Maandelijks archief: augustus 2021

Hermien (Na Corona)

Onregelmatig doe ik mee aan schrijfwedstrijden. Het onderwerp moet me liggen, anders wordt het sowieso niets natuurlijk. Ook zijn sommige wedstrijden zo pretentieus dat ik ze aan me voorbij laat gaan.
Maar als ik mee doe, doe ik dat met enorm veel plezier. Soms val ik in de prijzen, dat is natuurlijk een geweldige bevestiging en erkenning! Vaak haalt mijn inzending de prijslijst niet, maar dan heb ik voor mezelf toch de voldoening dat ik fijn aan het schrijven geweest ben.
Vorig jaar, tijdens de lockdown, was er een wedstrijd met als opdracht: Na Corona. Het was in de tijd dat de Horeca dicht was, we maximaal 1 persoon thuis mochten ontvangen , de scholen en sportclubs dicht waren, iedereen een lege agenda had en een andere manier zocht om contact te hebben. Hoe zou het zijn, als de lockdown was opgeheven en Corona geen echte bedreiging meer vormde?
Het moest een kort verhaal zijn, maximaal 500 woorden.
Mijn inzending “Hermien” heeft de jury niet genoeg kunnen behagen. Misschien jullie wel?

Hermien (Na corona)

“Hebben jullie zin om zaterdag te komen eten? “
“O, was leuk geweest, maar Lex moet voetballen en daarna gaan we met z’n allen naar de Lantaarn!”

“Dat is gezellig kind. Zondag dan misschien?”
“Nou eerlijk gezegd liever niet, mam. We hebben het zo vreselijk druk, we zijn blij als we zondag een keer thuis kunnen blijven.”
“O ja, natuurlijk. Even beeldbellen dan, met de kinderen?”
“Haha ,mam, die willen echt niet dat je ze in hun onesies ziet hoor. We spreken binnenkort nog wel een keer af, ok? Ik moet nu hollen, doei!”
Hermien wil nog wat zeggen, maar de verbinding is al verbroken. Ze komt moeizaam overeind en zet de telefoon terug. Dan schuifelt ze naar de gang en trekt haar mantel aan. Ze pakt haar rollator en controleert of ze haar portemonnee heeft.
In de supermarkt zet ze een mandje voor de boodschappen op de rollator. Een potje wortelen, een zakje aardappels, een pakje met 2 tartaartjes, dan heeft ze er morgen ook nog 1. Ze zoekt haar boodschappenlijstje, maar vindt het niet. Ze probeert zich te herinneren wat ze had opgeschreven en loopt door alle paden.
Bij de kassa zet ze haar boodschappen op de band, terwijl de man achter haar ook al begint zijn kar leeg te halen. Ze kijkt om. Hij knalt een scheidingsbordje neer en gaat door met uitpakken.

“ € 28,50”, zegt de caissière. Hermien scant haar pas. Op de display verschijnt ‘pincode invoeren’. “Het gaat toch automatisch?” vraagt Hermien nerveus. “Ja, vroeger tot 50 euro maar nu weer gewoon 25.”
Hermien voelt paniek opkomen, ze weet haar pincode niet meer. De man achter haar zucht hoorbaar. “Doe dit er maar af”. Hermien schuift het tablet chocolade en het Dame-Blanche puddinkje naar de caissière.
“ € 24,98”, zegt die en Hermien houdt opgelucht haar pas bij de automaat.
De caissière begint de boodschappen van de man de scannen en Hermien probeert zo snel mogelijk haar eigen aankopen in het netje van de rollator te doen. Ze heeft ook nog recht op 2 pannenzegels maar durft er niet meer om te vragen.
Ze loopt naar buiten. “Mevrouw!” Ze draait zich om, de caissière houdt het potje wortelen omhoog. Hermien kijkt naar de man die achter haar stond, maar die blijft stug zijn boodschappen inpakken. Ze moet weer helemaal terug.“Dank u wel”, zegt ze nog.
Thuis zet ze theewater op. Ze wil de chocola pakken maar bedenkt dan dat ze die niet heeft kunnen kopen.

Ze zucht verdrietig als ze gaat zitten. Hoe laat is het? Bijna 4 uur. Nog lang geen tijd om te gaan koken. Ze zoekt de afstandsbediening en zet de tv aan. Het journaal begint net.
“Verontrustende berichten over het nieuwe Intrix-virus. Veel sneller dan verwacht grijpt de besmetting om zich heen. Vanavond een extra persconferentie, waarin verschillende maatregelen zullen worden aangekondigd.”
Hermien is geschrokken. Maar dan leunt ze achterover en er verschijnt een beetje glans in haar ogen.

