Maandelijks archief: februari 2022

Het hoogste lied

Mijn hele leven zing ik al kinderliedjes. Ik ken er nog wel een paar die we op de kleuterschool zongen, op de lagere school leerden we er ook een heleboel. Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat we op de Mavo zongen, want op die leeftijd schaam je je daar blijkbaar ineens voor. Maar daarna ging ik naar de kleuterleidstersopleiding en uiteraard zongen we daar weer volop. Ik leerde zelfs over de theorie van het kinderlied, de term ‘kleuterdeun’ bijvoorbeeld, een melodie van 3 tonen die een klein kind makkelijk oppakt. Ik vond een heleboel kinderliedjes eigenlijk maar erg saai en onzinnig.  Arend Stokje en Un dun dip, het waren zeurderige melodietjes en de tekst sloeg meestal ook nergens op. Ik bedoel: “Un dun dip, inne kanne kip, inne kanne dobbelmanne, un dun dip” ? Dat is wat mij betreft nou geen tekstueel en muzikaal  hoogstandje, zelfs niet op kleuterniveau. De kern van de lessen was dat een kleuterlied eenvoudig moet zijn.  Een of andere muziekpedagoog uit die tijd had dat blijkbaar bepaald met een uitgebreide uitleg waarom dat zo moest. En iedereen volgde braaf. Ik vind het nogal betuttelig. Kinderen maken zelf uit welke muziek ze mooi vinden, begrijpen en oppakken. En daarom moet je wat mij betreft een ruim assortiment aanbieden en je niet beperken tot 3 noten.
Toen ik aan het werk ging als kleuterleidster was ik wat dat betreft dus een beetje opstandig. Want ik kende veel mooiere liedjes.  Die had ik geleerd van mijn vader en moeder, de liedjes die zíj als kind geleerd hadden.
Toegegeven, ze waren ook niet allemaal van hoog niveau ( “En in die bloempot zit een heertje, een heertje, een heertje, en in die bloempot zit een heertje, een heertje zonder hoed”)
maar er waren zulke mooie liedjes bij dat ik ze altijd heb onthouden en stiekem aan mijn kleuters leerde, naast de verplichte kost van een kleuterdeun als ‘li li lekkere li, zet een potje li”

Ik zong eerst voor, en al gauw mèt de kleuters (want ze pikten het snel op!) de liedjes van vroeger, van thuis.
“1, 2, 3, 4, 5, 6 , 7, Miertje is de dokter thuis?” Een liedje over een dierendokter die een muis moest helpen die van de trap gevallen was. Het was een verhaaltje wat je zong, in drie coupletten en niet alleen maar rare woorden die toevallig rijmden en het had een heel leuke melodie. De woorden waren soms wat ouderwets, maar 1x uitleggen en de kleuters begrepen het. 

“Er was eens een kleine kabouterman, die had een paar goudleren schoentjes aan” was ook een succes, het kaboutertje was prachtig mooi uitgedost en ijdel, tot hij in de modder viel. Ach wat sneu, maar zo’n leuk liedje. Ook wel moralistisch natuurlijk, maar dat lag er niet zo dik op.
“Een veldmuis vond in ‘t beukenbos een lege notendop” was ook zo’n leuke. Die muis maakte er wieltjes aan en sjeesde  de heuvel af. Ik zag het voor me en de kleuters ook, ik weet het zeker.

Vroeger thuis was het prachtige liedje “Maantje tuurt” onze favoriet, mijn moeder zong dat voor ons en we werden er als kinderen ontroerd door. Het is een bedtijd-liedje, dus niet zo geschikt voor in de klas. Maar ik kreeg zelf ook kinderen en die moesten natuurlijk ook naar bed en zij vonden het ook weer prachtig als ik het voor ze zong.  De tekst en de melodie geven zo’n prettig weemoedig gevoel: 

“Maantje tuurt, maantje gluurt
al door de vensterruiten
t Is alsof het je zeggen wil
‘t Is in de kamer zo stil, zo stil
Zijn de kindertjes al naar bed,
Of spelen ze nu nog buiten?

Zijn de kindertjes al naar bed,
Of spelen ze nu nog buiten?

