Categorie archief: Uitjes

Frotten, Fiepen en Fruimen

Afgelopen zaterdag zijn we naar de Handwerkbeurs in Zwolle geweest.Volgens mijn zus was het een ‘zussen-moeders-dochters-tantes-nichten-dag’.Het klinkt alsof we met z’n twintigen waren, maar we waren  slechts met vier.
Van te voren hadden we al een what’sapp groepje gemaakt,
waarin meer onzin dan organisatie werd geregeld, dus we hadden er zin in.
We gingen allemaal met de trein, uiteraard vanaf verschillende stations.
Ik heb al eens een blogje geschreven over mijn handwerk-skills en die van mijn zus (Zus en zo )  en ook eentje over mijn ervaringen als treinreiziger (ik spoor (niet) ) maar er is toch weer genoeg stof voor een nieuw verhaaltje.
Ik was keurig op tijd op station Groningen en checkte in bij de juiste paal. Tevreden met mijzelf installeerde ik me uitgebreid in een rustige coupé, zorgde ervoor dat ik plaats nam op een stoel in de rijrichting, strekte de beentjes en vond dat het wel heel mooi was  in zo’n nieuwe trein. Tot mijn oog viel op het cijfer naast de deur.  1.  Sh** ik zat eerste klas! Allang blij dat ik daar nu achter kwam en niet bij de blamage van een kaartcontrole, griste ik mijn spullen bij elkaar en ging een deurtje verder. Daar was het natuurlijk niet rustig en ook niet zo ruim, maar ik had nog wel plaats. Tegen de rijrichting in, dat dan weer wel, maar dat was een detail. De trein was nog niet vertrokken en ik zag  een jonge vader  achter een kinderwagentje in vliegende vaart voorbij rennen. Het kind in het karretje blèrde luidkeels. Een poosje geleden had ik door een wetenschapper het ‘Dopplereffect’uitgelegd gekregen, het fenomeen dat het geluid hetzelfde blijft als het dichterbij komt en lager wordt als het weer van je af gaat. Deze vader en kind gaven hier een treffende demonstratie van en ik zat te grinniken in mijn kraag.
download
De trein vertrok en de stoel naast me bleef leeg, dus ik legde daar mijn jas en tas neer. Uiteraard kwam er toen toch nog een man de coupé binnen, die met een vriendelijke glimlach vroeg: “Mag ik u plagen?”
“Nee” zei ik, met een even vriendelijke glimlach.
“Maar u mag wel naast me zitten”. Dat deed hij en ik probeerde mijn tas en jas tussen de leuning en het raam te proppen en daarbij mijn meegenomen broodje niet te pletten.
De man klapte het tafeltje voor zich naar beneden en haalde een studieboek en een markeerstift te voorschijn, dus het  zag er niet naar uit dat we een gezellig praatje gingen houden.
Hij ging gelijk ijverig aan de gang, maar omdat we nog niet ver buiten het station waren rammelden we nog  wel eens over een wissel en markeerde hij volgens mij veel meer dan de bedoeling was.
In de stoelen voor mij zat een groepje vrouwen. Zoals altijd had eén het hoogste woord. Degene met de meest doordringende stem. Het hield werkelijk niet op, ik had bijna medelijden met haar reisgenoten. Uiteraard ontbraken de ziektes en aandoeningen die ze had niet, het goede werk dat ze deed voor Marie die net weduwe was geworden, en de foto’s van de kleinkinderen. Ik hoorde een van de andere dames zeggen:  “Wat een lief meisje is dat, is dat er een van Frits?”  “Ja”, zei oma,  Mooi meisje he? Je ziet helemaal niet dat ze half Spaans is”.   Fijn, je zal haar schoondochter maar zijn ,dacht ik.
Ineens werden we van achter mij vergast op een schallende vrouwenstem die verslag deed van een ‘chille citytrip naar Parijs’  Mijn buurman schoot verschrikt overeind, draaide zich om en vroeg of het wat zachter kon. Het meisje dat er naar luisterde vanaf haar telefoon zat met haar koptelefoon op en had geen idee dat het geluid ook door de gewone speaker schetterde. Dus moest buurman zich achter zijn klaptafeltje vandaan wringen en het meisje op de schouder tikken. Ze werd zo rood als een aardbei en was volgens mij allang blij dat het een reisverslag was wat ze aan het kijken en luisteren was. Ik zat lekker in mijn hoekje  en keek wat rond. Naast de coupedeur hing een schermpje, waarop de NS wisselende teksten liet zien. Uiteraard over de reistijden, maar ook over huisregels.
‘Sta svp op voor iemand die slecht ter been is, of voor iemand die daarom vraagt.  Niet iedere aandoening is immers zichtbaar’.  Daaronder een gestileerd plaatje van een zwangere vrouw.
Nooit geweten dat zwangerschap een aandoening is.
Het uurtje reizen was snel voorbij en toen we er bijna waren nam ik een pepermuntje om de reisadem te verfrissen. Juist op dat moment klapte degene achter mij het tafeltje weer in mijn rugleuning, zodat Wilhelmina bijna in mijn keel schoot.
Ik was de laatste van ons groepje die op het station arriveerde, dus ik had de anderen gevraagd om mij op gepaste manier te ontvangen, liefst met spandoek en fanfare, of iets van gelijke strekking.
En ze hadden hun best gedaan hoor!  Waar ik mijn dochter, zus en nichtje ontmoette in de stationshal stond een grote piano, en een rijtje leuke jongens was aan het dansen. Goed gedaan dames, ik ben geroerd!
Irene en ik  liepen naar de IJsselhallen.  Zus en nicht zouden met de bus, maar die ging niet. Ken je die mop van….enz…   Dus we kwamen ze direct alweer tegen, gezellig. Er stond een enorme rij bij de ingang van de beurs, maar omdat we thuis al kaartjes uitgeprint hadden konden we gelijk doorlopen.Tenminste, de andere drie. Juist bij mijn kaartje viel de verbinding van de scanner uit. Na een poging of 68 op 4 verschillende scanners, klonk dan eindelijk de gewenste PIEP en mocht ik naar binnen. Hèhè.
Eerst maar koffie.  Druk in het restaurant natuurlijk, maar nicht spotte een leeg tafeltje en schoot er op af, de arm uitgestrekt of ze Superman was.  Dat hielp wel blijkbaar, want ze kaapte de tafel zo voor de neus van een ander weg.
Tijdens de koffie kletsten we over wat we zouden doen  die dag.  Er zouden veel verschillende kraampjes zijn en ook workshops.  Mijn oog viel op een bordje ‘FRUIMHOEK’  Hm, dat kende ik niet. Vast weer een nieuwe techniek, na macramé, quilt en loom was het wel weer tijd voor wat nieuws.
Voordat ik kon nagaan wanneer daar een workshop Fruimen was, verschoof ik op mijn stoel en zag ik dat een paal de eerste letter van het bordje aan mijn zicht onttrokken had.  AFRUIMHOEK.
Ik piste zowat in mijn broek van het lachen, en de anderen kwamen ook niet meer bij.
Maar, wij houden het erin.Naast haken, breien, quilten en borduren, fruimen wij.
We hebben verder een supergezellige dag gehad. Aan het eind van de middag bepakt en bezakt met wolletjes en pakketjes naar Humphreys gegaan, alwaar we heerlijk gegeten hebben.
En toen weer met de trein naar huis.Daar kan ik kort over zijn: Eén passagier die het hele uur volgepraat heeft en daarin alle grote en kleine wereldproblemen voorbij heeft laten komen en opgelost heeft.Ik was die passagier niet trouwens.

Mijn zus noemt handwerken altijd  ‘frotten’. Mijn nichtje heeft het over ‘fiepen’ als ze ergens wild enthousiast over is.  En ik heb het nu dus over ‘fruimen’.
Irene, nou jij nog. Liefst wel een woord met een F, want dat allitereert zo lekker.

download

Airsoft

Waarschuwing voor de lezer: Omdat ik al een poos niets geplaatst had, is dit een extra lang stuk ter compensatie!