Bie de Lidl

“Weet je wat handig zou zijn? Een kleine buggy! De peuters lopen goed maar sommige stukken zijn net te lang. Ik bestel zo’n paraplu-buggy. Ook makkelijk als kleinzoontje komt vrijdag!”
Zo gezegd, zo gedaan. Leuke blauwe buggy uitgezocht op de Lidl Webshop, levertijd 3 dagen, klaar.
Was het maar zo’n feest.
De buggy kwam. Het was alleen een roze. Praat me nu even niet van stereotypen en genderneutralen en seksistische denkbeelden, ik wil nu geen roze. Ik heb alleen kleine jongetjes en ik ga ze niet in een nieuwe roze buggy zetten. Ja, dat durf ik zomaar hardop te zeggen.
Dus Lidl klantenservice gebeld en uitgelegd wat er mis was. Ik kon deze buggy retour sturen en kreeg dan alsnog de blauwe toegezonden.
4 dagen, een afhaalafspraak en een bezorgafspraak en talloze mailtjes daarover later, kwam er weer een buggy. Deze keer was het een bl.. roze.
Het is toch niet te geloven! Weer gebeld, weer het hele traject doorlopen. Thuis gebleven voor de afhaalafspraak, thuisgebleven voor de bezorgafspraak, mailbox vol laten spammen… en daar was de nieuwe. Hèhè, daar was dan de blau.. ROZE!
Voor de derde keer! Ik zou er om kunnen lachen, maar mijn gevoel voor humor liet me toch echt even in de steek.
Nu was ik niet heel geduldig meer aan te telefoon en mijn ‘geval’ werd nu doorgezet naar de afdeling klachten. Ik moest deze roze buggy nog maar even niet retour sturen, ze zouden contact met mij opnemen.
Niet dus. Van 20 mailtjes per dag ineens naar 0. Dat was even afkicken.

Omdat er niks gebeurde heb ik alsnog schriftelijk een klacht ingestuurd.
Stilte. Na een paar dagen een mailtje dat ik een klachtenformulier had ingevuld (voor het geval dat ik dat was vergeten denk ik) en dat ze er zo snel mogelijk op terug zouden komen.
Het moet nog gebeuren. Zo snel mogelijk is bie de Lidl blijkbaar een rekbaar begrip.
Ik heb dus drie (ik herhaal: drie! ) roze buggy’s gekregen, de laatste staat hier nog vreselijk in de weg in de doos en ik heb dus alsnog geen buggy om de jongetjes in te zetten.

Het is nu inmiddels een principekwestie. Ik heb besteld en betaald en ik wil geleverd krijgen. Ik ben zelfs bereid concessies te doen , voor mijn part sturen ze alle kleuren van de regenboog, met uitzondering van roze. Maar dit gaat een gebed zonder eind worden, vrees ik. Mijn jongetjes zitten vast inmiddels op de middelbare school als het afgehandeld is, let maar op.


Ondertussen had ik, bij iemand anders, een pakketje breigaren besteld, gemeleerd met rood en blauw. Het werd de volgende dag geleverd. Ik deed blij de doos open en ik zag….roze! Je gelooft het niet maar het was echt zo. Knalroze.


Je mag me ouderwets noemen, maar ik ga geen roze truitje breien voor mijn kleinzoontje.
Dus ook hier weer contact opgenomen. De volgende dag al had ik de goede kleur in huis en de roze kosteloos terug kunnen sturen. Dus zo kan het ook, Lidl!


Het zal lang duren voor ik ooit weer wat ‘bie de Lidl” bestel. Ik denk zelfs nooit meer.
Daar zullen ze vast niet van wakker liggen. Hoeft ook niet, als ik mijn buggy of mijn geld maar krijg. EN GEEN ROZE!

Folklore

Dit bordje intrigeerde me. En daarom ging ik op onderzoek uit waar deze naam vandaan komt.

Augustus 1961

“Denk je er aan dat je om 12 uur thuis bent?”
“Jemig mam, ik ben 16!”
“Ja precies daarom. En je fietst over de hoofdweg en niet midden in de nacht door het bos omdat het je tijd scheelt”.
Erik antwoordt niet maar loopt chagrijnig weg. Kinderachtig gedoe altijd.
Hij stapt op zijn fiets en belt toch nog even als hij langs het keukenraam rijdt. Mam steekt haar hand op en roept: “Doe Franks ouders de groeten!”
Erik heeft het hart niet om te zeggen dat die vanavond niet thuis zijn. Want dan mag hij er natuurlijk niet heen.
Hij trapt hard door.
Heerlijk even geen gezeur over alles wat niet mag. Hij weet zeker dat er bij Frank bier in huis is en er zullen ook wel sigaretten zijn. Dat wordt een leuk avondje.

