Dagje naar de buren

Wel eens op Borkum geweest? Ik nu wel. Al moet ik bekennen dat ik ongeveer 50 jaar niet van het bestaan van dit eiland heb af geweten (of ik heb gewoon niet goed opgelet, dat kan natuurlijk ook) en daarna vond ik steeds dat ik er echt “eens” heen moest. Maar er waren blijkbaar altijd andere prioriteiten.
Deze zomer zijn we niet ergens op vakantie, maar vieren we vakantie vanuit huis, dus nu was er geen enkele reden om niet een dagje naar Borkum te gaan. Van hieruit is het maar nauwelijks verder dan Schiermonnikoog. Vanaf de Eemshaven vaar je in nog geen uur naar het Duitse Waddeneiland. We zaten op het voordek van een kleine veerboot en het was haast koud omdat het zo waaide en we in de schaduw zaten. Maar dat zou in de loop van de dag nog veranderen, en de hittegolf was gister nog niet eens begonnen.
Bij aankomst stond er een treintje te wachten en wij liepen braaf met de meute mee om ons naar het centrum van het dorp te laten brengen. Lenny was ook mee, die vindt veel dingen eng, maar hij verdroeg eerst dapper het getril van de boot, (hij was tot onze verbazing de enige hond!) en daarna het geschud van de trein. Dat treintje zat uiteindelijk echt veel te vol naar mijn zin. Wij waren op het balkonnetje blijven staan omdat de coupés allemaal al bezet waren. Maar we vertrokken niet eerder voordat minstens de helft van de passagiers die van een veel grotere veerboot kwamen, ook nog erbij gepropt werd. Ik vroeg me al af of er strakjes trossen mensen op en aan de trein zouden hangen, zoals je wel eens op beelden uit India ziet.
Ik voelde een lichte paniek opkomen, ik kan er echt niet tegen om tussen een massa mensen te staan en nu kon ik er niet meer uit….. Bij de eerste halte wilde ik dan ook al uit de trein, al waren we nog lang niet in het dorp. Gelukkig was Bert ook niet erg enthousiast over het reiscomfort, dus toen we ons door de menigte naar buiten hadden weten te persen,  haalden we opgelucht adem op het peronnetje.
We liepen richting het strand en we vonden dat Borkum echt de sfeer van een waddeneiland heeft, maar wel met een eigen uitstraling.
Het was heerlijk om even te lopen We zagen een stuk strand waar honden aan het rennen en spelen waren, dus daar mocht Lenny ook even los. Hij strekte zijn lijfje tijdens het rennen, heerlijk even ontspannen hond zijn, zonder enge mensendingen. De zee was ook leuk, hij sprong over de golfjes van de branding en tot onze verbazing zocht hij zelfs contact met andere honden.

img_20190723_1107123454355308583268155925.jpg

Heel vaak is hij wat we bij mensen een muurbloempje noemen, hij gaat in onbekend hondengezelschap nooit ergens op af, maar blijft òf afwachtend aan de zijlijn staan kijken, of hij gaat z’n eigen gangetje.
Hij had ook geen last van de taalbarrière, Duitse honden communiceren blijkbaar hetzelfde als Nederlandse.
Ondertussen hadden wij wel zin om even een strandtentje op te zoeken om wat te drinken.
We kwamen bij een restaurant, maar daar kon je alleen maar binnen zitten, er was geen terras. Je verzint het toch niet, op die plek…… Dus we liepen weer door. Daar doemde een veelbelovende strandtent op, ‘Strand 5′ stond er op. Wel met een mooi terras. Maar daar zat niemand en dat was raar. Dichterbij gekomen zagen we een bord: Dienstag Ruhetag. Oftewel, dinsdags gesloten. Werkelijk, mijn kaak viel op de grond. Ik bedoel: Zomer, Strand, Vakantie, Toeristenseizoen, Prachtig Weer – en dan gewoon gesloten???? Hier zou volgens mij geen strandtenteigenaar het in zijn hoofd halen om onder deze omstandigheden z’n tent dicht te houden!
Verder was er ook niets te zien wat ook maar leek op een strandpaviljoen, dus we moesten het anders gaan aanpakken.