Airsoft
Al ruim 10 jaar lang vliegen mij bijna dagelijks allerlei Engelse termen om de oren die te maken hebben met strategy-games. (Ik zal dan ook niet “spelletjes”zeggen)
Zoon Tim en schoonzoon Jan delen de interesse in dit soort activiteiten. Afzonderlijk van elkaar kunnen ze er al druk over vertellen, maar als ze samen zijn….. your ears nozzle, if you know what I mean.
We hebben de Warhammer-periode gehad. Minutieus met de hand beschilderde fantasy-figuurtjes vormden samen verschillende legers, en op een grote tafel met scenery (decoratieve doch functionele omgeving) werd daarmee een soort kruising tussen stratego, ganzenbord en halma gespeeld, al zullen de heren, als ze dit lezen, dit wel een povere uitleg vinden. Ik kon ook nooit de namen van de legers en wapens en krachten onthouden, maar dat deden ze zelf wel. De jongens werden ouder, en Warhammer is geschiedenis geworden, de legers liggen inmiddels op de respectievelijke zolders te wachten op een revival.
Ook digitaal werd en wordt er flink gegamed, op de Playstation is Battlefield een absolute topper. Er worden game-dates afgesproken waarin ze online, vaak nog met een stel andere bekenden, een team zijn. Ik vind dit leuk, en ben het niet eens met de stelling dat gamen een passieve bezigheid is.
Maar ook fysiek wordt er gegamed. Een paar jaar geleden kwam Jan op de proppen met Airsoft. Nooit van gehoord. Maar dat had ik van de andere dingen ook niet, dus ik wachtte nieuwsgierig af wat dit inhield. Het was in ieder geval iets waar de mannen weer erg enthousiast over waren en daar mochten wij weer ruimschoots van meegenieten  Nooit gebrek aan gespreksstof hier hoor, als de Brothers –in-Law samen zijn.
Hoe zal ik Airsoft uitleggen? Het is ook een strategy- game, maar dan ben je zelf het poppetje en maakt onderdeel uit van een team. Je bent op een speciaal Airsoft terrein, je hebt een replica van een bestaand wapen en om het andere team uit te schakelen schiet je BB’s af, heel kleine balletjes, die biologisch afbreekbaar zijn. Dat laatste is wel belangrijk, want er wordt ‘t meest op natuurlijke terreinen gespeeld. Het is zowel een game als een sport. Als je geraakt wordt roep je “HIT!” , en haal je een felgekleurd hesje tevoorschijn, teken dat je uitgeschakeld bent en niet meer beschoten mag worden. De meeste beoefenaars dragen legerkleding, zijn daardoor goed gecamoufleerd, en het is ook zaak om je gezicht te beschermen met een veiligheidsbril, en een maskertje voor je gebit. Want de tweede lettergreep van het woord Airsoft slaat niet op de balletjes. Ik heb trouwens nog steeds geen bevredigend antwoord op de vraag gevonden waar de naam Airsoft precies vandaan komt, gespit op internet heeft me nauwelijks iets opgeleverd. Maar dat terzijde. De regels voor Airsoft zijn zeer streng. Replica’s dienen achter slot en grendel bewaard te worden, er moet aangegeven worden wanneer je ze vervoert, er mag uitsluitend op specifiek aangewezen terreinen gespeeld worden en je hebt alleen vergunning om te spelen als je minstens 18 jaar bent en lid van de NABV. (Met een gelimiteerde mogelijkheid om een introducé mee te nemen.) Die strikte regels zijn er om vervelende uitwassen te voorkomen en dat is terecht denk ik.
Jan is een club gestart, ACN (Airsoft Club Nederland) en dat is een enorm succes geworden.
Aan de zijlijn volgde ik de activiteiten en was er soms een heel klein beetje bij betrokken. Bijvoorbeeld door Tim’s Airsoft-outfit te voorzien van badges met zijn naam en ook (stiekem best trots op) door een clubvlag te maken met het logo van ACN erop.
vlag
ACN heeft nog wel eens een introducé dag, maar afgelopen zaterdag hadden ze een speciale familiedag georganiseerd. Dat vond ik nou echt leuk, samen met Jan en Tim naar Lelystad, naar het terrein van Balls&Arrows, waar ge-airsoft zou worden. Ik nam willens en wetens wel risico, ik ben namelijk een echte ster in enkelbanden scheuren, polsen breken en buitenproportionele bulten ontwikkelen na een insectenbeet, maar ik zou me trachten te beschermen.
Dochter Irene, als vriendin van “El Commandante” the First Lady van ACN , was uiteraard ook van de partij. En Bert moest ook mee vond ik. Dat kostte nog enige overredingskracht. Niet dat Bert niet geïnteresseerd is in de activiteiten van de jongens, maar meer omdat hij een soort trauma had van zijn verplichte militaire diensttijd in zijn jonge jaren. Dus ik heb gepraat als Brugman over dat dit niet vergelijkbaar is met militaire dienst, dat dit een sport is, en die zaterdag zelfs een leuke familieactiviteit, en stukje bij beetje liet hij zijn aversie varen. Hij begon er zelfs plezier in te krijgen. En vroeg zeer aandoenlijk of we bolletjes konden meenemen i.p.v. boterhammen, dat was zoveel gezelliger, dan was het echt een uitje. Ik weet niet of hij me in dank afneemt dat ik dit nu zo wereldkundig maak, maar ik vond het lief.
We zouden de hele dag van huis zijn, dus hondje Lenny moest ook maar mee. Legergroen sjaaltje omgeknoopt, hij was er klaar voor.

GI Lenny
We konden het niet beter treffen met het weer, het was droog en zonnig, maar niet te warm, het was echt ideaal.
We verzamelden op het terrein en ik zag dan nu de gezichten bij de namen die ik vaak hoorde.
Zelf ben ik altijd bezig met mensen in te delen in types. Dus nu ook. Ik zag een Jeroen van Koningsbrugge, een Ragnar Lothbrok (van Vikings) en iemand die me aan een van mijn neven deed denken. Ik weet niet waarom ik dat doe, maar ik heb er plezier in.
Een grote verscheidenheid aan mensen, maar iedereen aardig. En wat een goede sfeer!
De dag was ingedeeld in verschillende games:
Capture the flag
Terrorist Town
(Pauze)
Find the Goo
Terrorist Town
Pop vinden en redden
Zombie game

