6 uur ‘smorgens. “Anneliehieieies!” Och nee toch, peuter is veel te vroeg wakker. En hij was nog wel zo moe gisteravond. Ik stap uit bed en zeg bij de deur van de kinderkamer “Het is nog veel te vroeg, wij liggen ook nog in bed. Ga nog maar even slapen”
Stilte. Ik doezel nog even weg in die 10 minuten voordat de wekker gaat.
“Lang zal ze leven, lang zal ze leven” Het liedje komt luid en duidelijk uit de kinderkamer.
“Anneliehieieieieies!”
Bert erheen. “ Je moet nog maar even stil zijn, het is nog te vroeg om wakker te worden.”
Terug naar bed, wekker gaat, wij drinken even onze ochtendkoffie. Gedrein uit de kinderkamer.
Bert staat op en gaat naar de badkamer. “ IK HOOR JOUW TANDENBORSTEL!!!” roept peuter vanuit z’n kamer.
Ik kleed me ook aan en smeer beneden brood voor Bert.
Dan weer naar boven, naar de kinderkamer en ik doe de deur open. Peuter zit rechtop in bed. Stilte.
“Goeiemorgen, heb je lekker geslapen?” vraag ik. Peuter zwijgt.
Naar de badkamer, even op het potje. “Ik doe je piemel even goed, anders plas je over de rand”
Ik doe de piemel goed. “Ik wil dat gewoon niet” Hij haalt piemel er weer uit en plast over de badkamervloer.
Ik maak het schoon. “Ik wil kleren aan” zegt peuter.
“Even wachten, ik moet eerst je plas opruimen”
“Dat wil ik gewoon niet”. Ik reageer niet.
Dan gaan we aankleden, ik pak z’n favoriete dino-shirt. “Ik wil die gewoon niet”.
“O waarom niet? “
“Ik vind die niet mooi”
“Nou ik wel, en jij eigenlijk ook, dus we doen ‘m gewoon aan”
Donderwolken gezicht.
Naar beneden. “Mag ik met de garage spelen?”
Ik zet de garage op het speelkleed.
Peuter haalt spullen overhoop in het keukentje.
“Nee” zeg ik, “je wilde nu met de garage.”
Donderwolken gezicht.
“Lekker broodje met hagelslag?” vraag ik. “Nee met kaas”
“En appelsap?” “Nee chocolademelk”
Ik maak een broodje kaas klaar en schenk chocolademelk in. Peuter gaat aan tafel.
“Ik wou hagelslag!”
“Nee, jij wou kaas”
“Ik wil dat gewoon niet”
“Dan heb je pech, dan eet je het maar zonder dat je het wilt”
Donderwolken gezicht.
“Wanneer komen de andere kinderen?”
“Bijna” zeg ik. Peuter kijkt blij.
De andere kinderen komen.
Donderwolken gezicht.
Peuter trekt kaas van het brood en eet het op. Houdt droog brood over.
“Als je klaar bent mag je meespelen” zeg ik tegen hem.
“Ik wil dat gewoon niet”. “Jammer”, zeg ik. Hij eet toch zijn brood op.
Mee spelen. Nou ja, meespelen, hij haalt alle mozaïekstukjes naar zichzelf toe .
“Anderen willen ook wat, samen delen!”
De mozaïek wordt eerlijk verdeeld. “Nou heb ik niks meer” zegt peuter.
Donderwolken gezicht.
“Kijk eens, jij hebt precies evenveel als de anderen”
“Ik wil dat gewoon niet” .
Blijft mokken op het kleed. Een van de kinderen zegt: “Wil je een stukje opschuiven?”
Peuter reageert niet. Ik zet hem een stukje verderop.
“Mag ik op schoot?” “Jawel”, zeg ik en neem hem op schoot.
“Nu moet je zingen” commandeert peuter. “In de maneschijn…” begin ik…
“STOHOP! IK WIL ZINGEN”
“Volgens mij moet jij nog even een slaapje doen”, zeg ik.
