Maandelijks archief: mei 2022

Knikkers 

(Kort verhaal)

“Wil jij de knikkerbaan voor me pakken?” vraagt Milan aan zijn moeder. Ze knikt en reikt naar de bovenste plank van de speelgoedkast. “Alsjeblieft” zegt ze, terwijl ze de doos met onderdelen aan haar zoontje geeft. Hij mompelt iets wat op ‘dank je’ lijkt en installeert zich in kleermakerszit op zijn speelkleed. Hij stalt alle onderdelen voor zich uit, legt ze daarna in een bepaalde volgorde en begint te bouwen. Zijn moeder kijkt ernaar en vraagt zich af waarom hij altijd zo systematisch te werk gaat. Zelf is ze enorm chaotisch, van haar kan hij het niet dus hebben. Ze grinnikt inwendig en richt haar aandacht weer op haar boek. Als ze hoort: ”Mam! Kijk, hij doet het!” kijkt ze op en laat het boek uit haar handen vallen. De knikkers rollen van beneden naar boven.
Dat heeft ze vast niet goed gezien. “Doe het nog eens?” vraagt ze. Milan legt een knikker in het onderste geultje en weer ziet ze duidelijk dat hij omhoog rolt.
“Hoe kan dat?” roept ze. “Nou gewoon” zegt Milan. “Zo heb ik hem gebouwd.”
Ze is verbijsterd en weet niet hoe te reageren. “Maar dat bestaat toch helemaal niet”, zegt ze.
“Een knikker kan alleen maar van boven naar beneden rollen!”
“Natuurlijk bestaat het wel!” Milan begrijpt de vertwijfeling van zijn moeder niet. “Ik heb het toch zo bedacht?”.
Zijn moeder kan geen woord uitbrengen. Haar kind, deze vierjarige, kan maken wat hij bedenkt en daarbij de natuurwetten veranderen. Ineens schiet haar een term te binnen. De magische fase.
“Hoe bestaat het”, fluistert ze voor zich uit.
Milan wordt alweer in beslag genomen door een verdere uitbreiding van zijn knikkerbaan en let niet meer op haar.
Ze raapt haar boek op, legt het weer op haar schoot, maar leest niet verder.  Dan staat ze op en gaat naast haar zoontje op het speelkleed zitten.
“Mag ik je helpen?” vraagt ze.
“Tuurlijk”, zegt Milan, “Maak jij dan deze kant verder?”
Ze kijkt goed naar wat hij al heeft gebouwd en maakt het op dezelfde manier na.
Milan geeft haar een paar knikkers.
Ze legt vol verwachting een knikker in de onderste richel. Die komt in beweging en rolt langzaam helemaal naar boven.

(Foto: Pixabay)

Allemaal aanhaken!(duo-blog)

We kregen leuke reacties op onze gezamenlijke blog van 100 jaar geleden (Terras weer)  Dus we gaan het gewoon nog eens doen!
De cursieve tekst is van Irene, de andere (deze dus) van mij. 

Het is de hoogste tijd voor een duoblog! Afgelopen weekend was de Handwerkbeurs. We zijn daar wel eens eerder geweest, maar de laatste keer was jaaaaaren geleden. Dit vroeg om een uitje. Want sowieso, ik kwam er achter dat ik nog maar 1 (!!!) keer, samen met mams zonder baby/dreumes/peuter een dagje uit heb gedaan, namelijk het dagje shoppen van onze vorige duoblog.

Dat zei ik net ook. 

Dus, het was tijd. (Jahaa!)

Ik besloot met de trein te gaan. Of nou ja, dat is niet eerlijk. Jan opperde het. Die zei: “Dan heb je 3 kwartier heen en 3 kwartier terug totale qualitytime voor jezelf, omdat je dan even niks hoeft te doen”. Zo geschiedde.

Ik ging met de auto, want als ik ook met het openbaar vervoer zou gaan, mocht ik haast wel de avond tevoren alvast vertrekken. Bovendien ken ik mezelf en komt er niks van qualitytime, ik ben dan alleen maar aan het hyperventileren over bustijden, treinaansluitingen, perronnummers en stationsnamen. 

