Categorie archief: Algemeen

Sprookjes bestaan

Hou je van sprookjes? Ik wel. Niet alleen toen ik kind was, maar nog steeds. Ik heb ook boeken vol, oude en nieuwe. Ook het sprookje van Carlo Collodi, over Pinocchio. De oude Italiaanse houtsnijder Gepetto maakt een marionet, die ’s nachts tot leven wordt gebracht door Fata Blu, de Blauwe Fee. Ze belooft hem dat hij op den duur een echte jongen mag worden, als hij zich goed gedraagt. Ze geeft hem daarvoor een geweten in de vorm van Grillo, in het Nederlands Japie Krekel.
“Wat is een geweten?” vraagt Pinocchio. “Dat is het kleine stemmetje dat zegt wat wel en niet goed is” legt de Blauwe Fee uit.
Mooi hoor, zo’n beeldspraak.
Helemaal niet, het is geen beeldspraak, dat merkte ik vanmorgen.
Ik had de kinderen naar school gebracht en ik heb vandaag geen kleintjes in de dagopvang.
De sportschool draait nu na de vakantie weer het gewone rooster, dus ik zou vanochtend mooi kunnen gaan sporten, dan hoefde ik vanavond niet.
Ik nam mij voor om vroeg te gaan, maar de sportschool was nu nog niet open. Eerst even een kopje koffie dan. En ik had ook nog wel tijd voor een klein spelletje op de laptop. Het klinkt vast heel oubollig maar ik vind het leuk om Spider Solitaire te spelen, en dan inmiddels op het niveau ‘moeilijk’. Het is een heel gepuzzel en juist dat vind ik er leuk aan.
Ik zette de laptop aan en ging aan het puzzelen. Ik kwam een heel eind maar uiteindelijk verscheen ‘Geen zetten meer mogelijk’ op het scherm. Aaahw, jammer. Het spel moet sowieso op te lossen zijn, dus ik had het anders moeten doen. Ik keek op de klok. De sportschool ging over 5 minuten open, het is heel dicht bij ons huis, dus ik moest nu eigenlijk mijn spullen gaan pakken.
Maar zou ik niet nog éen keertje mijn spel even proberen dan, even een nieuwe ronde en daarna naar de sportschool? Ja, uitstel, ik wist het zelf, maar de puzzel lokte zo…
“Pok!” hoorde ik ineens en er zat een groene krekel naast me op tafel. “Ja zeg!” zei ik tegen hem, “Wat is dit nou weer”. Hij zei niks terug, nam een sprong en landde op de Escape-toets van de laptop! Dit was Japie Krekel, mijn geweten, geen twijfel mogelijk. De hint was overduidelijk. Stop met die tijdverspilling en ga naar de sportschool! “Oke, oke, ik ga al” mompelde ik en ging naar de keuken om mijn waterfles te vullen en naar boven om mijn sporttas te pakken. Ik wilde de laptop niet dichtklappen, dan zou ik mijn geweten pletten.
Toen ik weer beneden kwam was Japie weg. Nergens meer te bekennen. Hij had z’n plicht gedaan, was nu vast naar iemand anders onderweg om die te vermanen. Dus de laptop ging dicht en ik ging sporten. En het ging supergoed vandaag.
Dus roep maar niet te hard dat sprookjes niet bestaan, Japie Krekel bestaat gewoon echt.
Hier is het bewijs:

Japie

Zin in/van sporten (Deel 2)

Dan ga ik nu een tweede lans breken voor het belang van sporten. En wel met een heel specifiek en persoonlijk verhaal. Maar ik hoop dat het toch, in het algemeen, duidelijk maakt hoe je je gezondheid kan verbeteren door te sporten. Daarnaast hoop ik dat anderen, die in dezelfde situatie zitten als Irene, hierdoor geïnspireerd worden.
Toen mijn dochter aan het eind van de puberteit kwam, bleek dat ze een vervelende aandoening aan het ontwikkelen was. Lipoedeem. Dat typ ik nu even zo gemakkelijk, maar het heeft lang geduurd voor het duidelijk was. Want al komt dit bij 11% van de vrouwen voor, nog steeds is er erg weinig bekendheid mee, zowel publiekelijk als in medische kringen. Ze heeft er zelf onderzoek naar gedaan voor haar Master Zorgtraject en ik citeer uit haar Ontwerpproject:

11% van de vrouwelijke bevolking lijdt in meer of mindere mate aan de ziekte lipoedeem. Lipoedeem (wat letterlijk vet en oedeem betekent) is een ziekte waarbij het vetweefsel ongelijk is verdeeld over het lichaam, waardoor er vetophopingen ontstaan. Deze ophopingen kunnen leiden tot ernstige pijnklachten en in een verder stadium tot invaliditeit.
Lipoedeem komt voornamelijk voor in de (onder)benen. 30% van de patiënten met lipoedeem heeft ook oedeem in de bovenarmen. Opvallend is dat, in tegenstelling tot veel andere oedeemsoorten, de voeten en handen niet worden aangedaan
De ziekte komt vrijwel alleen voor bij vrouwen en is een hormonale aandoening.

