Categorie archief: Algemeen

Update!

Eind volgende maand staat er weer een longfunctietest op de agenda. En ik ben zo benieuwd naar de uitkomst!
Maar, met of zonder test, ik voel gewoon dat mijn conditie verbetert. Ik kan meer, ben minder snel buiten adem en voel me in het algemeen energieker.
En, wat voor mij heel belangrijk is, ik gebruik inmiddels minder medicijnen. En tijdens het sporten blijft het noodpufje tegenwoordig in de tas. Het is vast niet nodig om te vertellen hoe blij ik nu al met dit resultaat ben. Dat is immers mijn doel!
Omdat niet iedereen met astma in staat is om voor zichzelf te doen wat ik nu doe, ben ik de sponsoractie voor het Longfonds gestart. En dankzij de donaties van lieve mensen om mij heen voel ik me gesteund in mijn persoonlijke doel, maar kan ik ook wat bijdragen voor anderen met astma.
Het is verschrikkelijk om niet genoeg lucht te hebben. Om naar adem te snakken, het gevoel hebben dat je gaat stikken. Zo voelt het om een astma-aanval te hebben. En het is vaak moeilijk dat je niet overal aan mee kan doen, niet overal heen kan gaan, omdat je benauwd bent, of omdat je weet dat je het daardoor benauwd gaat krijgen. Het voelt naar als je weet dat mensen zich aan jou aan moeten passen, omdat je het tempo niet bij kunt houden, of omdat je aan dingen niet mee kan doen. Het is erg, als je niet het beroep kan kiezen dat je graag zou willen, omdat je astma hebt. Het is een ongeneeslijke ziekte, die veel invloed op je leven heeft. Dat klinkt heel dramatisch, maar het is waar.
Daarom is meer onderzoek naar oorzaken van astma, en het ontwikkelen van nieuwe medicijnen, zo vreselijk belangrijk.
Nieuwe medicatie die zo persoonlijk mogelijk ingesteld kan worden, zodat het lichaam van de gebruiker zo weinig mogelijk belast wordt en er toch een optimaal resultaat is.
Er is een gezegde: ‘dat is zo vanzelfsprekend als ademen’. Het zou toch fantastisch zijn als dat gezegde voor iedereen ging gelden!
Ik heb, bij het starten van mijn actie, een streefbedrag ingesteld. Op dit moment is bijna de helft van dit bedrag al bij elkaar gehaald, door familie en vrienden, waar ik echt heel erg blij en dankbaar voor ben.
Want met deze donaties laten ze me weten dat ze mij steunen en dat voelt zo goed! Dat geeft nog meer motivatie om verder te gaan, ik wil immers wel laten zien dat ik hun steun waard ben!
Ik schrijf dit nu ik net weer thuis ben van de sportschool. Ik heb me flink ingespannen, op de roeibank, met de krachttraining, op de loopband en op de fiets.
En ik voel me voldaan, ik heb het weer volgehouden!
Mijn actie loopt nog een poosje door. Ik zou het echt zo geweldig vinden als het bedrag nog verhoogd wordt……
Het is geen druppel op een gloeiende plaat. Het is een druppel in een emmer, die samen met andere druppels de emmer vol maakt. Iedere donatie is belangrijk.
Op http://www.gezondelongen.nl/acties/annelies_van-bloois/je-longen-zijn-van-levensbelang/donationdirect.aspx  kan je lezen hoe je kunt helpen.
Tot de volgende update!

emmer

 

Nette mensen

Bert en ik zijn nette mensen. Echt. Maar vandaag hadden we het volgende gesprek, en de hele buurt kon meegenieten:

Hou die paal omhoog!
Ik kan het gaatje niet vinden….
Als jij nou even wat heen en weer beweegt….ja zo… fantastisch!
Pff,het wordt warmer.
Die poten moeten wijd!
Zit er geen kruis in?
Kan ie wel zover buigen?
Het hardworden zou een kwartier duren ,maar dat is niet gelukt.
Ik wou ‘m nog wel wat dieper…
Hoort dat ding zo krom te zijn?
Nou, ik hou even pauze, er zitten er twee in nu.
Klaaaaar!

Het is toch verschrikkelijk.

Maar eeeh, als je nog niet afgehaakt bent met lezen:

We wisten zelf niet dat we zo dubbelzinnig konden zijn

We hebben een schommeltoestel gemonteerd en in de tuin geplaatst, ingegoten in betonblokjes.

download

 