Ik zou niet alles meedoen, iemand moest toch bij Lenny blijven, dus het eerste onderdeel was Bert aan de beurt. Hij had zijn eigen legerkleding van vroeger aan, en zijn broek kon zelfs nog dicht. Ok, met enige moeite, maar toch. Petje af hoor, na 30 jaar. Ik weet wel zeker dat ik niet meer in mijn rokjes uit die tijd pas. Stiekem vond ik dat hij er best stoer uitzag.
Capture the flag was zoiets als levend Stratego, zoals je vroeger wel op schoolkampen speelde. (Maar misschien mag ik dat zo niet zeggen van airsofters)
Het volgende onderdeel, Terrorist Town, deed ik mee. Ik had wel mijn eigen spijkerbroek aan, maar Berts jasje, Jans pet, een gehuurde veiligheidsbril en Tims maskertje. De dag ervoor had ik al onverwacht een pijnlijke behandeling bij de tandarts ondergaan en ik had geen zin om er nog een keer heen te moeten. Deze outfit zorgde er wel voor dat ik schier onherkenbaar was, maar het zat niet eens ongemakkelijk.
We werden verdeeld in 2 groepen; 5 terroristen en 16 burgers. Het was erg geheimzinnig allemaal en alleen de terroristen kregen op een geheime manier de kans om elkaar te kennen. (uitleg hierover duurt te lang, dus neem het maar gewoon aan) De burgers wisten dus niet wie burger of terrorist was. Ik bleek terrorist te zijn. Potverdorie, niks voor mij. Maar het was een spel, dus ik moest het niet te letterlijk nemen. Een beetje “wie is de Mol”, dat idee beviel me beter.
Met mijn replica over de schouder sjouwde ik met Irene en Jan en nog een paar anderen mee, ik deed alsof ik burger was. Ik had tevoren lopen blaten tegen Irene dat ik steeds bij haar zou blijven dus het zou wel erg opvallen als ik me nu af zou zonderen en anderen op zou zoeken.
Op een geschikt moment, toen we met z’n 3en afsplitsten, zag ik mijn kans schoon. Je mag niet vanaf minder dan 5 meter op iemand schieten, dan moet je “pang” zeggen. Dus ik zei, net als vroeger bij het cowboytje spelen, 2 x “pang” en haalde daarmee mijn eigen kinderen onderuit. Familiedrama als je het goed beschouwd. “Nee joh….!” zei Jan, die zijn schoonmoeder vertrouwd had…. Daarna wilde ik me snel uit de voeten maken maar voelde een venijnige tik op mijn hand waar een BB me raakte. In reflex riep ik AU in plaats van HIT. Duidelijk een groentje. Ik was uitgeschakeld.
En ik had het erg spannend gevonden! Het rondsluipen, het wachten op het juiste moment, het waakzaam zijn…. En heel niet erg dat ik niet met mijn replica geschoten had, ik had toch mijn doel bereikt.
Na de pauze speelden we Find the Goo. Nu deden Bert en ik allebei mee en bleef Tim bij Lenny.  Nu had Bert z’n jasje natuurlijk zelf weer nodig, dus mocht ik die van Tim aan.
acn
We werden verdeeld in 2 teams, en we moesten op zoek naar 7 staven “radioactief materiaal” die in het bos achtergelaten zouden zijn. Het team dat ze uiteindelijk had won, maar je mocht ze ook weer van elkaar veroveren.
Het was eigenlijk een soort paaseieren zoeken. Of de spreekwoordelijke speld in de hooiberg. Ik heb er dus ook werkelijk niet 1 gevonden. Ik bleef eerst bij Bert in de buurt, we spraken af bij elkaar te blijven, maar we wilden toch ook allebei onze eigen weg zoeken. We mogen dan tegenpolen zijn, we hebben allebei een beetje moeite met volgen, wij willen allebei zelf de controle hebben. Toen hij “gehit”werd , moest ik alleen verder. Ik vond het doodeng. Probeerde me zoveel mogelijk schuil te houden maar wilde ook het materiaal vinden. Ik zag Jan en bleef in zijn buurt, samen slopen we door het bos en naar het fort van de tegenstanders. Mijn hart zat letterlijk in mijn keel. Ik kan niet echt verklaren wat die spanning nou gaf, misschien had ik toch meer inleving in de gespeelde situatie dan ik zelf gedacht had. We kwamen een tegenstander tegen, die ons niet zag. Jan fluisterde:” schiet jij?”
Ik schudde mijn hoofd. Ik kon het niet. Zelfs al is het een spel, iets hield me tegen om op iemand te schieten. Om te richten en de trekker over te halen. Het “pang” roepen in de vorige game had heel anders aangevoeld.
Ik was eigenlijk verbaasd over deze psychologische wending, dat ik het blijkbaar zo serieus nam.
Jan schakelde de tegenstander uit, we kwamen nog een stukje verder, toen werd hij zelf gehit. Ik bleef nog even onzichtbaar, maar toen probeerde ik toch het fort te bereiken. Tevergeefs, ik voelde een tik tegen mijn been. Deze keer riep ik wel HIT en ik ging met mijn hesje naar de basis.
Ik was best onder de indruk van het hele gebeuren en besloot ook dat het na deze ronde voor mij genoeg was geweest. Ik had er van genoten maar het was ook onvermoed intensief gebleken.
Meneer Kaktus zei vroeger: “Spelende Vrouw, wat hebben we hier van geleerd?”
Ik heb geleerd dat als de situatie wat serieuzer is, ik me meer inleef in een rol dan ik zelf gedacht had, en dat ik niet op iemand kan schieten, ook al is het mijn vijand.
Terrorist Town had ik meer als een spel gezien, dit Find the Goo leek te echt. Dus ‘paaseieren zoeken’ dekte toch achteraf echt de lading niet. En bovendien had ik bevestigd gezien dat ik moeite heb met volgen en orders opvolgen, ik wil zelf de dienst uitmaken.
Tot zover de zelfreflectie, we waren een dagje uit tenslotte!
Niet alle onderdelen konden meer gespeeld worden, te weinig tijd. Want om 17.00u. werd het eindsignaal geblazen, en konden we gaan genieten van een goedverzorgde barbecue.
Dat was gezellig! En heel lekker ook nog, dus een superleuke afsluiting van deze dag. Nu kwamen we ook wat meer in gesprek met sommige mensen en ik bleef des te meer bij mijn mening dat het een sympathieke club is, dat ACN!

Airsoft. Het is niet luchtig, het is niet soft. Het is wel een sport die serieus genomen moet worden. En die soms op moet boksen tegen de negatieve berichtgeving in de media. Het is een teamsport, en je bent er zowel fysiek als mentaal mee bezig. ACN is een goede afspiegeling van de doelgroep: de leden zo divers als het maar kan, samen een sympathieke en actieve club met een positieve uitstraling.
Echt heel erg leuk om dit op zo’n dag te ervaren!
Familiedag 34              Familiedag 18    

Voor info over ACN:  http://www.airsoftclubnederland.nl/

Ik spoor (niet)

