Maandelijks archief: oktober 2020

Erkenning

De blogjes gaan altijd over persoonlijke dingen en zijn dan ook altijd in de ik-vorm geschreven. Die ‘ik’ ben ik dan ook echt zelf.
Hier onder de menuknop “UKV’s” staat boven de verhaaltjes: Belangrijk om te onthouden: is een verhaal in de ik-vorm geschreven, dan gaat dat niet over mij persoonlijk, maar is het geschreven vanuit de hoofdpersoon.
Dat even voor de duidelijkheid. Want een verhaaltje kan over van alles gaan en de personen kan ik volkomen uit mijn duim zuigen en toch ‘ik’ noemen.
Verhalen vragen veel meer creativiteit dan de blogjes en ik vind het heerlijk om het schrijven af te wisselen.
Lange verhalen zijn ook leuk om te bedenken en zo kan ik echt mijn ei kwijt door te schrijven!
Het is natuurlijk extra leuk als ik merk dat mensen mijn schrijfwerk lezen en vaak ook waarderen, en/of opbouwende kritiek hebben.
Wat is het ook leuk om te oefenen met expliciete schrijfopdrachten en zo te merken wat me aanspreekt en ook wat me totaal niet ligt.
Meedoen met schrijfwedstrijden doe ik ook, mits ik het idee heb dat ik ècht iets met het thema en de opdracht kan.

Ik ben totaal niet competitief, ik heb zelfs een soort faalangst op wedstrijdgebied. Nooit aan wedstrijdsport gedaan, nooit voor anderen viool willen spelen, nooit dressuurproeven willen rijden, altijd bang dat ik juist dan niet zou kunnen presteren en compleet gefrustreerd af zou gaan.
Maar voor schrijven ligt dat helemaal anders.
Het levert voor mezelf in ieder geval veel voldoening op, ook als mijn inzending niet als een winnaar uit de bus komt. Uiteraard ben ik dan heus wel teleurgesteld, zeker als ik voor mijn gevoel heel erg mijn best gedaan heb en ik stiekem vind dat het verhaal echt goed is. Maar toch denk ik dan: Jammer, maar ik heb iets gemaakt waar ik trots op ben, prijs of niet.

Maar als ik wel win…. dan ben ik superblij. Want als kundige mensen van een uitgeverij mijn verhaal hebben gelezen en als ‘goed’ hebben beoordeeld, voelt dat als erkenning. Heb ik dat nodig? Blijkbaar wel. Ik hoop niet dat het in wezen hetzelfde is als zoveel mogelijk ‘likes’ willen hebben op facebook. Hopelijk is het minder oppervlakkig, omdat het gaat om iets wat ik heb bedacht, gemaakt en waar ik mijn best voor gedaan heb, waar ik razend enthousiast over ben als het zo geworden is als hoe ik het voor ogen had. En dan ben ik, zonder arrogant te willen zijn, trots als ik bereik dat mijn verhaal en mijn naam in een echt, fysiek boek staan. Eentje die ik niet in eigen beheer heb uitgegeven zodat bijna alle verkochte exemplaren in het bezit zijn van lieve goedwillende familie, vrienden en bekenden, hoe blij ik daar ook mee was. (Echt waar!)

Dit voelt een stapje verder, juist vanwege die erkenning.
Zoals gezegd, lang niet al mijn wedstrijd-inzendingen worden gehonoreerd. Maar gister kreeg ik mail, dat er binnenkort drie Zeer Korte Verhalen van mij worden opgenomen in een te verschijnen bundel. Drie!
Straks dus nog een boekje in mijn boekenkast met een bijdrage van mij, naast deze die er al staan.


Daar ben ik blij mee!
Er staan nog drie wedstrijden uit waar ik voor ingezonden heb. Meedoen met schrijfwedstrijden vraagt geduld, heel veel geduld. Eerst tot de sluitingsdatum en daarna tot de uitslag, het kan maanden duren. In deze tijd helemaal, nu geplande jurysamenkomsten en prijsuitreikingen niet door kunnen gaan.
Geduld is niet mijn sterkste eigenschap, maar ik zal me daarin moeten oefenen.
Maar als er dan af en toe zo’n berichtje komt als gister, hou ik het wel vol!


