Categorie archief: Bezinning

Thank you for the days….

Bij de aftiteling van een documentaire op BBC gister klonk dit nummer.   Days 
van The Kinks . Moeiteloos zong ik, weliswaar tekstloos, mee en wist zelfs nog de tweede stem bij het refrein. Al had ik het nummer al 50 jaar niet meer gehoord. Maar ach, toen ik 7 jaar was wist ik immers ook de tekst niet. Ik maakte gewoon wat klanken die erop leken of ik neuriede.
Wat vond ik dat toen een mooi nummer. Wat vind ik het nog steeds een mooi nummer! En wat vind ik het bijzonder, dat muziek die ik een halve eeuw niet meer gehoord heb en waar ik ook niet meer aan gedacht heb, feilloos in mijn geheugen geprent staat.
Ik was hierdoor helemaal in the mood om op Youtube op zoek te naar nog meer muziek uit mijn kindertijd.
Beelden van de Philipsradio in de vensterbank en de koffer-platenspeler die we van mijn oma hadden gekregen kwamen in mijn gedachten. “Zullen we vanavond plaatjes draaien?” Pa op zijn kont op de grond naast de platenspeler, een stapel singeltjes naast hem.Eén voor éen draaide hij ze, zowel de A, als de B kant. Pete Seeger met ‘Michael Row the boat ashore’. Ik zong mee: “Maikel rood de modeshow” en was beledigd toen de rest van het gezin in de lach schoot.
‘Sloop John B’ van de Beach Boys, wat mijn moeder zo prachtig vond. Het thema van de Versierders, The Pursuaders, waar we op tv naar keken. Met Roger Moore en Tony Curtis.
Mijn oudere zus of broer werd dan naar de platenzaak gestuurd om dit of dat plaatje te kopen.
Ik had zelf gespaard met mijn twee kwartjes zakgeld in de week voor het plaatje ‘Painter Man’ van the Creation. Dat kostte Fl. 4,50 dus dat was een hele uitgave. Mijn vader vond dat eigenlijk niet goed, mijn moeder wel. “Als ze dat mooi vindt, mag ze dat kopen, het is haar geld” En ik voelde me heel groot en hip met mijn eigen singeltje.
Mijn oudere zus kocht vaker plaatjes en daar weet ik er ook nog zoveel van mee te zingen…..
‘Excerpt from a Teenage Opera ‘ van Keith West,  ‘Just a little bit of peace’ van the Golden Earrings (ja, ze hadden toen nog een s achter hun naam).
Ik was als kind veel ziek en dus vaak thuis en mocht dan naar de radio luisteren.
Manfred Mann met ‘Haha said the Clown,’ wat steevast gekibbel met mijn broer opleverde omdat ik toch echt “Hoehoe” hoorde in plaats van “Haha”
“Silence is Golden” van the Tremeloes, wat ik eindeloos in de auto zat te zingen toen we naar Rotterdam gingen (we hadden geen autoradio) omdat ik het geweldig vond om zomaar ’s avonds nog op te mogen blijven en in de auto mee te gaan. Dat het was omdat we naar mijn overleden oma gingen kijken , was niet echt tot me door gedrongen, maar daarom weet ik het achteraf nog zo goed. Geen slechte herinnering trouwens, want ik weet nog dat ik oma heel erg mooi vond.
‘Wasted Words’ van de Motions. Pas nu begrijp ik dat het een protestsong tegen rassendiscriminatie was.
‘Lea’ van the Cats. Pas nu weet ik dat het een eerbetoon  is aan een omgekomen meisje van 19 dat Lia heette.
Ik was gisteravond zo in de ban van het zoeken en het beluisteren, van het herinneren met glimlachjes en tranen, dat het al diep in de nacht was toen ik het genoeg vond.
Vandaag heb ik een lijstje samengesteld van een cd-tje wat ik wil (laten) maken.
14 nummers staan erop. ‘A walk in the Sky’ van the Flowerpot Men.   ‘From the Underworld’ van Herd.
Nummers die eigenlijk allang in de vergetelheid waren geraakt. Schijnbaar, want ik ken ze nog allemaal. Allemaal met hun eigen herinneringen. Ik krijg er zo’n speciaal gevoel bij, ik kon het eerst niet goed onder woorden brengen voor mezelf.
Ik sprak er vandaag even met mijn zoon over en die zei: “Bitterzoet.”
Precies het juiste woord. Bitterzoet.
Pa , Ma , Jan Willem….. en Toos (die er gelukkig nog is!) : Thank you for the days……

xxx

the-kinks-days-pye

Tuintje in mijn hart (2)

Sinds ik  Tuintje in mijn hart schreef, een jaar geleden, zijn er bijzondere dingen in onze tuin gebeurd.
De hulst, die ik altijd alleen maar als donkergroene struik heb gekend, kreeg plotseling een enorme hoeveelheid rode besjes. Een prachtige explosie van kleur , die nog steeds niet over is.