Het was Irene’s idée om onze verjaardag samen te vieren, omdat zij 25 werd en ik 52.
Dat is mooi gespiegeld tenslotte.
Zij had de locatie geregeld en samen zouden we voor de catering zorgen.
Het feestje was op zaterdagavond. Mezelf kennende had ik besloten om reeds op vrijdagavond naar haar toe te gaan, zodat we samen op zaterdag genoeg tijd hadden om het voor te bereiden.
Want Tim moest zaterdagochtend nog werken, en ik zag mezelf al stressend en bekkend door het huis lopen omdat ik vond dat we veeeel te laat weggingen!
Die arme Bert en Tim zouden het dan moeten ontgelden en om hen dat te besparen en mijzelf wat gemoedsrust te bezorgen, was het plan om vrijdagavond per trein naar Irene te gaan.
Bert zou me naar station Groningen brengen, Irene me van station Amersfoort ophalen,
prima geregeld dus.
Netjes mijn ov-chipkaart opgeladen, ik was er klaar voor, moeder ging op stap.
De trein zou om 19.46 u. vertekken en ik betrapte me er op dat ik alsnog liep te stressen dat ik op tijd van huis wilde. Bert zei dat we tijd zat hadden maar ik liep alweer te heuen omdat het misschien druk was op de ringweg, en misschien druk in de stad en….
nou ja Bert leeft al wat langer samen met mij dus we gingen op tijd weg.
Lees: we waren er veel te vroeg.
Op het station bedacht ik dat ik bijna twee uur in de trein moest zitten en dat ik nog wel even wou plassen van tevoren.
“Heb ik daar nog tijd voor?” vroeg ik aan Bert.
“Als jij denkt dat je het in twintg minuten kan redden, ja dan heb je er nog tijd voor”.
Ik meende toch een zweempje sarcasme in zijn stem te horen.
Uiteraard was ik met twee minuten weer terug op het perron.
Bert moest nog even naar de motorzaak en ik zei: “Je hoeft niet te wachten tot de trein
vertrekt hoor, ik red me wel. Welke kant rij ik straks op?” Ik hou namelijk niet van achteruitrijden.
Bert wees het aan, we namen afscheid en ik klauterde met mijn weekendtas en schoudertas de trein in, ging op een vrije plaats zitten en zag Bert hevig gebaren op het perron.
Ok, ik zat dus alsnog in de verkeerde richting, dus andere zitplaats gekozen.
Bert zwaaide en liep weg, ik installeerde me. En dacht ineens: Sh***! Ik heb niet ingecheckt!
Ik durfde m’n spullen niet te laten liggen, dus zeulde ik mijn weekendtas en schoudertas weer door het smalle gangpad, trein uit, het perron op.
Ondertussen ging mijn telefoon, maar ik had geen tijd om hem op te nemen.
Ik rende naar een incheckpaaltje, gauw kaart ervoor, en weer terug in de trein met mijn hebben en houden. Mijn stoel was nog vrij , dus wederom geïnstalleerd.
En even op mijn telefoon gekeken. Sms-je van Bert: ‘Vergeet je niet in te checken?’
Ik was te eerlijk om terug te sms-en ‘natuurlijk niet’ dus ik liet hem weten dat ik er net aan
gedacht had.
Maar ik was niet de enige hoor, ik hoorde ineens een meisje achter me hartgrondig “Kak!” zeggen en ze rende de trein uit, zij liet wel haar spullen achter. En ze was ook weer op tijd terug voor de trein vertrok.
En geloof het of niet, ik zag verderop nog iemand de trein uitvliegen naar de incheckpaal
en weer terug. Ik voelde me iets minder dom.
Ondertussen waren er aardig wat meer passagiers in de trein gekomen en ik kreeg gezelschap van een mevrouw. We knikten vriendelijk naar elkaar en zaten vervolgens zo’n half uur zwijgend naast elkaar.
Ik keek uit het raampje en had kinderlijk plezier in de weilanden met koeien en slootjes die zo diagonaal langs je heen glijden.
“Goedenavond, plaatsbewijzen alstublieft” riep de conductrice die onze coupe binnenstapte.
Men dook collectief in tassen , jassen en zakken en toverde kaarten en kaartjes tevoorschijn.
Mijn buurvrouw had een kortingspas met een papieren kaartje, ik zat met mijn ov-chipkaart paraat.
De conductrice pakte hem aan en hield hem voor de scanner. Stilte. Ze keek naar mij.
En weer naar de scanner. En weer naar mij. “U heeft niet ingecheckt mevrouw!”
“Jawel!” zei ik verbaasd, “In Groningen, ik ben er zelfs de trein nog voor uitgerend”.
Ze tuurde op het schermpje van de scanner.
Ik zag dat iedereen belangstellend meekeek en luisterde, zou ik ook gedaan hebben in hun geval.
Ondertussen voelde ik een enorme opvlieger opkomen. Vroeger kon ik gewoon blozen,
tegenwoordig spring ik op de gekste tijden, maar ook als ik schrik, op een alarmerende tint rood.
Ik wist zonder spiegel hoe mijn teint vloekte met mijn koraalroze shirtje en voelde me erg ongelukkig.
“O, ik zie het al”, zei ze uiteindelijk (dus dat “al” had ze wel achterwege kunnen laten)
“u heeft ingecheckt bij een Arriva-paal. En u reist nu met de NS”
Ik geloof niet dat ik heel erg intelligent keek toen ik zei: “Maar daar had ik geen idee van,
dat er verschillende incheckpalen zijn….”
De conductrice keek naar mijn buurvrouw en vroeg: “Reist u samen?”
Zij keek even naar mij en ik zei: “Nee”. Mijn buurvrouw zei heel vriendelijk:”Maar ze mag wel op mijn pas hoor, ik mag iemand meenemen voor 40% korting.”
Dat vond ik wel heel aardig, maar dat kon toch niet zomaar.
“Nee” zei de conductrice, “U heeft nu geen geldig plaatsbewijs. Ik moet u nu een boete geven van 35 euro.”  Jemig, dacht ik, maar ja, als ik fout zat dan moet het maar.
“Maar”, vervolgde ze , “Ik zie op de kaart dat u niet vaak met de trein reist en het is ook wel verwarrend. Moet u naar Zwolle? “
“Ik moet naar Amersfoort, maar overstappen in Zwolle”.
“Nou, dat doen we het zo: ik laat het nu hierbij, u moet alleen in Zwolle direct inchecken met uw chipkaart. Maar let u alstublieft op dat het een NS paal is en niet een van Connexxion . En voortaan goed op letten, want ik had u eigenlijk 35 euro moeten rekenen”.
Ik knikte en bedankte en kreeg mijn kaart weer terug, maar mijn normale kleur nog steeds niet, voelde ik.
Dit incident had het ijs tussen mijn buurvrouw en mij wel gebroken en ik bedankte haar voor haar aanbod met korting te reizen. De rest van de reis naar Zwolle had ze heel veel verhalen over wat er allemaal mis kon gaan met de ov-chipkaart. Ondertussen zat ik enigzins op hete kolen, ik had in Zwolle maar een paar minuten om over te stappen en ik moest eerst zo’n checkpaal vinden.
Bij station Zwolle zei ik mijn buurvrouw gedag en stond al in de startblokken bij de deur toen we bij het perron aankwamen.
De trein stopte, deuren gingen open en ik stuiterde met m’n bagage naar buiten.
Heerlijk even de koele wind over mijn vlekkerige wangen.
De trein naar Amersfoort stond aan de andere kant, ik hoefde alleen de breedte van het perron maar over te steken. Maar er stond geen paal.
Dus in gestrekte draf richting stationshal, daar zou er toch wel een staan?
Trap op, uiteraard met tassen. Geen paal. Links of rechts? Geen tijd voor overleg, hup naar rechts. Dat bleek de achterkant van het station. Station Zwolle is best groot, dus die gang ook. Eindelijk aan het eind weer een trap, en daar beneden zag ik dan een checkpaal. Van NS ! Ik ben niet zo’n goeie traploper, en de klok tikte door, dus ik holderdebolderde oncharmant naar beneden.
Kaart voor de lezer, piep, hup weer naar boven. Het was topsport.
Helaas heb ik niet de conditie van een topsporter.
Terug naar het perron, de gang leek nu nog langer dan op de heenweg.
Nog weer een trap af, trein stond ernog. Tassen en ik erin, deur dicht, rijden. Pffff gehaald.
Mijn hart bonkte zowat uit m’n lijf van de inspanning en het was ook niet bevorderlijk voor het tegenaan van de opvliegers.
Als dat verschijnsel z’n naam eer aandeed was ik al 3x in Amersfoort geweest, goeie genade!
Er was nog een zitplaats vrij, zonder buren. Ik reed wel achteruit maar ik had geen fut meer om een andere plek te zoeken, ik moest eerst bijkomen.
En natuurlijk kwam er nu geen conducteur. Jammer, ik vond dat mijn moeite best beloond mocht worden met een goedkeurende knik na een blik op de scanner!
In Amersfoort ging ik de trein weer uit, wel weer aardig bijgekomen.
Ik was er, en kreeg ondertussen een berichtje van Irene dat ze met de auto stond te wachten.
Alles in orde dus.
Maar om dit verhaal toch nog even compleet te maken liep ik aan de verkeerde kant het station uit.
Ik had wel uitgecheckt, dat dan weer wel , maar Irene was nergens te bekennen.
Dus nog maar even bellen: waar ben je nou?
Volgende keer neem ik een tas op wieltjes mee, als ik dan weer alle stations meerdere malen moet doorkruisen hoef ik niet zo te sjouwen. Ik zal het maar op de leeftijd gooien, toch?
Of moet ik dan met de regiotaxi….

spoor

 