Lieve maan, kijk eens aan
ze liggen al lang in de veren
‘Mooi’ zegt het maantje en lacht, en lacht
‘Ik wens jullie allemaal goede nacht,
morgen heb je weer nieuwe pret,
dan kun je weer spelen en leren,
morgen heb je weer nieuwe pret,

dan kun je weer spelen en leren.

Echt zo’n lief, geruststellend liedje. Voor kinderen van alle generaties.
MIjn moeder zong het voor mij, ik voor mijn dochter en zij zingt het weer voor haar kindje. 
Mooi dat sommige dingen doorgegeven worden en niet verloren gaan.

In mijn kinderopvang zong ik ook voor en met de kinderen. Oude en nieuwe liedjes. En zo ben ik altijd in de kinderliedjes gebleven. Heerlijk.

Mijn kleinzoon is gek op muziek en op liedjes zingen
Dus mag ik gewoon lekker door blijven zingen.
Wat hij momenteel heel mooi vindt, is ook weer zo’n oud liedje.
Ik leerde het van mijn moeder, zong het als juf met mijn kleuters, zong het voor en met mijn eigen kinderen en nu weer voor hem. Samen met zijn moeder, want zij heeft hem het liedje geleerd.
Toen we afgelopen weekend bij elkaar waren moesten mama en oma het samen zingen, vond hij en hij deed al heel goed mee met de tekst, drie coupletten met moeilijke woorden, op zijn eigen aandoenlijke peutermanier.
Mijn dochter zei later tegen me: je moet dat voor hem tekenen, dat mannetje uit het liedje.
Uiteraard heb ik dat met plezier gedaan. 

Dus bij deze!

Voor Finn:  

Ik droomde gister van een ventje
en zijn buikje was van koek
van sukade wa
s zijn neusje
en van chocola zijn broek

‘t ventje liep op witte klompjes
en die waren van fondant
en een wandelstok van suiker
hield hij in zijn rechterhand

Weet je wat zijn oogjes waren?
Kleine ronde stukjes drop!
en hij had zowaar een hoedje
van rozijnentulband op
droeg daarbij een aardig kieltje
en dat was van pannenkoek
en dat stond hem even netjes
als zijn chocoladebroek

Hij stak zijn armpjes in de hoogte
en hij riep: ‘nu ben ik een reus!’
En hij maakte met zijn handjes
voor de grap een lange neus
Even later ging hij dansen 
en hij zong van tralala
en tot slot nam hij een hapje van zijn broek van chocola! 

Op rozen

De man was een jaar of 15 jonger dan ik en keek mij aan. “Heel mooi, zei hij, “en zo slank!”  Ik zag alleen zijn ogen en ik….

Ok. Het was de dokter, hij had een mondkapje voor en hij had het over mijn voet. De voet die hij vorig jaar  had geopereerd en die hij nu terugzag.
Maar met dat compliment maakte hij wel mijn hele dag goed! Het betekent namelijk dat de voetbreuk-ellende voorbij is. Na 4 maanden mocht vandaag voorgoed het gips er af en heb ik voor het eerst weer 2 schoenen aan! De wond zag er prima uit, de röntgenfoto liet zien dat de breuk goed is genezen en ik heb geen zwellingen of verdikkingen, het is allemaal zoals het moet zijn. Ik ben zo dankbaar!

Het voelt erg onwennig, mijn voet zwabbert nog een beetje en het lopen gaat zo langzaam dat het lijkt of mijn spieren het verleerd zijn. Maar dat is een kwestie van oefenen. Ik ben zo blij! Het is een feestdag en ik liep op rozen naar de auto. ( let vooral even op het deel: ‘ik liep’!) 

En we hebben nog meer te vieren, want er is een nieuw huisgenootje. Eigenlijk een oud huisgenootje maar voor ons is hij nieuw.
Toen we klaar waren in het ziekenhuis zijn we doorgereden naar Stichting Flappus in Zwolle, we hadden daar afgesproken om een cavia op te halen.
Een vriend voor onze Pimpernel, die een paar weken geleden afscheid heeft moeten nemen van haar vriendin Rozemarijn, ze waren al 4 jaar samen. We hebben het even aangekeken maar ze kwijnde weg in haar eentje, hoeveel mensen-aandacht ze ook kreeg.
Bij Flappus zijn zoveel dieren in de opvang, en dit kereltje sprong eruit voor mij. Ook al flink op leeftijd, net als Pimpernel, dat leek een goede match. 

