Maandelijks archief: oktober 2012

Observeren

Bijna niets is zo leuk als mensen kijken. We kennen het allemaal wel, als we op een terrasje zitten bijvoorbeeld.
Al die types die aan je voorbijkomen nodigen gewoon uit om er verhalen bij te bedenken.
Soms vang je een flard van een gesprek op en dan wordt het nog leuker.
Ik realiseer me wel dat ik op die manier natuurlijk zelf ook bekeken word door anderen, maar dat maakt me niet uit.
Op zich kan ik slecht tegen mensenmenigtes en drukte, ik wil er geen deel van uitmaken.
Maar vanaf de zijlijn vind ik het heerlijk.
Vandaag ben ik met twee van “mijn “ kinderen naar de Apekooi in Groningen geweest.
Een overdekte speelplaats vol klim-en-klautermateriaal , springkussens en ballenbakken.
De kinderen vonden het geweldig, ik ook.
Ik posteerde mezelf op een bankje waarvandaan ik hen kon zien en zij mij, en zo konden ze zelf hun gang gaan. Schoenen uit en spelen maar!

apekooi
Ik had mijn breiwerk meegenomen, een makkelijk rechttoe-rechtaan stuk dit keer, zodat ik ook nog alle gelegenheid had om rond te kijken.
Naar mijn kinderen, naar alle andere kinderen, en iedereen die daarbij hoorde.
Ik heb genoten. Ik zag zoveel!
Het mooiste was toch wel de blijdschap van de meeste kinderen, heerlijk aan het spelen en rondrennen.
Het smoezelige kindje met twee niet bij elkaar passende sokken had evenveel plezier als het meisje met de ingevlochten haren en het Mexx-shirtje. Prachtig.
Een meisje van een jaar of 8 kwam bij me staan, ze keek met grote ogen naar mijn breiwerk.
Ze was doof en zei door middel van gebaren iets tegen me. Maar ik spreek geen gebarentaal, dus ik verstond haar niet. Ze wees naar het breiwerk en maakte nogmaals het gebaar.
Ik meende te begrijpen dat ze vroeg wat ik aan het doen was. Ik liet het haar langzaam zien: insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden…. en toonde het stuk wat ik inmiddels gebreid had.
Ze knikte en lachte naar me. Ik had haar graag het gebaar voor het woord “breien” laten zien, maar wist dat helaas niet.
Maar ze was zo ook al tevreden en huppelde weer weg. Wat moest zij de situatie anders ervaren dan ik!
Ik hoorde een waterval van geluiden. Kinderstemmen, roepend, lachend, gillend.
Geratel van de ballen in de ballenbakken. Kinderliedjes uit de luidsprekers.
Hoe anders zou het zijn om hier in doodse stilte te zitten !
Ik breide verder en keek. Al die kindertjes in verschillende maten en kleuren, allemaal druk aan het spelen.
Het jongetje dat trots riep: “Mamaaaaa, kijk eens!”   Hij stond heel hoog. Kreeg dat plotseling in de gaten, de paniek sloeg toe en mama moest hem pratend naar beneden loodsen omdat hij ineens niet meer durfde.
De vader die voortdurend tegen zijn zoontje zei wat die moest doen: “Kijk Dennis, nu moet je daarheen, zo moet je klimmen Dennis, Dennis nu gaan we door de tunnel… ”
Arme Dennis kreeg geen enkele kans om zelf iets te ontdekken.
Het kleine meisje dat al  het geklim en geklauter liet voor wat het was en volkomen opging in haar rol als verkeersregelaar in haar politie-trapautootje. Geen enkel kind had in de gaten wat zij aan het doen was, maar zij was er van overtuigd dat ze alles in goede banen leidde.
De opa en oma die onvermoeibaar achter hun kleinkind aansjouwden.
Oma met de fotocamera, opa met de jas en schoentjes van het kind. De garderobe was niet veilig genoeg voor de kledingstukken van hun oogappeltje.
Het lichamelijk vroegrijpe meisje van een jaar of 12, met dellerige legging en strak topje, die alle kleinere kinderen dwarszat door de beste plekjes te claimen. Maar die zich verzwikte en toen ineens gewoon een kind bleek, toen ze begon te huilen omdat ze zich pijn had gedaan. En ik vond haar ineens aandoenlijk in plaats van irritant.
In de loop van de middag werden alle kinderen wat vermoeider en werden de lontjes wat korter.
Een meisje met een vriendinnetje (of misschien een nichtje) van haar eigen leeftijd en een jonger broertje in haar kielzog, jankend en dreinend omdat hij de groten niet bij kon houden en zich buitengesloten voelde.
Een kind dat klaagde dat hij het zo heeeeeet had en het vervolgens op een blèren zette omdat zijn moeder hem letterlijk in z’n hemd zette.
Een moeder die pogingen deed om haar kind te pakken te krijgen dat volgens haar nodig even naar de wc moest, maar die niet in de kruiptunnel paste.
Twee bevriende moeders die zo druk zaten te kletsen dat ze het allerjongste kindje, dat nog maar net kon kruipen, even vergaten zodat die tussen de spelende groteren terecht kwam , die vervolgens op hun kop kregen toen het kleintje omviel, omdat “ze niet opletten” .
En ondertussen breide ik gestaag verder. En genoot.
Natuurlijk was ik mijn eigen kindertjes niet vergeten. We hebben gezellig samen een tosti gegeten en wat gedronken.
En ik heb op de juiste momenten oh en ah geroepen als ze iets knaps of leuks deden.
Maar voor de rest vermaakten die twee zich prima, ik had er zogezegd geen kind aan.
Om een uurtje of 4 kwamen ze zich toch melden, allebei met hoogrode wangen, ze waren moe en wilden wel naar huis.
En dat gingen we. De jongste kon ik nog net weerhouden om in de auto in slaap te vallen, juist toen we onze straat inreden. Thuis hebben ze nog even een uurtje rustig gespeeld tot hun mama kwam.
Leuk zo’n werkdag een keertje tussendoor. Zogezegd het aardbeitje op de taart (ik hou niet van slagroom) .
Ik heb dan geen herfstvakantie, maar zo voelde het wel!