Racen

Soms doe je iets wat eigenlijk helemaal niet in je lijn ligt.
Zo ben ik gister naar de “ RTL GP Masters of Formula 3 “ geweest.
Autoracen dus. Op het circuit in Zandvoort.
Bert is een groot race-fan, zowel voor auto- als motorraces.
Zijdelings krijg ik daar nog wel wat van mee, regelmatig schettert de snerpstem
van Allard Kalff op zondagmiddag door de kamer.
Die stem heeft voor mij een groot irritatiegehalte.
Welk race-evenement er ook is, tot Dakar aan toe, Kalff doet het commentaar.
Liever heb ik Olav Mol, maar die is bijna nooit aan de beurt. (Er is ook nog een Sierd de Vos, zouden ze bij RTL 7 hun commentatoren selecteren op dierennamen? In dat geval kunnen ze Hans Kraay ook wel aannemen )
In ieder geval, voor Vaderdag kreeg Bert 2 tickets voor een plaats op de hoofdtribune
van de Formula 3.

racen
Hij moest zelf maar kiezen wie hij mee wilde nemen.  En hij koos mij.  Vandaar dat ik gister ook van de partij was.
We waren al vroeg op pad gegaan en waren rond 10.00 u. bij het circuit.
Het was druk, rijen auto’s, rijen mensen bij de ingang, maar het was allemaal zo goed georganiseerd dat we binnen no-time binnen stonden.
We kochten een beker koffie en gingen de tribune op.  De plek die we vonden was prima, in tegenstelling tot de koffie,  die scoorde toch wel hoog in de top 10 van de
slechtste-koffie-allertijden.
Het sfeertje was heel gezellig, allemaal goedgehumeurde mensen.  De mannen waren sterk in de meerderheid, dit was dan ook het enige evenement wat ik ooit bezocht heb waar geen rij stond voor de  damestoiletten.
Om half 11 zagen we de eerste race.
Ik verstond dat het ging om de Renault Clio Club,  ik had al een beeld voor me van een gemoedelijk groepje mensen met dezelfde auto,  die weekendjes met elkaar gingen kamperen,  puzzeltochten rijden, en af en toe een wedstrijdje tegen elkaar reden.
Maar het ging om de Renault Clio Cup,  en dat was heel wat anders.
Er werd serieus geracet door coureurs met gesponsorde auto’s,  met snelheden die ik met mijn Renault 6 niet kan (en wil) halen, en het was leuk om te zien.
Men zat elkaar behoorlijk op de hielen,  wielen in dit geval,  zodat er iedere keer een kudde autootjes voor de tribune langs kwam racen.  Het had wel iets komisch eigenlijk.
Ik kan niet vertellen wie er gewonnen heeft, maar er was een echt erepodium, met prijsbekers en champagne.
Daarna was het tijd voor de BOSS GP. Er werd geraced met Formule 1 wagens uit
de jaren 90.
Hier zat een hoop vertoon omheen.
Heuse pitpoezen verschenen. Ik zie ze ook wel op tv, en wat heb ik een gloeiende hekel aan dat seksistische gedoe.
Maar nu vond ik het eigenlijk alleen maar lachwekkend.
21 meisjes, allemaal zo lang en dun dat je het idee had dat je naar een uitgerekt beeld zat te kijken, wankelden op hakken als breinaalden over het natte asfalt, in optocht.  Ze hadden allemaal een paraplu op.
Omdat wij vrij hoog op de tribune zaten keken we er schuin van boven op neer, en zag de stoet meisjes –met-paraplu eruit als een bovenmaatse duizendpoot die van de pitstraat naar het startgedeelte kronkelde.
Ik had medelijden met de meisjes, het was koud en ze hadden een ultrakort broekje en een mouwloos topje aan.
Bovendien hadden de meesten nogal moeite om zich voor te bewegen op schoenen waarin hun voeten vrijwel verticaal stonden.
Erg charmant zag het er dan ook niet uit. Ze stelden zich op bij de startposities van de auto’s.
Bert vertelde me dat er op een filmpje op internet te zien is dat een coureur niet op tijd stopte, en op zo’n meisje inreed.
En zo hufterig was om zich alleen druk te maken over de mogelijke schade die zijn auto had opgelopen !
Voor mij nog een extra bevestiging dat het een belachelijke vertoning is waarbij ik niet begrijp dat meisjes zich daar voor lenen.
Maar voordat ik wegdraaf op mijn geëmancipeerde stokpaardje, zal ik me tot de
race bepalen.
De auto’s namen hun startpositie in  en het lawaai was niet te beschrijven!
Gelukkig had ik op Berts advies mijn oordopjes meegenomen en daar was ik maar
wat blij mee !
Ik vond het gewoon beangstigend, zoveel geluid als die auto’s produceren.
De meeste mannen in het publiek genoten, je zag allemaal glunderende koppen.
Iedereen ging ook staan, om maar vooral niks van de start te missen.
Ik werd wat afgeleid door de man voor mij, die voortdurend met zijn hand achterin zijn broek zijn boxer aan het schikken was.
De letters Calvin Klein kwamen prominent boven zijn broekband uit.
Vast ook een Vaderdagcadeautje.
Maar zijn vrouw had waarschijnlijk beter een Calvin Kleiner kunnen kopen, want deze
zat duidelijk niet lekker.
Ik heb hem nog de hele dag regelmatig zien sjorren en schuiven.
De raceauto’s spoten er letterlijk vandoor,  want het regende behoorlijk.
Het schemerde me voor de ogen als ze weer voorbij kwamen,  zo hard flitsten ze langs.
En toen was het ineens afgelopen,  het regende te hard, de rode vlag werd gezwaaid.
Alle auto’s naar de pitstraat, einde verhaal. Zo raar, het begon zo spectaculair maar ging uit als een nachtkaars.
Er was namelijk geen tijd voor hervatting, want het volgende onderdeel was dan hetgeen waar het eigenlijk om ging, de Formule 3 !
Dus de wankelmeisjes mochten ook weer van stal, een bitse akela wees ze hun plaats.
Die hoefde blijkbaar niet charmant en sexy te zijn.
De race vond ik erg leuk !
Mooie race-auto’s  (met een wat aangenamer geluid vond ik zelf) met internationale coureurs reden een spannende wedstrijd.
Ik vond het erg mooi om te zien welke tactieken ze gebruiken om te voorkomen dat
ze ingehaald worden.
Ik ben zelf nogal een schijtluis achter het stuur,  en vond het ontzettend spannend om te zien wat er soms uitgehaald werd op de baan.
En dit onderdeel was rechtstreeks op tv, zagen we op het grote scherm.
Dus misschien ben ik nog wel even in beeld geweest, ik was diegene op de tribune met het knalroze vestje aan.
Als ik tenminste niet verstopt zat achter Calvin Klein.
De race duurde 25 rondes, maar het was zo voorbij!
Bert was fan van Hannes van Asseldonk , “onze Hannes”,   en die eindigde op de 3e plaats.
Ik dacht: je zal maar Hannes heten. Maar het kan nog erger, er reed ook een Pipo mee!
Ik verzin het niet.
Maar die kwam uit Brazilie, misschien is het daar een gewone naam .
De 1e plaats was voor de Spaanse Daniel Juncadella, nog nooit van gehoord, maar dat zal in de loop der jaren vast nog wel veranderen.
Hij kreeg een krans die op de Dam op 4 mei niet zou misstaan, zo groot, en er werd weer  champagne verspild.
Zo zonde vind ik dat altijd….. Bert vroeg zich al af of ze de flessen meenemen in de racewagens, dat ze sowieso genoeg geschud zijn.
Na de Formule 3 kregen we een show van een motorrijder die ongelooflijke
stunts uithaalde.
Dat was prachtig om te zien, het publiek gaf hem dan ook een enorm applaus.
Inmiddels was de zon gaan schijnen, maar op de overdekte tribune konden we daar niet van profiteren.
We waren behoorlijk koud geworden, en omdat het belangrijkste toch geweest was inmiddels, besloten we lekker de zon in te gaan en een plekje in de duinen rond het circuit te zoeken.  Dat lukte en we warmden heerlijk op.
We zagen een spectaculaire wedstrijd tussen 2 trucks,  Scania’s.  160 km per uur, dat zie je een vrachtwagen normaal toch niet doen !
Daarna waren er nog 2 kleine races.  Heel jonge jongens en 1 meisje in Suzuki Swifts reden om de Formido Swift Cup.  Ik heb in mijn trouwe Swiftje nooit zulke snelheden gehaald.
Als laatste was er de Burando Production Open.  Een rare verzameling auto’s verscheen aan de start, zeg maar:  een zootje ongeregeld.
Volgens het programmaboekje  “ een grote diversiteit”. Ja, zo kan je het ook omschrijven.
Dit vonden we niet zo boeiend meer en inmiddels was het half 6.  Het was mooi geweest voor vandaag.
We moesten nog een heel eind terugrijden.
Ik hoopte dat Bert niet teveel geïnspireerd was geraakt door alles wat hij gezien had.
Ik hoefde niet bang te zijn, in een keurig tempo zijn wij naar huis gekacheld.
En dat ligt wel in mijn lijn.

