Categorie archief: Algemeen

Poetsen

Nee, ik hou niet van poetsen. Het is ondankbaar werk. Ik ben blij als het er weer schoon en fris uitziet allemaal, maar dat is altijd maar zo kort! De badkamer, daar begin ik nou niet weer over. De keuken vind ik ook een dingetje, eigenlijk wil ik niet meer koken als ik met veel moeite de pitten van het gasfornuis weer blinkend heb geschuurd, en de rest van de keuken heb ontvet. Volgens mij eten wij trouwens helemaal niet vet, maar toch is de keuken altijd vet. Raar. Spullen in de kamer en slaapkamer poetsen, blllg.
Niks aan.
Er is éen uitzondering: zilver poetsen. Dat vind ik nou echt leuk werk.
Vroeger mocht ik voor mijn moeder zilver poetsen. We hadden een suiker-en -roomstelletje op een klein plaatje, wat  lepeltjes en een suikertang. Dus stel je vooral niet teveel voor van het familiezilver.
Als het ging verkleuren mocht ik het gaan poetsen. En het leukste was als er wel eens een lepeltje vergeten in de kast lag, zodat het zwart geworden was. Want dan had je het mooiste voor-en-na effect. Ik zat dan aan tafel met een oude krant voor mijn neus, daarop stonden de spulletjes die gepoetst moesten worden. Een flesje Zilvo en twee flanellen doeken: éen voor het inwrijven en éen voor het uitwrijven en oppoetsen. Ik vond het een leuk en gezellig werkje en was altijd zeer voldaan als het allemaal weer zo mooi blonk dat je je erin kon spiegelen.
Nou wilde ik zeggen dat ik zelf geen zilver heb, maar terwijl ik dit zit te typen zie ik mijn kop koffie naast me staan, met mijn eigen zilveren lepeltje erin.

IMG_20190118_105716539.jpg

Nee, ik ben niet met een zilveren lepel in mijn mond geboren, maar ik kreeg hem van mijn moeder op mijn 9e verjaardag. Want toen dronk ik ook al koffie (dat mocht toen) en thee. Er staat een letter A op en ik ben er erg zuinig op. Ik gebruik hem iedere dag, de onderkant is inmiddels recht afgesleten door 48 jaar roeren.
Maar verder heb ik geen zilver.
Mijn schoonmoeder had wel wat, net als mijn moeder een paar kleine dingen. Bij het leegruimen van de kamer heb ik die spulletjes meegenomen. Alles was pikzwart geworden. De lepeltjes kende ik wel, het bekertje en het roomschepje eigenlijk niet. En de drukbewerkte suikertang was me nooit zo speciaal opgevallen. Maar nu ik alles bij elkaar zag dacht ik: dat moet opgepoetst. En wel nu!
Dus naar de Marskramer voor een flesje zilverpoetsmiddel. Zilvo bestaat niet meer volgens de Marskramermeneer, dus toen nam ik maar een flesje HG Zilverglanscreme mee. Er is ook spul om zilver in onder te dompelen zodat het zwart eraf gaat, maar daar is geen lol aan. Ik wou poetsen.
En daar zat ik weer, oude krant op tafel, flesje zilverpoets en 2 doeken. Ik heb niet de flanellen stofdoeken die mijn moeder vroeger gebruikte (sterker nog, ik heb helemaal geen stofdoeken), maar moderne microvezeldoekjes doen het ook goed. Ik vond het wel een beetje jammer van de Zilvo, het geurtje was zo speciaal.
Maar tot mijn vreugde bleek het nieuwe middel hetzelfde geurtje te verspreiden. Ik denk dat het gewoon hetzelfde spulletje is, zilver is immers nog steeds zilver. Ik begon met de suikertang.
Inwrijven, even wachten en dan uitpoetsen. “Kijk nou mam!” zei ik hardop, “Ik kan het nog!”
20190118_101853-COLLAGE.jpg
Het was zo knus bij mama aan tafel vroeger en ik ben zo blij met die mooie herinnering.
Wat was het leuk om weer zilver te poetsen. Het zwarte bekertje veranderde onder mijn handen in een glanzend exemplaar en er bleek zowaar een wapentje ingegraveerd te zijn. Ik ga nog eens opzoeken wat het is.
De lepels en het roomschepje, het was een prutswerk, maar zo leuk. Het is wel een beetje raar als ik zeg dat de eikeltjes weer glanzen maar als je op de foto kijkt zie je wat ik bedoel. Het zijn echt eikeltjes, ik kan ze niet anders noemen, dirty mind of niet.
Ik tel 11 lepeltjes, er zijn er vast 12 geweest. Gekregen voor de uitzet, zoals dat vroeger ging.
En nu is het alweer klaar, helaas. Weet je wat? Als jij nou mijn keuken komt poetsen, doe ik jouw zilver! Deal?