hulst
De twee acaciabomen in de voortuin, die ’s winters kaal en zomers groen waren zolang als ik hier al woon, (13 jaar) gingen ineens uitbundig bloeien. Ik was sprakeloos, talloze prachtige witte-gele bloemtrossen die heerlijk roken, in beide bomen.

acacia

Uiteraard trokken die veel bijen en hommels aan, geweldig. Bert kon zich ook niet herinneren dat hij ooit eerder de bomen had zien bloeien en hij woont hier al zo’n 25 jaar.
De grote oude kastanjeboom, die al jaren een ziekte heeft, waardoor er grote bruine vlekken op de bladeren komen, ziet er dit jaar ineens opvallend gezond uit.

kastanje
Ik realiseerde me deze dingen vanmiddag toen ik weer in de tuin aan het werk ging.
Na een drukke week met veel werk en een moeilijke peuter was ik moe. Maar toen ik met mijn emmer met gereedschap en op mijn klompen de voortuin in stapte voelde ik een bijzondere energie. Ik keek naar de bomen en de hulst. Ik dacht aan mijn blog over Nel en Ingrid en fluisterde: “Jullie zijn er hè? Hebben jullie onze tuin aangeraakt?”
Op hetzelfde moment begon een merel te zingen, zo dicht bij dat ik hem aan had kunnen raken. Er kwamen tranen in mijn ogen en een geluksgevoel vulde me. En dat gevoel bleef, tijdens het snoeien, het wieden en het vegen.
Onze peuter kwam ook in de tuin, hij wou helpen. Met zijn kinderbezem en een klein schepje was hij zo druk in de weer.

helpen

Vergeten was zijn recalcitrante gedrag en zijn ongedurigheid. Vergeten was zijn paniek over insectjes, zijn afkeer van vieze handen. Hij leek een ander kind. Hij werd zelfs niet boos toen hij de snoeischaar niet mocht gebruiken. Samen trokken we kleefkruid uit de heg, samen zetten we bloeiende planten in de potten onder het raam.

bloemen

Ondanks dat we hard aan het werk waren, was er een enorme rust.
Er hing een positiviteit in de lucht die bijna tastbaar was. Het voelde magisch.
De middag vloog voorbij, ineens bleek het al etenstijd te zijn. En ik was nog steeds niet moe, het bijzondere gevoel was er nog steeds.
De voortuin is klaar, de rest is de volgende keer weer aan de beurt.
Ik voel me nog steeds gelukkig.  En wil deze bijzondere ervaring zo graag delen.
Laten weten dat het niet over is, ze zijn er. En ze delen nog steeds hun liefde uit.
Als ik dit allemaal opgeschreven heb denk ik: ‘ Ik weet geen slotzin’
Maar ik hoef niks te bedenken. Het einde van die eerste blog volstaat nu ook prima:  “Dood ben ik pas, als jij me bent vergeten”
Dat gaat dus nooit gebeuren. Want hoe zou ik jullie ooit kunnen vergeten?
Jullie verzorgen het tuintje in mijn hart.

 

Broer en zus

Hoe leuk is het als je kinderen het zo goed met elkaar kunnen vinden dat ze samen een dagje attractiepark plannen. Gewoon zij saampjes, broer en zus.
Mama wordt wel op de hoogte gehouden (want ik wil graag vanaf de zijlijn meegenieten) en ik krijg af en toe een appje met een update.
Zelf ben ik al heel vroeg begonnen vanmorgen, na een nacht met weinig slaap en ik hou me wat op de been met extra koffie en niet teveel toestanden overhoop halen.
Er klinkt weer een plieng- geluidje van m’n telefoon en ik open What’sapp.
En schiet helemaal vol. Want ik krijg een foto waar mijn zoon opstaat, maar het lijkt alsof mijn broer daar staat……
Er is al vaker geconstateerd dat Tim op Jan Willem lijkt, maar deze foto treft me als een mokerslag.
Ik was ook de zus van een broer. Wij konden het ook heel goed vinden samen. En ik mis hem nog steeds zo hartverscheurend….
De scherpste kantjes zijn er vanaf denk ik vaak. Maar nu voel ik mijn maag samenkrimpen en ik wil heel hard huilen. Dat doe ik niet. Er zijn hier kindertjes en die wil ik niet verschrikken.
En dat ik zo moe ben versterkt ongetwijfeld de emoties.
Ik kijk nog eens naar de foto, vergroot ‘m uit op het scherm. Het is een verwarrend gevoel. Alsof je aan een korstje zit wat je niet open mag krabben, maar waar je eigenlijk ook niet af kan blijven.
Och Jan Willem…. terwijl ik schrijf komen toch de tranen. Maar wel geluidloos. De kinderen merken het niet, ik heb mijn zonnebril op en typ aan de picknicktafel terwijl zij heerlijk in de tuin spelen.
Ik ben dankbaar voor alle mooie herinneringen die ik heb, voor de lieve broer die hij was voor z’n zusje. Altijd, ook toen we volwassen waren.
Nog eens kijk ik naar de foto. Ben al wat minder geschokt. Zie het mooie ervan in nu. Familiegelijkenis vind ik altijd al leuk, nu is het extra belangrijk.
Lieve broer en zus, maak er een heerlijke dag van samen. Geniet ervan dat jullie samen zijn. Het is zo waardevol.