Longen

Om wat meer bekendheid aan, maar ook uitleg te geven over de sponsoractie die ik gister gestart ben, wijd ik er een blogje aan.
Hierin vertel ik best persoonlijke dingen, maar dat wil ik wel doen als het nuttig is.
Mijn actie is voor het Longfonds.(voorheen Astmafonds)
Waarom ik daar juist nu iets voor wil doen, lees je hieronder.
Zolang ik me kan herinneren heb ik al astma. Mijn ouders vertelden me dat ik mijn eerste echte aanval had toen ik nog een kleuter was,
maar ik weet dat zelf niet meer, wanneer de eerste keer was.
In mijn herinnering is het er gewoon altijd geweest. De aanvallen (meestal ’s nachts) de dagen erna om weer te herstellen, het hoorde bij mijn kinderleven. De medicijnen die ik kreeg waren drankjes en pillen . Ik heb geen idee of die ooit wel iets geholpen hebben, ik moest gewoon die benauwde dagen door tot het weer beter ging. Als het heel erg was ging ik naar het astmacentrum. Dat was in Hilversum, de plaats waar ik ook woonde, dus het kon altijd poliklinisch gelukkig.
Dan werd ik daar ‘geklopt’, of kreeg verneveling ,of extra zuurstof.
Ook ging ik erheen voor ademhalingsoefeningen en ‘heilgymnastiek’ zoals dat genoemd werd.
Zo in de loop van de tijd werd er, in het algemeen, veel meer duidelijk over oorzaken, dus mijn wollen deken werd verruild voor een synthetische, mijn donzen kussen en mijn kapokgevulde matras idem dito.
Maar pufjes, zoals iedereen ze nu kent, die waren er nog niet.
Toen kwam het moment dat werkelijk in mijn geheugen gegrift staat: de ervaring van het allereerste pufje dat ik kreeg.
Ik was 14 jaar, het was zaterdag en ik had het heel erg benauwd. Zo erg dat mijn ouders een weekenddokter lieten komen. En dat was een jonge man met nieuwe ideeën. En nieuwe medicijnen. Hij legde me uit hoe ik het pufje moest nemen en toen….
ik kan het nog steeds niet echt beschrijven hoe dat voor mij was. Letterlijk als bij toverslag verdween mijn benauwdheid. Het was ongelooflijk,ik had echt nog nooit zoiets meegemaakt.
Kan je het je voorstellen, je voelt je heel erg ziek en een tel later ben je genezen? Het voelde euforisch, een ander woord heb ik er niet voor.
In de 40 jaar daarna heb ik pufjes en verwante medicijnen in alle soorten en maten gehad. En heb daardoor een heel normaal leven kunnen leiden omdat de astma onder controle was.
Ik hield wel een beetje de ontwikkelingen en inzichten over astma in de gaten, en paste op mezelf toe wat nuttig was.
Vorig jaar meldde ik me aan om mee te doen aan een wereldwijde wetenschappelijke studie naar het effect van astma-medicatie.
Dit onderzoek duurde een jaar, met 5 screenmomenten.
De eerste keer dat ik daarvoor naar het ziekenhuis zou gaan, mocht ik 48 uur tevoren geen medicijnen meer gebruiken.
En wat ben ik enorm geschrokken van het gevolg daarvan. Ik kreeg het zo vreselijk benauwd als ik het al 40 jaar niet meer gehad had. Altijd had ik, als ik voelde dat het niet zo goed dreigde te gaan, iets kunnen nemen. Nu niet.
Op de ochtend van het onderzoek ben ik met de auto naar het ziekenhuis gereden, met de lift naar de goede verdieping gegaan en heb me met zo’n golfkarretje naar de afdeling laten rijden. Ik kon gewoon niks, ik had het alleen maar verschrikkelijk benauwd.
De testen waren allemaal blaastesten, met verschillende technieken en weerstanden. Het was de bedoeling dat er eerst een provocatie-test gedaan zou worden, ik zou iets krijgen waar ik benauwd van werd. Die provocatie kon dus wel achterwege blijven,
benauwder als dit kon zowat niet. Gelukkig kreeg ik na een aantal testen medicijnen en eventjes voelde ik iets wat leek op wat ik 40 jaar geleden had gevoeld. En wat was ik opgelucht, letterlijk. De test die direct na 1 pufje afgenomen werd liet
al 30% verbetering zien.
Gelukkig hoefde ik voor de andere screenmomenten niet meer zolang zonder medicijnen te doen, anders was ik afgehaakt. 12 uur tevoren kon ik nog wel redden.
In het najaar heb ik 2x achter elkaar longontsteking gehad. Daardoor konden de pufjes niet op de plek van bestemming komen om hun werk te doen, dus weer benauwd.
Toen alles achter de rug was, liet mijn jaarlijkse longtest niet al te beste resultaten zien. De conditie van mijn longen was vergelijkbaar met die van iemand van 80 jaar.
Hier werd ik niet blij van natuurlijk. Voor mijn gevoel had ik alles wel weer goed onder controle met de juiste hoeveelheid pufjes, maar toch maakte ik me wel zorgen. Want ik wil niet dat mijn longen nog meer achteruit gaan.
Daarom nam ik een, voor mij, drastisch besluit.
Bert ging al 1 x in de week naar de sportschool omdat het schaatsseizoen afgelopen was, ik wilde met hem meegaan!
En ik hou echt niet van sport, ik heb er een hekel aan. Maar dit moest echt, en dat was genoeg motivatie om toch die stap te zetten. En om beter effect te hebben wilde ik 2x per week gaan.
Twee weken geleden ben ik gestart. Gelukkig is het hier in Leens, 3 minuten lopen van huis. De sfeer is gemoedelijk, de begeleiding deskundig.
Ik train op de loopband, de roeibank en de fiets. En ik merk nu al, ik ben nu 5 x geweest, verschil. Mijn normale wandeltempo lag op hooguit 4 km per uur, vaak nog lager. Nu kan ik het al volhouden om 20 minuten op het,voor de meesten gebruikelijke,
tempo van 5 km per uur te lopen.
En dit brengt me dan op de sponsoractie.
Het Longfonds heeft nu collecteweek. Maar er zijn ook andere initiatieven. Zoals mijn persoonlijke actie.
Net als ieder mens heb ik bevestiging en steun nodig.
En als je mij die wilt geven in de vorm van een donatie voor het Longfonds, zou ik dat enorm waarderen. Dan word ik er niet alleen zelf beter van, maar ook anderen.
Want er zijn zoveel mensen zoals ik. Die afhankelijk zijn van medicijnen, maar ook baat hebben bij nieuwe onderzoeken en nieuwe inzichten.
Wil je me een hart onder de riem steken voor het sporten, en me zo ook anderen laten helpen?
Er zijn al een paar lieve mensen die een bedrag gedoneerd hebben via mijn persoonlijke actie-site, heel erg bedankt daarvoor!
Wil je ook helpen? Kijk op:
http://www.gezondelongen.nl/acties/annelies_van-bloois/je-longen-zijn-van-levensbelang/donationdirect.aspx