Wandeling

We houden van wandelen, dat is geen nieuws. Ik ben dol op de bossen, dat is ook geen nieuws.
Na een wandeling mogen we graag ergens lekker een biertje gaan drinken, maar dat kan nu niet. Dat is wel nieuws. Hopelijk kan het over een poosje wel weer, want het is het kersje op de taart.
Gelukkig kan wandelen in de bossen nog wel. Dus ook vanmiddag. We hadden een leuke wandeling uitgekozen, 6 km in het Noordlaarderbos en 50 Bunder. Dat laatste klinkt of we een bezoek gingen brengen aan Winnie de Poe, maar het was gewoon in Groningen.


Normaal komen we af en toe iemand tegen op onze wandelingen. Maar nu leek heel Groningen verzameld op die 50 Bunder. Ja, het was goed weer, maar het zal ook komen omdat iedereen zich juist nu een beetje beperkt voelt in het gaan en staan.
Ten eerste hadden we al moeite om een parkeerplek te vinden. Dat benauwde me, ik zei zelfs tegen Bert dat ik net zo lief weer omkeerde, want het zou wel takkedruk (leuke woordspeling als je naar een bos gaat) zijn. Maar we hadden bijna 3 kwartier gereden en het was stom om zomaar weer naar huis te gaan. Dus hup, we stapten uit en zochten de start van de wandeling. Dat was niet zo moeilijk, gewoon de menigte volgen. En echt, ik vind veel mensen aardig maar ik hou niet van menigtes. En al helemaal niet in het bos. Maar iedereen had net zoveel recht om in het bos te wandelen als ik, dus ik moest niet zo zaniken vond ik zelf.
Ik moet echt zeggen dat iedereen netjes afstand hield, maar we liepen wel in een soort colonne. En daar had ik zo heel erg geen zin in….. Mijn hoop was dat veel mensen 6 km te lang vonden en dat we alsnog een stukje wat rustiger konden lopen. En mijn hoop werd vervuld. In het begin was het erg druk, maar in de loop van de wandeling (alweer een leuke woordspeling) werd het rustiger. En pas tegen het eind weer drukker.
Wat ik best leuk vind zijn de gezinnen: blije kinderen rennen door de herfstbladeren, juichen over paddenstoelen en zeggen “O, wat een lief hondje!” als ze Lenny zien.
Wat ik enorm irritant vind zijn de tweetallen, meest vrouwen, die alleen maar lopen te kakelen met het volume op 10 en totaal geen oog hebben voor waar ze lopen en geen oor voor de vogels die zelfs op een herfstdag nog willen zingen. Ik stel me zo voor dat ze normaal ergens tegenover elkaar in een restaurantje zitten met koffie en het onvermijdelijke appelgebak om even lekker bij te kletsen. En dat kan nu natuurlijk niet, dus dan maar ergens afspreken om te wandelen.
We troffen het op een gegeven moment dat we tussen 2 van die stellen inliepen. We hielden heus voldoende afstand, maar de schelle stemmen waren niet te missen. De dames liepen stug door naast elkaar, hoofd een beetje gebogen (stel je voor dat je iets zou zien van het bos!) en maar tetteren.
“Nou, toen heeft ie maar een auto gehuurd, want ik zei nog dat hij dat veel beter kon doen! Ik zei nog tegen hem, ik zeg…..” schalde mevrouw voor ons.
We hielden even in, konden we mooi de paddenstoelen bewonderen die eruit zagen als strandparasols.


“Maar als je nou die website wilt, dan moet je er wel een goed websitebouwer voor hebben, want….” kakelde mevrouw achter ons.
Dames….. HOU JE KWEK NOU EENS EEN KEER!
Dat had ik graag geroepen maar dat deed ik natuurlijk niet, het was tenslotte geen privé terrein.
Zoals gezegd, het middelste gedeelte van de wandeling hebben we gelukkig in de door ons zo gekoesterde rust kunnen afleggen.
Maar het geheel inspireerde mij tot een Haiku (knipoog naar pa), die je mag interpreteren zoals je wilt:

Op zondagmiddag
Geen stilte in de natuur
Een pad vol eikels

Thuis smaakte het biertje (een Westmalle Dubbel) trouwens ook prima, dat dan weer wel.