Tim

Met mijn handen in de aarde

Tegenwoordig vind ik Maart maar een lastige maand. De sterfdag van mama, de verjaardag van JanWillem, de sterfdag van Nel…… Vroeger dacht ik altijd dat een datum niet uitmaakte, maar ik ben er achter dat dit voor mij wel degelijk zo is. Voeg daarbij de grauwigheid van einde winter-maar nog net geen lente en dat maakt het teneergeslagen gevoel compleet. Deze week heeft ook nog het plotseling overlijden van iemand die ik graag mocht en met wie ik goed kon praten mij erg geschokt. En als ik er aan denk wat het voor haar gezin betekent, ben ik helemaal verdrietig.
Vandaag is het 31 Maart, die moeilijke maand is bijna voorbij. Op deze datum is Nel overleden, het was toen 1e Paasdag. Vandaag is het Stille Zaterdag, morgen is het Pasen.
Ik zit deze ochtend met een kop koffie aan de grote tafel, ik hoef even niets en dat voelt goed.
De zon schijnt door het raam op mijn rug en ook dat voelt goed. Ineens krijg ik de behoefte om, net als de zon, die grauwigheid van de winter op te ruimen. Ik wil morgen Pasen vieren, ik geloof in de boodschap dat de dood niet het laatste woord heeft, maar het Leven. Ik wil bloemen, zon, vreugde!
Ter plekke besluit ik om in ieder geval het smeedijzeren rekje bij de voordeur opnieuw in te richten. In Oktober heb ik daar voor het laatst iets aan gedaan, met gekleurde pompoenen en kalebassen, met kastanjes en dennenappels. Inmiddels zijn de pompoenen verrot, de kalebassen verschrompeld en de kastanjes beschimmeld. Ik had tot nu toe nog niet de motivatie gevonden om het te veranderen, maar nu kan ik ineens niet wachten.
Dus drink ik snel mijn koffiebeker leeg, pak mijn portemonnee en de autosleutels en rij naar De Dageraad. Een mooie en voor mijn gevoel nu heel toepasselijke naam voor een tuincentrum.
Ik kom thuis met een tray vol viooltjes in uitbundige kleuren en donkerpaarse en roomwitte hyacinten, die net bezig zijn open te gaan en al bedwelmend geuren.
Op de oprit ga ik bezig om bakjes en potjes op te maken en ik geniet van de kleuren, de geuren en het heerlijke gevoel van de zachte lentelucht en de zon. Er begint zelfs een merel te zingen, een ontroerend geluid.
Het dode herfstspul gaat in de groene container, ik veeg alle dode bladeren rond het rekje weg, en zet alle mooie bloemen neer. Direct komt er een vroege bij op af en dat maakt mijn blijdschap nog groter. Ik was niet van plan geweest om in de tuin te gaan werken verder, maar ik heb heel geen zin om nu naar binnen te gaan!
Ik zoek wat tuingereedschap bij elkaar, vraag Bert om mijn klompen even te controleren op ongewenste achtpotige overwinteraars, en begin het dode plantenafval te verwijderen.
Bert komt ook buiten, Lenny springt rond en ons pleegkindje rent op zijn laarsjes naar de schommel, zijn blijde lach schalt door de tuin. Het voelt alsof we allemaal ineens iets van ons afschudden en positieve energie krijgen.
Voor het tuinwerk hebben we een soort bankje met schuimrubber erop, dan hoef je tijdens het wieden niet met je knieën op de harde tegels te zitten. Ik noem dat gekscherend het knielbankje, maar vandaag voelt het gewoon symbolisch. Ik kniel neer en met mijn handen in de aarde zie ik nieuw leven.
Onder de dode stengels en dorre takken is er een bloempje tevoorschijn gekomen.

bloempje

Het stemt me nederig maar ook hoopvol. Ik heb vaker met mijn handen in de aarde gezeten. Ook om een handvol aarde in een graf te werpen. Koude, zwarte aarde, waar je letterlijk rouwrandjes van onder je nagels krijgt. Maar vandaag voelt de aarde zacht en rijk aan. En het bloempje heeft worteltjes in die aarde. Het groeit, het bloeit, het leeft.
Ik ben niet iemand die veel evangeliseert,maar ik heb nu zo sterk het gevoel dat ik dit moet delen!
Niet de dood heeft het laatste woord, maar het Leven.

