De zolder. Een bergplaats, extra logeerplek, maar heel vaak gewoon een stortplaats.
“Wat moeten we hiermee? Eh, weet niet, zet maar even op zolder” En voor je het weet kan je niet meer lopen van de bende die je toch niet weg wilt gooien.
Nou hebben we voor de woonkamer plannen voor wat herinrichting. Onder andere dat de werkplek en administratie daar weg moeten. Naar zolder ja. Maar dan moet het eerst wel zo zijn, dat het daar goed toeven is. Dus voor de woonkamer, is eerst de zolder aan de beurt. En serieus, want we hebben grote plannen voor een kastenwand, een logeerhoek en een werkplek. Maar voordat dit veelbelovende idee gerealiseerd kan worden, moeten we eerst opruimen. Grondig opruimen.
We zijn al druk bezig geweest, dat is niet in 1 dag klaar. En weet je? Behalve opslag voor materialen (handwerkspullen, restanten laminaat, extra dakpannen etc) is de zolder eigenlijk gewoon een museumpje. Een heel persoonlijk museumpje, met een vaste collectie en een wisselexpositie.
In onze vaste collectie zit geen enkel systeem. Spullen van 4 generaties zitten door elkaar, maar wat een herinneringen! Alles vertelt een eigen verhaaltje. De stoel waar mijn oma altijd in zat met het voetenbankje wat mijn opa erbij gemaakt had. Melkbussen met het opschrift : Gebr.de Vries, afkomstig van de boerderij van Berts vader. Dingen die zo oud zijn dat ze een stukje unieke familiegeschiedenis vertegenwoordigen.
Het kleine houten sleetje waar we vroeger op de hei mee speelden als het flink gesneeuwd had. We pasten er niet alledrie op, dus om de beurt, maar wat kon je hard van de heuvel af, in vergelijk met de grote sleeën van de anderen. De kolenkit van vroeger thuis, die ik in de jaren ’80 beschilderd heb met “volksschilderkunst’, wat in die tijd helemaal in was.
En dan de dozen en kratten met ‘allerlei’, waarin echt alles door elkaar zit. Een antieke knijpbril van Berts opa, of misschien zelfs wel overopa, in een oeroud foedraaltje.
De eerste schoentjes van Irene en Tim. Ach kijk nou…..
De kleinste zijn van Tim, hij liep al heel vroeg. Maatje 20, hij heeft nu maat 45. Die van Irene zijn aan de voorkant helemaal afgesleten van het geschraap over de stoep als ze op de loopauto zat. Sweet memories. Twee monopoly-spellen, eentje superoud en eentje oud. Afkomstig van zowel de De Vries- kant als de Van Bloois- kant. Een poppenwagen, een racebaan, een voetbalspel. Een hele serie meisjesboeken van Irene, over Cindy. Titels als: ‘Cindy op ballet’ en ‘Cindy danst de sterren van de hemel’. “Cindy springt een gat in de ozonlaag”, hoor ik in herinnering mijn broer zeggen en ik schiet in de lach. Van Tim zijn er momenteel wat minder boeken aanwezig, ik heb juist, met zijn toestemming, een heel stel boeken over sterren, planeten en ruimtevaart uitgeleend aan een jongetje dat hier in de opvang komt. Bijna 5 jaar oud en hevig geïnteresseerd in die materie, ik zie Tim er in terug. Nogmaals sweet memories.
Maar ook schoolwerkjes, zowel van mezelf als van mijn kinderen.
Mijn schoolrapport van de lagere school, met de opmerking van de juf van de 1e klas: “Niet zo kwebbelen, Anneliesje!’ Een verslag van Bert over techniek. : “Kijk eens aan, ik had een 7 ½” ,zegt hij terwijl hij het doorbladert. Alles is inmiddels gedateerd natuurlijk maar we bewaren het. Evenals de schriften van mijn vader met berekeningen die hij heeft gemaakt voor verschillende zonnewijzers. En tot mijn verrassing tref ik zelfs een hele beschrijving en berekening aan van de zonnewijzer op de Martinitoren in Groningen. Geen idee dat hij daar mee bezig is geweest, bijzonder!