Netjes op tijd (want weggaan kan soms nog wel eens even langer duren, “mamaaaaaaaa niet gaaaaaaan,” en dan moet je de handjes van je broek plukken) wilde ik de deur uit. En dat lukte, ik werd door twee mannen uitgezwaaid. Veel te vroeg stond ik dus ook bij de bushalte. Maar dan wel weer net ietsje te laat voor de vorige bus. Afijn het zonnetje scheen, dus prima. Maar al wat er langs kwam, niet mijn bus. Het duurde, en duurde. En jeeeej uiteindelijk was ie er. Maar wel te laat! Ik hoopte dat ik de trein nog zou halen.

Wat ik wel de avond tevoren had gedaan was op ‘van A naar Beter’ kijken of ik mijn route normaal kon rijden. Er waren geen wegwerkzaamheden of afsluitingen aangekondigd. Maar ze waren er heus wel! Vlak voor de afslag naar Boerakker, alwaar ik de A7 op zou gaan richting Heerenveen en daarna Zwolle, stond er aangegeven dat de toerit naar de A7 was afgesloten en ik de M moest volgen om bij Marum alsnog de A7 op te kunnen.
Stomme van A naar Beter! Als jullie Beter hadden opgelet had ik een andere, makkelijkere weg kunnen kiezen in plaats van nu door allerlei dorpjes te moeten kachelen. 

De deuren waren op het station nog niet goed en wel open of ik sprintte de bus uit. Ik had nog 3 minuten en moest op spoor 2 zijn, gelijk de eerste trap af dus. Ik rende langs de kiosk, waar NIEMAND stond. Dus, of het nou een slimme keuze was of niet, ik spurtte naar binnen, hijgde dat ik een kopje thee wilde (die ik ook echt in moordend tempo kreeg met een “succes!” er achteraan geroepen) en tegelijkertijd met het fluitje van de trein schoot ik naar binnen. Tot zo ver het relaxte reizen. Omdat ik zo laat was had ik weinig keuze in plek en schoof me op een stoel in zo’n vierzitsbankje waar twee oudere dames zaten en een man met een serieus hoofd in een serieus boek.

Ik zat achter een militaire colonne mijn ziel in lijdzaamheid te bezitten. De wagens waren gecamoufleerd maar ik zag ze heus wel! En het duurde lang.

Ik had niet eens zin om te lezen of te haken, ik moest even bijkomen, dus staarde met mijn kopje thee lekker uit het raam. Uiteindelijk was de thee op en besloot ik toch een stukje aan mijn blauwe knuffelbeer te haken. Inwendig moest ik grinniken. Ik met naald en draad in de weer, beide oude dames bezig op een iPad. Omgekeerde wereld.

Toen ik eenmaal de A7 op kon, ging het vlot. En valt er over het uur daarna eigenlijk niet echt iets te melden.

Ik was al snel in Zwolle. Ik zou lopen naar de beurslocatie want dat was maar 15 minuten. Maar ik had niet gekeken waar ik heen moest, en aan welke kant ik het station af moest. Hoefde ook niet. Ik zag een kudde dames, sommigen alleen en sommige samen, met vrijwel allemaal een rugzak, de zuidkant van het station aflopen. Noem me een volgzaam schaap maar ik dacht “dit kan niet anders, zij gaan naar de beurs” dus ik liep er achteraan. Het liep me allemaal wel iets te traag dus uiteindelijk liep ik vrijwel voorop, er liep nog 1 vrouw voor me. Ik appte moeder al dat ik er vanuit ging dat iedereen naar de beurs ging en dat ik anders heel ergens anders uit zou komen, want vol goed vertrouwen liep ik nog steeds achter mijn voorgangster aan.

In Zwolle zelf waren er stiekem toch ook weer wegwerkzaamheden en bleek de baan waar ik moest voorsorteren helemaal niet toegankelijk. Hullup! Ik deed op hoop van zegen maar wat eigenlijk, toch kwam ik bij de parkeerplaats van de IJsselhallen. Ik was gepast trots op mezelf.

