Waarschuwing voor de lezer: Omdat ik al een poos niets geplaatst had, is dit een extra lang stuk ter compensatie!
Airsoft
Al ruim 10 jaar lang vliegen mij bijna dagelijks allerlei Engelse termen om de oren die te maken hebben met strategy-games. (Ik zal dan ook niet “spelletjes”zeggen)
Zoon Tim en schoonzoon Jan delen de interesse in dit soort activiteiten. Afzonderlijk van elkaar kunnen ze er al druk over vertellen, maar als ze samen zijn….. your ears nozzle, if you know what I mean.
We hebben de Warhammer-periode gehad. Minutieus met de hand beschilderde fantasy-figuurtjes vormden samen verschillende legers, en op een grote tafel met scenery (decoratieve doch functionele omgeving) werd daarmee een soort kruising tussen stratego, ganzenbord en halma gespeeld, al zullen de heren, als ze dit lezen, dit wel een povere uitleg vinden. Ik kon ook nooit de namen van de legers en wapens en krachten onthouden, maar dat deden ze zelf wel. De jongens werden ouder, en Warhammer is geschiedenis geworden, de legers liggen inmiddels op de respectievelijke zolders te wachten op een revival.
Ook digitaal werd en wordt er flink gegamed, op de Playstation is Battlefield een absolute topper. Er worden game-dates afgesproken waarin ze online, vaak nog met een stel andere bekenden, een team zijn. Ik vind dit leuk, en ben het niet eens met de stelling dat gamen een passieve bezigheid is.
Maar ook fysiek wordt er gegamed. Een paar jaar geleden kwam Jan op de proppen met Airsoft. Nooit van gehoord. Maar dat had ik van de andere dingen ook niet, dus ik wachtte nieuwsgierig af wat dit inhield. Het was in ieder geval iets waar de mannen weer erg enthousiast over waren en daar mochten wij weer ruimschoots van meegenieten Nooit gebrek aan gespreksstof hier hoor, als de Brothers –in-Law samen zijn.
Hoe zal ik Airsoft uitleggen? Het is ook een strategy- game, maar dan ben je zelf het poppetje en maakt onderdeel uit van een team. Je bent op een speciaal Airsoft terrein, je hebt een replica van een bestaand wapen en om het andere team uit te schakelen schiet je BB’s af, heel kleine balletjes, die biologisch afbreekbaar zijn. Dat laatste is wel belangrijk, want er wordt ‘t meest op natuurlijke terreinen gespeeld. Het is zowel een game als een sport. Als je geraakt wordt roep je “HIT!” , en haal je een felgekleurd hesje tevoorschijn, teken dat je uitgeschakeld bent en niet meer beschoten mag worden. De meeste beoefenaars dragen legerkleding, zijn daardoor goed gecamoufleerd, en het is ook zaak om je gezicht te beschermen met een veiligheidsbril, en een maskertje voor je gebit. Want de tweede lettergreep van het woord Airsoft slaat niet op de balletjes. Ik heb trouwens nog steeds geen bevredigend antwoord op de vraag gevonden waar de naam Airsoft precies vandaan komt, gespit op internet heeft me nauwelijks iets opgeleverd. Maar dat terzijde. De regels voor Airsoft zijn zeer streng. Replica’s dienen achter slot en grendel bewaard te worden, er moet aangegeven worden wanneer je ze vervoert, er mag uitsluitend op specifiek aangewezen terreinen gespeeld worden en je hebt alleen vergunning om te spelen als je minstens 18 jaar bent en lid van de NABV. (Met een gelimiteerde mogelijkheid om een introducé mee te nemen.) Die strikte regels zijn er om vervelende uitwassen te voorkomen en dat is terecht denk ik.
Jan is een club gestart, ACN (Airsoft Club Nederland) en dat is een enorm succes geworden.
Aan de zijlijn volgde ik de activiteiten en was er soms een heel klein beetje bij betrokken. Bijvoorbeeld door Tim’s Airsoft-outfit te voorzien van badges met zijn naam en ook (stiekem best trots op) door een clubvlag te maken met het logo van ACN erop.
ACN heeft nog wel eens een introducé dag, maar afgelopen zaterdag hadden ze een speciale familiedag georganiseerd. Dat vond ik nou echt leuk, samen met Jan en Tim naar Lelystad, naar het terrein van Balls&Arrows, waar ge-airsoft zou worden. Ik nam willens en wetens wel risico, ik ben namelijk een echte ster in enkelbanden scheuren, polsen breken en buitenproportionele bulten ontwikkelen na een insectenbeet, maar ik zou me trachten te beschermen.