“Ja” zegt peuter. Huh? Die zag ik niet aankomen.
Ik breng hem boven en leg hem in z’n bedje. Hij slaapt 5 kwartier.
Ik haal hem weer naar beneden, en we gaan boodschappen doen.
“Ik wil een klein wagentje”. “Dat kan nu niet”, is mijn antwoord,”je gaat nu
even in de grote winkelwagen in het stoeltje”
“Ik wil dat gewoon niet”. Ik maak er geen woorden aan vuil en we lopen door
de Jumbo. Bij het fruit staat een mand waar kinderen iets uit mogen pakken.
“Ik wil een banaan.”
“Wat zeg je?”
“Ik wil een banaan”
“Wat zeg je?”
“Mag ik een banaan?” “Tuurlijk” zeg ik en pel de banaan.
Peuter neemt drie happen. “Ik wil de banaan niet meer.”
Ik vouw de schil weer over de banaan en leg hem in de boodschappenkrat.
“Ik wil gewoon geen korte broek aan” , komt er dan ineens uit het niets.
“Het is warm, alle kinderen hebben nu een korte broek aan.” zeg ik.
We gaan naar huis, boodschappen uitpakken en wat drinken.
Ik schenk ranja in. “Ik wil dat gewoon niet” zegt peuter, terwijl hij
de beker leegdrinkt. “Met een koekje” zegt hij dan.
“Hier is eerst nog je banaan”.
“Die wil ik gewoon niet”
“Dan krijg je ook geen koekje” zeg ik ,en maak koffie voor mezelf.
Ik kijk op de klok. De halve ochtend is voorbij.
Dit gaat een lange dag worden.
Maandelijks archief: mei 2018
Broer en zus
Hoe leuk is het als je kinderen het zo goed met elkaar kunnen vinden dat ze samen een dagje attractiepark plannen. Gewoon zij saampjes, broer en zus.
Mama wordt wel op de hoogte gehouden (want ik wil graag vanaf de zijlijn meegenieten) en ik krijg af en toe een appje met een update.
Zelf ben ik al heel vroeg begonnen vanmorgen, na een nacht met weinig slaap en ik hou me wat op de been met extra koffie en niet teveel toestanden overhoop halen.
Er klinkt weer een plieng- geluidje van m’n telefoon en ik open What’sapp.
En schiet helemaal vol. Want ik krijg een foto waar mijn zoon opstaat, maar het lijkt alsof mijn broer daar staat……
Er is al vaker geconstateerd dat Tim op Jan Willem lijkt, maar deze foto treft me als een mokerslag.
Ik was ook de zus van een broer. Wij konden het ook heel goed vinden samen. En ik mis hem nog steeds zo hartverscheurend….
De scherpste kantjes zijn er vanaf denk ik vaak. Maar nu voel ik mijn maag samenkrimpen en ik wil heel hard huilen. Dat doe ik niet. Er zijn hier kindertjes en die wil ik niet verschrikken.
En dat ik zo moe ben versterkt ongetwijfeld de emoties.
Ik kijk nog eens naar de foto, vergroot ‘m uit op het scherm. Het is een verwarrend gevoel. Alsof je aan een korstje zit wat je niet open mag krabben, maar waar je eigenlijk ook niet af kan blijven.
Och Jan Willem…. terwijl ik schrijf komen toch de tranen. Maar wel geluidloos. De kinderen merken het niet, ik heb mijn zonnebril op en typ aan de picknicktafel terwijl zij heerlijk in de tuin spelen.
Ik ben dankbaar voor alle mooie herinneringen die ik heb, voor de lieve broer die hij was voor z’n zusje. Altijd, ook toen we volwassen waren.
Nog eens kijk ik naar de foto. Ben al wat minder geschokt. Zie het mooie ervan in nu. Familiegelijkenis vind ik altijd al leuk, nu is het extra belangrijk.
Lieve broer en zus, maak er een heerlijke dag van samen. Geniet ervan dat jullie samen zijn. Het is zo waardevol.