 

Knorrig

De map “ongewenst”  in mijn mailbox zit elke keer  weer vol nutteloze rommel.   Ik heb iedere dag wel een prijs gewonnen,  of er liggen gratis tickets voor me klaar of ik ben voor iets heel fantastisch geselecteerd.
Wat zou mijn leven er toch anders uitzien als dat toch allemaal op waarheid berustte!
Maar ik ben prima tevreden met mijn leven, dus weg met die flauwekul. Toch kijk ik de map altijd wel even na, soms zit er een verdwaald mailtje tussen wat ik wel wil hebben,
en soms zit er gewoon iets leuks bij.
Zoals een paar weken geleden een mailtje van Knorr :  “Tip de Chef”.
In een grijs verleden had ik wel eens een actiecode ingevoerd die op een Knorrverpakking stond, teneinde  1000 euro te winnen.
Onnodig te zeggen dat dit niet gebeurd is.  Maar mijn emailadres bleef uiteraard wel in de database van Knorr, vandaar deze mail.
“Tip de Chef” was een wedstrijd waarbij je jouw eigen variatietip op een Wereldgerecht kon insturen, via een speciale Facebookpagina.
De beste kwamen in de finale,   6 internationale topchefs ( lees:  koks die bij Knorr werken)  deden de beoordeling  en de winnaar kreeg een keukenset ter waarde van 2500 euro en de vermelding van zijn of haar tip op de verpakking van het desbetreffende Wereldgerecht.
Wij eten nog wel eens een Wereldgerecht,  meestal gewoon zoals het op de verpakking staat.
We kopen dit  namelijk  voor het gemak, en niet om er nog allerlei culinaire toestanden mee te verrichten. Zoiets doen we dan liever zelf,  zonder ook nog ruim 2 euro uit te geven aan een kant-en-klaar verpakking als je toch van alles gaat veranderen.
Toch is er een uitzondering , en wel de Thaise Kip Siam.  Heus lekker, maar
een beetje flauwig.
Toen wij een paar jaar terug in Schotland waren hebben we Thais gegeten. Zoek maar niet naar het logische verband, want dat is er niet.
Het kwam toevallig zo uit dat we in Edinburgh bij een Thais restaurant terecht kwamen.
Ik weet niet meer wat ik gegeten heb, maar Bert had iets met vis.  Wie Bert kent, weet dat hij nou niet echt uit zijn dak gaat als hij iets leuk of lekker vindt.
“ ’t Kon minder”  is al een geweldige uiting van vreugde. Kan je nagaan hoe fantastisch die Thaise vis moet hebben gesmaakt, toen Bert helemaal lyrisch werd aan tafel en nog net niet zat te kreunen. Dit moest wel het allerlekkerste zijn wat hij ooit gegeten had.
Nou, onthouden maar, al had ik geen idee van het recept. (En helaas voor Bert nog steeds niet)  De combinatie Thais en vis bleef in ieder geval goed in mijn geheugen hangen en omdat de Thaise Kip Siam niet zo beviel maakte ik er een keer Thaise Vis Siam van.
Kijk, en dat beviel dus wel. Niet om lyrisch van te worden, maar toch zeker wel op z’n plaats in de categorie “ ’t Kon minder”.
Dus ook geschikt volgens mij om als variatietip in te sturen bij de Knorrwedstrijd.
En dat deed ik dus ook.
Ik kon ook zien wat andere mensen ingestuurd hadden, en voor wat  de Kip Siam betreft dacht ik dat ik wel een kans kon maken.
Mijn tip deed toch niet onder voor:   ‘bak eens een teentje verse knoflook mee’  of ‘een theelepel sambal erbij geeft het meer bite’  .
Maar na de sluitingsdatum verscheen er een berichtje dat de keuze bepaald was en dat de finalisten inmiddels bericht hadden gehad.
Ik had geen bericht gekregen, dus ik mopperde nog even dat ik waarschijnlijk te origineel was geweest en daarna vergat ik het weer.
Tot ik een week later opgebeld werd door ene Nicky van de Knorrwedstrijd.  Of ik mijn berichtje had gelezen, ik zat in de finale!
Huh, ik had niks gezien, ook niet in mijn mapje ongewenst. Nee, het berichtje was via Facebook gestuurd.
Daar blijkt een mapje op te staan waarvan ik niet van het bestaan afwist.  Dan moet je “berichten” aanklikken, en dan de optie “overig” .
Oke, gauw even gedaan en ja zeg,  een berichtje van Knorr:  “ Gefeliciteerd! Je zit in de finale van Tip de  Chef”.
Nog wat korte informatie eronder en vervolgens het verzoek om uiterlijk dinsdag te reageren, anders verviel je plaats.
Het was inmiddels woensdag! Maar Nicky zei dat ze juist daarom belde, ik was niet de enige die het berichtje over het hoofd gezien had.
Kon ik aanwezig zijn volgende woensdag, in Amsterdam ? Ja, dat kon ik en ik voelde me ineens zo blij als een kind dat morgen jarig is.
Ik moest wel wat regelen met mijn werk, maar de mensen met wie ik die woensdag te maken had zijn zo gezellig en welwillend, ik wist wel zeker dat dat geen probleem zou zijn.  En dat was het ook inderdaad niet,  ze vonden het alleen maar heel leuk voor me!
Ik mocht ook iemand meenemen en ik vroeg  Irene mee.
Ook die moest vrij nemen, maar  dat kon eveneens, dus de dames konden samen een dagje uit.
We werden om half 12 in Amsterdam verwacht,  ik ging ‘smorgens om 8 uur de deur al uit, het is een flink stuk rijden op een druk traject en ik zou ook Irene nog ophalen.
Werkelijk klokslag half 12 waren we ter plaatse.
Even aanmelden, en ik kreeg een Knorrschort en een naamplaatje.  Er stond een rood/wit blokje op.
Irene was zo slim om dat te verbinden met de vlaggetjes die op de verschillende kookeilanden stonden, zo wist je dan natuurlijk waar je moest koken! Maar van welk land was die rood/witte vlag?
Internet op de smartphone bood uitkomst, het bleek de Poolse vlag. Dat hield in dat de Poolse kok ons zou begeleiden en de eerste beoordeling zou doen.