Dochter Irene, als vriendin van “El Commandante” the First Lady van ACN , was uiteraard ook van de partij. En Bert moest ook mee vond ik. Dat kostte nog enige overredingskracht. Niet dat Bert niet geïnteresseerd is in de activiteiten van de jongens, maar meer omdat hij een soort trauma had van zijn verplichte militaire diensttijd in zijn jonge jaren. Dus ik heb gepraat als Brugman over dat dit niet vergelijkbaar is met militaire dienst, dat dit een sport is, en die zaterdag zelfs een leuke familieactiviteit, en stukje bij beetje liet hij zijn aversie varen. Hij begon er zelfs plezier in te krijgen. En vroeg zeer aandoenlijk of we bolletjes konden meenemen i.p.v. boterhammen, dat was zoveel gezelliger, dan was het echt een uitje. Ik weet niet of hij me in dank afneemt dat ik dit nu zo wereldkundig maak, maar ik vond het lief.
We zouden de hele dag van huis zijn, dus hondje Lenny moest ook maar mee. Legergroen sjaaltje omgeknoopt, hij was er klaar voor.
We konden het niet beter treffen met het weer, het was droog en zonnig, maar niet te warm, het was echt ideaal.
We verzamelden op het terrein en ik zag dan nu de gezichten bij de namen die ik vaak hoorde.
Zelf ben ik altijd bezig met mensen in te delen in types. Dus nu ook. Ik zag een Jeroen van Koningsbrugge, een Ragnar Lothbrok (van Vikings) en iemand die me aan een van mijn neven deed denken. Ik weet niet waarom ik dat doe, maar ik heb er plezier in.
Een grote verscheidenheid aan mensen, maar iedereen aardig. En wat een goede sfeer!
De dag was ingedeeld in verschillende games:
Capture the flag
Terrorist Town
(Pauze)
Find the Goo
Terrorist Town
Pop vinden en redden
Zombie game
Ik zou niet alles meedoen, iemand moest toch bij Lenny blijven, dus het eerste onderdeel was Bert aan de beurt. Hij had zijn eigen legerkleding van vroeger aan, en zijn broek kon zelfs nog dicht. Ok, met enige moeite, maar toch. Petje af hoor, na 30 jaar. Ik weet wel zeker dat ik niet meer in mijn rokjes uit die tijd pas. Stiekem vond ik dat hij er best stoer uitzag.
Capture the flag was zoiets als levend Stratego, zoals je vroeger wel op schoolkampen speelde. (Maar misschien mag ik dat zo niet zeggen van airsofters)
Het volgende onderdeel, Terrorist Town, deed ik mee. Ik had wel mijn eigen spijkerbroek aan, maar Berts jasje, Jans pet, een gehuurde veiligheidsbril en Tims maskertje. De dag ervoor had ik al onverwacht een pijnlijke behandeling bij de tandarts ondergaan en ik had geen zin om er nog een keer heen te moeten. Deze outfit zorgde er wel voor dat ik schier onherkenbaar was, maar het zat niet eens ongemakkelijk.
We werden verdeeld in 2 groepen; 5 terroristen en 16 burgers. Het was erg geheimzinnig allemaal en alleen de terroristen kregen op een geheime manier de kans om elkaar te kennen. (uitleg hierover duurt te lang, dus neem het maar gewoon aan) De burgers wisten dus niet wie burger of terrorist was. Ik bleek terrorist te zijn. Potverdorie, niks voor mij. Maar het was een spel, dus ik moest het niet te letterlijk nemen. Een beetje “wie is de Mol”, dat idee beviel me beter.
Met mijn replica over de schouder sjouwde ik met Irene en Jan en nog een paar anderen mee, ik deed alsof ik burger was. Ik had tevoren lopen blaten tegen Irene dat ik steeds bij haar zou blijven dus het zou wel erg opvallen als ik me nu af zou zonderen en anderen op zou zoeken.
Op een geschikt moment, toen we met z’n 3en afsplitsten, zag ik mijn kans schoon. Je mag niet vanaf minder dan 5 meter op iemand schieten, dan moet je “pang” zeggen. Dus ik zei, net als vroeger bij het cowboytje spelen, 2 x “pang” en haalde daarmee mijn eigen kinderen onderuit. Familiedrama als je het goed beschouwd. “Nee joh….!” zei Jan, die zijn schoonmoeder vertrouwd had…. Daarna wilde ik me snel uit de voeten maken maar voelde een venijnige tik op mijn hand waar een BB me raakte. In reflex riep ik AU in plaats van HIT. Duidelijk een groentje. Ik was uitgeschakeld.
