Maandelijks archief: juni 2014

Lieve Lynn

SANYO DIGITAL CAMERA

Een nieuw grafje in de tuin. De aarde is donker van de miezerregen. Maar het is een plek waar Lynn pasgeleden zich nog heerlijk in het zonnetje lag te koesteren. Warmte op haar oude spiertjes en botjes.
Het was m’n eerste loopje vanmorgen toen ik de trap afkwam, zo de voordeur uit,naar buiten.
Goedemorgen, lief meisje.
Want ze was niet op de overloop toen ik uit de slaapkamer kwam.
Ik ging terug naar binnen, om brood te smeren voor het ontbijt en de lunchtrommel. Er keek geen blij, besnord gezichtje naar me op, er zwaaide geen staartje. Het broodkapje moet nu door iemand anders opgegeten worden. Liefhebbertjes genoeg hier hoor, daar niet van, maar we hadden maar één Lynn.
Wat mis ik haar. Ons vrolijke, originele, gekke, vieze, lieve hondje. Opportunistje, slimmerdje, eigenwijsje. Dol op aandacht en knuffels, gaf je die niet,dan kwam ze die wel halen.
Zo lief voor iedereen, en zo gemakkelijk. Ze hoefde niet aan de lijn buiten. Ze kachelde wel mee en gaf nooit problemen met andere honden.
In het verleden was ze een team met Tess, maar de laatste 2 jaar niet meer. Dat heeft ze moeilijk gevonden, maar ze vond haar weggetje wel weer. Zoveel liefde gaf ze, en zoveel liefde kreeg ze.
Wat is het ongelooflijk stil in huis, ondanks de kinderstemmetjes, de peppende zebravinkjes, de piepende cavia’s .
Lieve, lieve Lynn, wat laat je een lege plek achter. Letterlijk en figuurlijk. Het leek wel een gapend gat waar je mand stond, een plant moet het opvullen nu.
Ik weet dat het niet kan, maar onbewust verwacht ik steeds vanuit mijn ooghoek beweging te zien en jou te zien verschijnen: “Wat doe je daar in de keuken, is er ook iets lekkers voor mij?”
“Wat zit je daar gezellig op de bank, mag ik ook een aai?” “Zijn jullie klaar met eten, mag ik dan nu bij de tafel komen?” “O, je doet schoenen aan, mag ik mee naar buiten?”
Nee, je kon niet praten, maar je mimiek zei alles.
Lieve Lynn, wat fijn dat je bij ons was en zo oud mocht worden. Dat je rustigjes kon voelen dat je steeds minder kon, en gewoon lekker een oud hondje mocht zijn.  Maar ook dat het definitieve einde zo snel kwam.
Dank je wel voor al je liefde. Voor het hondje wat je was.
Nu ben je weg. Speel maar lekker in de zon, met Tess……