Voordat we gingen koken (we waren met 30 finalisten) kregen we eerst nog een filmpje over Knorr en werden de 6 koks even kort geinterviewd.
Ze kwamen uit Nederland, Polen, Italië, Noorwegen, Duitsland en Hongarije.
En ze waren allemaal ZO dankbaar en blij dat ze bij Knorr mochten werken!
Irene en ik vroegen ons al af of wij daar ook maar moesten solliciteren,  het was gewoon de hemel op aarde.
Zo viel het natuurlijk helemaal niet op dat het een grote promotiecampagne voor Knorr was , iedereen was hevig onder de indruk.
Maar eerlijk is eerlijk,  promotiecampagne of niet, het was allemaal supergoed geregeld. Alle ingrediënten die je nodig had voor het klaarmaken van je Wereldgerecht inclusief variatie waren aanwezig, en voor onszelf werd ook goed gezorgd.
De sfeer was ontzettend gezellig, er hing helemaal geen gespannen competitiestemming, het leek meer op een feestje waar iedereen een bijdrage in had.
De Poolse kok bleek een vriendelijke, positieve kerel te zijn die van alles vroeg, en zelf ook handige tips had.
Bijvoorbeeld hoe je water sneller aan de kook kan brengen. Voeg er eenvoudig een beetje zout aan toe, dan gaat het eerder borrelen.
En dat je de stukjes witte vis, als je ze omroert, met de bolle kant van de lepel moet verschuiven, zodat ze minder snel uit elkaar vallen.
Iedereen was druk  aan het koken en je zag alle gezichten rood kleuren, van de warmte boven de fornuizen en de ovens, maar  ook  wel van een beetje spanning. Want nu kwam het er natuurlijk wel op aan, je moest een goed product afleveren!
Ondertussen liep er een fotograaf rond,  en een koppeltje mannen wat filmde
en interviewde.
Ook ik werd aangesproken, juist toen ik bezig was wat olie in een wokpan te verhitten.
“ Mevrouw wat doet u, staat u nou in een lege pan te roeren?”
Ik zei dat ik met de warming- up bezig was en daar stelden ze zich tevreden mee.
Gelukkig gingen ze weer verder naar hun volgende slachtoffer.
Irene gaf me morele bijstand en samen hadden we het ongewild voorzien op de dochter van een andere deelneemster. Ik sloeg haar per ongeluk tegen haar hoofd toen ik met een zwaai een pan onder uit het rek haalde, Irene knalde tegen haar aan toen ze mij wilde helpen met overbodig geworden spullen opruimen en ik kwam nogmaals met haar in aanvaring toen ik mijn lepel wilde afwassen, want om een mysterieuze reden was er op alle kookeilanden een nijpend gebrek aan lepels.
Wij vroegen aan het meisje of ze het nog wel leuk vond dat ze meegegaan was, maar ze zei dat ze zelf ook beter uit moest kijken.
Ik vond dat wel erg aardig van haar, volgens mij waren wij toch degenen die lomp waren.
Toen alle gerechten klaar waren schepten alle deelnemers een klein bordje op voor de jury.
Dat was natuurlijk spannend, want nu kwam de beoordeling. We hadden al wel gezien dat er heel wat lekkers gemaakt was, het rook ook heerlijk, dus ik gaf mezelf al weinig kans dat nou juist mijn Vis Siam het zou winnen. De jury schreef van alles op, maar dat bleef voor de deelnemers onleesbaar. Maar beter ook denk ik. Daarna gingen ze in beraad.
Ondertussen was van alle gerechten een buffet gemaakt, er waren lange tafels gedekt, en nu mochten wij allemaal gaan proeven.
Dat was leuk! Bij alle gerechten stond een bordje met welk wereldgerecht het was en waarmee het was gevarieerd.
Ik heb niet mijn vis opgeschept, die ken ik nou wel, maar wel een klein beetje van een stuk of 5 andere gerechtjes.
En een variatie van de Beef Stroganoff sprong er voor mij wel uit, wat was die lekker!
We hebben een foto gemaakt van het tekstbordje, zo kan ik het thuis ook eens maken. Wat ons betreft mocht die winnen!
De juryleden  hadden echter andere gedachten. Toen wij allemaal inmiddels aan een overheerlijk bekertje Ben & Jerry’s ijs zaten, kwamen ze weer tevoorschijn.
Het gebruikelijke praatje natuurlijk, dat ze onder de indruk waren van alle gerechten en de creativiteit, en dat het ontzettend moeilijk was geweest om een winnaar te kiezen.
En dat we eigenlijk allemaal winnaars waren, omdat we vanuit ruim 700 inzenders waren uitgekozen in de finale.
Iedereen beaamde dat natuurlijk , applaus voor jezelf.
Maar er kon er maar 1 de winnaar zijn en dat was ene Nola, met haar variant op de
Kip Tajine.  Zij had de kip vervangen door vegetarische quorn en er nog wat toeters en bellen aan toegevoegd.
Een dikke bos bloemen en een dikke keukenset voor een stralende Nola en een zo mogelijk nog stralender echtgenoot.
En zo kwam er een einde aan de wedstrijddag, iedereen was inmiddels wat rozig van de warmte en het lekkere eten.
Ik voelde me zeer tevreden, had een supergezellige dag gehad met Irene  bij Knorr.
“Knorr breekt zo lekker de week” tenslotte.
Ik ben zelf nog van de generatie van “Dag meneer de Knorr”,  en dat gingen we ook maar in de praktijk brengen.
Ik moest tenslotte nog een flink eind terugrijden naar huis, dus het was fijn dat het niet heel laat geworden was.
Mijn, inmiddels niet meer witte, schort mocht ik houden, we kregen een tas met Knorrspullen mee, en ik ook nog een envelop met daarin een flinke tegemoetkoming in de reiskosten.  Dat vond ik wel heel netjes!
Irene weer thuisgebracht en toen weer naar het hoge noorden.
Toen ik aan het begin van de avond thuiskwam had Bert de tafel gedekt en een flesje wijn klaargezet, Tim had het eten klaargemaakt en kon ik zo aanschuiven.
Heerlijke filetlapjes, gebakken aardappelen en gemengde sla.
En daar kwam geen Knorr aan te pas!

