Maandelijks archief: september 2019

Foto

Toos, JanWIllem en ik

Foto uit de oude doos
Ruim 50 jaar geleden
Drie kinderen uit één gezin
Langs ’t trapje naar beneden

Wij drieën hoorden bij elkaar
daar kwam niemand tussen
Jan Willem, jij was onze broer
en wij waren jouw zussen

Toos, jij was de grote zus
en ik, ik was de kleinste
En òns gezin, dat vond ik echt
het aller-allerfijnste

Niemand kon ons scheiden
We werden samen groot
We wilden samen oud worden
maar toen… toen kwam de dood

Nooit meer met z’n drieën
we werden niet samen oud
de waarheid is onverdraaglijk
als je zoveel van iemand houd

Het voelde onvoorstelbaar
Drie, dat was niet meer.
Het was twee geworden
en God, wat deed dat zeer

We gingen verder, Toos en ik
Maar altijd, tussen ons in,
houdt Jan Willem zijn eigen plaats:
Wij samen. Ons gezin.

Lieve oude foto,
Echo uit ’t verleden
Drie kinderen uit één gezin
Langs ’t trapje naar beneden.

In de berm

Zwerfafval. Soms doelbewust achtergelaten, soms per ongeluk, want verloren.
We kennen allemaal wel het ongemakkelijke gevoel wat je krijgt bij het zien van een schoen in de berm. Eén schoen. Van wie is die, en wat belangrijker is, wat is er gebeurd? Had iemand het raam van de auto open, de voeten op het dashboard en is toen de schoen verloren? Het lijkt zo onwaarschijnlijk. Je gedachten gaan veel meer uit naar een ongeluk, een ontvoering…. Misschien kijk ik teveel detectives. Zo’n schoen is een stille getuige ja, maar van wat?

Als je tijdens een wandeling lege blikjes van energy-drank in de berm ziet liggen, is er niets mysterieus aan. De energy-boost heeft in ieder geval niet geholpen, want er was geen puf om het blikje dan wel in een vuilnisbak te gooien, dan wel mee te nemen om thuis weg te gooien. Stom.
Ik word altijd een beetje verdrietig als ik langs het fietspad, wat veel gebruikt wordt door scholieren, zowel pakjes belegd brood als lege verpakkingen van donuts en chips zie liggen.
Ik denk dan aan de vaders en moeders die ’s ochtends vroeg boterhammen smeren voor hun kind, ze beleggen met dingen die Pietje of Marietje zo lekker vindt en dus hun zorg, tijd en geld daarin steken. Vervolgens gooit Pietje of Marietje het brood achteloos weg om zichzelf vol te stoppen met junkfood. Wat een verspilling op allerlei fronten. En dan heb ik het nog niet eens over de troep.

Maar soms kan ik echt niet verzinnen waarom iets juist dáár ligt.
Toen ik van de week een wandeling met Lenny maakte en we over een paadje tussen de weilanden liepen, zag ik een felgekleurde verpakking aan de kant liggen. Lenny’s hondenneus werd er onweerstaanbaar naar toe getrokken en toen ik hem er vandaan haalde, zag ik dat het een leeg doosje van paneermeel was. Paneermeel. Kan iemand mij uitleggen waarom in vredesnaam daar een leeg pakje van paneermeel was neergegooid? Het was niet uit een kliko gevallen, want in geen velden of wegen een boerderij te zien. Het kan toch niet zo zijn dat er iemand aan de wandel was of aan het fietsen en toen trek kreeg? “Hèhè, ik neem even pauze, ik ga nu  lekker mijn paneermeel opeten.”
Verloren uit de fietstas met boodschappen kan ook niet, anders was het pakje niet leeg.
De rest van de wandeling heb ik mijn fantasie de vrije loop gelaten, maar ik heb geen bevredigende verklaring gevonden voor deze rare vondst. Jullie nog leuke ideeën hierover?