Ik wens iedereen goede en gezegende Paasdagen

 

Pa

Hallo lieve pa. Ik sta voor je foto en glimlach. Deze foto is leuk. Je was niet bepaald fotogeniek, dus er zijn de raarste foto’s van je. Maar deze hangt aan onze muur sinds je er niet meer bent.
Het is vandaag 13 februari en 6 jaar geleden belde Toos ‘smorgens heel vroeg dat je was overleden.
We zouden die dag komen, we wisten dat je ziek was, maar dat het zo snel zou gaan hadden we niet verwacht.
Je komt nog regelmatig ter sprake. Heel vaak als het gaat om eten en drinken, want je was wat dat betreft een echte levensgenieter. De ‘bolle meniscus’ is een begrip in onze familie.
Mijn map met recepten bevat een aantal ouderwets uitgetypte exemplaren van jouw favoriete gerechten, geschreven in jouw expliciete stijl, die me ook vaak laat glimlachen als ik het lees. En Irene deelt ze ook weer.
Je presteerde het zelfs om me een uitgetypt recept te geven omdat ik dat ‘echt moest proberen, het is kostelijk’ terwijl je het recept van mijzelf gekregen had! En het was onbegonnen werk om je daarvan te overtuigen, want eigenwijs was je ook. Stronteigenwijs. Ik mag dat zeggen, want ik lijk op je.
Niet in alle opzichten was je een levensgenieter, net als ik was je zorgelijk en zag vaak leeuwen en beren op allerlei wegen. Maar het leuke was dat we dat van en voor elkaar vaak weer konden relativeren.
Misschien wel omdat we van elkaar begrepen hoe het voelt.
Je was zorgzaam op je eigen manier en je genoot ervan als we allemaal bij elkaar waren.
Alle jaren “Holten” zijn een onbetaalbare herinnering en alle kleinkinderen komen nog ieder jaar bij elkaar daar, omdat Toos en Joos de traditie voortzetten.
De foto aan de muur is er eentje die bewust is genomen.
De Haiku’s die je in de loop van de tijd gemaakt had werden gebundeld in een boekje en op de achterkant moest een foto van de auteur komen. Je had een houding van ‘flauwekul’ en ‘overdreven gedoe’ en ‘ik hoef niet in  de belangstelling te staan’ , maar stiekem vond je het maar wat leuk! Ma was het overigens niet helemaal eens met de foto, je haar zat niet netjes genoeg.
Ik ben wel blij met de foto. Want je staat erop zoals je was.

SANYO DIGITAL CAMERA
Het is een raar idee dat het al zes jaar geleden is dat ik je voor het laatst zag.
Zo voelt het namelijk niet. En zo moet het ook maar blijven.
Dat we, als we vanavond op jou je favoriete Blankenheym drinken, mèt de onvermijdelijke bolle meniscus, ik je daarbij zie grijnzen. Zelf had je overigens niet veel met herdenkingen. Je kon er  zelfs behoorlijk schamper over zijn. “Iedere scheet moet tegenwoordig herdacht worden,liefst met een monument”.
Toen ik daarover in de lach schoot, moest je in weerwil van jezelf toch ook lachen.
Jij bent overleden maar de herinneringen zijn levend. En zo ben je nog steeds bij me, lieve pa.

 