Mobiel

Vroeger kreeg ik als kind, als we op vakantie waren, een briefje op mijn jurkje gespeld.
“Anneliesje van Bloois, Huisje 63 “
Zo konden mijn ouders iets geruster zijn, mocht ik kwijtraken, dan wist men waar ik weer terug bezorgd moest worden.
Ik heb het altijd onthouden en ook bij mijn eigen kinderen toegepast, vooral bij Tim want die was vaak weg. Kwijt, onzichtbaar. Peentjes heb ik gezweet om dat jongetje, maar
gelukkig is het altijd weer goed gekomen. Het briefje-systeem had ik iets gemoderniseerd, ik plakte iedere dag een beschreven sticker op zijn t-shirtje. Tegenwoordig is dit natuurlijk hopeloos uit de tijd. Nu heeft een kind een QR-alert polsbandje, wat je kan scannen met smartphone of tablet en daar dan alle info uit krijgt die je nodig hebt om het kind weer op z’n plek te krijgen. Moet je natuurlijk wel een smartphone of tablet hebben.
Een tablet heb ik niet, een smartphone wel. Al een jaar maar liefst. Voor mij hoefde het niet zo, ik hoefde alleen maar te kunnen bellen en sms-en. Zei ik altijd. Maar toen ik een nieuwe telefoon moest hebben omdat ik zo dom was geweest om de mijne in een stadsbus in Utrecht te laten liggen, liet ik met toch overhalen tot een smartphone. “Want dat is gezellig mam, dan kunnen we what’sappen”. En gedachtig de irritatie over mijn vader die alle nieuwigheid maar flauwekul vond (dus tot op hoge leeftijd nog met een handboor stond te zwoegen terwijl hij onze elektrische boormachine kon lenen, en ondertussen koppig volhield dat het priiiimaaa ging) vond ik dat ik een beetje met m’n tijd moest meegaan.
En ik moet eerlijk zeggen dat ik mijn smarthpone heel leuk vind! Inderdaad, ik kan er mee bellen en sms-en maar ook what’sappen en internetten en foto’s maken en die versturen of op facebook zetten…. Kortom, ik heb er gewoon lol in.
Dus het ding gaat overal mee naar toe, ik check in bij restaurants en atracties, plaats foto’s van waar ik ben, what’sapp dagelijks met Irene, en ook Berts sms-jes zijn vervangen door what’sappjes.
Het was de bedoeling dat mijn mobieltje ook meeging toen we het Pinksterweekend naar de Veluwe gingen, waar we een chaletje hadden gehuurd. Vrijdagmiddag had ik de foon nog even aan de lader gelegd (goede voorbereiding!) en na het loskoppelen de lader gelijk in mijn tas gestopt, want ik die had ik in het weekend vast nog nodig. Want waar ik met mijn oude mobiel anderhalve week of langer op een batterijlading deed, is het met de smartphone hooguit anderhalve dag. Dat dan weer wel.
In de auto wou ik even Irene appen dat we onderweg waren. En ik kon mijn telefoon niet vinden. Tas ondersteboven gekeerd, er kwam van alles uit waarvan ik dacht: ‘waarom neem ik dat ook mee’, maar geen mobiel. Ik had blijkbaar alleen de lader in de tas gedaan. O, dat voelt gek. Ik schaam me een beetje om het te moeten zeggen, maar het voelde haast wat paniekerig.
Bert vroeg of we om moesten keren maar dat vond ik toch te gek, we waren al een flink eindje onderweg. En hij had wel zijn mobiel mee, dus in noodgevallen waren we voorzien.
Dus ik heb 3 dagen zonder mobiel, facebook en verder internet doorgebracht. De internetverbinding was sowieso erg slecht, dus Bert hield het ook al gauw voor gezien.
En toen voelde het toch wel lekker, als ‘echt helemaal weg!’ Ik zie mezelf niet als iemand die altijd maar met haar mobieltje in de weer is, en verder nergens oog voor heeft. Maar nu merkte ik eerlijk gezegd dat ik toch redelijk vaak wil ‘communiceren’. Even Irene laten weten wat voor leuks we doen of zeggen, even op fb zetten op welk leuk terrasje we zitten, even op buienradar kijken of het echt zo mooi wordt als het weerbericht zei, even…etc…
Nu heb ik heel af en toe een appje met Berts mobiel naar Irene gestuurd en dat was het.
En heb ik een fijn weekend gehad? Ja! Ik hoefde niet te kijken of iemand mijn status al had geliked, of er nog leuke mail was, het kon allemaal wachten tot ik weer thuis was.
Vakantie.
En toen Bert in z’n eentje een stuk ging fietsen, en zijn mobiel meenam, had hij ook een briefje in zijn zak. Met het adres van het vakantiehuisje, want in noodgeval moest men toch weten dat ik daar zat en niet mijn mobiel bellen, die lag thuis op tafel.
Een briefje. Hopeloos uit de tijd, maar het werkt nog steeds priiiimaaaa . 😀
mobiel