Vanmiddag lag er langs het pad in het bos een keurig opgevouwen briefje. En natuurlijk was ik direct stik-nieuwsgierig, dus ik pakte het briefje op en vouwde het open.
Het bleek een boodschappenlijstje te zijn, zo te zien verloren, maar gelukkig voor de eigenaar wel nadat de boodschappen gedaan waren.

img_20190922_1545073664814948123794532962.jpg
Wat zegt zo’n briefje eigenlijk veel! Het was wat mij betreft van een aardige persoon, want hij/zij wilde hondenkoekjes kopen en ook kattenvoer. Het ‘+klein’ is trouwens raadselachtig en ook niet gekocht blijkbaar.
Er gaat Aziatisch gegeten worden, er zijn rijst, Atjar Tjampoer, nasi-groente, nasi-kruiden en ham gekocht. Ik mis de kroepoek, maar misschien hadden ze die nog in huis.
De mevrouw of meneer heeft ook al zin in de winter, gezien de pepernoten, speculaas en chocomel. Jammer dat het dan dit weekend juist weer rond de 24 graden was, dan komt de stemming er nog niet zo in. En er gaat vast iets lekkers gebakken worden, gezien de Bleu Band ( aandoenlijk vind ik dat, vroeger zeiden veel mensen inderdaad “Bleu Band” in plaats van “Blue Band”.  De Sherlock Holmes in mij concludeert dan ook dat dit lijstje geschreven is door een ouder persoon, het handschrift onderstreept dat) , de sultana’s, eieren, kaneel en stroop. Ik gok op appeltaart maar dan moeten ze de appels al in huis hebben, want die staan er niet op.
Er staan ook veel gezonde dingen op het lijstje: snoeptomaatjes, paprika, melk, vlees , groenten en druiven.
Maar wat me intrigeert is dat juist de allerlekkerste dingen niet doorgestreept zijn. Chips, chocola en ijs! Op mijn briefje zouden dat waarschijnlijk de eerste dingen zijn die ik door zou strepen, first things first!
Zou deze lieve mevrouw of meneer die dingen nou vergeten zijn? Of als laatste gepakt hebben, zodat wegstrepen niet meer de moeite was? Het zal altijd een mysterie blijven. Maar wel een leukere dan die van de eenzame schoen.
Ik ben liever een gezellige Sherlock dan een serieuze.

Verhaaltje

Er was eens een omaatje. Ze woonde in een huis dicht bij de zee, samen met opaatje en een heleboel dieren. Omaatje hield van verhaaltjes vertellen. Dat had ze altijd al gedaan, ook toen ze nog geen omaatje was, maar een klein meisje. Toen vertelde ze verhaaltjes aan haar poppen.
Nu ze oud geworden was, vertelde ze verhaaltjes aan haar dieren en als het zo uitkwam aan opaatje.
Er kwamen kinderen op bezoek en ook die wilden de verhaaltjes van omaatje horen. Weet je wat?dacht omaatje, ik zal de verhaaltjes opschrijven!