Borrel op terras
Koel zongeflits in glaasje
Eerbiedig; Proost HEER

Mijn horloge loopt
Waar naar toe? Ik weet het niet
Maar ik moet wel mee

Die Haiku-opa
met z’n Nipponstijlspreukjes
Ach, laat die man toch

Kringloop

Deze ochtend loop ik de Kringloopwinkel binnen. Ik heb Berts favoriete bierglas gebroken en wil daar even kijken voor een nieuwe. Die hebben ze niet. Wat ze wel hebben is een heleboel herkenbaars. Serviesgoed van vroeger. Soepkoppen die ik ook had in 1984. Kop- en -schotels die bij het eetservies van mijn ouders hoorden.
En een heleboel dingetjes die mijn moeder vroeger zo mooi vond. Tinnen maatbekertjes, porseleinen koffiekopjes. Een rookverdrijver (wat tegenwoordig trouwens sfeerlichtje heet). Een houten stoof met een aardewerk tesje erin. Niet een antieke, maar een exemplaar uit de jaren ’70, toen retro modern werd. Een sier-keteltje voor op de gaskachel. Dekschalen voor aardappels en groente. Theeglazen in een houdertje.
Allerlei spulletjes die we vroeger thuis hadden, verzameld door mijn moeder.
Net zoals ik nu spulletjes in huis en op tafel zet, die ik mooi vind.
Zelf gekocht en cadeau gekregen. Het heeft meer waarde dan ‘spullen’. Het bepaalt mijn woonsfeer, mijn omgeving. Het zegt ook iets over de aandacht die mensen voor mij hebben, als ik iets krijg waarvan de gever weet dat ik er blij mee zal zijn.
Ik denk aan mijn moeder, die dat ook zo gevoeld heeft. Er komt een groot gevoel van weemoed over me. Wat blijkt alles vergankelijk…. De spullen die
deel uitmaakten van haar sfeer, zijn nu voor €0,50 te koop in de Kringloopwinkel. Afgedankt, weggedaan. Ze doen er niet meer toe.
Zal het met mijn spulletjes ook zo gaan? Ongetwijfeld. Dingen die voor mij van waarde zijn, komen mijn kinderen later tegen op de rommelmarkt.
En dan zullen ze ook zeggen: Och kijk, dat vond mama zo mooi….
Maar dan bedenk ik ineens dat het niet erg is. Want het is niet de herinnering die te koop staat voor € 0,50 , maar de spulletjes. Die dan opeens toch gewoon maar ‘spulletjes’ zijn. De herinnering is onbetaalbaar.
Het gevoel van weemoed verdwijnt en ik glimlach in gedachten naar mijn moeder als ik eventjes een lepelvaasje oppak. Mooi he mam?
Ik zet het weer neer, ik heb het niet nodig. En het was ook niet van mijn moeder zelf, ze had alleen een vergelijkbare.
Ik loop de winkel weer uit. Onverrichterzake. Of misschien toch niet. Ik grijns in mezelf over hoe filosofisch ik werd in de Kringloopwinkel.
Iets over de kringloop van het leven…….

images

Voor het eerst weer

Voor het eerst kijk ik weer ècht uit
naar Kerstmis vieren met elkaar,
naar voorbereiden en versieren
Voor het eerst in vijf jaar
Natuurlijk, ik vierde wel kerst
en wilde wel plannen maken
maar diep, heel diep van binnen
kon het me niet meer raken
Ook al waren we met elkaar
ik voelde zo’n verdriet
Ik was met mijn liefste mensen
maar zij, zij waren er niet
Nooit meer Jan Willem, met zijn brede lach
die druk aan het koken was
Nooit meer Nel met haar lieve gezicht
als ze het Kerstevangelie las
Nooit meer Pa met zijn bijdrage voor
likeurtjes en goede wijn
Nooit meer Ma, die zo intens genoot
van het gezellige samenzijn
Het voelde als een gat in mijn hart
en God, wat deed dat zeer.
Het dagelijks leven ging heus wel door
Maar het leek niet zo zinvol meer
om extra te vieren en moeite te doen,
het voelde niet echt als een feest.
Ik voel me gezegend met mijn gezin
maar miste zo wat was geweest….
Zou het dan toch waar zijn:
‘de tijd heelt alle wonden’?
Dat ik, ondanks het grote gemis
mijn vreugde weer heb hervonden?
Ik versier een boom, bedenk een menu
en heb daarin weer plezier.
En ik verheug me op 1e kerstdag
we krijgen weer gasten hier!
Het verdriet blijft ,maar de rouw is voorbij
ik denk aan hen met een glimlach
En het voelt voor mezelf dat ik eindelijk weer
ECHT zin in Kerst hebben mag

1980

 