Ben je geïnteresseerd in het hele onderzoek, dan kan je ongetwijfeld meer informatie krijgen via irene.vangerner@hu.nl
Het voert te ver om nu alle medische details te bespreken, maar het was voor Irene niet altijd gemakkelijk om met haar aandoening om te gaan. Uiteraard heb ik toestemming gevraagd of ik hierover mocht schrijven en haar antwoord was: “Zeker, maar maak het niet te dramatisch.” Dus dat doe ik dan ook niet.
Maar wel wil ik benadrukken dat er naast het lichamelijke probleem ook een niet te verwaarlozen psychisch probleem aan gerelateerd is. Het is niet fijn als je onderlichaam 2 of 3 kledingmaten groter heeft dan je bovenlichaam. Het is niet fijn als je voelt dat je nagekeken wordt. Dat er opmerkingen over je gemaakt worden, dat je “adviezen” krijgt om af te vallen. Ook als moeder deed dat mij pijn.
En het is toch een schrikbeeld dat het in de toekomst erger kan worden en dat je naast meer pijn klachten zelfs de kans loopt immobiel te  worden.
Ze leeft gezond, en afvallen heeft geen effect op de aangedane zones van haar lichaam. Het is wel belangrijk dat haar gewicht op peil blijft, want hoe zwaarder ze zou zijn, hoe meer belastend dat is voor haar heupen en benen.
Steunkousen geven de compressie die verlichting kan geven en verergering kan vertragen, maar welke jonge meid wil nou steunkousen dragen…. toch deed ze het trouw, ik bewonder dat. Alleen als het echt zomer was, liet ze de kousen wel eens in de kast liggen.
Ze bleef altijd nieuwe mogelijkheden zoeken om haar situatie te verbeteren. Juist omdat er zo weinig over bekend is, en al helemaal ontzettend weinig over behandeling, ging ze zelf experimenteren. Ze had in haar onderzoek al geconstateerd dat het heel belangrijk is dat de doorbloeding zo goed mogelijk blijft en beweging stimuleert dat. Dat betekent sporten.
Nu is ze net zo’n sporter als ik. Dus met tegenzin, maar toch gemotiveerd vanwege de mogelijke effectiveit, ging ze gericht sporten. Twee maal in de week, eerst bij Ladyline, maar “haar” vestiging heet nu Figuura.
In een infraroodcabine volgt ze een pittig programma, vooral voor de benen en de heupen/buik en sinds januari heeft ze daar ook compressietherapie bij. Het is zwaar. Echt. En ze doet dit nu al bijna 3 jaar. Maar wat een resultaat!
Ten eerste is al bereikt dat de lipoedeem sowieso niet verergerd is. Dat is al heel wat. Maar ze voelt ook dat haar benen niet meer zo zwaar en pijnlijk zijn, dat is natuurlijk ook geweldig.
En als klap op de vuurpijl is haar figuur veranderd en niet zo’n beetje ook. Wat niemand voor mogelijk hield, want lipoedeem is niet echt behandelbaar: ze raakt omvang kwijt op de aangedane plaatsen. En dat is heel goed te meten, niet in (kilo)grammen maar in centimeters.
Zit u goed op uw stoel, lezer? Vanaf het het startmoment tot nu is zij maar liefst 64 cm omvang van haar onderlichaam kwijtgeraakt! Ik tel af: 16 cm van de heupomvang, 23 cm van de dij-omvang( een cruciaal punt bij lipoedeem), 14 cm van haar knieën en 11 cm van haar kuiten. Ik geef het je te doen, ik ben zo ontzettend trots op haar!
Ze kan nu gewoon in de winkel laarzen kopen, die dicht kunnen . Een leuke spijkerbroek. Een mooi jurkje, omdat het niet meer zo is dat ze aan de bovenkant maar 38 en aan de onderkant maat 42 nodig heeft. Dat doet natuurlijk veel voor je zelfbeeld en je zelfvertrouwen.
Als moeder moet ik nog even kwijt dat ik er echt bewondering voor heb hoe ze er überhaupt al die jaren mee omgegaan is. Natuurlijk waren er wel eens tranen ( Nee, Irene, ik maak het niet te dramatisch, wees maar niet bang), maar ze was toch meesttijds positief en vastbesloten om een remedie te vinden.
Lipoedeem kan niet echt genezen. Maar zij zorgt er wel voor, dat voor haar de klachten tot een minimum beperkt blijven op deze manier. En haar kennende houdt ze dit ook vol, al is het haar hele leven. Op gewicht blijven, veel beweging zoals lopen en fietsen naar werk en winkels, en heel belangrijk: het specifieke sporten. Twee keer in de week.
Ken je iemand met lipoedeem waarvan je denkt: die moet dit stukje lezen? Deel het dan gerust.
Ik heb het geschreven als compliment aan Irene, maar ook zeker als inspiratie voor lotgenoten.

lipoedeem

Emancipatie/Evrouwcimatie

De meeste mensen die mijn stukjes lezen weten wel dat ik een voorstander ben van emancipatie.
Ik ben beslist geen feministe, ik vind zelf dat je dan al gauw de rollen omdraait. En dus nog niks verandert.
Maar ik ben er wel van overtuigd dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. En dat is iets anders dan gelijk.
Want behalve de lichamelijke verschillen zijn er wel degelijk grote verschillen tussen de aard van mannen en die van vrouwen.
Ik heb mijn kleuterleidsters- opleiding eind jaren 70 gedaan. Toen was de feministische golf in volle gang en vertaald naar mijn opleiding betekende dat, dat je niet aan rolbevestiging mocht doen en dat al het speelgoed en ander ontwikkelingsmateriaal zowel voor jongens als voor meisjes moest en mocht zijn.
Mee eens, ieder kind moet kunnen spelen zoals het bij haar of zijn ontwikkeling past.
Maar in de praktijk bleek dat het niet zo werkt, dat als je meisjes ook met auto’s laat spelen en jongens ook met poppen, ze gelijk worden in hun belangstelling en in hun vaardigheden.
Dames en heren, we zitten gewoon anders in elkaar. Punt. En ik vind persoonlijk dat we elkaar daarmee prima aanvullen. Als we het maar accepteren en niet geforceerd willen dat vrouwen zakelijker en technischer worden en mannen zorgzamer en gevoeliger. Tenminste niet door de rollen om te draaien. Want een zakelijke en/of technische vrouw denkt toch anders dan een zakelijke en/of technische man. En een zorgzame, gevoelige man toont dat anders dan een zorgzame en gevoelige vrouw, alle genderneutrale (dat woord bestond nog niet eens in de jaren 70!) opvoeding ten spijt.
Vrouwen hebben andere hormonen dan mannen en aangezien wij allen het resultaat zijn van onze hormoonwerking blijven we verschillend.
In mijn kinderopvang is veel speelgoed en  alle kinderen mogen daar mee spelen. En ik zie grote verschillen. Als ik  kinderen vanaf de babyleeftijd hier heb,  mag ik toch aannemen dat het niet aangeleerd is, maar aangeboren. Als de meisjes met de auto’s spelen gaan ze gezellige ritjes maken, om te picknicken bijvoorbeeld, of ze zoeken een plekje in de parkeergarage omdat ze willen winkelen. Als de jongens met de auto’s spelen wordt er geraced of juist in de file gestaan, worden er veel brrrrroemmmm geluiden geproduceerd en is er niet zelden een politieauto of een brandweer nodig.
Als de meisjes met de poppenwagen spelen wordt de beer of pop zorgzaam aangekleed, toegedekt en mee naar buiten genomen voor een wandelingetje. Als de jongens met de poppenwagen spelen wordt er ofwel gekeken hoe hard je daarmee kan racen, ofwel wordt de pop/beer eruit gekieperd, de wagen op z’n kop gezet en bestudeerd hoe de techniek van de vering en de wieltjes werkt.
En als we groot zijn?
Gisteren gingen we naar de stad, Bert en ik. We moesten op een nieuwe bril voor Bert uit en verder gewoon een keertje wat shoppen, niets speciaals.
Het is eigenlijk hilarisch om te zien hoe we dat doen, mannen en vrouwen, en dan speciaal bij kleding kopen.
In de winkels voor dameskleding neuzen de vrouwen in de rekken, trekken van alles tevoorschijn en gaan met armen vol naar de paskamers. De bijbehorende mannen hangen intussen op een kruk of stoel of tegen de muur, vaak met hun mobieltje in de hand. De vrouwen passen de kleren, vragen soms hun man om zijn mening, die kijkt dan even op en zegt: “ ja mooi.” De vrouwen twijfelen eindeloos, kiezen nog eens een andere maat of kleur, doen het eerste toch nog maar een keer aan, draaien nog maar weer eens voor de spiegel heen en weer om van alle kanten te kunnen keuren hoe het staat en kopen van de 10 items misschien 1 of 2 dingen, de rest gaat terug. En vaak gaat alles terug.
In de winkels voor herenkleding lopen de mannen doelbewust naar wat ze willen hebben, pakken hun maat en lopen naar de paskamer. Hun vrouwen gaan dan helemaal niet op een kruk of stoel hangen en op hun mobieltje kijken, want zij zoeken ondertussen nog even verder naar wat nog meer leuk is. De man past zijn kleding, zijn vrouw vraagt: “Laat eens zien?”  En gaat vervolgens keuren. Getrek en gefrummel op zijn schouders, gestrijk over plooitjes, gepulk aan knoopjes, terwijl de man er lijdzaam bijstaat. De vrouw zegt: “Staat je goed! Of : “Nee dat moet je niet nemen”. En komt vervolgens met nog 3 items aan die hij echt even moet passen. En man doet dat gehoorzaam.
Ikzelf was gister net zo’n vrouw en ineens zag ik daar enorm de humor van in.
Laten we die verschillen tussen mannen en vrouwen maar omarmen , in plaats van ze te ontkennen of te proberen weg te werken. Het leven wordt er een stuk leuker van, er valt veel meer te beleven.