SANYO DIGITAL CAMERA

Naar de sauna


Vorig weekend ben ik met Irene naar de sauna geweest.
Zo 2 à 3 x per jaar gunnen we onszelf zo’n verwendagje.
Soms zelfs daagjes, met een hotelovernachting erbij is het wel helemaal super.
Maar met af en toe een losse dag zijn we ook altijd heel blij.  Wij doen dit al een aantal jaar, en samen hebben we daarmee ook al ontzettend veel lol gehad.
Want heel vaak gebeuren er gekke dingen.
Afgelopen keer viel daarmee trouwens uit de toon, afgezien van dat ik een verlichtingsspot  voor een boomhut annex nestkastje aanzag (omdat ik dus mijn bril niet ophad) en Irene daardoor half verdronk in het zwembad, hebben we geen rare dingen gezegd, gedaan of meegemaakt.
Niet zoals die keer dat we een arrangementje inclusief badjas en handdoeken hadden.
Ze hadden er alleen, tot hun eigen nadeel, niet bijgezegd hoeveel handdoeken.
Speciaal mijn handdoek was namelijk erg aantrekkelijk voor andere saunagebruikers.
Ik weet niet of het mijn geurtje was dat het zo onweerstaanbaar maakte maar iedere keer was mijn handdoek weg! Ik hing ‘m netjes aan een genummerd haakje, zodat ik hem ook weer terug kon vinden na het zwemmen of douchen.Naast die van Irene.  Haar handdoek bleef keurig op het haakje hangen, de mijne was weg.  De eerste keer ging ik naar de receptie voor een nieuwe handdoek, waarbij ik uitlegde dat de mijne weg was gehaald door een anoniem iemand. De tweede keer bood ik (ten onrechte, want ik kon er niks aan doen) mijn verontschuldigingen aan en kreeg nogmaals een nieuwe handdoek.
De derde keer durfde ik me niet meer te vertonen en stuurde Irene erop af.
We maakten alvast maar plannen voor de vierde keer, waarschijnlijk hoefde ik alleen maar te verschijnen  en niks te zeggen en zouden ze direct begrijpen dat ik een nieuwe handdoek nodig had.  En de vijfde keer zou het al genoeg zijn als ik alleen een hand om de deur stak….
Waarschijnlijk zouden ze, als we nog eens zouden reserveren,  bij het horen van mijn naam al een extra pallet handdoeken laten aanrukken. Als we tenminste nog terug mochten komen.
Of die keer dat we badjassen in onze hotelkamer hadden hangen. Dat was makkelijk, zo van je kamer de sauna in! Irene deed de eerste greep in de kast, prima passende badjas. De andere was voor mij. Ik deed hem aan en vond mezelf niet meer terug. Kon ‘m letterlijk 2 x om me heen wikkelen, zag eruit als een kruising tussen het Michelinmannetje en de Verschrikkelijke Sneeuwman en kreeg het bloedheet in mijn dubbele bepakking. Onnodig te zeggen dat Irene inmiddels al weer op de grond lag van het lachen. Met die badjas ging ik dus niet 2 dagen rondsjouwen,  XXXL !
Bij de bar gevraagd om een passende badjas en gelukkig gekregen. Paar rondjes sauna gedaan, tot ik op een gegeven moment dus mijn brillenkoker niet terugvond in de zak van de badjas. Nee het zal niet waar zijn,  iemand had mijn badjas meegenomen !
Waarom is Irene nou nooit eens de pineut en heb ik dat alleen maar?
Met wazig zicht, want brilloos, maar weer richting receptie,  alwaar omgeroepen werd dat “een mevrouw” haar bril met koker kwijt was, of ieder z’n badjas even wilde controleren. Ondertussen had ik het koud, omdat ik alleen mijn handdoek maar om had,  want ik had geen zin in de badjas van een ander op m’n blote huid. Brr. Gelukkig kwam de bril weer terug en kreeg ik nogmaals een schone badjas. Ook deze was weer behoorlijk aan de grote kant maar ik had het lef niet meer om ‘m nogmaals om te ruilen.  Niet klagen maar dragen.
Of toen we in het Turks stoombad gingen. Dikke mist natuurlijk toen we binnen kwamen. Maar we waren maar met z’n tweetjes.
We liepen ontzettend stom te doen,  Irene galmde nog luidkeels: “Hallo???
Is daar iemand ? Iemand ? Iemand? “, heel gloedvol met wegstervende echo, maar er kwam geen antwoord. We vonden giebelend, op de tast ,de bank om op te zitten.
Alles was natuurlijk superwarm en vochtig van de stoom,  we gleden heen en weer op het bankje . Ik verkondigde dat ik glibberbillen had en Irene  bood aan om me af te nemen met de ruitenwisser die daar lag. Vervolgens gingen we in gesprek over persoonlijke dingen. Tot we ineens tot onze schrik iemand achter ons vanuit de mist zagen opdoemen,  langs ons van de bank stappen en grinnikend naar de uitgang lopen.  Een meneer. “Hé, da’s niet eerlijk!” riep Irene zonder nadenken.  “Ik vroeg nog of er iemand, iemand, iemand was ! “ “Haha”, lachte de man,  “Jullie zagen me toch niet en  ik wilde wel eens weten waar jullie het over zouden hebben…. ”
Gelukkig was het zo mistig dat we elkaar bij helder licht niet zouden herkennen, maar we voelden ons flink voor schut zitten.
De infraroodsauna is ook lekker.
Wel onhandig dat je dan op zo´n krukje moet zitten, je zit dan in een kringetje om een middenzuil heen. Wij zaten naast elkaar en hoorden ineens een groot lawaai aan de andere kant van de zuil. Verschrikt schoten we overeind en om de zuil heen en we zagen  een mevrouw op de grond spartelen in een wervelende wirwar van handoeken, armen en benen. We waren teveel geschrokken om in de lach te schieten, maar het zag er idioot uit. En de mevrouw zei droogjes:  “Ik ging naast ‘t krukje zitten”.
Gelukkig had ze zich niet echt pijn gedaan en toen durfden we erom te lachen. En moesten er vervolgens iedere keer weer aan denken zodat we op de meest rare momenten weer in de lach schoten en mensen ons bevreemd aankeken of dachten dat
we hen uitlachten.
Buiten is meestal ook wel wat te doen.  Zo zat er bijvoorbeeld een man in een houten ton.
“Hé!”, zei Irene,  “ Daar hebben we Jan Huigen”.  En dat was alweer genoeg voor mij voor weer een half uur schateren.
Of druk kletsend de trap van het zwembad aflopen, de laatste tree missen en gewoon doorpratend schielijk onder water verdwijnen,  wat natuurlijk resulteert in  “ blub blubdebloeb”  zodat ik onder water zelf ook nog in de lach schoot en me vreselijk verslikte.  En bij het bovenkomen Irene aantrof die verbaasd zei:  “Je was ineens weg !”
Of dan toch maar een keer zo fanatiek zijn om baantjes te gaan trekken,  terwijl Irene niets anders deed dan naast me mee hopsen.   “Ja, dat is toch geen zwemmen !” mopperde ik.  “Nee”zei ze, “Maar ik doe Riverdance….. “
We deden ook een keer  mee met de Löyly.  Dat is een opgieting , met aromatische olie in het water dat wordt verdampt,  de stoom wordt verspreid met een handdoek, door de saunameester. Die keer was het met rozenaroma,  de saunameester kwam met een emmer aan. “Kijk” fluisterde Irene tegen me,  “Dat is Löylletje Rozenwater!”
De serene stemming die gewenst is bij de opgieting was daarna ver te zoeken….
We hebben het er wel eens over gehad dat het lekker zou zijn om een sauna bij huis te hebben.  Maar we doen het niet .
Uiteraard is het veel te duur, maar we zouden er immers ook lang niet zoveel lol beleven  !
handdoeken-(set-van-8)-wit

Voorproefje

Soms voel ik me een echte oma.
Dat komt ook wel omdat ik veel kleine kindertjes om me heen heb.
Ik hoor soms gewoon mijn moeder praten door mijn eigen stem:  zoals zij tegen mijn
kinderen praatte toen ze klein waren, zo praat ik tegen mijn kleine opvangkinderen.
Daar is op zich niks mis mee, maar soms zeg ik tegen mezelf:  “Hoor nou toch eens!
Nu word je oud! “ En dan lach ik om mezelf.
Afgelopen weekend zijn Bert en ik weg geweest.  We hadden  een piepklein huisje
in Drente gehuurd, van particulieren.
Het was verdeeld in een entree met aan de rechterkant een douche en aan de linkerkant
een toilet,  en verder een grote kamer als leefruimte.
In de hoek stonden twee comfortabele seniorenbedden,  in de hoek diagonaal daar
tegenover  een zitje:  twee gerieflijke stoelen , een salontafeltje en een tv-kast.
In een andere hoek stond nog een eettafeltje met rieten stoeltjes.
En aan het begin van de kamer over de hele breedte een keukenblok,
afgeschermd door een barretje.  Heel gezellig allemaal en comfortabel.
Ingericht op twee personen.
Maar toen we daar zaten ’s avonds,  in onze stoelen,  kijkend naar een natuurfilm op tv,
met waxinelichtjes,  glaasje wijn en glaasje bier op tafel,  toen  zag ik onszelf  ineens zitten!
“We lijken wel een stel bejaarden!”,zei ik.“Zo kunnen we alvast wennen voor als we oud zijnen een kamer hebben in het bejaardenhuis. Kijk ons nou,ieder in onze eigen stoel,
drankje bij de hand,  opa de beentjes op tafel,  oma met de slofjes op het vloerkleed,
David Attenbourrough op de buis…. en strakjes zo hup ons seniorenbed in .”
We lachten erom.
En toch.  Zou het zo fout zijn, als het zo zou gaan?  Zouden we juist geen gezegende mensen zijn als we op die manier oud mogen worden?  Gezellig samen,genieten van een drankje,een kaarsje op tafel,  mooie film op tv.
Het heerlijk-samen-gevoel,in goede gemoede zwijgen,omdat we ons toch wel op ons gemak voelen bij elkaar.
Geen gekibbel, geen gezondheidsproblemen,  en vooral: geen moeten.
Genieten van de dingen die we hebben,samen.
Ik hoef er  eigenlijk niet om te lachen. Ik teken ervoor !

SANYO DIGITAL CAMERA