Foto’s

Het gevaar van dit blogje is, dat ik ijdel overkom.
Toch is dat allerminst mijn bedoeling. Ik schrijf dit juist omdat ik me
zo gefrustreerd en soms ook echt verdrietig kan voelen over hoe er vandaag
de dag tegen uiterlijk aangekeken wordt. Het onhaalbare, onrealistische ideaal
wat we opgelegd krijgen via tv, bladen, modewinkels, noem het maar.
Alles wordt gephotoshopt tot een glad, symmetrisch geheel, zonder karakter.
En zonder realiteit.
Ik ben best tevreden met mezelf hoor. Er zijn een aantal uiterlijke
dingen die echt niet aan het heersende schoonheidsideaal voldoen, maar
dat maakt me niet uit. Mijn forse neus, flaporen, wat spitse kin
en inmiddels mijn rimpels maken mij tot wie ik ben.
Als ik wat zou laten veranderen voel ik me mezelf niet meer.
Wel ben ik ontzettend kritisch op foto’s van mezelf.
Als ik weet dat ik op de foto kom, kijk ik zoals ik vind dat het vereeuwigd mag worden. Maar de spontane foto’s…aargh.
Ik heb toch wel een flinke veeg meegekregen van het fotogeniek van mijn vader.
De arme man kwam nou werkelijk nooit eens normaal op de foto.
Als ik gefotografeerd word tijdens een gesprek, een feestje, een gewone
huishoudelijke bezigheid, om maar niet te spreken van tijdens eten en drinken…..
het is 9 van de 10 keer raar, soms zelfs belachelijk.
Ik trek mijn mond heel gek, het vetrolletje waarvan ik dacht dat het wel meeviel staat er prominent op, mijn haar zit pierig, mijn trui zit onflatteus, mijn neus is rood, mijn oren….. etc.
Man en zoon vinden dat ik overdrijf, dochter snapt het wel omdat ze
ook kritisch is op haar eigen foto’s, maar die wrijft vaak nog even zout in de
wonden door een enorme lachbui te krijgen als ze een foto onder ogen krijgt waar ik weer erg charmant op sta.
Ik heb mezelf ook wel eens op video opnames gezien, en dan heb ik dat
veel minder. Dan zie ik gewoon mezelf, zoals ik loop en praat en ben.
Maar de momentopnames, die foto’s zijn, zijn heel vaak gewoon stom!
Echte schoonheid zit van binnen. Toch?
Ja. Want er zijn een paar foto’s, echt op 1 hand te tellen, die niet speciaal
geposeerd genomen zijn en waarvan ik denk: wat sta ik daar mooi op….
Die foto’s zijn op momenten gemaakt wanneer ik echt zielsgelukkig ben.
En dat ook uitstraal. Dan zijn nog steeds die neus en die kin en die flaporen
daar, maar die doen niet ter zake. Het geluk doet ter zake en dat maakt het zo mooi.
De foto die genomen is, vlak na de moeizame en langdurige bevalling,
met baby Irene in mijn armen… ik vind hem prachtig. Ik zie er vermoeid uit, over haar en kleding zwijg ik helemaal, maar ik kijk ZO gelukkig…. ik koester die foto. geluk
De foto die mijn lieve broer Jan Willem maakte tijdens mijn bruiloft…ik was ook toen zo
gelukkig… je ziet het er aan af.

Annelies
En vanmorgen keek ik nog eens de hele bruidsreportage van Irene en Jan, en toen trof mij ook bij een foto van mezelf de gedachte: wat mooi! Ook toen was ik zo gelukkig!JAN-IRENE-PIXED-0217
Ja, op de 2 laatst genoemde foto’s had ik natuurlijk mooi haar en make-up en mooie kleren, maar toch vind ik ze vooral mooi vanwege de uitstraling.
En ik hoop dat meer mensen dat van zichzelf hebben, dat ze hun eigen foto’s zien en denken: o mooi!
Op de een of andere manier is het onzichtbare gefotografeerd en daar kan geen photoshop tegenop.
Dan mag je rimpels hebben en wallen onder je ogen. Een neus die te groot of te klein of te scheef is, een bril, noem het allemaal maar op.
Echte schoonheid zit van binnen. En als die naar buiten straalt, dan is iedereen mooi.
Op zijn of haar unieke eigen manier. Gewoon mooi? Nee. Speciaal mooi.
Zonder ijdelheid.

 