tek-symbool-man-vr-170_400_09

Zin in/van sporten ( Deel 1)

Nooit gedacht dat ik het ooit zou doen, maar ik wil in dit stukje toch echt een lans breken voor het belang van sporten.
Ik kom uit een a-sportief gezin. Sport had geen plaats bij ons, niet actief en niet passief. Dus geen lidmaatschap van een sportclub, maar ook geen Studio Sport op de zondagavond . Wel veel irritatie als een film op tv, waar we op ons hadden verheugd, niet doorging omdat er een voetbalwedstrijd werd uitgezonden (zo ging dat in die tijd). Mijn moeder was erg goed in briefjes schrijven voor de gymleraar waarom we niet mee konden doen. Het enige wat we wel moesten was zwemmen leren, maar dat was natuurlijk ook wel heel belangrijk.
Geen sportief gezin dus, maar wel een bourgondisch gezin. Lekker eten en drinken, niet teveel actie, vieren wat er te vieren valt, dat was onze levensinstelling.
Er was dus van huis uit geen enkele stimulatie om ook maar íéts aan sport te doen, maar ik had er zelf ook totaal geen behoefte aan. Ik ben sowieso niet zo’n teamplayer, dan vallen er al veel sporten af natuurlijk, maar ik hield ook niet van individuele sporten en al helemaal niet van een wedstrijd-element.
Het enige wat ik altijd wel heel graag had gewild was paardrijden. En toen ik 28 was ging ik dat ook daadwerkelijk doen. Ik hield van het contact met het paard, en genoot vooral van de buitenritten samen. Volgens mij deed ik het ook best aardig, maar ik wilde nooit meedoen aan dressuur- of springwedstrijden. Toen Irene groot genoeg was mocht ze ook gaan paardrijden en het was leuk omdat samen te doen.
Door persoonlijke omstandigheden zat ik op een gegeven moment in een heel stressvolle periode. En in plaats van dat het paardrijden me toen ontspanning gaf, bracht ik mijn stress over op het paard. Geen goede situatie en ik besloot te stoppen.
Daarna heus wel eens gedacht dat het “goed zou zijn om iets aan sport te doen” maar omdat ik de echte motivatie miste had ik ook de zelfdiscipline niet om die gedachte in praktijk te brengen.
Ondertussen werd ik er niet gezonder op. Ik heb al wel vaker iets verteld over astma en het gevolg daarvan voor de conditie van mijn longen. Ik sta onder controle van een gespecialiseerde verpleegkundige en krijg tenminste 1x per jaar een longfunctietest. Mijn medicatie wordt naar gelang de resultaten aangepast. Maar de laatste jaren gingen die resultaten ondanks die aanpassingen achteruit. En ik kreeg steeds vaker en makkelijker longontsteking. Ik ging me zorgen maken. Grote zorgen. Hoe zou dat over een paar jaar zijn met mij, als mijn conditie almaar afneemt en ik steeds meer tijd nodig heb om van de longontstekingen te herstellen? Ik kreeg een doembeeld in mijn hoofd van mijzelf in een scootmobiel met zuurstofflessen in het mandje. Zou sporten helpen? Maar ik had er de conditie niet voor! Iedereen moest zich altijd aanpassen aan mijn lage wandeltempo en fietsen doe ik al helemaal niet met anderen. Ik vroeg een apart gesprek aan met de longverpleegkundige en ze nam alle tijd om met mij m’n zorgen door te spreken. En ze zei: “Nee ik kan je niet garanderen dat je niet over 10 jaar in die scootmobiel zit. Maar ik kan je wel vertellen dat ik mensen heb gezien die na 10 jaar veel fitter waren dan dat ik tevoren kon vermoeden en andersom dat er fitte mensen waren, waarbij het ineens snel bergafwaarts ging. Ga het proberen, dat sporten. Ga naar de sportschool en leg je situatie uit. Kijk wat je doen kan, om je conditie niet verder te laten afnemen”.
Ik ben gegaan. Als ik hier niet door gemotiveerd was, had ik het beter helemaal op kunnen geven. Ik kreeg goede begeleiding, waardoor ik wel tegen mijn grenzen aan, maar niet over mijn grenzen heen ging. Twee keer in de week. Eerst een half uur, later 3 kwartier, inmiddels, anderhalf jaar later,een uur. Op de loopband, eerst 4 km per uur, inmiddels 6. Op de hometrainer, eerst 10 minuten, inmiddels een half uur. En dan incidenteel op de roeibank, en ook tussendoor wat op de toestellen voor buik- en beenspiertraining. Toen ik in april begonnen was, kreeg ik in september weer een longfunctietest. Was nog niet zo goed, maar ik moest doorzetten. De schade die door 56 jaar astma veroorzaakt was kon niet in 5 maanden verdwijnen. Ik bleef dus netjes 2x in de week gaan, ook al vond ik er niet veel aan en moest ik mezelf er soms heenschoppen. Misschien hielp het zelfs wel dat Bert mijn abonnement betaalt, gevoelsmatig moet ik dat wel verdienen.
En ik begon toch echt te merken dat mijn conditie beter werd. Ik kon langer goed doorlopen, was minder snel buiten adem en voelde me sowieso “ruimer” in de borstkas, ik weet niet hoe ik dat anders moet verwoorden.
We planden in het voorjaar onze  zomervakantie: wandelen over de Hexenstieg in de Harz. 7 wandelingen , in totaal 100 km.
Ik had er zin in , want wandelen heb ik (ook met mijn destijds lage tempo) altijd wel heel leuk gevonden.
Het was geweldig. Prachtige natuur, heel afwisselend. Klimmetjes, grote klimmen, rechte stukken, afdalingen, ik kon het allemaal. Ik had er niet meer moeite mee dan Bert. En ik was werkelijk mega trots dat ik dit gedaan had. 100 km! Ik had het gepresteerd en nog zonder veel moeite ook!
Twee weken na thuiskomst stond er weer een longfunctietest op de agenda. Ik ging er met gemengde gevoelens heen. Ik hoopte dat de conditie van mijn longen stabiel was gebleven, dat de neergaande lijn van de laatste jaren gestopt was. Maar wat als dat niet zo was?
Ik blies en blies, als de wolf in het sprookje van de 3 biggetjes, in het apparaat en was erg zenuwachtig toen de printer begon te rammelen om het papier met het resultaat uit te printen. Ook de vorige werd ter vergelijking nog uitgeprint.
Wat ik niet had durven hopen: het was niet eens niet minder dan vorige keer, het was zelfs beter! En niet zo’n beetje ook.