Inmiddels liep ik te gieren (men moet wel denken) want ik liep uiteindelijk voorop en als een soort reisleider had ik een hele sliert dames achter me aan. A.k.a. rups.  Maakt niet uit, we vonden het!

Een besnorde man in een veiligheidshesje dirigeerde me helemaal naar de achterkant van de parkeerplaats. Misschien had hij mijn parkeerkwaliteiten ingeschat.
Want ik parkeerde echt op een wijvenmanier. Ruimte voor 4 auto’s en dan toch nog wat heen en weer moeten rijden om de auto in een vak te krijgen.
En toen aan de wandel! Dat kan ik wel goed hoor. 

Al snel was moeder er ook en togen we naar binnen.

Om geen risico te lopen op net zo’n scanner debacle voor mij als de vorige keer, had Irene beide kaartjes op haar mobiel staan. Maar niet te geloven, de eerste zei ‘piep’ en de tweede niet! En toen nog niet! Pas een paar pogingen later lukte het. Ik claim deze keer dus het eerste kaartje! 

 Eerst plassen. Waar zou dat zijn? Wederom opperde ik om een stoet dames te volgen. Zelf nadenken hoefde niet meer. Vervolgens tijd voor koffie (thee) en wat lekkers, en daarna beurstijd! 
Het was erg leuk, we hebben veel gezien en ik heb leuke aankopen gedaan. Oke ik moest wel voor de derde keer terug naar een bepaalde kraam omdat ik maar niet kon kiezen, maar het lukte, ik kocht leuke dingen.

We hadden zo’n leuk idee gezien: kussens die half van stof, half gehaakt waren. Dat wilden wij ook en Irene kreeg uiteraard een idee voor kerst. We stonden bij de kraam met quiltstofjes te kijken en erover te praten. De mevrouw in de kraam zei: “Ik hoor jullie over kerst! Die stofjes liggen aan de andere kant.”
“Wij gaan naar de andere kant! Dank u wel!” zeiden wij exact tegelijk in koor, dezelfde intonatie, zelfde pauze tussen de twee zinnen. Mevrouw moet wel denken dat wij of niet goed bij ons hoofd waren of dit van te voren samen hadden ingestudeerd.
Er was een stofje bij wat het persé moest worden. Alleen was het lapje met het patroon in de breedte geknipt en wij hadden dat in de lengte nodig. Jammer hoor, want als je ergens je zinnen op gezet hebt, wil je geen alternatief. Toen we wegliepen zag ik een voorbeeld hangen, wel in de lengte! Omdat we te netjes waren om dat van de wand af te trekken vroeg Irene het aan de meneer (die vast bij de mevrouw hoorde) of er nog een was. De goede man begon prompt de hele stapel lapjes uit te vouwen, maar hij vond er een!
Toch gelukt dus, leuk! 

Moeder ging ook wat kopen. Een blouse. Dus. Kraaaaaaamen vol garen, lapjes, innovatieve handwerktechnieken, nee hoor mams koopt kleding. Ik denk dat ze de volgende shopsessie met een haakpatroon thuis komt.

Ik heb ook werkelijk geen idee waarom er een kledingkraam op een handwerkbeurs stond, maar wat maakt het uit, ik heb die blouse! En hey, hij is van stof gemaakt, of niet dan!

We hebben ons verder keurig gedragen, er is niks raars gebeurd. Denk ik. Of ik heb het verdrongen. 

Ja, je hebt het verdrongen blijkbaar, dat ik met het hengsel van mijn tas gezellig een mevrouw op een scootmobiel meetrok. Mevrouw bood mij nog een plekje op haar schoot aan, maar ik heb dat vriendelijk afgeslagen, terwijl ik ondertussen haar stuur weer uit mijn tas probeerde te bevrijden.
En dat ik nog een andere mevrouw opving die per ongeluk haar evenwicht verloor en die heel blij was toen wij haar verzekerden dat wij haar steun en toeverlaat wilden zijn. 

Ik heb nog wel een enorme quest naar theezakjes gedaan. Serieus, je weet dat je een beurs hebt met 237846283 vrouwen, zorg dan dat de thee voorraad compleet is! Maar het mocht de pret niet drukken, het lukte.