KroontjespenInkt2
Ze kocht papier en inkt en een kroontjespen, en in haar mooiste handschrift schreef ze haar verhaaltjes op.
Altijd lagen er wel blaadjes beschreven papier in huis en soms kwamen er mensen op bezoek die de verhaaltjes ook lazen. “Wat leuk”, zeiden die mensen dan. “Weet je wat je zou moeten doen, omaatje? Je zou de verhaaltjes rond moeten sturen, dan kan iedereen ze lezen!”
Dat leek omaatje wel wat, ze had zo’n plezier in het schrijven en het was fijn om te weten dat er mensen waren die haar verhaaltjes wilden lezen.
Ze kocht nog veel meer papier en inkt en schreef een verhaaltje  zoveel keer op,  dat iedereen die dat wilde het kon lezen.
En dat gebeurde ook, ineens werd het verhaaltje wat ze had uitgekozen om rond te sturen , door heel veel mensen gelezen. Veel meer dan omaatje had kunnen bedenken, het waren ook allemaal mensen die ze niet kende. Eerst was omaatje trots toen ze merkte dat zoveel mensen haar verhaaltje hadden gelezen. Maar al gauw veranderde dat. Want ze kreeg heel veel brieven. En in die brieven schreven die mensen dingen die omaatje niet fijn vond. Want sommigen waren boos op haar om woorden die ze niet eens had geschreven, maar die de mensen meenden te lezen. Andere mensen zeiden dat omaatje er niks van af wist en dat ze daarom niet mocht schrijven. Er kwamen ook een paar brieven waarin stond dat het leuk was wat ze geschreven had. Maar omaatje was daar niet eens meer blij mee. Ze werd verdrietig van de vele oneerlijke brieven. Het was niet erg als niet iedereen haar verhaaltjes leuk vond, dat hoefde echt niet. Maar het was wel erg mensen haar woorden verdraaiden en dan zeiden dat ze haar verhaaltje daarom stom vonden en dat zij haarzelf ook stom vonden.
Omaatje begreep niet waarom het zo ging. Ze had niemand gedwongen om haar verhaaltje te lezen, waarom deden die mensen zo?
Ze wist niet meer of ze nog wel wilde dat anderen haar verhaaltjes lazen.
Het was een gevoel dat omaatje niet kende: wakker liggen in de nacht en verdrietig zijn omdat onbekende mensen lelijke dingen over en tegen haar zeiden.
“Weet je”, zei ze tegen opaatje, “Ik had altijd de wens om nog eens een echt boek te schrijven. Maar als ik zie wat één simpel verhaaltje al teweeg kan brengen, dan weet ik niet eens meer of ik dat nog wel aandurf. Want ik vind het niet erg als mensen kritiek hebben op mijn werk. Maar ik vind het wel erg als mensen dat niet weten te scheiden van kritiek op mijzelf. ”
Opaatje begreep haar wel en legde zijn arm om haar schouders.
“Mensen zijn niet altijd aardig” zei hij. “Misschien dat er daarom ook schrijvers zijn die hun eigen naam niet willen gebruiken. Daar zou jij ook nog over na kunnen denken.”
Omaatje knikte. Ze moest het eerst maar eens even laten bezinken. En gewoon lekker verhaaltjes blijven vertellen aan het groepje mensen dat het leuk vond om er naar te luisteren. En die wel eens met haar wilden praten erover, maar dan niet lelijk over haarzelf begonnen te doen of haar woorden verdraaiden. Die eerlijk bleven, ook al hadden ze een andere mening.
“Ik heb er in ieder geval iets van geleerd”, zei ze tegen opaatje. “Ik zou nooit beroemd willen zijn, dan zou het nog veel erger zijn.”
“Blijf maar gewoon zoals je bent”, zei opaatje en hij gaf haar een kusje.
En ze leefden nog lang en gelukkig.

Commentaar

Deze morgen zit er een kindje op de bank wat een beetje ziekjes is, dus de tv mag even aan. Buiten is het een drukte van belang, er worden steigers opgebouwd want vandaag krijgen we zonnepanelen op het dak. Er staan drie bestelbusjes voor het huis, een aanhanger met materiaal, mannen lopen af en aan.
Het kindje heeft er geen aandacht voor. Als ze in goede doen was geweest had ze vast met haar neus voor het raam gestaan, maar nu is de bank een beter plekje.
Ik heb NickJr. opgezet, dat is voor haar leeftijd bedoeld en dat kan ik veilig aan laten staan zonder dat ze het gevaar loopt beelden te zien die niet voor haar bestemd zijn, of dat ze overspoeld wordt door vervelende reclames.
Ik kijk een poosje mee, naar Rusty Rivets. Gewoon een leuke serie, de twee kinderen Rusty en Ruby zijn uitvinders en ze maken van alles om, samen met hun robot-dinosaurus, anderen te helpen.
Rusty en Ruby hebben een tablet om hun ideeën uit te werken. Het is de moderne versie van een sprookje.
De spreuk ”Combineren en Creëren” speelt een belangrijke rol. Het is als een toverspreuk. Want door hardop uit te spreken wat ze maken, hebben ze het gemaakt!
Dat kan, in de magische kinderwereld. Dat moet zelfs, dat hoort bij de ontwikkelingsfase waar jonge kinderen in zitten. Fantastisch!  Als je roept: “Raket!” komt de raket los van de tablet waar je ‘m op getekend hebt en staat ie in het echt naast je! Wie wil dat nou niet?
Ik kijk even naar buiten, naar de werkende mannen. Hoe makkelijk zou het zijn als het echt zo kon. Dat ze roepen: “Steiger!” en floep er staat een steiger tegen het huis.
Ze roepen “Zonnepaneel!” en ineens ligt er een zonnepaneel op het dak.
Het lijkt me wel wat. Maar zoals ik al zei, het is een sprookje.
Ik ben dol op sprookjes.
En daarom begrijp ik helemaal niets van het commentaar wat NickJr. laat voorlezen voordat het programma begint. Ze doen dat trouwens met alle programma’s die ze uitzenden. Alles wordt overgoten met een educatief sausje, want gewoon tv kijken is natuurlijk not- done. Dat is passief en werkt obesitas in de hand (nee, niet gaan reageren mensen, ik bedoel dat natuurlijk ironisch) Het inleidende commentaar is dan ook voor de volwassenen bedoeld.

