Er was eens een omaatje. Ze woonde in een huis dicht bij de zee, samen met opaatje en een heleboel dieren. Omaatje hield van verhaaltjes vertellen. Dat had ze altijd al gedaan, ook toen ze nog geen omaatje was, maar een klein meisje. Toen vertelde ze verhaaltjes aan haar poppen.
Nu ze oud geworden was, vertelde ze verhaaltjes aan haar dieren en als het zo uitkwam aan opaatje.
Er kwamen kinderen op bezoek en ook die wilden de verhaaltjes van omaatje horen. Weet je wat?dacht omaatje, ik zal de verhaaltjes opschrijven!
Ze kocht papier en inkt en een kroontjespen, en in haar mooiste handschrift schreef ze haar verhaaltjes op.
Altijd lagen er wel blaadjes beschreven papier in huis en soms kwamen er mensen op bezoek die de verhaaltjes ook lazen. “Wat leuk”, zeiden die mensen dan. “Weet je wat je zou moeten doen, omaatje? Je zou de verhaaltjes rond moeten sturen, dan kan iedereen ze lezen!”
Dat leek omaatje wel wat, ze had zo’n plezier in het schrijven en het was fijn om te weten dat er mensen waren die haar verhaaltjes wilden lezen.
Ze kocht nog veel meer papier en inkt en schreef een verhaaltje zoveel keer op, dat iedereen die dat wilde het kon lezen.
En dat gebeurde ook, ineens werd het verhaaltje wat ze had uitgekozen om rond te sturen , door heel veel mensen gelezen. Veel meer dan omaatje had kunnen bedenken, het waren ook allemaal mensen die ze niet kende. Eerst was omaatje trots toen ze merkte dat zoveel mensen haar verhaaltje hadden gelezen. Maar al gauw veranderde dat. Want ze kreeg heel veel brieven. En in die brieven schreven die mensen dingen die omaatje niet fijn vond. Want sommigen waren boos op haar om woorden die ze niet eens had geschreven, maar die de mensen meenden te lezen. Andere mensen zeiden dat omaatje er niks van af wist en dat ze daarom niet mocht schrijven. Er kwamen ook een paar brieven waarin stond dat het leuk was wat ze geschreven had. Maar omaatje was daar niet eens meer blij mee. Ze werd verdrietig van de vele oneerlijke brieven. Het was niet erg als niet iedereen haar verhaaltjes leuk vond, dat hoefde echt niet. Maar het was wel erg mensen haar woorden verdraaiden en dan zeiden dat ze haar verhaaltje daarom stom vonden en dat zij haarzelf ook stom vonden.
Omaatje begreep niet waarom het zo ging. Ze had niemand gedwongen om haar verhaaltje te lezen, waarom deden die mensen zo?
Ze wist niet meer of ze nog wel wilde dat anderen haar verhaaltjes lazen.
Het was een gevoel dat omaatje niet kende: wakker liggen in de nacht en verdrietig zijn omdat onbekende mensen lelijke dingen over en tegen haar zeiden.
“Weet je”, zei ze tegen opaatje, “Ik had altijd de wens om nog eens een echt boek te schrijven. Maar als ik zie wat één simpel verhaaltje al teweeg kan brengen, dan weet ik niet eens meer of ik dat nog wel aandurf. Want ik vind het niet erg als mensen kritiek hebben op mijn werk. Maar ik vind het wel erg als mensen dat niet weten te scheiden van kritiek op mijzelf. ”
Opaatje begreep haar wel en legde zijn arm om haar schouders.
“Mensen zijn niet altijd aardig” zei hij. “Misschien dat er daarom ook schrijvers zijn die hun eigen naam niet willen gebruiken. Daar zou jij ook nog over na kunnen denken.”
Omaatje knikte. Ze moest het eerst maar eens even laten bezinken. En gewoon lekker verhaaltjes blijven vertellen aan het groepje mensen dat het leuk vond om er naar te luisteren. En die wel eens met haar wilden praten erover, maar dan niet lelijk over haarzelf begonnen te doen of haar woorden verdraaiden. Die eerlijk bleven, ook al hadden ze een andere mening.
“Ik heb er in ieder geval iets van geleerd”, zei ze tegen opaatje. “Ik zou nooit beroemd willen zijn, dan zou het nog veel erger zijn.”
“Blijf maar gewoon zoals je bent”, zei opaatje en hij gaf haar een kusje.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
Heel mooi “jonkvrouwvantesselschade”😃😃😃😃
😉😉
LikeLike
Ik vind de verhaaltjes altijd fijn om te lezen, omaatje!
LikeLike
ik lees ook altijd graag jouw verhaaltjes, dus gewoon doorgaan.
LikeLike