longtest
Ik ga niet alle waardes uitleggen maar alles was verbeterd. De peakflow was van 6 naar 7,5 gegaan, maar liefst 25% omhoog!
Een fantastisch geluksgevoel vulde me terwijl ik de scootmobiel achter de horizon zag verdwijnen. Het lukte! Het lukte echt! Littekenweefsel in de longen wordt niet verminderd, maar de ademhalingsspiertjes en de grote spieren in de borstkas zijn zoveel sterker geworden dat ik veel meer zuurstof kan opnemen. En daardoor in alles fitter ben. En dat komt ECHT door het sporten.
Ik was zo blij dat ik doorgezet heb en ik ben nu zo gemotiveerd om door te gaan!
Het is dat ik met de auto was, anders was ik naar huis gedanst. Juist die week was ik helemaal alleen thuis, terwijl ik het zo graag wilde vieren! Dus ik heb het eerst op de gezinsapp verteld en daarna voor mezelf gewoon een lekker feest-etentje gemaakt. Met een glas wijn erbij.
Ik blijf tenslotte ook een bourgondiër.

etentje

Dochter (ofwel: zoete wraak)

“Hé, mam? “
“Ja kind? “
“Ik krijg m’n ramen nooit goed schoon, ze blijven altijd streperig. Hoe doe jij dat?”
“Ik gebruik spiritus.”
“Oh, goeie tip, ik ga het proberen!”
………………..
“Hé,mam?”
“Ja kind? “
“Het is er niet van opgeknapt, integendeel. Het is nou helemaal een rare streepzooi.”
“Hoeveel spiritus heb je in het water gedaan dan? “
“Water???? Jij zei: ik gebruik spiritus”
“O jemig kind ja, maar een scheutje in het zeemwater! Heb je het met zuivere spiritus gedaan?”
“Ja…. het ging al zo stroef……. Maar je had heel niet gezegd dat ik ook water moest gebruiken…., hou eens op met lachen!”
“Ja, sorry, had ik moeten doen, je bent ook pas 12 jaar het huis uit……”

“Ga je nog naar de stad, Irene? “
“Ja, ik ga denk ik maar met de bus, ben niet zo’n held met de auto in de stad. Moet ik wel even kijken waar ik uit moet stappen. O, halte Tsjoppin-straat.”
“Huh? Waar? “
“9292OV zegt : Tsjoppin-straat”
“Hoe schrijf je dat dan? Ik heb er nooit van gehoord”
“Even kijken hoor: C-h-o-p-i-n .Waarom lach je nou? “
“Whahaha meid, ik dacht dat ik je een culturele opvoeding had gegeven, maar dat valt wat tegen.”

“Ik wil ook nog even bij Coolcat kijken of ze iets leuks hebben, mam”.
“Prima, gaan we doen. O kijk, wat een leuk jurkje, Irene, dat moet je eigenlijk even passen!”
“Ja, inderdaad, heel leuk, even proberen!”
(Van achter het gordijn: ) “O wat handig, de voering is een broekje, sta je in ieder geval nooit in je onderbroek als je bukt”
( Gestommel en gezucht)
“Pff, het zit wel strak hoor.”
”Laat eens kijken? Ehm…. Irene? De beveiligingsclip zit door de dubbele voering, het is helemaal geen broekje”
“Mam, hou op met gieren en help me uit deze ellende, ik krijg dat ding nooit meer uit….”

“Wil jij een knoop aan m’n jasje zetten ,mam? “
“Jawel, maar dan ga jij heel goed kijken, want het is toch eigenlijk te gek dat ik dat nog steeds doe.
Kijk, je maakt eerst van garen een paar steekjes over elkaar, dat noem je een stoeltje. Daar komt de knoop op want anders zit ie te strak op de stof en krijg je ‘m niet door het knoopsgat”.
………
“Mam? Nu is van mijn andere jasje ook een knoop af, maar hoe zat dat nou, iets met een krukje ofzo? “

En toch is mijn dochter eigenlijk een heel handige en slimme meid, hoor! Die heel lekker kan koken (alhoewel ze er nog maar kort geleden achter kwam dat je van spruitjes de stronkjes en buitenste blaadjes moet afhalen voordat je ze kookt “O echt? Ik vond ze altijd al zo hard en taai, daarom aten we ze nooit…”)
Kijk vooral op haar blog Gezellige Gerechten, voor heerlijke recepten en veel inspiratie.
Ze is een keiharde werker, niet alleen in haar baan, maar ook om de vervelende lipoedeem die ze heeft zoveel mogelijk te beperken en liefst te elimineren. Ze houdt ervan mensen te verrassen, te helpen en het iedereen naar de zin te maken.
Maar een kleine revenge voor het blogje van gister mocht wel vond ik .

stoeltje

 

 

Moeder (gastblog van Irene)

Dames en heren, mijn moeder…

Ja jullie lezen het goed. Deze blog is  niet van mijn moeder, maar over haar. Het is weer eens wat anders toch? Ze schrijft over dagelijkse dingen. En over minder dagelijkse dingen, denk aan haar blunderblog. (Gelukkig is dat geen dagelijkse kost ;)) Maar sommige dingen verzwijgt ze. Dus vond ik het de hoogste tijd om daar eens even wat over te schrijven. Het zijn soms zulke bizarre dingen, Bert Visscher zou zeggen “Je verzint het niet…” en zo geldt dit ook voor dit. Je verzint het gewoon niet.