“Als jouw kinderen met Sneeuwwitje het bos in vluchten, raken ze bekend met de problemen van alleenstaande vrouwen en kleine mensen en leren ze omgaan met scheikundige elementen en de gevaren daarvan.”

Als dit zo gezegd zou worden, zou iedereen de commentator toch voor gek verklaren! Maar bij de NickJr. programma’s doen ze het wel:

“Als jouw kinderen spelen met Rusty Rivets leren ze omgaan met wetenschap en techniek, problemen oplossen en ontwikkelen ze sociale vaardigheden”

Nou nou, dat is nog al wat! Ik weet niet wat NickJr. met spelen bedoelt, volgens mij kijkt het kind een filmpje en kan het zich hooguit inleven. Er wordt niet gespeeld, want we zijn nog niet zo ver met interactieve tv dat het kind kan spelen met de filmfiguurtjes op het scherm. Maar het lijkt zoveel actiever hè, als je het zo stelt.
Het ”omgaan met techniek en wetenschap” vind ik ook nogal dubieus. Die woorden zijn toch veel te pompeus! Waarom moet er zo’n volwassen term gebruikt worden, ik krijg het gevoel dat NickJr. het idee heeft dat we allemaal hoogbegaafde kindertjes willen hebben. Wat is dat nou voor een inleiding!
Rusty en Ruby doen wat iedere kleuter doet : van drie vierkanten en een driehoek een raket bouwen. En of je dat nou met blokjes of op papier of op een tablet doet, het blijft briljant dat een kleuter dat kan. Iets omvormen in je fantasie tot iets anders.
‘Problemen oplossen’, kan ik daar wat mee? Eh, als je wilt leren hoe je de situatie van een dino-robot die op hol geslagen rolschaatsen blijkt te hebben kan oplossen, dan wel. Sociale vaardigheden? Hm ja, ze zijn vriendelijk en helpen waar dat nodig is. Dat kan dus. Maar de rest?
Mijn inleidende commentaar zou zijn:
“Als jouw kinderen naar Rusty Rivets kijken, worden hun fantasie en creativiteit gestimuleerd”. Punt.
Maar dat is blijkbaar niet belangrijk, en zeker niet educatief genoeg.
Nou, ik vind toevallig van wel! Dat filmpje gaat er nota bene over!
Kinderen die de kans krijgen hun fantasie te gebruiken en creativiteit te ontwikkelen, worden daar heel gelukkige mensen van, die de wereld rijk en divers maken.
Leve de sprookjes! Die zijn educatief genoeg!

“Als jouw kinderen op bezoek gaan bij het Mannetje in de Maan, leren ze omgaan met het probleem van eenzame ouderen, helpt het hen om hun hoogtevrees te overwinnen en worden ze bekend met elementen van de astronomie”
Ik denk dat ik bij NickJr. ga solliciteren. Ik vind het namelijk erg leuk om belachelijke teksten te verzinnen.