Vijf jaar

Vijf jaar. Het lijkt nog maar zo kort, maar het is echt al vijf jaar.
Gister was het Halloween. Ik hou best van een beetje griezelen, het werk van Tim Burton is daarbij mijn favoriet.
Maar met Halloween in 2012 hadden we echte horror. De allerergste nacht die ik ooit heb meegemaakt, toen Jan Willem verongelukte en overleed.
Het is gewoon niet te beschrijven hoe dat was, toen de telefoon ging. En de periode daarna. Ik ga het ook maar niet proberen.
Vijf jaar, wat gebeurt er allemaal niet in vijf jaar? Veel. En toch blijft tegelijk de tijd stilstaan.
Vanwege het “nooit meer”.
Bij alle goede en blije dingen is er toch altijd een schaduw. Soms een grote, soms een kleine.
De ene keer een schaduw van weemoed. Een andere keer de schaduw van een glimlach. Maar ook soms een schaduw van knijpend verdriet.
Want ik mis hem verschrikkelijk.
Het is letterlijk zo dat een deel van mezelf is gestorven met hem. Ik ben niet meer compleet. We hadden met z’n drieën moeten blijven: Toos, Jan Willem en ik. Broer en zussen.
Hij is tussen ons weggerukt, terwijl we met elkaar verbonden waren. Het voelt voor Toos en mij als een amputatie, de bloedband is met geweld kapot getrokken.
Natuurlijk stopt het bloeden op een gegeven moment en komt er een vliesje op de wond. En na vijf jaar zit er wel een korstje op.
Maar het is maar een dun korstje, wat heel makkelijk weer kan openbarsten. Het heeft nog heel wat tijd nodig voor het een litteken is geworden.
We kunnen gelukkig wel samen over hem praten en herinneringen ophalen nu. In het begin kon ik het niet, ik zat op slot.
En we kunnen lachen. Gister nog vertelde Toos dat ze over hem gedroomd had en we hadden er lol over dat hij in haar droom heel gezond granen en noten at. Granen en noten! We zeiden tegen elkaar dat hij waarschijnlijk boven een van z’n onbedaarlijke lachbuien kreeg hierover, terwijl hij aan een hemels biertje zat.
Want hij was een echte bourgondiër.
Zijn favoriete Bijbeltekst staat in Prediker: Dus eet uw brood met vreugde, drink met een vrolijk hart uw wijn, God ziet alles wat u doet allang met welbehagen aan. Draag altijd vrolijke kleren, kies een feestelijke geur. Geniet van het leven met de vrouw die u bemint.
Deze tekst heeft Tim voorgelezen op Jan Willems begrafenis.
En toen ik vorige week Tims jasje even repareerde, kwam ik in het borstzakje een opgevouwen papier tegen: het gedeelte uit de liturgie met deze tekst. Al die jaren zorgvuldig bewaard.
Ik heb het ontroerd weer terug gestopt. Het is ook echt iets speciaals om te bewaren, het is Jan Willem ten voeten uit.
Lieve Jan Willem, wij zullen ook ons best doen, om de tekst uit Prediker in de praktijk te brengen.
Je bent er niet meer, en toch ben je voor altijd bij ons.
Toen ik gister in de auto zat en moest huilen omdat ik er aan dacht dat het vijf jaar geleden je laatste dag was geweest, viel me ineens de tekst op van het liedje wat op de radio was. Een liedje wat ik al 1000 x eerder gehoord had. Een liedje wat ik eigenlijk nooit de moeite waard had gevonden.

Well sometimes you can’t change and you can’t choose
And sometimes it seems you gain less than you lose
Now we’ve got holes in our hearts, yeah we’ve got holes in our lives
Where we’ve got holes, we’ve got holes, but we carry on

Iets te toevallig dat dit nu juist voorbij kwam en het me nu ineens opviel wat de tekst zegt.
Een boodschap van boven.

hemelse glimlach

 