En ik had het erg spannend gevonden! Het rondsluipen, het wachten op het juiste moment, het waakzaam zijn…. En heel niet erg dat ik niet met mijn replica geschoten had, ik had toch mijn doel bereikt.
Na de pauze speelden we Find the Goo. Nu deden Bert en ik allebei mee en bleef Tim bij Lenny. Nu had Bert z’n jasje natuurlijk zelf weer nodig, dus mocht ik die van Tim aan.
We werden verdeeld in 2 teams, en we moesten op zoek naar 7 staven “radioactief materiaal” die in het bos achtergelaten zouden zijn. Het team dat ze uiteindelijk had won, maar je mocht ze ook weer van elkaar veroveren.
Het was eigenlijk een soort paaseieren zoeken. Of de spreekwoordelijke speld in de hooiberg. Ik heb er dus ook werkelijk niet 1 gevonden. Ik bleef eerst bij Bert in de buurt, we spraken af bij elkaar te blijven, maar we wilden toch ook allebei onze eigen weg zoeken. We mogen dan tegenpolen zijn, we hebben allebei een beetje moeite met volgen, wij willen allebei zelf de controle hebben. Toen hij “gehit”werd , moest ik alleen verder. Ik vond het doodeng. Probeerde me zoveel mogelijk schuil te houden maar wilde ook het materiaal vinden. Ik zag Jan en bleef in zijn buurt, samen slopen we door het bos en naar het fort van de tegenstanders. Mijn hart zat letterlijk in mijn keel. Ik kan niet echt verklaren wat die spanning nou gaf, misschien had ik toch meer inleving in de gespeelde situatie dan ik zelf gedacht had. We kwamen een tegenstander tegen, die ons niet zag. Jan fluisterde:” schiet jij?”
Ik schudde mijn hoofd. Ik kon het niet. Zelfs al is het een spel, iets hield me tegen om op iemand te schieten. Om te richten en de trekker over te halen. Het “pang” roepen in de vorige game had heel anders aangevoeld.
Ik was eigenlijk verbaasd over deze psychologische wending, dat ik het blijkbaar zo serieus nam.
Jan schakelde de tegenstander uit, we kwamen nog een stukje verder, toen werd hij zelf gehit. Ik bleef nog even onzichtbaar, maar toen probeerde ik toch het fort te bereiken. Tevergeefs, ik voelde een tik tegen mijn been. Deze keer riep ik wel HIT en ik ging met mijn hesje naar de basis.
Ik was best onder de indruk van het hele gebeuren en besloot ook dat het na deze ronde voor mij genoeg was geweest. Ik had er van genoten maar het was ook onvermoed intensief gebleken.
Meneer Kaktus zei vroeger: “Spelende Vrouw, wat hebben we hier van geleerd?”
Ik heb geleerd dat als de situatie wat serieuzer is, ik me meer inleef in een rol dan ik zelf gedacht had, en dat ik niet op iemand kan schieten, ook al is het mijn vijand.
Terrorist Town had ik meer als een spel gezien, dit Find the Goo leek te echt. Dus ‘paaseieren zoeken’ dekte toch achteraf echt de lading niet. En bovendien had ik bevestigd gezien dat ik moeite heb met volgen en orders opvolgen, ik wil zelf de dienst uitmaken.
Tot zover de zelfreflectie, we waren een dagje uit tenslotte!
Niet alle onderdelen konden meer gespeeld worden, te weinig tijd. Want om 17.00u. werd het eindsignaal geblazen, en konden we gaan genieten van een goedverzorgde barbecue.
Dat was gezellig! En heel lekker ook nog, dus een superleuke afsluiting van deze dag. Nu kwamen we ook wat meer in gesprek met sommige mensen en ik bleef des te meer bij mijn mening dat het een sympathieke club is, dat ACN!
Airsoft. Het is niet luchtig, het is niet soft. Het is wel een sport die serieus genomen moet worden. En die soms op moet boksen tegen de negatieve berichtgeving in de media. Het is een teamsport, en je bent er zowel fysiek als mentaal mee bezig. ACN is een goede afspiegeling van de doelgroep: de leden zo divers als het maar kan, samen een sympathieke en actieve club met een positieve uitstraling.
Echt heel erg leuk om dit op zo’n dag te ervaren!
Voor info over ACN: http://www.airsoftclubnederland.nl/
Leuk geschreven! Fijn dat je het zo positief ervaren hebt en fijn ook, voor “ons”, de comunity, dat je er zo positief over schrijft!
LikeLike