Daagse dingen “ heet deze site.
Als er iets is wat niet alledaags is, dan is het wel de dood van jou, mijn lieve broer.Het vreselijke ongeluk, het vreselijke feit dat je zomaar bij ons weggerukt bent.
Op de begrafenis heb ik niets tegen je, of over je kunnen zeggen.
Ik was er niet toe in staat. Misschien dat het op deze manier nu wel kan.
Mijn vroege jeugdherinneringen.
Voorop de step staan bij jou, met mijn handjes hield ik het midden van het stuur vast, jij stepte zo hard je kon, je armen om mij heen om het stuur vast te houden.
Op de kar, die pa had gemaakt, vond ik het wat minder, want daar wou jij sturen en moest ik duwen. Dat hield ik dus al gauw voor gezien 🙂 .
Het bekende verhaal dat ik steeds weer in de eikenboom op de heide tegenover ons huis klom. Helemaal omhoog, om het vervolgens op een brullen te zetten omdat ik niet meer naar beneden durfde. En jij kwam me iedere keer weer halen.
Ridder en jonkvrouw spelen, samen met ons buurmeisje en haar neefje.
De tent was ons kasteel en de zomerdagen leken eindeloos.
Maar ook de herinnering dat ik huilend van frustratie en machteloosheid als
2e-klassertje op het schoolplein de grote jongens uit de 6e klas tegen de schenen
schopte,omdat ze je maar bleven pesten.
Je was een makkelijk doelwit en dat deed me zo’n zeer…
De dingen die mama bakte waar je zo dol op was.
Stroopwafels voor je verjaardag, kaasbroodjes op een gewone schooldag.
Je was een driftkop. Net als onze pa en net als ik. Er ging nog wel eens wat stuk.
Het raampje boven de kamerdeur dat aan scherven vloog omdat je de deur woedend dicht smeet. De glassplinters kwamen op de eettafel terecht en we hebben voor de zekerheid de kaas maar niet meer opgegeten.
Die schade kwam door jou, ik pakte het later nog wat grootser aan door de hele keukendeur aan scherven te slaan. Arme mama en Toos, met drie van die driftkoppen in huis.
Toen de tijd van steppen voorbij was mocht ik bij je achterop de brommer.
Een stoere Tomos had je. En ja, op een gegeven moment zat er een ander meisje bij je achterop, mijn vriendin Nel.
Leuk hoor, als je vriendin verkering krijgt met je broer! Of toch niet?
Al snel voelde ik me het vijfde wiel aan de wagen en dat was niet altijd leuk.
Maar dat duurde maar kort, al gauw was het gewoon alleen maar leuk, dat we het zo goed met elkaar konden vinden.
In de tussentijd had je je MTS-diploma gehaald. Dat had nogal wat voeten in de aarde gehad, al die verslagen die op tijd ingeleverd moesten worden.
Je stelde liever uit dan dat je ermee aan de gang ging. Dus op ‘t laatst natuurlijk een enorme stress.
Het hele gezin werd gemobiliseerd om de boel toch nog op tijd af te krijgen.
Ik zat technische tekeningen voor je te maken, terwijl ik geen flauw benul had waar het om ging.
Het bleek al snel serieus te zijn met Nel, en jullie trouwden.
Eerst woonden jullie nog knus in het huisje achter de bakkerij in Lisse, later werd een mooie eensgezinswoning gekocht.
Ik trouwde ook, we kregen ieder ons eigen gezin, maar we hielden altijd goed contact.
De jaarlijkse vakanties in Holten, de verjaardagen en feestdagen die gevierd werden.
Maar ook tussendoor kwamen we bij elkaar of belden we.
Je enorme lachbuien, waarbij je letterlijk huilde van het lachen. Dat was natuurlijk heel aanstekelijk, zodat ik tenslotte ook met buikpijn en tranen over mijn wangen zat te gieren.
Ons gezamenlijk verdriet over de ziekte van mama, we moesten steeds meer afscheid van haar nemen.
Maar ook de subtiele humor die we daarover konden delen, zodat het allemaal wat draaglijker was.
Je sterke houding die jij, gevoelsmens, had toen bleek dat Nel ziek was.
We hebben ons zorgen over je gemaakt, hoe je ermee om zou gaan.
Maar dat was niet nodig, je was sterk en positief.
En nu? Je bent zomaar weg. Ik kan het niet bevatten.
Mijn lieve grote broer. Je wordt zo gemist. Je gezin moet nu zonder jou verder,
zo moeilijk…
En ik moet ook zonder jou verder. Hoe pijnlijk is dat besef.
Ik zal nooit de tranen in je ogen vergeten toen je me zag in mijn rode bruidsjurk.
Wat we nooit deden , deden we toen: even de armen om elkaar heen.
En je liet me woordeloos weten: “ik ben zo blij dat je gelukkig bent….”
Lieve Jan Willem. Je was er altijd. Een deel van mijn leven. Nu ben je er niet meer.
Maar je blijft voor altijd in mijn hart.