren, maar tegenslagen.
Ik denk dat het komt omdat er nu nauwelijks compensatie is. We krijgen niet de kans om goed op te laden, we hebben geen vrijheid daarin. Geen positieve energie door elkaar te ontmoeten of samen te eten, ergens heen te gaan.
Plannen maken heeft geen zin want niemand weet wanneer ze uitgevoerd kunnen worden.
En dat verlamt me.
Dan worden zelfs de meest onbenullige dingen als een auto die niet start als je snel even naar de winkel wilt in de stortregen, of als je, wanneer je je sneeuwlaarzen eindelijk weer eens tevoorschijn moet halen, ziet dat de zolen verpulverd zijn, een drama.

Misschien zet Uil die tranenthee omdat huilen oplucht. Maar zelfs dat gevoel heb ik niet meer.
Het wordt tijd voor lachtranenthee.

Digibeet

Gister stond dit stukje in het Dagblad van het Noorden. Ik ben niet zo’n krantenlezer maar Bert wees me er op. Hij is namelijk degene die mijn frustratie van dichtbij meemaakt over dit onderwerp.
In het artikel gaat het over de grote dingen, patientendossiers etc.
Maar thuis vind ik het ook een groot probleem dat je geacht wordt het wel te snappen als je iets nieuws en digitaals in huis haalt.

Ik heb een iPad, prachtig ding. Maar er zat geen gebruikershandleiding bij, omdat ze er bij Apple blijkbaar van uit gaan dat het voor iedereen gesneden koek is om met zo’n apparaat om te gaan. Dus mijn altijd behulpzame schoonzoon heeft heel wat vragen moeten beantwoorden voordat ik dingen kon instellen en de iPad kon gebruiken waar ik hem voor wilde hebben.
Ik kreeg een Pencil om digitaal te tekenen, nieuw in de doos. Nergens stond dat ik eerst de Pencil even aan de iPad moest koppelen. Dus leek het alsof hij niet werkte. Voor mij werd stap 1 dus overgeslagen en begon het gelijk bij 2. Maar dat heeft geen zin want je hebt stap 1 wel nodig! Misschien klinkt het voor een productontwikkelaar wel heel onbenullig. Zoiets als wanneer je wilt gaan fietsen, stap 1: Pak het stuur beet en zet je rechtervoet op het rechterpedaal. Maar voor mij is het niet onbenullig en zeker niet net zo vertrouwd als fietsen

.
Mijn smartphone ging langzaam ter ziele en ik kocht een (refurbished) iPhone. Zelfde verhaal. Prima apparaat maar ik kon er bijna niks mee omdat het allemaal net anders werkt dan een smartphone. Dan kom ik in een mentale staat dat ik hem net zo lief het raam uitflikker en dat alleen de aankoopprijs me dat belet.
Wij hebben geen smart tv en daarom kochten we een chrome-cast, zodat we Netflix en Disney+ kunnen kijken.
“Sluit de chrome-cast aan op uw tv en installeer deze”
Maar hoe en waar precies je hem moet aansluiten stond er niet bij. En hoe je überhaupt moet casten werd ook niet uitgelegd. Dat blijkbaar de rest van de wereld weet dat er een symbooltje bovenaan je telefoonscherm staat wat je moet aanklikken om te casten, maakte dat ik me nog dommer voelde.

We kregen een heel mooi digitaal fotolijstje cadeau. Er zat wel een handleiding bij maar ook hier werden de allereerste stappen weer overgeslagen en is het nog steeds moeilijk om uit te zoeken hoe je foto’s kan toevoegen of verwijderen.
De display van mijn crosstrainer (zie vorige blogje ) idem dito. “Zet de display aan en vul uw gegevens in, daarna kunt u de programma’s kiezen. Maar HOE je dit gegevens invult staat er niet bij. Dus ik kan niks.


Dat gemis van die allereerste stappen in een handleiding en soms zelfs het ontbreken van een handleiding is iets wat me zo kan frustreren, dat ik razend word.
Een gevoel van onmacht en falen, en uitgerangeerd zijn omdat je blijkbaar niet meer mee kan komen met de wereld. Ik weet het, ik maak het nu heel groot. Maar zo voelt dat echt op dat moment.
Ik probeer bij te blijven, maar ik ben hier niet mee opgegroeid, zoals met fietsen. Dus ik moet alles blijven leren. Alleen ontbreekt het lesmateriaal.
Toen de personal computer zijn intrede deed, wist ik ook HELEMAAL niets. En daarom ging ik op cursus. Gewoon fysiek op cursus, om met de computer om te leren gaan. Lessen in tekstverwerken en excel, later omgaan met internet. En op die manier heb ik het me eigen gemaakt.
Jongere generaties groeien er mee op en passen zich snel aan aan nieuwe ontwikkelingen.
Er was zo’n reclame waarin 2 mensen met de computer probeerde te werken “Ga met de muis naar de rechterbovenhoek”. Aandoenlijk maar ook een beetje belachelijk.
Zo voel ik me heel vaak nu. En ik word er helemaal niet blij van