canvas-ladder-naar-de-maan-vector-illustratie

Geld als water

In de sportschool keek ik tijdens het cross-trainen naar ‘Treehouse Masters’ op tv.
Een leuke afleiding terwijl ik fanatiek stond te trappen, de 20 minuten die ik vol wou maken zijn dan zo voorbij.
Ik zag dat er een prachtige boomhut werd gebouwd. ‘Hut’ dekt dan ook niet echt de lading, het Engelse ‘house’ is beter gekozen. De bomen waar hij in kwam, stonden in een immens grote tuin.
Op de achtergrond zag ik een werkelijk schitterend, groot en luxe huis.
Ik struikelde bijna over mijn kaak toen ik in de ondertiteling las, dat het niet het woonhuis van het gezin was maar ‘slechts’ een vakantiehuis. De boomhut werd een bouwsel van 2 verdiepingen, zo groot en mooi en compleet dat je er makkelijk permanent zou kunnen wonen. “Voor de jongens, om avonturen te beleven”, zei de beeldschone moeder glimlachend.
Hoe is het toch mogelijk dat sommige mensen dit allemaal kunnen hebben?
Zulke mensen gaan natuurlijk ook niet naar de sportschool, die hebben een eigen ‘gym’ en een personal trainer.
“Die hebben geld als water”, merkte iemand naast me op. Ik knikte. Dat moest wel.

Er zijn meer van dit soort programma’s op tv. Leuk om te zien, maar net zo onbereikbaar voor de meeste mensen als een reisje naar Mars.
‘Poolmaster’, waarin ongelooflijk mooie zwembaden worden aangelegd die in een luxe vakantiepark niet zouden misstaan, ‘gewoon’ bij mensen in de tuin.
De ‘Fish Tank Kings’ , die zorgen voor een soort privé oceaan of – koraalrif in je huis, in een aquarium met afmetingen die in onze huiskamer niet zouden passen, zelfs niet als er niks in stond.
Maar er zijn mensen die het wel kunnen kopen. Met geld als water blijkbaar.

Ik ging even over die uitdrukking nadenken, wat wordt er precies bedoeld?
Net zoveel geld hebben als water? Hier in Nederland is dat niet zo gek bedacht. Maar als je een woestijnnomade bent, heb je daar een ander idee over lijkt me. Dan is het ‘geld als zand’ misschien.
Stroomt het geld binnen, zoals water stroomt? Ook een aannemelijke verklaring. Alleen stroomt water ook wel weer snel weg, net zoals ons maandelijkse salaris. Zo gezien hebben wij ook geld als water.
En water verdampt snel, dat idee heb ik met geld ook wel eens.
Stilstaand water gaat stinken. Dat kan geld ook.
Water kan je verspillen. Geld ook. Of juist besparen, ook beide.
Water is een levensbehoefte. Helaas is geld dat ook geworden.
Water kan troebel zijn, je weet niet wat er onder de oppervlakte zit. Kan je ook op sommige geldstromen toepassen.
Zwemmen in het geld! Dat zal het zijn, wat deze mensen doen. Zoals Oom Dagobert een duik neemt in zijn geldbad.

dagobert-duck

Zouden ze gelukkiger zijn dan wij, de mensen met een boomvilla, een oceaan-aquarium of een tropisch zwembad?
Ik vraag het me af. Ben je nog blij met iets, als je zulke extreme dingen gaat doen? Wat voor avonturen beleef je in een superdeluxe boomhut met dezelfde gemakken die je in een echt huis hebt?
Zouden hun kinderen gelukkiger zijn als ze met hun neus tegen een aquariumwand gedrukt staan om naar koraalvissen te kijken, dan de mijne die op hun hurken kikkervisjes en baarsjes in een slootje zaten te kijken?
Zou de peuter van 3, die door z’n mama vastgehouden wordt in hun eigen tropische zwembad, blijer zijn dan ik vroeger, toen mijn mama me in de zomer in de zinken teil op het gras met water liet spelen?
Het is allemaal zo betrekkelijk. Natuurlijk zou ik het ook fijn vinden als iemand zei: “Kijk eens, hier heb je een zak met geld, dan kan je mooi je badkamer opknappen!”
Of als mijn lot het winnende blijkt te zijn, zodat ik dat leuke vakantiehuisje in Drenthe krijg.
Maar dat zijn extraatjes. Zonder dat ben ik ook gelukkig. Ik ben, misschien juist door dit soort programma’s, de afgunst voorbij. Ik hoef niet naar Mars.