Ik wil Berts oude bureautje graag gaan gebruiken op de nieuwe werkplek, maar de laatjes zitten nog vol. Brieven van zijn moeder in luchtpost-enveloppen, uit de tijd dat hij stage liep in Canada.
Beschrijvingen van ditjes en datjes, van een vakantie, maar ook de zin: “jongen, schrijf toch eens!” Wat kan ik me goed voorstellen hoe zijn moeder zich gevoeld moet hebben, haar zoon aan de andere kant van de wereld en nog geen skype of what’s-app om makkelijk contact te houden. Dan wil je toch wel iedere week een brief?
De brieven gaan in de bewaardoos met “Bert” erop. Evenals de foto’s van schoolkampen, zijn militair paspoort en een stel afgrijselijke pasfoto’s van door de jaren heen. Maar welke pasfoto is nou ooit leuk?
Er zijn op zolder nog veel meer foto’s, bergen foto’s. Dozen vol afdrukken, dozen vol dia’s. Van 3 generaties, en een paar foto’s zelfs nog van een generatie verder terug. Talloze vakanties, feestjes, familiegebeurtenissen, portretten, allemaal vastgelegd. Foto’s van mensen waarbij je denkt : Wie zijn dat in vredesnaam? En foto’s van mensen waarbij je denkt: Ach ja….. We nemen ons voor om ze een keer echt uit te zoeken en te sorteren. Maar niet nu, dat gaat dagen kosten.
Tassen vol kinderkleding voor crisis-pleegkinderen. Zulke kindjes staan na een telefoontje van pleegzorg met een uur voor onze deur, met niet meer bij zich dan ze aan hebben. Dan is het fijn om wat in voorraad te hebben. Zoveel mensen hebben ons hiermee geholpen, we kunnen er inmiddels een paar planken mee gaan vullen in onze nieuwe kast.
Ook de rest van onze vaste collectie krijgt straks een plaats in de nieuwe kastenwand, er is niet zoveel wat we hiervan weggooien. Het is als een impressie van ons leven en ons verleden.
De wisselexpositie is een ander lot beschoren. Zo hebben wij daar een aantal matrassen en dekbedden. Beelden van de tijd dat Tim hier nog woonde en af en toe een hele groep vrienden uitnodigde die dan allemaal konden blijven slapen, komen boven. In iedere ruimte in huis lagen dan wel matrassen. Eveneens sweet memories, maar tijden veranderen. Ze zijn niet meer nodig, dus ze gaan weg, dat hoofdstuk is afgesloten. Mappen uit de begintijd van mijn bedrijf, oud cursusmateriaal van Bert, het kan weg. Speelgoed van de opvang wat niet meer compleet is, gaat ook weg. Ook aan al die dingen zitten herinneringen, maar die gooi ik immers niet weg, alleen de spullen. Een oude salontafel, te goed om weg te gooien, die moet naar de Kringloopwinkel. Oude motorkleding, afgedragen winterjassen, we doen het weg. Wel even de zakken nakijken natuurlijk maar helaas vinden we geen briefgeld of andere leuke verrassingen.
De kleding die we droegen op onze eerste date bewaar ik wel. We trekken het nooit meer aan, maar het heeft emotionele waarde, evenals onze trouwkleding. Daar is in de nieuwe kast ook wel een plekje voor.
Er is zoveel dat weg kan dat we een hele aanhanger vullen om mee naar de grofvuilstort te gaan.
Zonder emoties gooi ik samen met Bert de matrassen en de zakken met afgedankte of kapotte spullen in de daarvoor bestemde containers. Rommel hoort niet thuis in een goed museum. Alleen dingen van waarde. En die verdienen een mooie plek. Ik heb echt zin om de zolder op te knappen!