Maandelijks archief: september 2020

Frustratie Verzekerd

Een vervolg op het kapotte iPad-scherm verhaal.

( https://daagsedingen.com/2020/08/27/computer-says-no/ )

Niet alleen computer says no. Ook verzekeringsmaatschappijen zeggen NO.
Ik ben verplicht een bedrijfs-aansprakelijkheidsverzekering te hebben. Al 15 jaar betaal ik netjes maandelijks mijn premie en ik heb nog nooit een schadeclaim ingediend. Omdat mijn iPad op tafel lag, waar de kinderen ook tekenen en puzzelen etc, kon het heel goed zijn dat hij in een onbewaakt ogenblik van tafel is geschoven/gevallen. Ik weet het niet, ik heb niet gezien hoe de schade ontstaan is en ga niemand beschuldigen. Het enige wat ik zeker wist , was dat ik de bookcase van mijn iPad opende en zag dat het scherm gebarsten was.
Ik heb mijn tussenpersoon hierover gemaild en de situatie uitgelegd.
Geen enkele reactie, ik heb hem ruim een week gegeven, maar radiostilte. Daar scoort hij geen punten mee.
Dan maar rechtstreeks bij Avéro gemeld.
Na een paar dagen antwoord, wat zowel aan mij als aan mijn tussenpersoon is gestuurd:

“Toevallig”dezelfde dag een mailtje van de tussenpersoon.
Geen aanhef, geen referentie aan mijn mail, alleen de zin “Helaas is er geen dekking” Vr groet.
Nou, helaas valt die Vr groet niet onder mijn voorwaarden dus die claim accepteer ik niet.

Dan maar proberen bij de persoonlijke inboedelverzekering. We zijn verzekerd bij Promovendum, die pretendeert voor ” hoger opgeleiden” te zijn. Werkelijk geen idee wat dat te maken heeft met wat er verzekerd moet worden, maar destijds hadden ze de voordeligste verzekering.
En we hebben een “Extra Uitgebreide Dekking”. Dat moest dus goedkomen. Ook bij deze maatschappij nog nooit een claim ingediend. Nogmaals eerlijk de situatie uitgelegd.
Hiervan ook weer een zeer onbevredigend antwoord:

Kortom, als ik niet eerlijk was geweest maar gezegd had dat het scherm door vandalisme kapot was gegaan had ik het vergoed gekregen.
Maar omdat ik wel eerlijk was en aangegeven heb dat ik niet op het moment zelf gezien heb hoe en door wie de schade is ontstaan nemen ze de claim niet in behandeling.

Ik ben serieus zó teleurgesteld!
Moet ik dan een of ander lulverhaal verzinnen en dan met leugens wel geld krijgen?
De schade was € 281. Voor een verzekeraar een schijntje, voor mij een heel bedrag.
Maar blijkbaar vinden ze het belangrijker om met hun dikke krent op het geld te gaan zitten dan om een klant die allang meer dan het tienvoudige van €281 aan premie heeft betaald tegemoet te komen.
Ik ga op zoek naar een andere verzekeraar. Niet eentje voor hoger opgeleiden maar eentje voor zwaar teleurgestelde eerlijke mensen.

Cumarine

Ik wandel langs een weiland, het gemaaide gras wordt door een machine achter een trekker geschud. Er komt een sterke geur vanaf, die me ogenblikkelijk terug brengt naar mijn jeugd. Cumarine.


Er stond vroeger bij ons in de kelder een grote ton, daarin bewaarde mijn moeder alle restjes stof van haar naaiwerken. De ton had een karakteristieke geur, die mijn vader cumarine noemde. Ik vond het een prettige geur, associeerde het met het plezier van mooie stoffen, leuke lapjes, nieuwe kleren. Waar die ton ooit vandaan was gekomen weet ik niet, maar er had blijkbaar cumarine ingezeten, wat dat ook mocht zijn.


Mijn moeder maakte al onze kleren zelf. Toen ik klein was kreeg ik Mary Quant-achtige jurkjes, toen ik op de middelbare school zat droeg ik Holly Hobby stijl, met veel strookjes en lieve printjes.
Maar ook de stoerdere kleren maakte ze, spijkerjasjes, een trenchcoat, ze kon gewoon alles maken wat ik maar wilde.
Toen ik kind was gingen we altijd in het najaar één keer naar de winkel om een paar truien te kopen, want breien deed ze niet. Verder maakte ze alles zelf, en het was altijd mooi.
Op de lagere school had ik een prachtige houtje-touwtje jas, met nep-bontranden afgezet, wat toen enorm in de mode was. Dat deze jas gemaakt was uit een ouderwetse mantel van mijn tante wist niemand, want mijn moeder had zelfs het merk weer achter in de voering genaaid.
Toen ik klein was mocht ik wel met de restjes stof spelen en de knoopjes, terwijl zij achter de naaimachine zat. Heerlijk vond ik dat. Ik kan nog kriebeltjes in mijn buik krijgen als ik denk aan het geluid van de schaar die door een nieuwe lap stof ging, als mijn moeder zorgvuldig de patroondelen uitknipte op de grote tafel. Ook al was het niet eens voor mezelf, het betekende dat er wat moois gemaakt werd en ik vond het heerlijk om daar naar te kijken.
Nu ik er aan terugdenk was het een puur gevoel van huiselijkheid en veiligheid, bij mama aan de tafel.