Zomer

Hand in hand huppelen de donkere Vera en de blonde Fleur door het poortje van de speeltuin. Ze zijn allebei 7 jaar, en vriendinnetjes.
Ze boffen want ze hebben de middag vrij, dus tijd om met mij ergens heen te gaan. Fleurs oudere broer heeft ook vrij, maar die is er niet bij, die heeft
geen tijd voor kleine meisjes. In de gauwigheid heb ik iets opgevangen over een vriendje en eten en fantastische plannen en na een smekende blik uit zijn stralende ogen die vroeg “Mag het?” knikte ik en stuiterde hij er al vandoor. Ik hoop dat dit kind nog heel lang zijn enthousiasme kan vast houden in zijn leven, wat een heerlijk jong. Voor de zekerheid belde ik maar wel even met de moeder van het vriendje, konden wij tenminste nog even op elkaar afstemmen.
Maar de kleine dametjes zijn ook blij.
Zo’n grote speeltuin, vol met mooie toestellen. Zonovergoten stukken gras, maar ook schaduw van grote bomen. De meisjes rennen rond en proberen te kiezen wat ze het eerst zullen doen. Het wordt de grote glijbaan, waar ze, met de armen om elkaar heen, samen naar beneden sjesen. “Mogen we de schoenen uit?” en daar rennen ze weer weg, blote voetjes op het zachte, koele gras. Ik zit op mijn bankje stilletjes te genieten. Probeer de verschillende liedjes van de vogels te herkennen en vraag me af hoeveel blije kindertjes die hoge bomen in hun lange leven al gezien hebben.
Fleur en Vera klimmen op de stellage van de kabelbaan. “Het lijkt wel een schip!” roept Fleur. “Jaaaa”juicht Vera, “Wij zijn piratenmeisjes!”
Om de beurt glijden ze met het kabelbaantje heen en weer, onderwijl allemaal piratenkreten slakend. Maar blijkbaar zijn piratenmeisjes huishoudelijker aangelegd dan piratenjongens want Fleur zegt: ” Ik ga even boodschappen doen hoor,  de winkel ligt aan de overkant van de zee” En daar gaat ze, met fladderende haren.
Ook Vera moet nog een paar keer boodschappen doen en dan is de boot wel vol. Tijd voor wat anders.
“Zullen we verstoppertje doen?” stelt Vera voor. Ze telt hardop tot 30, terwijl Fleur zich ergens verstopt …negentwintig, dèèèèèrtig! Ik kom!
In mijn hoofd klinken echo’s van kinderstemmen uit mijn eigen jeugd. Na het eten nog mogen buitenspelen, het ultieme zomergevoel. Met de kinderen uit de buurt verstoppertje spelen op de hei, die aan onze flats grensde. “Kom kom kommertje” zongen degenen die al gebuut waren ,als de zoeker ver genoeg uit de buurt was om veilig tevoorschijn te komen. Ik vind het zo’n geruststellend gevoel dat sommige dingen niet verdwijnen. Kinderen die verstoppertje spelen. Hopelijk denken deze meisjes daar ook met plezier en misschien wat weemoed aan terug later.
Na het verstoppertje spelen is de schommel aan de beurt. “Kom jij ook?” vragen ze aan mij. Ja, ik doe ook mee. Als kind heb ik eindeloos op schommels gezeten. Ik kon er nooit genoeg van krijgen, hoe hoger, hoe langer, hoe beter. En ik ben ook best lang kind gebleven. Dat wist ik zelf wel, maar ik speelde nog zo graag…. Toen ik 14 was, en met mijn ouders op vakantie in een hotel in Joegoslavië, was er ook een schommel. En ik waande me onbespied toen ik daar heerlijk aan het schommelen was en ondertussen het hoogste lied zong. Want dat voelde zo heerlijk, de wind langs je gezicht, het zwevende gevoel en dan zingen….. Tot ik ineens vlakbij de schommel een soldaat over een hekje geleund zag staan, naar mij te kijken en te luisteren. Ik kon wel door de grond gaan, want ook al was ik lang kinderlijk, als je 14 bent, ben je toch niet zo onbevangen meer. Dan is zo’n soldaat ineens een jongeman en weet je je als 14 jarige echt geen houding meer te geven. Vreselijk, daarom weet ik het nu nog!
Maar goed, met deze meisjes doe ik mee. Althans, dat is het streven. Maar de snijdende touwen in mijn bovenbenen vertellen mij dat ik niet meer de heupen van een 7 jarige, zelfs niet van een 14 jarige heb, dus dat is gauw klaar. Gelukkig is er ook een grote netschommel, daar passen we alledrie op. En word ik prompt duizelig van het geschommel. “Opoe” mompel ik tegen mezelf en stel me tevreden met de schommel zo hoog mogelijk te duwen met Vera en Fleur er juichend op.
Tijd om even wat te drinken en te snoepen, ik diep het op uit de tas en vermaan de pleisters, die ook tevoorschijn komen dat ze vooral onderin in de tas moeten blijven zitten. Dat vinden de meisjes erg grappig en ik lach weer om hun smoezelige, bezwete, blije koppies. De geluiden van een landbouwmachine op het land in de verte en een koerende duif in een boom, verhogen de zomersfeer.
Er komen nog meer kinderen in de speeltuin. Ze lijken een reïncarnatie van Mops en Pelle uit het verhaal van Astrid Lindgren. Niet te geloven, als ze ooit die serie opnieuw gaan verfilmen heb ik de casting al klaar.
Mijn eigen meisjes beginnen een beetje moe te worden. Ik vraag wat ze willen en eigenlijk willen ze wel naar huis. Dus stappen we in de snikhete auto, gelukkig hebben we airco en is het maar een klein stukje rijden. We zijn nauwelijks thuis of Vera wordt opgehaald door oma, wat een timing. Als ik weer terug in de kamer kom is Fleur inmiddels op de bank in slaap gevallen. Ik kijk naar dat mooie meisje en voelde een grote dankbaarheid dat ik de kinderen die hier komen vertrouwdheid en veiligheid kan geven, en dat kinderen in ons stuk van de wereld kind kunnen zijn en van de zomer kunnen genieten.
De zomer, met lange warme dagen, zoveel mogelijk buiten zijn, alle geuren en kleuren. Ik ben dan geen kind meer (“opoe”) maar kan nog steeds intens genieten van het zomergevoel. Met alle dierbare herinneringen, maar ook nu in het moment. De zomer kan mij niet lang genoeg duren.
Het is de tijd waarin ik me het gelukkigst voel.

IMG_20170706_173946 (1)