Belmegister

Mag het nog een keertje? Mijn frustratie, ergernis en boosheid uiten in een blogje?
Over, inderdaad ja, TELEFOON !!!
De oneindige stroom van ongevraagde, ongewenste en vooral hoogst irritante
inbreuken op mijn bezigheden en mijn persoonlijke sfeer, soms meerdere keren per dag.
Want ook al neem ik niet eens meer op, als er op het schermpje “Anoniem” of “Privénummer” staat, dat brengt de boodschap niet over, ze blijven gewoon een aantal keren per dag bellen. En nooit wordt de voicemail ingesproken.
Het doet er blijkbaar niet toe dat ik met ons vaste telefoonnummer, zowel privé als met mijn bedrijf, geregistreerd sta in het Belmeniet-register, en dat mijn 06- nummer nergens openbaar staat.
Goede doelen, zwendelaars, energieleveranciers, advertentieverkopers,
zij hebben mijn nummers blijkbaar in het Belmezovaakmogelijk-register.
En ze zijn zooooo vasthoudend! Ze hebben me al zover gekregen dat ik tegen de telefoon,  die ik niet opneem, sta te briesen dat ik de langste adem heb! Maar dat wel nadat ik er weer, voor de zoveelste keer, naar toe moest lopen, voor niks, en daarmee moest onderbreken waar ik mee bezig was. Werk of eigen bezigheden, maakt niet uit, ik moet het neerleggen voor de dwingende riedel van de telefoon, om te kijken of het deze keer dan misschien wel iemand is die ik zou willen spreken.
Als er een nummer op de nummermelder verschijnt neem ik wel op.
Tenminste meestal, want ik heb inmiddels ook een lijstje bij de telefoon liggen met 06 nummers die ik niet opneem. Die zijn namelijk van een stel “bedrijven” die allemaal met elkaar te maken hebben, mooie praatjes verkopen om mij een advertentie te laten plaatsen in een blad dat nauwelijks verspreid wordt en dat niemand leest, en daar vervolgens een torenhoge rekening voor sturen. Helaas ben ik daar eens ingetrapt, toen ik nog dacht dat het om een blad ging dat op de scholen in de regio verspreid werd. Misleiding!
Dom ja, leer voor een volgende keer, maar de mensen achter de 06- nummers denken voortdurend dat ik er die volgende keer weer met beide benen en open ogen intrap.
Maar dan onderschatten ze me toch.
Het is al zover dat de kinderen aan mij vragen als de telefoon gaat: “Ga je opnemen?”
“Nee” zeg ik dan met een blije grijns, als ik voor de zoveelste keer van tafel gelopen ben en “Anoniem”op het schermpje zie staan. Maar dat blije is maar schijn, eigenlijk zou ik willen roepen: “NEE VER^&$((@%#)((*!
Maar ook met wel vermelde nummers is het ellende. De callcenter medewerkers zijn blijkbaar niet zo goed op elkaar afgestemd als je 3 x per week door iemand anders van de Grote Clubactie gebeld wordt met hetzelfde verhaal. Tenminste, de 3e kreeg de kans niet meer om haar verhaal af te maken, dat kon ik inmiddels zelf.
De amicale Henk Huppeldepup die me gelijk Annelies noemt en praat alsof hij deel uitmaakt van mijn vriendenkring, wil het nog “even over de vermelding van Kind aan Huis hebben in de digitale zorggids, zoals we besproken hadden”.
Pardon? De digitale zorggids?  Zo’n onnozele website waarbij je vermelding klauwen vol geld kost, waar nooit iemand op kijkt, en die niets, maar dan ook totaal niets met mijn werk te maken heeft?
“Nee Henk, dat dacht ik toch niet, ik heb niks met je besproken en dat ga ik ook niet doen”.  Helaas hebben we geen telefoon meer waarbij je de hoorn op de haak kan smijten. Dat gaf zoveel  voldoening vroeger! Dan had je echt een daad gesteld.
Nu moet je gewoon op een knopje drukken en het toestel in z’n lader zetten.
Met beleid. Jammer hoor, het effect is een heel stuk minder.
Maar Henk is verdorie een volhoudertje, een week later belt hij doodleuk weer met hetzelfde joviale verhaal. En zeg ik op mijn beurt doodleuk dat hij blijkbaar hardhorend is en last heeft van zijn korte-termijngeheugen, wat niet handig is in zijn baan. En moet ik jammergenoeg weer de telefoon netjes terug zetten in de lader, in plaats van met veel drama de hoorn erop knallen.
Gisteravond ook weer telefoon, maar toen was Bert thuis ,dus mocht hij het opknappen.
Want die is daar best goed in.
Toen er een mevrouw van de Staatsloterij belde begon hij te juichen en te blèren: “Jaaaaa wat hebben we gewonnen??? Vertel het me gauw, is het veel????”
Mevrouw was helemaal van slag, het was een kort telefoongesprek.
Of hij neemt op met “Hallo Irene…O, heet u niet Irene? Hoe heet u dan?” Degene aan de andere kant van de lijn heeft dan de indruk dat Bert ze niet allemaal op een rijtje heeft, dus weer een kort telefoongesprek.
Of hij zegt direct:”Zet maar op de mail, jullie hebben blijkbaar toch al onze gegevens al”.
Nadat hij gisteravond de beller afgepoeierd had met:”Ik zal het even aan mijn vrouw vragen, o ze schudt haar hoofd, dus nee” (ik kom er weer bekaaid vanaf, hij neemt op, maar ik ben alsnog de kwaaie pier) en weer terug aan tafel kwam, was ik zo aan het mopperen dat ik struikelde over mijn woorden en riep:
“Houdt het nou echt nooit op , ik heb ons toch laten opnemen in het Belmegister!!!”
Eigenlijk vind ik het een briljante vondst van mezelf.
Het moet een landelijke registratie worden , Bel me gister!
En voor de zekerheid moet de telefoon met de hoorn en de haak weer terugkomen.
Voor als het Belmegister net zo goed werkt als het Belmeniet-register.
BAM!

