Na het Vlaamse Stoofvlees met Grimbergen had ik het gevoel dat ik de eerstkomende dagen niet meer hoefde te eten. Maar toch zat ik de volgende ochtend alweer aan een heerlijk ontbijtje samen met Tim. Terwijl we al allemaal lekkers op ons bord hadden kwam er nog een mevrouw vragen of we “trek hadden in een spiegeleitje”(spreek dat voor jezelf even uit op z’n Vlaams, klinkt zo leuk) en dat hadden wij. Ik begon nog net niet te piepen toen we allebei een heel klein koekenpannetje met een eitje geserveerd kregen. Maar er moest natuurlijk wel een foto naar Irene, konden we even digitaal piepen. Tim is namelijk niet zo’n pieperd, maar hij was wel zo lief om de foto te maken.
Hij kent z’n moeder en z’n zus al langer dan vandaag.
Na het ontbijt gingen we aan de wandel, want we hadden gezien dat C-Mine, waar de expositie was, maar 2 km van het hotel ligt.
Het was zulk heerlijk zonnig weer dat de herfstkleuren van de bomen extra mooi uitkwamen, dus het was een fijne wandeling. Onderweg zagen we al wat aankondigingen van de tentoonstelling.
C-Mine is een overblijfsel van de voormalige steenkoolmijn in Genk en die entourage past wel heel goed bij de sfeer van Tim Burton.
Buiten nog even een foto gemaakt, want binnen was het echt niet toegestaan om te fotograferen, met uitzondering van het café.
We hadden tickets met een tijdslot en er was een kleine wachtrij. Het publiek werd telkens in kleine groepjes binnengelaten, zo was er ondanks de drukte, toch genoeg gelegenheid om alles goed te zien.
Een maal binnen was het gelijk helemaal Burton. Muren vol met illustraties, vitrines met sculpturen, foto’s, we kwamen ogen te kort.
Naast regisseur is Tim Burton ook tekenaar en schilder en veel van zijn werk is een inspiratie of voorstudie voor zijn films. Zijn bizarre stijl kwam overal in terug, alles zo herkenbaar en typerend.
Wat ons een beetje verbaasde was dat er nog al wat mensen met kleine kinderen waren. Als je alleen Charlie and the Chocolatefactory gezien hebt is dat misschien begrijpelijk, maar er was zoveel te zien wat eigenlijk helemaal niet voor kleine kinderen bestemd is! We zagen dan ook best wat gezichtjes die niet zo blij keken en ik hoop dan ook dat ze er geen nachtmerries van hebben gekregen.
De expositie was verdeeld over twee verdiepingen en toen we deel 1 gezien hadden gingen we eerst even wat drinken in het Burtoncafé. Dat was ook helemaal in stijl, geweldig. Als het dorpje Spectre uit Big Fish, compleet met schoenen over de lijnen aan het plafond.
Overal was zoveel aandacht aan besteed, dat maakte het plezier nog veel groter.
Het tweede deel van de expositie liet meer dingen zien die in de films gebruikt zijn. Het allermooiste vond ik de vitrine met de stop-motion poppen uit The Corps Bride. Voor degenen die er bekend mee zijn: Victor en Victoria, de aandoenlijke Elder Gutknecht, de majoor, de dwerg en natuurlijk de schitterende Emily. Ongeveer 40 cm groot en zo gedetailleerd! Ik heb echt een hele poos met m’n neus voor het glas gestaan om alles goed te kunnen bekijken.
Deze foto heb ik van internet geplukt, want zoals gezegd mocht je zelf geen foto’s maken.
Er waren rekwisieten uit de film Miss Peregrine, er waren modellen van de Oompa-Loompa’s uit Charlie and the Chocolatefactory, En er werd een heel vroege film vertoond, namelijk uit 1983: Hansel and Gretel, die al goed liet zien welke kant Burton op wilde met zijn werk.
Hij is zo zijn eigen stijl gaan ontwikkelen dat er zelfs een woord voor is ontstaan: Burtonesk.
Ik vind het wat hoor, dat je iets maakt wat eigenlijk niet met een al bestaand woord te omschrijven is. Ik zie het nog niet gebeuren dat het woord Blooisiaans gebruikt gaat worden.
Al met al hebben we een paar uur doorgebracht in C-Mine en we waren onder de indruk.
Aan het eind van de middag gingen we weer terug naar het hotel en we bekeken daar even waar we zouden gaan eten. Tim had wel zin in Chinees, en er bleek een restaurant op 3 minuten lopen van het hotel te zitten dus die keus was snel gemaakt.
En wat was het lekker, weer eens ouderwets in een Chinees restaurant eten . Niet wokken maar gewoon van een ellenlange menukaart kiezen, eten van een met stijf linnen gedekte tafel met schotelwarmers erop, Chinese lampions aan het plafond… alleen geen Chinese muziek, maar allemaal ouwe meuk uit mijn jeugd. Tim moest er dan ook om lachen dat ik alle gedraaide nummers kende en ondertussen gingen zijn KoeLoeYuk en mijn Kip met Cashew he-le-maal op!
Gezellig nog even een borreltje na, dat bleken glazen te zijn die minstens de dubbele inhoud hadden dan dat wij hier in Nederland krijgen, dus we hebben nog een poos zitten natafelen.
’s Nachts ben ik in mijn dromen nog wel druk geweest met alles wat ik bij C-Mine gezien had, maar ik had toch lekker geslapen en Tim ook.
En toen zat het er al weer bijna op! Nog een lekker ontbijtje, deze keer zonder spiegeleitje, dat was vast alleen op zondag, en daarna uitchecken en naar de auto.
Het was stil in Genk op maandagmorgen. We liepen langs winkels.
“Nou”, merkte Tim heel droogjes op. “De etalagepoppen worden echt steeds magerder hè?”
Toen we de parkeergarage ingingen liep ik nog te lachen.
De terugreis verliep aardig voorspoedig al was het op de wegen wel veel drukker dan in de winkelstraat in Genk. Tim was het eerste thuis en daarna reed ik nog alleen door naar Leens.
Thuisgekomen werd ik zowat ondersteboven gelopen door een uitzinnig blije Lenny die me zo hard om de nek vloog dat hij met zijn poot tegen mijn oor sloeg en ik daarna het gevoel had dat ik drie oren had. De lieverd.
Na een knuffelsessie installeerde ik mezelf met een kop thee op de bank en zetten The Corps Bride op.
Nog heerlijk even nagenieten.
Wat was het leuk om met Tim dit weekend te doen!