Probeer je het volgende eens voor te stellen. Want met beeld er bij is het echt leuker, ik kon alleen geen foto’s maken. Afgelopen weekend was ik met moeders een weekendje naar de sauna. Het was mooi weer dus we lagen een tijdje lekker in de grote tuin op de ligstoelen. Moeder lag naast me. Grote handdoek op de stoel en een omslaghanddoek aan. We keken recht in de zon dus zij zocht een oplossing. Ze had de stoelhanddoek omhoog getrokken en als een soort afdak boven haar ogen gehangen. Eigenlijk lag ze er  bij als een combinatie tussen een Arabische kamelenverkoper en Moeder Theresa. Dat heb ik haar ook gezegd, maar het boeide haar niet. Na een tijdje kwam er een serveerster vragen of we nog wat wilden drinken. Ik tikte moeder aan want, ze had het niet door en zei “Wil je wat drinken, er staat iemand”. Van schrik wilde ze snel de handdoek van haar hoofd rukken, rechtop gaan zitten en antwoord gaan geven. En dat allemaal tegelijkertijd. Dit resulteerde in een enorm, zenuwachtig gewapper met allerlei lappen en ze raakte alleen maar meer verstrikt. Ik had kunnen helpen, ware het niet dat ik van mijn stoel afrolde van het lachen. Om het feest compleet te maken keek ze als Titia Konijn met knijpoogjes de serveerster aan, omdat die een beetje onhandig in het zonlicht stond. En dat allemaal om een spa rood te bestellen.

Of wat dacht je van die keer in Turkije. Ook daar waren we samen, een heerlijke week op vakantie met z’n tweetjes. En iedere avond konden we gebruik maken van een heerlijk buffet. Dus dat deden we ook. In een enorm restaurant. Met ook enorm veel loopruimte. Ineens verdwijnt moeder bijna uit beeld, ze zoeft over de vloer met haar voet en ligt nog net niet op de grond. Een beetje schaapachtig keek ik haar aan, wat was er nou? Er bleek een klein beetje aardappelpuree op de grond te liggen (nogmaals, je verzint het niet) waar ze op ging staan en over uit gleed. Een ober had het ook gezien en kwam direct aanvliegen met zo’n geel driehoekig bordje met “caution, wet floor” erop, om over de aardappelpuree heen te zetten.  Nodeloos te zeggen dat dit ook wel enige hilariteit mee bracht.

Uitglijden over eten is sowieso haar specialiteit. Afgelopen maand nog. We zouden de kaasplank aanvullen, dus liepen we samen van buiten naar binnen, ik achter haar aan. En net over de drempel volgde er een zelfde soort zoef. Dit keer was een weggerolde druif waar ze op ging staan de boosdoener. Maar zonder blikken of blozen en zonder enige gene zei ze alleen maar “Ik was vast met de eerste persing bezig”, alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Er komen terwijl ik dit typ steeds meer herinneringen boven. Een kopje koffie in het ziekenhuis waar ik heen moest voor de dermatoloog. Moeders wilde een cappuccino. Op het bord stond Klein of Groot. Ons gesprek ging vervolgens ook zo:
“Mam wil je klein of groot”
“Normaal”
“Nee, klein of groot”
“Nee, doe maar normaal”
“Mahammm , klein of groot!”
“Kind wat zeur je nou”
Stonden we daar bijna ruzie te maken haha. Vervolgens draaide ik haar hoofd maar richting het bord en verzuchtte nog 1 keer “Klein of Groot”
“Oh, doe maar klein” zei ze beteuterd.

Of wat dacht je van een megagrote, rare stap in Bremen “omdat we nog wel snel konden oversteken ohnee het stoplicht is rood we doen het toch niet” waardoor haar pas  een soort kruising tussen moderne dans en een paard wat dressuur loopt werd.
En ik weer op de grond lag.

Dames en heren, mijn moeder.

Maar ze is echt heel lief hoor.  En een ster in haken en mij online haakles geven. En in blogjes schrijven. En in haast kinderlijk enthousiasme als er iets heel leuks gebeurt of iets lukt zoals ze bedacht had. En in nog honderd dingen meer. Alleen is het ook best leuk om een beetje te plagen met bovenstaande situaties. Ik doe namelijk noooooit rare dingen… dus we moeten toch ergens om kunnen lachen.

l416

Vlieg op!

‘Mens en natuur’heb ik altijd een  rare uitdrukking gevonden.
Alsof wij mechanisch zijn. Zoals ik het zie, is een mens ook natuur, een van de vele levensvormen die de aarde bevolken. Toegegeven, we beïnvloeden de rest van de levensvormen behoorlijk, maar toch blijf ik erbij dat wij ook natuur zijn.
Ik zie mijzelf altijd graag als iemand die respect heeft voor de natuur en al het leven. Toch ben ik niet zo consequent. Ik heb meer respect voor het leven van mijn hond dan voor het leven van de vlooien die hem als habitat willen gebruiken. Ik heb meer respect voor de lavendel in de tuin dan voor de paardenbloemen, die worden dan ook keihard uitgestoken en aan de konijnen gevoerd. Ik maak wel degelijk onderscheid tussen welke levensvormen mij aanstaan en welke niet.
Toen ik vorige week met Tim buiten zat te eten, wilde een spinnetje een web maken tussen de kastanjeboom en de ovenschaal met rozemarijnaardappeltjes. “Ach dat beestje, al dat werk voor niets” zeiden we, en we wilden hem (haar?) aan het zijden draadje naar een ander plekje leiden. Prompt viel spinnetje in de braadslee. Paniekerig gekrabbel van 8 pootjes, die uitgleden over de olijfolie. Wij grepen in en na een paar mislukte pogingen wilde het spinnetje zich dan toch uit de schaal laten wippen met de steel van een lepel. Leventje gered, wij waren voldaan.
Vervolgens ruimden we af , zette ik de boel in de keuken en veegde ik en passant wat fruitvliegjes weg met de vaatdoek. Selectief in respect voor het leven.
Als er een bij of hommel in huis terecht gekomen is, of er is een spin, dan komt er een glaasje en een kartonnetje te voorschijn om het beestje te vangen en buiten weer los te laten.
Als er een vlieg in huis is komt de vliegenmepper te voorschijn.
Waar zit nou het verschil? Ik kom er niet helemaal uit. Misschien omdat vliegen gerelateerd zijn aan viezigheid, ziekte, aan dood en bederf. En bijen en hommels aan bloempjes en honing en andere zoete ideeën. Maar paddestoelen zijn ook gerelateerd aan dood en bederf. En die vind ik juist heel mooi en interessant! Het verschil is misschien dat paddestoelen op hun eigen plek blijven.
Vliegen zijn ongelooflijk irritant, ze gaan zomaar op alle plekken op je lijf zitten, in hun gore handjes wrijvend van plezier. GA WEG!
Zou dat het zijn? Dat vliegen, muggen, vlooien, teken en aanverwanten in je ‘personal space’ komen? Interessante gedachte.
Ik word er ook haast een ander mens van heb ik gemerkt. Ik word zo vreselijk geïrriteerd door die stomme vliegen dat ik ga slaan. Ik heb er zelfs een wapen voor gekocht. Ineens ben ik dan geen pacifist meer. Het wapen wordt gebruikt en niet zo’n beetje ook. Ik ren door de kamer, zwiepend met de mepper en achtervolg meedogenloos de akelige zoemers, die toch ook alleen maar doen waar ze voor gemaakt zijn. Soms voel ik toch een sprankje wroeging als ik de lijkjes met de stofzuiger weghaal. Gelukkig ben ik nog niet helemaal een ander mens.
Alhoewel ik zojuist zo fanatiek op jacht was, dat de ik de vliegenmepper in tweeën sloeg.
Ontnuchterend.
Nu is de keus: ga ik een nieuw wapen kopen? Omdat ik mezelf voorspiegel dat een korte klap minder erg voor het beest is dan creperen aan een kleefband? Of denk ik: laat ze hun korte leven leven en jaag ze gewoon weg als ze te dicht bij komen? ( en pak dan stiekem een opgerolde tv-gids om ze alsnog te meppen). Moeilijk.
Ik ben een echte zomerliefhebber. Maar misschien ben ik in de winter wel een beter mens.