telefoon

Structuur

Persoonlijke kwaliteiten. Ik zal ze ongetwijfeld hebben maar gestructureerd een administratie c.q. boekhouding bijhouden hoort daar niet bij. Ik ben vanaf 2009 zelfstandig ondernemer, ik neem me al vanaf 2010 voor om het dit jaar anders aan te pakken, maar op de een of andere manier wil dat maar niet lukken. In ieder geval, voor de helft. De dagelijkse agenda hou ik bij, mijn maandelijkse urenstaatjes voor de opvang die ik naar het gastouderbureau moet sturen en ik hou mijn bankzaken in de gaten. Maar voor de belastingdienst moet ik als zelfstandige ook een aantoonbare administratie hebben, van inkomsten en uitgaven. Logisch, snap ik helemaal. En toch is het in de weken voordat de accountant komt voor het jaarwerk en de belastingaangifte iedere keer weer crisis bij mij. En als ik dan een keer een dag heb dat ik alleen voor schooltijd kinderen heb en verder de rest van de dag niet, lijkt het mij een uitgelezen kans om in ieder geval een gedeelte van die crisis te gaan oplossen. Vol goede moed start ik onze oude computer op, want op mijn laptop heb ik geen Officeprogramma. Alleen superonhandig dat ik met mappen op schoot moet gaan zitten… tot Bert de opmerking maakt dat het computertafeltje wieltjes heeft en dat het dus zeer wel mogelijk is om die tegen de eettafel aan te schuiven. Briljant. Ik had het zelf niet kunnen bedenken. Ik open mijn mapje op de pc. Ik zal toch al wel IETS gedaan hebben vorig jaar? Ja hoor, wel helemaal tot Maart! En aangezien het dus nu weer Maart is loop ik een vol jaar achter. Fantastisch. Ik begin met alle betalingsspecificaties van het gastouderbureau te downloaden en uit te printen, en geef ze allemaal een nummer voor mijn facturering. Dat gaat vlot. Als ik zo door ga heb ik straks gewoon een vrije middag! Ik begin met facturen te maken en open daarvoor het mapje Blanco Facturen. Ik hoef dan voor ieder gezin alleen de datum, de opvangperiode en de afgenomen uren in te voeren. Dan moet ik het opslaan als een PDF bestand. Eitje. Hm, om een volstrekt onduidelijke reden zijn mijn Wordbestanden ineens veranderd in DOCX en kan ik ze niet zomaar aanklikken, ik moet eerst “openen met Word” opzoeken en dan kan het. Kost tijd, jammer. Na een aantal keren kom ik op het lumineuze idee om ze opnieuw op te slaan als Wordbestand. Ja, dat lukt! Hoe moeilijk kan het zijn, ik ben erg tevreden over mezelf. De ingevulde facturen opslaan als PDF en in de map 2016 zetten. Maar dat vind de pc zo moeilijk, waar dat mapje nou toch staat…… Letterlijk bij iedere factuur moet ik weer opnieuw een hele toestand doorscrollen voordat het mapje komt. Fact 1637 opslaan. ‘ Fact 1637 bestaat al, wilt u het bestand vervangen?’ NEEE, niet, maar wel zoeken waar de fout zit. En dan de blanco factuur weer afsluiten, zonder opslaan want anders is hij voor de volgende maand niet meer blanco. Dat gaat allemaal niet meer zo vlot dus. Als ik nou zorg dat die facturen klaar zijn, dan mag ik daarna naar de bakker wat lekkers halen. Maar het duurt allemaal zo lang…. En ik heb zo ontzettend geen zin meer…..En ik heb nog een nieuw gezin erbij gekregen en die hebben nog niet eens een blanco factuur, die moet ik ook nog maken…. Als ik nou tot en met September ga, dan mag ik daarna naar de bakker , sluit ik een deal met mezelf. Na de koffie en een heerlijke Deense weet-ik-niet-meer-hoe-dat-ding-heet, ga ik dapper verder. Bijna bij de laatste factuur van December als de telefoon gaat. Bert, die heeft pauze. Huh, is het al zo laat? Ja het is 12 uur geweest. O. Dat gaat ‘m niet worden, die vrije middag. Maar als ik nou alleen de facturen en niet de boekingen……NEE! Streng zijn, je hebt er nu tijd voor en je gaat het nu doen. Als je straks klaar bent, voel je je heel voldaan! (Ja mam) De facturen zijn klaar maar ik kan ze niet printen want de inkt is op. Zal je altijd zien, maar ze staan in ieder geval in de pc. Dan toch maar aan de slag met boeken. Ik heb een echt heel eenvoudig boekhoudprogramma, ik vul de datum, de post volgens een code, en het bedrag in en het programma doet de rest. Piece of cake, en ik had vanmorgen al zo’n Deens ding gehad dus ik word erg verwend vandaag. Ik moet mijn bankafschriften erbij hebben en mijn o zo professionele blikje dat uitpuilt van de bonnetjes. Als je dat ding ziet verwacht je dat ik mijn geld in een schoenendoos onder mijn bed bewaar. Dat blikje was een cadeautje van mijn zus , er zat een flesje sublieme Port in. Uiteraard is dat flesje Port allang leeg maar het blikje doet nog dienst. Ik zou trouwens best zin hebben in een glaasje Port. Maar het is nog vroeg in de middag en ik wil nog heel veel doen, dus nog even niks inschenken. Ik sorteer de bonnetjes en er blijken ook privé uitgaven tussen te zitten. Omdat ik een cadeaufles Glen Fiddich voor Bert niet kan op voeren als post bij de kinderopvang heb ik werkelijk geen flauw benul waarom ik die bon bewaard heb. Een bon van Wellness de Woudfennen. Ook een ellenlange bon van Jumbo van weekendboodschappen… gaat lekker zo, geen wonder dat ’t blikje uitpuilt. Maar uiteindelijk ligt de tafel vol met stapeltjes bonnetjes per maand en ik ga aan de slag. Ik typ en zoek en typ en zoek en wordt het zo spuugzat…. Ik vind dit geen leuk werk! In mijn jonge jaren heb ik uit noodzaak een poosje op een kantoor gewerkt en ik weet nu weer heel goed waarom ik daar weg wilde! Maar ik ploeter door. Pff, ik moet even pauze hoor. Is het al Port-tijd? Nee, ik moet tot aan Oktober gekomen zijn en dan mag ik een glaasje Port. “Coolblue” staat er op mijn afschrift, en een bedrag. Ik pieker. Wat heb ik gekocht bij Coolblue? Ik heb werkelijk geen flauw idee. Ik open mijn email om te kijken of ik wat terug kan vinden. Niks. Ik ga naar de site van Coolblue en hoop op een brainwave. Die blijft uit. O, ik zie dat je met de klantenservice kan chatten. Ik open het schermpje. “Waarmee kan ik u van dienst zijn” verschijnt er. Ik typ: “ Ik ben met mijn boekhouding bezig en ik kan niet terugvinden wat ik in september bij u gekocht heb. Als ik u het ordernummer en bedrag geef, kunt u dat dan opzoeken? “ “Jazeker” is het antwoord. Ik stel me zo voor dat er aan de andere kant iemand zit te grinniken om zo’n suffe klant. Ik vind mijn vraag zelf een beetje klinken als: “Weet u misschien waar ik woon?” Volgens mijn zus is dit Alzheimer Light. Ze zit de halve dag al te spammen op onze groepsapp, omdat ze tijdelijk aan een rolstoel is gekluisterd is ze supermelig. Dat maakt het trouwens wel gezellig, want ik helemaal alleen met mezelf en een achterstallige administratie vind ik maar niks. Ik blijk een loopfietsje gekocht te hebben! O ja natuurlijk, nou weet ik het weer. Ik boek het gauw in en ga verder. Jaaa daar is Oktober. Het is Port tijd. Het voelt raar, alsof ik clandestien aan de drank ga. Maar er zijn geen kinderen en het is vrijdag, dus wat let me? Niks! En ik neem er ook een bakje chips bij! Het smaakt me prima maar ik vraag me toch af of ik niet beter had kunnen wachten tot alles klaar was. Het boeken begint een beetje rommelig te gaan. * Bedrag* kosten Webstie.  Webstie.  Webstie. WEBSITE!!!!!! Lenny kijkt verschrikt op door mijn driftige getimmer. November! En daarna alleen nog December, dat moet kunnen. De tafel is een stuk leger omdat er nog maar 2 stapeltjes bonnen liggen. Als ik klaar ben mag ik een blog schrijven , beloof ik mezelf. Want dat vind ik wel leuk. En voortaan IEDERE maand mijn boekhouding doen! Dus komende week moet ik Januari en Februari gaan doen, maar ik heb nog niet eens een nieuwe map en geen printerinkt…. Ik ben benieuwd of alles klopt als de accountant komt. Mijn zus stelde al voor om haar ook een glaasje Port aan te bieden… Het gaat vast gezlelig worden. Gezlelig. GEZELLIG!!!