We hebben ze kennis laten maken op neutraal terrein, en het was echt liefde op het eerste gezicht.

Dus die twee kunnen samen van een mooie oude dag gaan genieten!

Er stond al een hele poos een fles Chardonnay Bubbels te wachten in de koelkast. We hadden die van de kinderen gekregen op onze trouwdag in September.
Bewaard voor een speciaal moment.
Vandaag dus! Want het voelt ECHT als een feestdag, alleen maar fijne dingen en klaar voor de toekomst. PROOST! 

Groepsgedoe

In iedere Facebookgroep zit er minstens één: iemand die het nodig vindt om vervelende opmerkingen te maken. Zo’n ‘Ik zeg waar het op staat’ type. Het is mij nog steeds niet duidelijk waar dat voor nodig is. Het gaat immers niet om de wereldpolitiek, de klimaatverandering of andere  discussieonderwerpen. Tenminste niet in de groepen waar ik lid van ben. Dat zijn groepen die met mijn liefhebberijen te maken hebben. Handwerken, schrijven, huisdieren. Maar blijkbaar zijn dat ook goede onderwerpen om ruzie over te zoeken. Puur gekat, iets anders kan ik er niet van maken. Het gaat voor diegene niet om opbouwende kritiek, niet om goede adviezen en blijkbaar al helemaal niet om het gezamenlijk plezier. Bevalt het me echt niet, dan stap ik uit de groep. Ik ben niet gediend van negatief oordeel als er om een advies gevraagd wordt, van lelijke opmerkingen als iemand trots is op wat hij/zij gemaakt heeft, van gesneer omdat iets diegene blijkbaar niet zint, om welke reden dan ook. Zo wordt de sfeer totaal verpest.


In het verleden heb ik me wel eens laten verleiden om daar een opmerking over te maken. Maar dan is het hek helemaal van de dam. En het is toch te gek dat een moderator moet ingrijpen omdat een groepslid zich niet kan beheersen? Ik wil met zulke mensen eigenlijk helemaal niks te maken hebben, het lukt ze namelijk aardig om mijn plezier te vergallen met hun negativiteit.
Van mij hoeven we echt niet allemaal gelijkgestemd te zijn. Ik hou van variatie en van eigenheid. Maar niet van gesneer. Facebook is op zich al erg genoeg, met zoveel mensen die een ongefundeerde mening de ether inslingeren, wat leidt tot gestook, polarisatie en negativiteit. 


Waarom ben ik dan toch lid van een aantal groepen? Omdat ik het leuk vind om te zien wat anderen maken, om inspiratie op te doen, om feedback te krijgen, om plezier te delen. Ik ben op zich helemaal geen groepsmens. Maar als ik altijd alles alleen zou doen, dan beperkte ik mezelf wel heel erg.
En gelukkig zijn er een heleboel mensen die wel normaal kunnen doen in een groep.
Maar ik accepteer niet alles. Ben dus geen lid meer van hondenrasgroepen en CAL-haakgroepen.  Spuugzat van oordelen en gezeik en zelfs persoonlijke aanvallen.
Nee, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn in de wereld, maar als we  contact zoeken met mensen die onze hobby’s delen, is dat toch omdat we geïnspireerd willen worden en gezamenlijk kunnen genieten van waar we zo van houden?
Ik vraag me echt af wat de azijnpissers in de groepen willen bereiken en waarom ze zo vreselijk nadrukkelijk aanwezig zijn.  Haak je met meer plezier als je het werk van een ander afkraakt of een vraag belachelijk maakt? Schrijf je beter als je andermans verhaal de grond in trapt? Voel je je superieur als je rotopmerkingen maakt over de hond van iemand anders? En dat zijn alleen nog maar de groepen waar ik bekend mee ben. Ik weet eigenlijk zeker dat iedere groep zijn eigen negatievelingen heeft.
Misschien moet ik een nieuwe groep lanceren. De Sneue Sneerders.  Kunnen ze elkaar afbranden. En ikzelf stap er dan direct al uit.