mepper

Blunderblog

Heb je ook wel eens de wens dat er een gat in de grond ontstaat, precies voor je voeten, zodat je daar snel en geruisloos in kan verdwijnen? Ik in ieder geval wel. Ik heb de toverspreuk daarvoor alleen nog niet gevonden, helaas. Dus blijf ik in voorkomende gevallen met een rood hoofd bovengronds, soms schielijk rondkijkend in de hoop dat niemand mijn blunder gezien heeft, soms in het middelpunt van ongewenste belangstelling, wat mijn hoofd nog roder maakt.
Iedereen blundert. Denk ik tenminste.
Bert blundert ook. Alleen doet hij dat uitsluitend in kleine kring. En vaak is het iets met schoenen. Dan belt hij bijvoorbeeld vanaf zijn werk, of ik heel misschien de gelegenheid heb om even langs te komen, want hij merkte ineens dat hij twee verschillende schoenen aanheeft.
Of hij pakt zijn tas in voor een weekendje weg, het wordt mooi weer. Om er vervolgens in het vakantiehuisje achter te komen dat hij 2 linkersandalen heeft ingepakt. En geen  rechter.
We gaan op de motor naar de Oertijdmarkt in Borger, eveneens met prachtig weer. Op de plaats van bestemming motorpak uit, korte broek en hemdshirtje aan en….. nee geen slippers of sandalen, want die is hij helemaal vergeten mee te nemen. Dus eerst met motorlaarzen, maar omdat dat natuurlijk helemaal belachelijk is onder zijn zomer outfit, op blote voeten. Blijmoedig vertellen dat de mensen in de oertijd ook zo liepen, met ondertussen af en toe een danspasje omdat hij zijn voeten verbrandt op het gloeiend hete asfalt en openhaalt aan het gortdroge stekelige gras rondom de kraampjes. Bikkel.
Ook andere kleding is nog wel eens problematisch. Aan het ontbijt verbaasd zijn dat zijn nieuwe werktrui helemaal geen bedrijfslogo heeft, alleen een kader. Het komt niet in hem op dat hij de trui binnenstebuiten aanheeft….. Uit een paskamer komen met de mededeling dat de zwembroek niet goed zit, hij heeft teveel ruimte aan de voorkant en van achter kruipt ie op. Zo raar ook, die touwtjes aan de achterkant… Irene is ook mee en Bert begrijpt niet waarom wij zo’n beetje op de vloerbedekking van Scapino liggen van het lachen. Andersom blijkt de broek toch wel goed te zijn. Maar Bert heeft nog vaak hardnekkig de broek verkeerd om aangetrokken. En zijn sportbroek is al geen beter lot beschoren.
Maar dit zijn dingen die niet iedereen in de gaten heeft, hij kan het gemakkelijk weer in orde brengen zonder dat hij en publiek voor joker staat. De enige die erg moet lachen ben ik.
Mijn blunders zijn meestal in het openbaar. Ik kan er wel een top 10 van maken. De blunder die me op dat idee bracht staat op nummer 7. Ik ben net weer een beetje hersteld.
Daar komt ie, mijn persoonlijke TOP TIEN
Op nummer 10:
Bij de supermarkt een pak spinazie uit de diepvriescel pakken, de deur weer sluiten en weglopen. Hardhandig teruggetrokken worden zodat ik bijna mijn
evenwicht verlies. Mijn sjaal zit nog tussen de deur…. (verstolen rondkijken wie het gezien heeft… iedereen natuurlijk)
Nummer 9:
Eveneens in de supermarkt. Een flesje ketchup uit het rek pakken en tegelijkertijd met mijn mouw de complete collectie dipsauszakjes uit het rek vegen. De zakjes dipsaus vliegen alle kanten op, mevrouw achter mij heeft ineens 16 zakjes Fiësta in haar karretje en zegt: “ik hoef eigenlijk geen dipsaus”. Ik grabbel met een rood hoofd tussen flessen en pakken en van de vloer en uit het karretje van mevrouw alle dipsauszakjes weer bij elkaar en ben veel te lang bezig om alles weer aan de daarvoor bestemde pennen te hangen. Hoef er niet meer op te hopen dat dit ongemerkt is gebleven.
Nummer 8:
Met Irene en Tim en Tess in Zeewolde (dus al meer dan 15 jaar geleden) aan de wandel. Kinderen en hond willen eigenlijk wel naar dat leuke veld aan de overkant van het slootje. Er ligt een plank over, dus wat kan er mis gaan? Bij hen niks, ze staan alledrie al aan de overkant te wachten. Ik laat me niet kennen, neem een aanloopje, hou netjes mijn evenwicht op de plank, struikel in het zicht van de haven alsnog en ga letterlijk plat op mijn plaat in de modder. Helaas waren wij niet de enigen die aan de wandel waren.
Nummer 7:
Nogmaals bij de supermarkt (dat ik me daar nog durf te vertonen!) wil ik een pak melk uit de koeling halen. O, de deur staat al open, dat is makkelijk. BAMMMM!Ik stoot zo verschrikkelijk hard mijn hoofd dat mijn tanden klapperen en het glas van de deur een galmend geluid geeft. De deur stond niet open. Dat was de deur ernaast. Jongen die koeling aan het bijvullen is: “Ja, wij houden het glas altijd zo schoon mogelijk” Ik zie sterretjes en doe een poging te glimlachen. Het gaat niet van harte.