img_20170303_153712370

Oordeel

Je kent het vast wel: je hebt iets online gekocht bij een bedrijfje wat je gevonden hebt op google met de zoekterm van hetgeen je wilt hebben en 2 dagen later krijg je een mailtje met het verzoek of je de webshop waar je het gekocht hebt èn het artikel wilt beoordelen.
Ik snap best dat een (beginnende) webshop feedback nodig heeft van z’n klanten.
Maar daar blijft het niet bij.
Momenteel zitten we in de Grote Beoordelingscultuur! En dat vind ik geen fijne ontwikkeling.
Als ik ergens ben, heeft google dat via mijn mobiel geregistreerd en verzoekt mij de bezochte plaats te beoordelen. WAAROM???
Ik heb een jurkje gekocht en Bonprix vraagt mij een review te schrijven.
Ik ben bij de Jumbo en ik krijg bij de kassa een kaartje met een internetadres waar ik mijn beoordeling kan geven.
Ik koop online een telefoonlader voor wel helemaal € 7,50 en krijg vervolgens een hele vragenlijst om mijn aankoop te beoordelen.
Ik heb contact gehad met een klantenservice en moet daarna weer vertellen hoe ik dat contact vond.
Waarom toch moet alles beoordeeld worden? Waarom moet ik een mening hebben over iedere winkel, over ieder product, over iedere locatie, over iedere dienstverlening?
Moeten we nou echt in de veronderstelling verkeren dat we inspraak hebben ofzo?
Gaat de online winkel de antwoorden op de vragenlijst aandachtig door en kijken ze dan ineens met een heel andere blik naar de universele telefoonlader van € 7,50?
Als je alle verzoeken gaat honoreren zit je zo een paar uur per dag allerlei beoordelingen te schrijven.
En dat wil ik niet.
Ik hoef niet overal een oordeel over te hebben! Als ik iets wil kopen verwacht ik dat de winkel dat levert, ik betaal en klaar. Dat is toch het principe van handel, of zie ik dat nou verkeerd.
En wat heb je toch aan al die beoordelingen? Ieder mens is verschillend, wat de een helemaal geweldig vindt, vindt de ander verschrikkelijk.
Als ik bijvoorbeeld de al geschreven reviews van de eerder genoemde jurk lees, is de een er helemaal mee in de gloria omdat ie zo goed past en zo leuk staat, en de ander stuurt ‘m teleurgesteld terug omdat ie niet goed past, de derde jubelt dat de stof zo mooi is gebleven na 10 x wassen en de vierde jammert dat de jurk na 1 x wassen ging pluizen en lubberen.
En dan moet ik zèlfs de reviews nog weer beoordelen: Vindt u deze review nuttig Ja/Nee
Ik word er zo moe van…..
Overal een mening over moeten hebben, overal een waardeoordeel aan moeten hangen….
Alles moet altijd aan de hoogste verwachtingen voldoen, je mag blijkbaar niet meer gewoon iets kopen omdat je het simpelweg nodig hebt en verder niks. Of omdat het in de aanbieding is. Of iets vragen aan iemand van wie je verwachten mag dat hij er verstand van heeft.
Iedere leverancier hunkert blijkbaar naar goedkeuring, wat een gezanik. Doe gewoon je werk op een goede manier en haal je bevestiging uit het feit dat je klanten hebt.
En al dat zogenaamd persoonlijke geneuzel er omheen:
“Wij geven om u en uw mening” Donder toch op. Jullie geven helemaal niet om mij. En daar vraag ik ook niet om, jullie zijn geen familie, geen vrienden, zelfs geen kennissen, dus laten we onze verhouding wel even zakelijk houden ja? Jullie geven om het idee om zoveel mogelijk klanten te hebben en dat lijkt me normaal als je een bedrijf hebt.
Als iedereen zo betrokken bij een ander was als verzekeringsmaatschappijen, telefoonaanbieders, banken en veel andere bedrijven ons willen laten geloven, dan zag de wereld er heel anders uit dan ze nu doet.
Dus laten we nou alsjeblieft maar gauw ophouden met alles te beoordelen en te reviewen en gewoon ons werk doen, ok?

O ja,trouwens, ouders van mijn kinderopvang: Wat vinden jullie van het merk pindakaas wat ik op tafel zet?
De kleuren van het toilet? De namen van de cavia’s? Mijn uiterlijk?
Vonden jullie deze vragen nuttig Ja/Nee

