“Wil je koffie?” vraagt mijn man als ik met de hond binnenkom na een wandeling. “Ik ga nog even snel naar de handwerkwinkel mijn bestelling ophalen, ben met 5 minuten terug”, antwoord ik en ga de deur weer uit.
Een paar jaar geleden kwam er een stukje hemel in mijn leven: een handwerkwinkel op een loopafstand van 2 minuten van mijn huis! Een walhalla van kleuren en garens en een altijd vriendelijke en behulpzame eigenares.
Nou wil het geval dat sinds halverwege vorige maand ineens ons dorp ‘aangepakt’ wordt. Lees: een enorme chaos van opengebroken straten, onduidelijke gele wegwijzers en heeeeeel veel zwaar materieel.
De weg naar de handwerkwinkel is dan nu ook een paadje van een stoeptegel langs hekken en afgronden, graafmachines, buizen, dixies en schaftketen. Er wordt zo diep gegraven dat ik me afvraag of er nog een leuke archeologische vondst gaat komen.
In mannequinpas, dus een loopje met de ene voet recht voor de andere, loop ik naar de winkel over dat smalle pad, haal mijn bestelling en stap weer naar buiten. En bots op een wielrenner. Een wielrenner ja. Op die ene tegel langs de diepste krochten van Leens.
Er komen er nog meer zie ik. “Eigenlijk kan je hier niet langs”, probeer ik nog vriendelijk. “Je kan beter daar langs de speelgoedwinkel naar…”
“Daar komen we net vandaan”, laat de man me niet uitpraten. Ok, dan vertel ik ook niet over het tussendoorpad waarmee je weer op een normale weg komt en je met een kleine omweg als nog het dorp uit kan. Eigen schuld.
Ondertussen trossen de wielrenners op als een bijenvolk.
“Het ligt hier open!” roept er een. Dat is vast het brein van de groep. Ze nemen de fiets op de schouder en beginnen te lopen, hun fietsschoentjes slippend op het bouwzand. Ik denk even te wachten, maar het duurt zo lang, er komt geen eind aan de optocht van lycra mannen. Dus ik voeg me met mijn bollen wol er maar gewoon tussen. Ik voel me een beetje als een plaatje van “Waar is Wally?” met mijn pak garen onder de arm in plaats van een fiets op mijn schouder. Tussen een tuin en een schaftkeet verbreedt het pad zich tot 2 tegels en stappen mijn voorgangers weer op de fiets. Degenen achter mij halen hoorbaar adem in mijn nek maar ik denk: jullie bekijken het maar, ik wil naar m’n koffie, en blijf stug doorlopen.
Als we eindelijk weer een echte weg onder de voeten hebben zwermen de fietsers me links en rechts voorbij en ik grinnik tegen een buurvrouw, die net naar buiten komt en vraagt: “Hest die allemoal op de nek ‘had?”
“Zo’n beetje wel ja, iets teveel manvolk op de zaterdagmorgen”, zeg ik en zij grinnikt ook.
Ik open de voordeur en roep: “Ik ben thuis!” en verwacht het geluid van de koffiemachine.
In plaats daarvan klinkt het gedempt uit de garage: “Ik zoek mijn bril!”
Ik trek mijn wenkbrauwen op, want toen ik wegging had man gewoon de bril op zijn neus. “Ik kreeg een boodschappenkarretje op mijn hoofd”, gaat hij verder om het verhaal nog raarder te maken.
In de garage hangt zo’n boodschappentas op wieltjes, de tasmobiel zoals een van mijn kindertjes die noemt. Die had hij blijkbaar van de haak geschoven, zodat hij het ding op zijn knar kreeg en zijn bril afvloog. Die was ergens in de krat tussen het kippenvoer, de konijnenkorrels en het hooi terecht gekomen blijkbaar. Geen speld maar een bril in een hooiberg. Maar zonder bril is het lastig een bril te zoeken dus hij moet eerst zijn werkbril gaan halen om weer wat te kunnen zien en dan is de goede bril snel gevonden.
“Niet beschadigd?” vraag ik bezorgd. En denk er dan pas aan om naar zijn arme hoofd te informeren. Alles is nog intact gelukkig.
Rare toestanden op de zaterdagochtend. Tijd voor koffie.
En dan maar zien wat de rest van de dag brengt.
(foto: Google)
geweldig verhaal weer, Annelies. Ik kan het nu mooi plaatsen omdat ik bij jullie ben geweest en ook de handwerkwinkel heb bezocht.
LikeGeliked door 1 persoon
Bij jullie is het nooit saai!!
LikeGeliked door 1 persoon
De rest van de dag gaf denk ik wel een leuk feestje. ?
LikeLike
Ja, dat was goed gelukt!😊👍🏻🥳
LikeLike
Geweldig! 🤣
LikeLike