Nummer 6:
Met Irene in de auto in Drachten. We moeten de locatie vinden waar ze moet optreden. Ik zit achter het stuur, Irene zit met de stadskaart op schoot. We komen er ten eerste al niet goed uit hoe de kaart te houden, maar als Irene hem ondersteboven draait blijkt het met de straatnamen te kloppen. “Hier naar links” zegt ze en ik sla direct linksaf. Merk vervolgens dat we op een winkelpromenade rijden, waar helemaal geen auto’s mogen komen. En dat op zaterdagmiddag. Ik zweet peentjes terwijl ik stapvoets door kuddes mensen manouvreer en probeer de boze blikken van het winkelend publiek te negeren. Keren is geen optie. Irene ligt helemaal flauw van het lachen in de bijrijderstoel, morele steun is ver te zoeken. Uiteindelijk kan ik opgelucht ademhalen, we zijn de promenade af. En o wonder, direct ook op locatie. Ik zie een lege parkeerplaats en draai de auto er direct in. Vervolgens staat er een boze mevrouw op mijn raampje te tikken, die vraagt of ik mijn rijbewijs soms bij de Douwe Egbertspunten gekregen heb…..Zij had blijkbaar staan wachten tot de parkeerplaats vrij was. Mopperend zoekt ze een andere plek en ik durf me haast niet meer te vertonen. Hoop maar dat ze niet in de jury zit die Irene moet beoordelen.
Nummer 5:
Alweer met Irene, nu naar het UMCG. De wachtruimte heeft zachte bankjes, zonder zijleuning. Ik zijg neer, helaas te dicht aan de kant, ik voel dat ik wegzak richting de vloer. Ik grijp om mijn evenwicht te behouden voor steun een lectuurbak die naast het bankje staat. Maar ach, de bak staat op wieltjes… aan mijn gestrekte arm rijdt de bak weg en ik val als het ware tussen wal en schip. Ik roep nog zachtjes om hulp: “Irene! Irene!” Maar ook deze keer laat ze me jammerlijk aanmodderen en ik zit uiteindelijk op de grond. Helaas waren wij natuurlijk niet de enigen in de wachtruimte.
Nummer 4:
Het wordt eentonig, maar ook deze keer met Irene. In de sauna. We zijn daar nog niet eerder geweest en willen eerst even rondkijken. Wat staat er op dat bordje? Geen idee, ik kan het niet lezen. Ik loop er even heen. “Douche start automatisch” blijkt er op te staan. Maar voor dat ik dat kan lezen heb ik het al gemerkt. Alleen heb ik mijn badjas nog aan. Ik hoef zeker niet te vertellen dat ik wederom geen medelijden van mijn dochter hoefde te verwachten. Ook van de andere saunagangers niet trouwens.
Nummer 3:
Bert en ik gaan een andere auto kopen. We hebben besloten welke het moet worden en we drinken in de showroom een kopje koffie, terwijl de verkoper in zijn kantoortje de papieren in orde gaat maken. Ik zeg tegen Bert: “Beloof me 1 ding: trek alsjeblieft nooit zo’n afgrijselijke streepjesbroek aan als die verkoper aanheeft” Op dat moment hoor ik achter mij de stem van de verkoper “Wilt u nog een kopje koffie?”
Het schietgebedje of ik ter plekke door de aarde verzwolgen mag worden wordt niet verhoord.
Nummer 2:
Ik ga met Tim naar de bioscoop. We hebben mooie plekken maar als we in de zaal komen zien we dat daar al andere mensen zitten. Tim zegt: “Maakt toch niet uit, dan gaan wij ergens anders zitten. Maar nee, ik wil persé die plaatsen en zeg dat ook tegen die mensen. Die pakken hun jassen en verhuizen naar een andere plek. Tevreden kijk ik naar de reclames en de voorfilmpjes, en de hoofdfilm begint. “SHIT” hoor ik Tim naast me zeggen. Dit is de verkeerde film, we zitten in de verkeerde zaal! Hals over kop rennen we de zaal weer uit, Tim spurt naar de goede filmzaal, ik hijg er achteraan en we komen nog net op tijd binnen. We ploffen op de eerste de beste beschikbare plaatsen neer. Ik neem me alvast voor om in de pauze niet in de lounge te gaan, ik wil die andere mensen niet meer onder ogen komen.
Met stip op nummer 1:
We zijn uit eten geweest en lopen het restaurant uit. We komen langs een lange tafel met een groot gezelschap en ik zie een bekende daartussen zitten.”Hé wat leuk!” roep ik en ga er op af. Dichterbij gekomen merk ik dat het niet de bekende is, maar iemand die er op lijkt. Het gezelschap kijkt me wat verwilderd aan en ik zeg ongemakkelijk:”O sorry, ik dacht dat ik iemand van jullie kende”.
Ik draai me snel om, loop in mijn haast in volle omhelzing tegen een nep-palmboom aan, verlies mijn evenwicht en ga met palmboom en al languit bij die mensen over tafel…..
Ik kan me niet herinneren hoe ik er weer weggekomen ben.
Dit is echt de ergste blunder die ik begaan heb.