3800480744_23c8510413

Waterschapsheuvel

Een klein berichtje in de krant, ergens onderaan een middenpagina: de Britse schrijver Richard Adams is overleden, op de leeftijd van 96 jaar.
Geen voorpaginanieuws, geen grote foto (zelfs geen kleintje) geen item op het radionieuws. Er zijn zoveel beroemdheden in 2016 overleden, waar iedereen
over praat, maar dit is haast een onbeduidende melding. En heel veel mensen zullen ook niet weten wie Richard Adams was.
Ik heb hem ook niet persoonlijk gekend, ik weet niet of het een aardige man was. Maar ik denk het wel. Want hij heeft het mooiste boek wat ik ken geschreven: Watership Down. In de Nederlandse vertaling: Waterschapsheuvel. En uit dat boek spreekt zoveel liefde en respect voor de natuur en voor het leven, iemand die dat zo kan beschrijven moet wel een aardig persoon zijn.
Ik was nog een jonge meid toen ik het boek voor het eerst las. En hoe bijzonder vond ik het verhaal! Een groepje konijnen verlaat hun kolonie omdat ze onraad aan voelen komen en na een vermoeiende en gevaarlijke reis komen ze op een plek waar ze een nieuw bestaan opbouwen.
Het speelt zich af op het Engelse platteland. Richard Adams beschrijft dat zo prachtig, dat ik  duidelijk voor me kan zien hoe het er daar uit ziet. Alle bloemen en planten, de sloten en greppels, de boerderijen, de bossen, ik zie ze.
In zijn boek hebben de konijnen een eigen cultuur. En ook dit is zo knap uitgewerkt en beschreven, dat ik het volkomen geloofwaardig vind.
Het zijn geen mensjes in konijnenvorm, zoals bijv. Peter Rabbit, maar echte konijnen. Met een beperkte intelligentie, een sterk ontwikkeld instinct, maar ook met een drang tot overleven en een inventiviteit om dat te bereiken. Bovendien geeft de schrijver hen een eigen taal, een eigen folkore, zelfs een soort religie, en ook dit vind ik als lezer heel aannemelijk.
Ik heb zelf altijd konijnen als huisdier en ik zie hoe intelligent ze zijn. Dus wie zegt me dat het groepje van vier wat ik nu heb, niet zo’n onderlinge band heeft als de konijnen van de Waterschapsheuvel? Voor mij zou het zomaar kunnen!
Het is gewoon een prachtig verhaal, maar ook verdrietig, omdat de mens er geen goede rol in speelt. Die offert stukken natuur en levende wezens op, alleen maar omdat hij de sterkste is en daarom kan doen wat ie wil.
Er staat ergens in het boek dat een van de konijnen zegt: De mens doodt ons niet omdat hij een hekel aan ons heeft. Hij doodt ons omdat we hem in de weg zitten.
En dat konijn heeft zo gelijk….
De konijnen in het boek redden het, ze bereiken hun doel. En de hele beschrijving van hun levensverhaal vind ik zo prachtig. Het taalgebruik is een klein beetje ouderwets, maar juist door die woorden wordt de sfeer van het boek bepaald. Boeiend en voor mij ook rustgevend.
Het vertrouwde verhaal van Hazelaar, Vijfje en alle anderen, ik vind het keer op keer heerlijk om te lezen. En ook altijd zet het me weer aan het denken.
Over de schepping, onze prachtige aarde. Maar ook over de rol van ons als mensen.
Richard Adams heeft iets heel moois en waardevols gemaakt. En nu is hij op hoge leeftijd overleden.
Aan het eind van het boek sterft de hoofdpersoon van ouderdom en hij wordt opgehaald naar het hiernamaals, dat de konijnen Inlé noemen.
Ik kan het nooit met droge ogen lezen, omdat ik het zo prachtig beschreven vind:
“Ze gingen naar buiten, de zon scheen(….) Het scheen Hazelaar toe dat hij zijn lichaam niet langer nodig zou hebben en dus liet hij het aan de rand van de greppel liggen, maar bleef een ogenblik staan om naar zijn konijnen te kijken en te proberen te wennen aan het bijzondere gevoel dat kracht en snelheid onuitputtelijk uit hem in hun slanke jonge lichamen en gezonde zintuigen stroomden. “Je hoeft je over hen geen zorgen te maken”, zei zijn metgezel. “Zij komen er wel, en duizenden van ze. Als je meegaat zal ik je laten zien wat ik bedoel”  Hij bereikte met een enkele krachtige sprong de top van de berm. Hazelaar volgde hem en samen glipten ze weg, moeiteloos door het bos rennend waar de eerste pioenrozen begonnen te bloeien”
Ik hoop dat meneer Richard Adams even vredig is overleden. En dat ik zijn boek nog talloze malen zal mogen lezen.

waterschapsheuvel2

 

waterschapsheuvel

Christmas

Van de week was ik onderweg van huis naar Groningen. In de auto, met de radio aan. Die stond op 8FM,zo’n regionale zender met allemaal ouwe meuk, die ze zelf” ‘classic hits’noemen.
Meestal heb ik Sky radio aanstaan. Niet omdat ik dat nu allemaal geweldige muziek vind, maar omdat ik een hekel heb aan kletsende disc-jockey’s.
En nog meer aan 2 kletsende disc-jockeys. En het allermeest aan kletsende disc-jockey’s die mensen gaan bellen.
Sky draait alleen muziek, zonder geouwe** er doorheen.
Maar Sky heeft een probleem. Van 6 december is het ‘the Christmas Station” En worden er allemaal, en op den duur uitsluitend, kerstplaatjes gedraaid. En dan ook nog kerstplaatjes waar ik een bloedhekel aan heb, vanwege de stijl.
Ik weet, ik maak met dit stukje geen vrienden met mijn dochter, maar soms lijken we dus echt niet op elkaar.
Waar zij zich al weken tevoren zit te verheugen, probeer ik weken tevoren mijn irritatie nog even uit te stellen.
Goed, 8 fm erop dan maar voor een paar weken. Op de radiowekker ‘smorgens is dat nog goed te doen, geen disc-jockey.
Maar helaas iets later op de ochtend wel. Dus toen ik van Leens via Warfhuizen en RoodeHaan weer constant geklets en gebel hoorde via de radio, probeerde ik dapper dan toch nog maar een keertje Sky. Zo erg kon dat Christmas Station voor eventjes toch niet zijn.
Ter illustratie zag ik ineens een kalkoen door de berm scharrelen. Een kalkoen.
Ik keek nog eens in mijn achteruitkijkspiegel. Het was echt een kalkoen.
Ik mompelde ‘ die durft’ en zat in m’n eentje vreselijk te grinniken over scharrelkalkoen met Kerst, en drukte het radioknopje in.
En direct schalde Mariah Blerrie door de auto. Oef, even wat zachter. Volgende plaat. Vrolijk geklikklak van paardehoeven, het onvermijdelijke gerinkel van sleebelletjes en een snerpende vrouwenstem die zong dat het “Lovely weather for a sleighride together with you” was.
Wat een flauwekul. Als je met de arreslee gaat, ligt er een dik pak sneeuw en hoor je helemaal geen vrolijk geklikklak, maar doffe ploffen van de hoeven.
Volgens Bert rijdt de arreslee trouwens volgens een vaste dienstregeling, want op zijn werk staat ook de radio aan en komt die slee ieder uur voorbij.
Maar die sleebellen…. aaargh. Gewoon continue dat irritante tsjingstjingsting als ondertoontje.
Het is zo makkelijk. Maakt niet uit welk liedje, je pleurt er gewoon drieënhalve minuut het geluid van belletjes onder en je hebt een kerstplaat. Kassa!
Volgende plaat. Neeeeeeeee, niet weer zo’n vrolijk Amerikaans koortje… Ik hield het niet vol. Ik was pas bij Aduard en moest nog een kwartier. Wat stonden er nog meer voor voorkeurszenders in de radio. Veronica. Dat maar eens proberen.
Daar hadden we Chris Rea weer! Die arme man is totaal de weg kwijt. Al 28 jaar rijdt hij vertwijfeld rond om ‘home for Christmas’ te zijn, maar het wil blijkbaar
maar niet lukken. We hebben tenminste nooit gehoord dat hij daar ooit is aangekomen. Maar wel om aan te horen, qua muziek. Voor mij tenminste wel.
Mijn irritatieniveau zakte er tenminste van.
Maar Veronica doet blijkbaar toch ook wel mee met het Christmasstationgedoe.
“So here it is, merry Christmas”… hé, dat was toch een andere uitvoering dan ik kende. Die was van Slade, en Jan Willems favoriete kerstplaat. En op het punt dat
de zanger schreeuwde ” It’s CHRIIIIIIIIIISTMAS!!!!” werd de volumeknop altijd even extra opengedraaid, en altijd verscheen er dan weer een grijns op mijn broers gezicht. Dit was een cover, van Train, hoorde ik. Klonk wel goed, maar wel  gladjes. Beetje gepolijst, jammer.
En dan, daar was-tie: de ultieme kerstplaat. Omdat er zo’n filmpje bij was van een geweldige vriendenclub in de sneeuw en aan tafel in een of andere skihut.
Maakten we allemaal maar deel uit van zo’n groep! Wham , met ‘Last Christmas’. dus.
Ik zong mee: Lèèèèst Kristmas, Ai kef joe mai hart…..
en was op de plaats van bestemming aangekomen.
Ik moet nog even volhouden, vanaf 27 december is het weer andere koek. Muziek eigenlijk. Dan worden we weer overspoeld met Top-zoveels. Kan ik daar weer
over zeuren.