Tuintje in mijn hart

Heerlijk weer om in de tuin te werken vandaag. Door de regenbuien is het lekker opgefrist en het is niet te warm om onkruid te wieden, struiken te snoeien en tegels te vegen.
Terwijl ik bezig ben, zie ik in gedachte mijn lieve vriendinnen Nel en Ingrid over mijn schouder meekijken en glimlachen.
Nel, als ik met het briljante stuk gereedschap wat ik een keer van haar kreeg, paardenbloemen en andere ongewenste planten uit de grond pulk. In mijn herinnering zie ik haar nog grijnzen terwijl ze zei:”Dit is zoooo makkelijk! Iedere ochtend dank ik de Heer op mijn blote knieën voor dit ding en…. okay, misschien overdrijf ik een beetje”
En Ingrid, als ik met de bezem de heg veeg. Ja, je leest het goed, de heg veeg. Ik heb namelijk gesnoeid en met de bezem kan ik heel fijn de losse blaadjes eruit halen.
Er is een geliefd verhaal over Ingrid die het gazon stofzuigt. Vandaar. Omdat dat gegeven zo grappig is, vergeten we altijd erbij te vertellen dat het juist superslim van haar was, omdat er een flinke hoeveelheid kattengrit in het gras terecht was gekomen.
Dus toen ik de heg aan het vegen was, lachte ik om mezelf en ook weer om dat verhaal en Ingrid lachte mee.
Nel en Ingrid waren allebei enorme tuinliefhebbers, en hadden allebei groene vingers. Die heb ik niet helaas, maar ik ben wel heel dol op mijn tuin.
Zij waren wel heel verschillend met hun geliefde tuinen bezig.
Ingrid had haar tuin zelf ontworpen. Alles was heel mooi in balans. Terrassen, vijvertje, borders, aanplant, het was zo mooi. (Gertjan is trouwens heel druk om het zo mooi te houden, petje af!) De planten waren zorgvuldig uitgekozen vanwege grootte, kleur, geur, tijd van bloeien, zon, schaduw, alles klopt. Ik heb laatst nog van deze tuin mogen genieten, en genieten was het!
Nel was iemand die van alles opkweekte in kleine potjes op de vensterbank, die ieder vrij plekje in tuin beplantte en die er altijd voor zorgde dat haar tuin een explosie van bloemen was. Want als een bepaalde soort uitgebloeid was, had een andere soort juist de bloemen weer open en het was altijd prachtig en overdadig.
En ik dan? Ik zit daar denk ik wat tussenin. Zoals gezegd heb ik geen groene vingers, maar ik geniet wel erg van mijn tuin. Er zit ook wel een ontwerp achter, alleen is dat stukje bij beetje zo aangelegd of veranderd en gegroeid. Van planten heb ik nog steeds niet veel verstand, ga vooral af op het uiterlijk en de geur. Er zijn heel veel planten die ik mooi vind, maar dat is wel lastig, want er zijn soorten die gewoon je hele tuin overnemen.
Bij het huis waar ik geboren ben en tot mijn 23e gewoond heb, was ook een flinke tuin. En ik vind het nu in mijn tuin fijn als er planten staan die me jeugdherinneringen geven. Door de geur, of hoe ze eruit zien. Mijn pa hield zoveel van wilde planten en dat was in onze tuin wel te zien.
Wat over hem een geliefd verhaal is, is dat we als gezin een keer in de Keukenhof waren, en we op een gegeven moment pa kwijt waren.
We vonden hem terug op z’n knieën bij het enige stukje ‘onkruid’ wat daar te vinden was, ergens onder een boom, terwijl hij met zijn onafscheidelijke loepje een miniscuul bloempje aan het bestuderen was. Veel mooier dan alle gekweekte bloemen vond hij dat.
Mijn voorkeur voor wilde planten en een landelijke tuin heeft helaas vaak het gevolg gehad dat het gewoon een zooitje was, dus ik moest wel wat rigoureuzer te werk gaan. En na een flinke boost van een hovenier 2 jaar geleden, lukt me dat aardig moet ik zeggen. Tenminste, ik ben heel blij met hoe de tuin nu is, en dat is toch het belangrijkst!
Lang heb ik gedacht: een landelijke tuin past niet bij een nieuwbouwhuis. Tot ik me pasgeleden realiseerde dat dit huis er ook al weer een respectabele 40 jaar staat! Dat mag je toch geen nieuwbouw meer noemen. Dat idee staat me wel aan, nu kan ik rustig blij zijn met oude tegels, oude planten en alles wat erbij hoort.
Als tuinvrouw kan ik me niet meten met Nel en Ingrid, maar ik weet zeker dat ze dat allebei ook niet willen. Allebei hielden ze van  hoe hun eigen tuin  was, en ze hadden geen kritiek op een ander.
Lieve meiden, ik mis jullie allebei zo erg. Gelukkig kan ik heel vaak met een glimlach aan jullie denken. Of gewoon een beetje tegen jullie praten.
Nel, je bent nu 4 jaar weg, en Ingrid, jij ook al weer een jaar.
Als ik aan het wieden, spitten, snoeien en vegen ben, voel ik een kracht in mijn lichaam die jullie allebei moesten missen, de laatste tijd van jullie leven.
Toch hou ik ervan te denken, dat iets van mijn kracht ook van jullie komt.
“Dood ben ik pas, als jij me bent vergeten”
Dat gaat dus nooit gebeuren. Want hoe zou ik jullie ooit kunnen vergeten?
Jullie verzorgen het tuintje in mijn hart.

thumbnail_IMG_20170624_145247222