“Hello Mary Lou”’ brullen de jongens mee met de transistorradio. Op de grond staan lege bierflessen, in de asbak liggen diverse peuken. Erik zit met gestrekte benen op het tapijt en leunt met zijn rug tegen de bank waar Frank languit op ligt.
“Hoe laat komen je ouders eigenlijk thuis?” roept Erik dwars door de muziek heen.
“Morgen!” blèrt Frank, “Dus we moeten wel zorgen dat alles opgeruimd is”. Hij gaat rechtop zitten en buigt zich naar Erik over. “Blijf je slapen?”
“Nee, ik moet om 12 uur thuis zijn”. Erik trekt een gezicht.
“Nou dan mag je wel opschieten want het is bijna kwart voor 12!”
Erik schiet overeind, waarbij hij het snoer van de transistor per ongeluk uit het stopcontact trekt. Het is ineens doodstil en dat werkt ontnuchterend.
“Jemig ik moet weg, anders krijg ik op mijn sodemieter!”
Hij grijpt zijn jack en rent de deur uit. “Sorry dat ik niet help opruimen!”, roept hij nog voor hij op zijn fiets springt en wegspurt .
Wat Frank antwoordt hoort hij niet meer. Hij gaat het vast niet redden om op tijd thuis te zijn. Zijn moeder kan hij nog wel hebben, maar zijn vader…. als die boos is, is Erik echt bang van hem.
Hij remt af als hij het afbuigende pad ziet wat het bos in gaat.

“Niet door het bos”, hoort hij in gedachten de stem van zijn moeder. “Noodgeval!” zegt hij hardop en rijdt het bospad op. Het is aardedonker maar zijn fietslamp geeft nog wat licht, de dynamo zoemt aan het voorwiel.
Mam is bijgelovig, ze is altijd in de weer met oude verhalen. Over bosgeesten die je ’s nachts achterna zitten en weet ik wat niet allemaal voor onzin.
Erik fietst zo hard hij maar durft over het bochtige pad. Hij moet echt op tijd thuis zijn.
Dan hoort hij een geluid achter zich. Een tak kraakt en hij meent gehijg te horen. Hij schrikt, krijgt een onaangenaam prikkend gevoel onder zijn hoofdhuid.
Het pad is mul, daarom verliest hij wat snelheid. Het gehijg komt dichterbij, hij hoort het nu duidelijk. Erik wordt doodsbang, hij trapt alsof zijn leven ervan afhangt. En misschien is dat wel zo! “Sorry mam, dat ik je niet geloofde”, snikt hij in zichzelf. Hij is misselijk, het bier en de sigaretten spelen op. Hij voelt het zuur omhoog komen en krijgt een smerige smaak in zijn mond. Toch trapt hij maar door en door en èindelijk hoort hij dat het gehijg achter zich vervaagt. De rand van het bos is ook bereikt, die bosgeest waagt zich natuurlijk niet verder.
Hij racet naar huis, gooit zijn fiets tegen de keukenmuur en valt bijna letterlijk met de deur in huis.
“Mam”, huilt hij en vliegt zijn geschrokken moeder om de nek.
“Jongen wat is er?”
“Een boshijger”, snikt hij, “Hij zat me achterna!”
Zijn moeder blijft kalm, zet hem op een stoel en schenkt een glas water in. “Hier, drink wat en vertel dan wat er was.”
Dankbaar pakt Erik het glas. Hortend vertelt hij dat hij toch te laat weg gegaan was en het boslaantje genomen had. “Je hebt gelijk mam, er is daar iets! Ik heb het duidelijk gehoord! Het zat me achterna en ik…
De keukendeur gaat open. Daar stapt Eriks vader binnen. “Zo, je bent er dus al”, zegt hij.
“Jij fietst harder dan ik. Ik had al zo’n vermoeden dat je toch door het bos zou gaan. Ik ben naar je op zoek gegaan en zag je rijden. Ik reed achter je aan maar kon je niet inhalen. Wat kan jij fietsen jongen!”
Erik begrijpt maar half wat hij zegt. “Heb je hem gezien, pa, kwam hij ook achter jou aan? Die boshijger?”
Pa geeft mam een knipoog. “Lesje geleerd jongen?”
“Ja”, knikt Erik. Hij neemt nog een slok water en begint wat te kalmeren.
“Waarom ben je niet boos, pa?”
Zijn vader kijkt hem wat verbaasd aan. Heeft Erik het nou echt niet begrepen?
“Ehm, je hebt je straf zo wel gehad” zegt hij. Een plan vormt zich in zijn hoofd.
Morgen maar even langs het gemeentehuis.

“Een prima idee, Hendriks! Dat zal de jeugd uit het bos houden” De burgemeester knikt naar Eriks vader en zet zijn handtekening onder het formulier.
Volgende week is het naambordje klaar”

Augustus 2021

Oké dit onderzoek is geheel en al uit mijn fantasie ontsproten.
De werkelijke oorsprong van het Boshijgerslaantje:
Leden van loopgroep de Boshijgers namen dit pad altijd op hun traject.
Saai he? Ik vind mijn verklaring leuker.