Er is nog een herinnering verbonden met die ton met lapjes. Poppenkleren. Ik was een echt poppenkind en mijn grote zus Toos maakte kleertjes voor ze. Toos had zelf 2 poppen, Pietertje en Marette. Pietertje was een kale babypop. Marette kon staan en had stug, ingenaaid, rossig bruin haar. En slaapoogjes: als je de pop neerlegde gingen de oogjes dicht. Twee van mijn poppen hadden dat ook. Maar op een gegeven moment zag ik dat Marette een lui oogje had, eentje ging niet meer helemaal open als je haar rechtop zette. Dat irriteerde me en ik zou dat wel even fixen. Ik drukte op het oogje en “PLOP” daar schoten beide oogjes (die inwendig met elkaar verbonden waren) in het poppenhoofd en staarden 2 lege oogkassen mij aan. Als ik nou verstandig was geweest had ik het gewoon verteld en had de poppendokter het wel kunnen repareren. Maar ik was niet verstandig. Ik was zelfs heel stom, want ik pakte een stift en tekende een brilletje om de lege oogkassen. Alsof dat niet op zou vallen….
Om kort te gaan, Toos was, terecht, heel verdrietig en mijn moeder, terecht, heel boos dat ik mijn tengels niet thuis had kunnen houden. En ik moest het goed maken.
Bij het patronenblad Marion kon je een pop bestellen, met heel veel patroontjes voor hippe kleren. De pop zelf was een soort heel grote tienerpop, met buigbare benen en lang donker haar. Ze heette Bella geloof ik. Die pop moest ik voor Toos kopen van mijn zakgeld. Ze kostte 35 gulden en dat duurde even voordat ik dat met mijn 2 kwartjes zakgeld in de week plus wat rapportgeld bij elkaar gespaard had. Maar het lukte me en de pop werd besteld. Dat was al spannend want normaal gingen we naar de winkel als we iets wilden kopen, wij waren niet van de postorderbedrijven. De pop was prachtig en ik wou haar zelf ook wel! Dus nog weer heel lang sparen en ineens had ik het geld bij elkaar want de laatste 5 gulden kreeg ik van mijn oma.
De pop had buigbare knieën en dat was een unicum, je kon haar echt laten zitten! Ik noemde haar Marion, want ik vond Bella geen leuke naam. Toos maakte prachtige kleren van de lapjes uit de ton en ze was zo lief om de mooiste dingen (ik herinner me een ‘slangeleren’ jas, 2 x te maken, ook voor mijn pop dus. Ik probeerde toen ik wat groter werd ook het een en ander. Mama stak nog wel eens een helpende hand toe, want ik ben nooit een goede naaister geworden.

De ton die zo lekker rook is met lapjes en al verdwenen. Ik heb geen idee waar heen, helaas was mijn vader nogal opruimerig zonder met ons te overleggen.
Maar de poppen heb ik nog. Ik ging net op zolder kijken, ik kon Marion zo gauw niet vinden, die zit in een of andere doos ver weg en ik had geen zin om alles overhoop te halen. Ik heb wel een hippe foto op internet gevonden:

Mijn andere pop vond ik wel. Ze heet Hanneke en heeft deze zomer haar 55e verjaardag gevierd. Ze ruikt allang niet meer naar cumarine, maar naar oud plastic. Misschien moet ik haar stiekem een nachtje in het gemaaide weiland leggen, zodat ze weer de geur aanneemt uit mijn jeugd.

Cumarine:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Cumarine

Prietpraat (10)

Jubileum! De 10e Prietpraat. Het heeft even geduurd voordat ik genoeg bij elkaar gesprokkeld had, maar hier zijn weer 10 nieuwe.

Alle uitspraken zijn gedaan door kinderen van 4, 5 en 6 jaar oud . Voor het gemak heten ze deze keer allemaal Kind. En bij een samenspraak Kind 1 en Kind 2.

Kind 1: “Wij gaan morgen naar oma”
Kind 2: “O, naar oma Hakmes?” (oma heet Agnes)

Kind bij binnenkomst: “Pff vandaag alweer de hele dag coronavirus. Het duurt wel lang hoor”

Ziekenhuisje spelen. Kind: “Wij moeten alle patiënten repareren”

Kind: “Mag ik ook een keer naar Bert z’n school?”
Ik: “?
Kind: “Die rode school toch!
(Bert werkt in Roodeschool)

Kind 1: “Mag ik ook meedoen?”
Kind 2: “Nee , meisjes kunnen niet meedoen, want wij zijn mandieten”

Kind 1:”Ik ben de koning!”
Kind 2: “Hoe heet je dan?
Kind 1: “Koning Krijk”

Kind zwaait met de toverstok: “Hokus Pokus Piraten Pas”!

Kind 1: “Zullen we buiten spelen?”
Kind 2: “Nee, ik ben meer een binnenmens”

Ik zing met een dreumes “Klap eens in de handjes, blij blij blij, op je blote bolletje allebei”
Kind: “Het is boze bolletje”
Ik: “Maar hij is toch helemaal niet boos”
Kind: “Daar kan ik wel voor zorgen hoor”

Kind: “Ik weet een heel vies woord!”
Ik: “O jee. Ok, je mag het één keer zeggen”
Kind: “Modder”

foto: Pixabay