We liepen maar richting het dorp nu, dan zouden we vast toch wel een leuk terrasje kunnen vinden.
Ondertussen liep ik te bedenken dat ik naar Borkum zou emigreren om een strandtent te gaan exploiteren, volgens mij kon ik er goudgeld mee gaan verdienen. Ik zou het er een beetje trendy oud uit laten zien, en het “Het  Strandhuis van Zoutelande” noemen. Maar dat was bluf.
In het dorp vonden we een brasserie met een tafeltje in de schaduw en dankbaar ploften wij neer.
Een enorme menukaart die uitvouwde als een harmonica en redelijk onoverzichtelijk was, vertelde me dat ik een lekker broodje gerookte zalm kon nemen. Ik oefende in mijn hoofd op de uitspraak, voor als de serveerster zou komen. Bitte ein Kaiserbroodje, nee brötchen natuurlijk, mit Raucherlachs. Nee Räucherlachs. Of was het toch Raucherlachs, de harmonica moest er weer bij te pas komen. Dus toen de serveerster kwam kon ik keurig uit mijn hoofd opzeggen: Bitte ein Kaiserbrötchen mit Räucherlachs.
“Nein,” zei ze. Die waren op. Pff, had ik nou zo m’n best voor gedaan. Er was nog wel stokbrood met zalm. Prima, doen we dat. En ik bestelde een Weisswein-Schorle, wijn gemixed met bubbelwater. Een heerlijk zomerdrankje, dat ga ik beslist thuis ook nemen.
Het stokbrood was niet netjes te eten. Tenminste dat vond ik. Bert is de klieder van ons tweeën, maar die zat zijn broodje keurig weg te kanen, terwijl het bij mij een slagveld werd. De wilde zalm deed z’n naam eer aan en ontsnapte voortdurend, het gekookte ei glibberde gezellig mee, de mierikswortelsaus die heerlijk was, maar zo scherp dat af en toe de tranen in mijn ogen schoten, had het voorzien op mijn vingers en kin en wilde dan ook beslist niet op de zalm blijven zitten. De enige stabiliteit kwam van een schijf komkommer, want zijn buurman de schijf tomaat gaf een gemene spriets toen ik de vork erin stak, volgens mij kreeg Bert tomatensap in z’n bier.
Binnen no-time was mijn servetje een kledderig vod geworden en uiteindelijk ben ik maar naar binnen gegaan om mijn handen te wassen, voor de zekerheid maar de elleboog gebruikend om de deur te openen. Ik zal nooit meer iets zeggen over morsige mensen.

De middag hebben we doorgebracht met wat slenteren door de gezellige straatjes en toen het echt te heet werd nog een bezoekje aan het strand.

img-20190724-wa001019144956084795971.jpg

Nu was Lenny best vervelend daar, hij ging bij alle mensen op bezoek die daar niet op zaten te wachten en hij maakte een akelige ruzie met een hond om een zojuist gemaakt vriendinnetje. Toen we hem tot rust wilden laten komen door hem te laten liggen, ging hij prompt met z’n natte zandlijf op de enige handdoek liggen die we mee hadden en waar we zelf op moesten zitten. Dit was geen succes, we gingen. Het was inmiddels ook wel erg druk geworden op het strand, de sfeer was anders dan vanmorgen. We besloten om via de “Grün-route” richting de haven te gaan lopen. Dan hoefden we straks niet meer in die trein. We wandelden door stukjes bos, door de duinen en het was goed te doen.
Ik had ’s morgens appels in de tas gedaan en die konden nu wel tevoorschijn komen. Maar ach, ze lagen nog frisgewassen en wel op het aanrecht blijkbaar, want in de tas waren ze niet te vinden.
“Hè verdorie”, mopperde ik en Bert varieerde droogjes op de aloude spreuk: “Snoep verstandig, vergeet een appel” en daar moest ik ondanks mijn dorst toch wel erg om grinniken.
Onderweg een bordje “ Cafe zur Heide” daar moesten we heen! Het was maar 200 m de andere kant op. Maar o jee, ook daar was het weer griezelig stil….. Maandag en dinsdag gesloten. We stonden nogmaals perplex. Wat is er ontzettend weinig horeca op een toeristeneiland als Borkum!
Dus we hadden nog weer zowat een halve kilometer voor niks gelopen en inmiddels was het echt ontzettend warm. Maar bikkels als wij zijn gingen we door, af en toe eventjes rusten in de schaduw en Lenny extra laten drinken. Hij hoefde ook niet op stenen te lopen, dus zijn voetjes hadden niet te lijden.
In het zicht van de haven wilden mijn benen eigenlijk niet meer, ze voelden zo stijf en stram, maar als ik aan vorige jaar dacht, toen ik op Schiermonnikoog zoveel blaren had dat ik eigenlijk gewoon op 2 blaren maat 36 liep in plaats van op voeten ( Dagje uit), was dit veel beter te verdragen.
Toen we dan uiteindelijk in de haven kwamen bleek een extra veerbootje over 5 minuten te vertrekken en probeerden we er nog een beetje de pas in te zetten.

In mijn superhandige rugtas met extra vakken kon ik de tickets niet meer vinden, ook al pakte ik de hele tas uit, en voelde nogmaals een lichte paniek opkomen. En pakte Bert ze vervolgens uit een vak waarin ik al 3x gekeken had. Ik had het idee dat vandaag de rollen helemaal omgedraaid waren, erg raar. Op de boot was Lenny nogmaals de enige hond en deze keer bleven we binnen zitten, waar de stoeltjes en de temperatuur hoogst comfortabel waren.
Onderweg naar huis stopten we in Pieterburen om nog even lekker te eten. We konden er daar tenminste van op aan dat er terrassen open waren.
Ik koos een vegetarisch gerecht met de naam Healthy Hammer en tot mijn eigen afgrijzen zei ik bij het bestellen er “Please” achteraan.
“ We komen net uit het buitenland”, legde Bert uit aan de serveerster en ik hoestte achter mijn hand om mijn lach te verbergen toen ze begrijpend reageerde.
Lief van Bert,want ik had wel door de grond kunnen zakken, het klonk zo overdreven!
We hadden het goed ingepland, vandaag zou het echt veel te heet zijn om zo’n dag als gister te doen.
Weet je trouwens hoe het buureiland van Borkum heet? Juist!

Een gedachte over “Dagje naar de buren

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.