palm

Nu ben ik natuurlijk erg nieuwsgierig naar jullie blunders! Brand los! Ik wil alles weten!

Star Wars!

De nieuwe Star Wars film draait momenteel in de bioscoop, deel 8 (de spin-offs even daargelaten). Wat een sensatie was dat, toen de eerste film uitkwam in 1977. Ja, echt al 40 jaar geleden dus. Ook al hield je niet van Science Fiction, je ontkwam er niet aan dat je wist wie Luke Skywalker was, dat prinses Leia haar vlechten als donuts over haar oren had gewikkeld en dat er een bovenmaatse kruising tussen een yorkshireterrier en een beer was, die alleen rare geluiden maakte, maar die men blijkbaar toch kon verstaan: Chewbacca.
Ik hield wel van Science Fiction en vond de film geweldig. Het was nog wel een raadsel waarom ‘ A New Hope’, (dat is de titel dus) gelanceerd werd als deel 4. Had ik de eerste 3 dan op miraculeuze wijze gemist? Nee hoor, het begon echt bij deel 4. Er zouden nog een deel 5 en 6 komen en pas veel later kwamen deel 1, 2 en 3. De iconische Darth Vader, de lichtzwaarden, de ruimteschepen ,de Stormtroopers met hun witte glimmende pakjes, Yoda met zijn omgekeerde grammatica, het was nog nooit vertoond en een daverend succes. Ik was stiekem een beetje verliefd op Han Solo, gespeeld door een jonge Harrison Ford met z’n onweerstaanbare scheve grijns.
In 1999 kwam dan de vierde film uit, dat was eigenlijk deel 1 dus: The Phantom Menace. Tim was toen 8 en hij vond deze film prachtig. Hij was enorm onder de indruk van de hele entourage, de personen, de wezens, de ruimteschepen, de podracers…… Ikzelf vond het ook weer erg leuk. En het was goed te zien dat de filmtechnieken een grote ontwikkeling hadden doorgemaakt in die 20 jaar. Pas toen viel me op dat bijvoorbeeld de Stormtroopers uit de oude films wel een erg hoog plastic-gehalte hadden. De hoofdrolspelers uit The Phanton Menace, Liam Neeson en Ewan McGregor, zeiden in een interview dat ze vroeger ook de Star Warsfilms geweldig hadden gevonden en dat het fantastisch was om nu zelf Jedi te mogen spelen. Ze vertelden dat ze tijdens het oefenen met de lichtzwaarden zelf het ‘vvvvoemmmmmm, vvvoeeemmmmmm’-geluid erbij maakten , omdat ze dat als jongens ook zo mooi hadden gevonden.
Ik vind dat zo leuk en zo goed voor te stellen! Talloze jongens (en meisjes) hebben dat immers gedaan.
Wij hadden inmiddels net een dvd-speler, die de videorecorder moest vervangen. Tim kreeg voor zijn verjaardag The Phantom Menace op dvd, Special Edition. Het was een groot cadeau, de dvd kostte maar liefst 72 gulden. Maar wat was hij er ontzettend blij mee en wat is de film veel gedraaid. Hij staat nog steeds in zijn kast. In 2002 en 2005 kwamen deel 2 en 3 uit. We hebben ze allemaal gezien, Tim en ik. En daarna moesten we 10 jaar wachten op de volgende editie.
In 2015 kwam The Force Awakens uit. Deel 7 dus, de derde trilogie was begonnen. Oude bekenden maakten hun opwachting. Han Solo! Harrison Ford had nog steeds zijn scheve grijns, maar was uiteraard oud geworden. Prinses Leia had haar koptelefoonkapsel niet meer, was nu een oude dame met opgestoken haar. En helemaal aan het eind van de film verscheen nog heel even Luke Skywalker. Het jonge ventje was een bebaarde man met een gegroefd gezicht geworden. Het stokje werd overgenomen door een nieuwe generatie acteurs, die gingen de hoofdrollen spelen. Het voelt metaforisch. Zo gaat het dus, in het echte leven ook. En nu is net in december deel 8 gaan draaien. We wisten dat het sowieso de laatste keer zou zijn dat we prinses Leia zouden zien. Carrie Fisher, de actrice die haar speelt, is inmiddels overleden. In de vorige film was het karakter Han Solo al gesneuveld. En (spoiler-alert!!!) Luke Skywalker blijkt ook zijn laatste rol te spelen in deze film. De oude robots, C3PO met zijn geaffecteerde accent, en de leuke R2D2 die alleen maar bliepjes en piepjes spreekt, waren er nog. Maar er was ook een onweerstaanbaar leuk nieuw robotje verschenen, al in de vorige film, BB8. Bizar dat je robots leuk en zelfs schattig kan vinden en medelijden hebt als ze wat overkomt, maar bij Star Wars kan dat.
Op Tweede Kerstdag zat ik in de bioscoop met inmiddels 3 generaties publiek. De mijne, liefhebbers van het eerste uur. De generatie van Tim, die bij de 2e trilogie aanhaakten en toen ook de 1e terugkeken. En de nieuwste: kinderen, die nu de leeftijd hebben dat ze geïnteresseerd raken in Star Wars en er weer net zo enthousiast over zijn.
Ik ga geen reviews over de films schrijven. Zelfs diehard- fans zijn onderling zo verdeeld over welke films wel en niet goed zijn, welke karakters wel werken en welke er beter weggelaten hadden kunnen worden, daar kom je nooit uit. Het belangrijkst is dat ik ze gewoon leuk en mooi vind om naar te kijken. Omdat er zoveel inzit. De klassieke strijd tussen goed en kwaad. Een fantasy-sfeer die toch geloofwaardig is. De uitgesproken karakters, waarmee je je kan identificeren. De prachtige filmtechnieken waardoor sommige scènes overweldigend zijn. De epische muziek. Ik kijk alweer uit naar deel 9, de laatste van deze trilogie. Maar daar moeten we nog 2 jaar op wachten.
Afgelopen voorjaar heb ik met Tim thuis een Star Wars-marathon gehouden. Alle films in chronologische volgorde, in 2 dagen tijd. Met bijpassende hapjes en drankjes en zelfs Star Wars servetten. Het was superleuk. Een volgende keer is de marathon al weer langer, want dan hebben we deze nieuwe natuurlijk ook op dvd.
Wat ons ook zo aanspreekt is dat je niet weet hoe het verder zal gaan. De films zijn niet gebaseerd op een boekenserie of op bestaande verhalen. Alles kan nog gebeuren. Niks is voorspelbaar. Star Wars blijft gewoon verrassen. Al generaties lang

starwarsfoto

Neutraal

Beste vaders en moeders.
Herstel.
Beste ouders.
Herstel.
Beste mensen.
Herstel.
Beste personen.
Om voortaan zo neutraal mogelijk te zijn en niemand voor het hoofd te stoten (kan dit? of is dit vervelend voor mensen die aan migraine lijden)
Herstel.
…en niemand te kwetsen (hm, volgens mij zijn er pruimen die kwetsen heten… ja de prunus domestica domestica…. maar die kunnen niet protesteren, dus dit woord laat ik nu maar staan)
wil ik een aantal aandachtspunten noemen in verband met mijn Kinderopvang.
Voor wat mijzelf betreft: voortaan zal ik niet meer “Hé jongens!” zeggen , maar “Hé kinderen”.
In het geval dat dit te generaliserend blijkt, kan ik een onderverdeling maken in “Hé baby, peuter, kleuter, schoolkind, beginnende puber”
Deze aanpak heeft wel het gevaar van stigma’s in zich, dus de praktijk moet uitwijzen wat het beste werkt voor iedereen, zonder dat iemand zich benadeeld voelt.
Aan u wil ik vragen om uw kind een genderneutrale naam te geven. Ik denk hierbij aan Robin, Dominique, Kim of Ali.
Laten we voorkomen dat de kinderen een identiteit opgedrongen krijgen door hun expliciete jongens- of meisjesnaam.
Ik ben blij te kunnen melden dat het toilet hier altijd al neutraal was, dus dat blijft zo.
Als we over school praten zal ik het woord “juf” vervangen door “leerkracht”.
En om nog meer riskante zaken uit te sluiten zal ik de hier zo geliefde Jodekoeken voortaan presenteren uit een neutrale , naamloze bus,  als “koeken”.
De afrikaantjes in de tuin benoemen we voortaan  met het Groningse “tutteltoantjes”
Er zullen ongetwijfeld meer onderwerpen zijn die aandacht behoeven in deze, schroom niet om mij daarop aan te spreken.

Met vriendelijke groet
Persoon van Bloois

neutraal