Die thee, die hoorde bij de lunch. Want Irene zei rond 12 uur heel degelijk: “We moeten zometeen brood eten”.
Echt ik verzin dit niet, zo zei ze het. Huismoeder hè, dan krijg je dat. Maar stiekem kreeg ze wel gelijk, want wat wij aten kan je geen broodje noemen. Wij aten brood. 

Daarna gingen we weer kraampjes bezoeken, kleurtjes kijken, ideeën bediscussiëren en stiekem overal aanzitten.

Op een gegeven moment waren we wel verzadigd van de beurs en besloten we weer huiswaarts te gaan.
Maar we gingen niet ,want iedere keer moesten we toch nog iets bekijken, boekje doorbladeren, piepen over haakpakketjes en uiteindelijk toch nog een kopje thee nemen. 

We dronken de thee bij een statafeltje tegenover de stand van Brother Naaimachines. Er was een gecomputeriseerde (is dat een woord?) borduurmachine aan het werk, er werd een Minnie Mouse gepleegd.
Aanbieding, nu voor slechts €13.999,- stond erbij. Wat??? Ik ging even dichterbij kijken of ik niet een 9 teveel had gelezen. Wat nog heel veel geld was overigens.
Er stonden een paar vrouwen bij en eentje zei: “Zouden mensen dat echt kopen? “
“Waarom niet?” vroeg de Brothermevrouw, het klonk achteloos.
“Voor een bedrijf dan toch zeker?” vroeg een van de dames.
“Welnee”,zei Sister. “Het is net als met een auto hoor, mensen willen het nieuwste model”
Ik ergerde me aan het superieure toontje en de arrogante houding. Wat mij betreft kon ze beter op een heel chique beurs voor snobs gaan staan.
Waar niet een bekertje thee ,maar een glas champagne in de prijsklasse van mijn hele budget voor de handwerkbeurs geserveerd wordt.
De thee was op, de voeten moe, de inkopen gedaan, we gingen nu echt naar huis!

Mams liep zo’n beetje mee naar het station, maar de auto stond op een uithoek van de parkeerplaats geparkeerd. Tsja waarom ook niet.

Nou, scroll even terug dan, naar de aankomst, dan weet je waarom dat was.

Verder ging de terugreis heel voorspoedig. Er waren geen rare dingen, ik hoefde niet te rennen, het was eigenlijk best heel normaal. En, het was super en ontzettend gezellig om weer eens met z’n tweetjes samen iets te doen!

Daar ben ik het helemaal mee eens! En ik verheug me al op het sauna-arrangement wat we over twee weken met ons tweetjes gaan doen. EINDELIJK weer! 

Op goede voet

Die voetbreuk van mij had nogal wat voeten in de aarde.

Ik had er een hard hoofd in dat het op een natuurlijke manier zou genezen, de dokters hielden voet bij stuk dat het moest kunnen. Maar ik zat ermee en had een tenenkrommend lange tijd geduld. Uiteindelijk werden er spijkers met koppen geslagen. In mijn voet. Want die moest toch een handje geholpen worden. Hals over kop, op de dag voor kerst. 

De orthopedisch chirurg stak de handen uit de mouwen en haalde zo bij mij een wit voetje. Want daarna nam de genezing hand over hand toe. Schoorvoetend kon ik mijn eerste stapjes zetten. En nu maak ik me gewoon weer uit de voeten! Ik neem de benen! Ik loop bijna weer stad en land af. 

Vandaag richtte ik mijn schreden naar het ziekenhuis voor de laatste controle.De radiologe was duidelijk met het verkeerde been uit bed gestapt. Hardhandig werd ik in de juiste positie gedrukt en ik durfde geen vin meer te verroeren. Ik trok de stoute schoenen aan en maakte een grapje maar daar kon ze niet mee uit de voeten. Lange tenen.
Met de orthopeed stond ik wel op goede voet.
Ik voelde me dankbaar tot in de puntjes van mijn tenen. Bedankte hem dan ook hartgrondig maar mocht hem nog geen hand geven. Dus stak ik mijn duim maar op.
Ik sta weer sterk ik mijn schoenen!