kerstman_met_radio-190

Teveel

Aan de grote Uitvaartmaatschappijen.

De laatste tijd is het erg trendy om te adverteren op een manier die heel persoonlijk lijkt.
Al mijn wensen kan ik bij u kwijt en ik word aangemoedigd om maar zoveel mogelijk na te denken en vast te leggen over mijn uitvaart.
Als het uw doel is  te bereiken dat overlijden geen taboe is, ben ik het met u eens. Maar dat is volgens mij uw doel niet, het gaat om geld verdienen en concurreren.
En daar ben ik het niet mee eens.
Door tv- en radioreclame, glossy mailings en accounts van ‘mijn.*naamuitvaartmaatschappij*.nl’ , probeert u een beeld te schetsen dat alles geheel volgens mijn wensen en die van mijn nabestaanden uitgevoerd gaat worden als het zo ver is en dat ik tot die tijd 100% betrokken ben bij mijn eigen begrafenis.
En de toon van de hele campagne doet vermoeden dat het een feestje wordt, waar iedereen (helaas dan behalve ikzelf natuurlijk) met vreugde op terug kijkt.
De mevrouw op de radio die zo blij vertelt over haar Italiaanse lunch, met iedereen aan zo’n gezellige lange tafel, verheugt zich gewoon op die dag.
Wat jammer nou dat ze er zelf niet bij kan zijn.
Want dat is nou toch precies waar het om draait? Afscheid? Definitief afscheid?
De afgelopen 4 jaar heb ik veel te vaak aan een nieuw graf gestaan. Waarvan 5 x aan het graf van iemand die me heel na aan het hart lag.
En natuurlijk is het fijn als je, na de begrafenis, kan denken:’Dit was een goede dag. Op deze manier hebben we een heel klein beetje recht kunnen doen aan de persoon die we vandaag begraven hebben.’
Maar als ik uw campagnes moet geloven, is het veel meer dan dat. Moet ik regelmatig heel bewust bezig zijn met de invulling van die dag, alle wensen en wensjes bij u vastleggen, en als ik de tijd van leven heb mag ik ze ondertussen ook nog veranderen. En daarbij probeert u mij het gevoel te geven dat u heel erg betrokken bent bij mij en mijn geliefden.
Dat u alles in het werk zal stellen om er iets fantastisch van te maken.
En ik word aangemoedigd om maar zoveel mogelijk nieuwe dingen te bedenken, alles kan immers! Ik moet blijkbaar mezelf profileren door iets origineels te bedenken, dat alleen ik maar op mijn uitvaart heb. Een knallende finale.
Maar ik wil dat helemaal niet!
Ik wil gewoon weten dat er een geldbedrag beschikbaar is voor mijn uitvaart. Als ik wensen heb, bespreek ik ze wel met mijn naasten. Zonder accounts, maandelijkse magazines en andere toeters en bellen.
En weten ze niet precies wat ik ‘gewild zou hebben’, dan weet ik zeker dat zij, op hun eigen manier, een mooi afscheid van mij regelen.
Van, niet voor. Want zij nemen afscheid. Niet ik, want ik ben dan al weg.
Het zou fijn zijn als er dan iemand bij hen thuis komt om het te helpen organiseren. Dan pas. En niet nu al, via mails en post en accounts.  En radio en tv.
Er is niks mis mee dat u begrafenisondernemer bent. Er is wel iets mis mee dat u, juist vanwege uw beroepsethiek, over de hoofden van uw ‘klanten’ op deze manier wilt concurreren met elkaar, omdat ‘over je uitvaart nadenken’ misschien wel een gat in de markt is.
Ik wil niet dat u mij, zonder mij te vragen, overstelpt met ideeën.Om u te onderscheiden van uw collega-maatschappijen, met als doel mij als klant binnen te halen.
Niet doen, ik vind het verschrikkelijk.
Of wilt u juist dat ik me dood erger……

 

vlinder