IMG_20190118_075430457.jpgIMG_20190118_120239454.jpg

 

Schoolzwemmen

Vandaag was het weer tijd om de badkamer schoon te maken. Jaren geleden heb ik daar eens een blog over geschreven, “Kalk”, en het is helaas nog steeds een drama.
Ik nam dan ook bleekmiddel mee naar boven. Rotspul, slecht voor het milieu, maar soms moet het. Niet de hele badkamer hoor, maar een scheutje op de plekken waar niks anders helpt. Geeft nog niet het gewenste resultaat, maar ik ben tegenwoordig al tevreden als het “iets”opknapt.
Ik weet niet hoe jullie de badkamer schoonmaken, maar ik krijg het altijd warm van het schrobben en ik plens met water, dus een broek en trui zijn niet echt handig. Ik poets de badkamer dan ook maar gewoon in mijn ondergoed, ziet toch niemand.
Daar stond ik, halfnaakt op de tegels in een chloorlucht op een donderdagmiddag en ik kreeg ineens een flashback. En het was geen leuke.
Toen ik in de 4e klas van de lagere school zat, dat zou nu dus groep 6 zijn, hadden we op donderdagmiddag schoolzwemmen. Dat was echt verschrikkelijk.
Ik was sowieso al bang voor water. Doordat ik vaak ademnood had vanwege astma, was ik heel angstig dat ik onder water zou komen en dan niet kon ademhalen. Dus zolang ik met mijn voeten op de bodem en mijn hoofd boven water was, dan ging het wel.
Ik had wel zwemles gehad, in het natuurbad vlak bij ons huis. Maar dat was donkergroen water en daar was ik helemaal doodsbang voor. Bovendien kon ik door mijn gezondheid nooit een zwemseizoen volhouden, dus nooit echt leren zwemmen, laat staan een diploma.
Maar in de 4e klas gingen we iedere donderdagmiddag met de bus naar een overdekt zwembad in de Kapelstraat in Hilversum, voor het schoolzwemmen. Het was een betegeld zwembad met helder chloorwater, ik kon de bodem zien, dus niets aan de hand zou je zeggen. Toch was het iedere week weer een nachtmerrie.
Er waren twee badjuffrouwen. Eentje was lang en mager, eentje was kort en mollig. De laatste noemden we (uiteraard niet als ze erbij was) de Papegaai. Omdat ze zo schreeuwde denk ik, ik weet het verder ook niet. De Papegaai hield zich bezig met de kinderen die nog geen diploma hadden. Ook met mij dus. Ze schreeuwde, ze kijfde, ze schold, en ze schepte er een sadistisch genoegen in om je zover te krijgen dat je ging huilen. Daar had ze effectieve methodes voor: Je de haak voorhouden maar wel steeds net buiten je bereik , zodat je voortdurend kopje onderging. Je dwingen op je rug te zwemmen, haak in je nek, en dan ineens de haak weghalen zodat je onder water verdween en in paniek half verzoop. Je, weer met die ellendige haak, van de kant afhouden, als je die eindelijk bereikt had, zodat je doodmoe werd.Je ogen rood van de chloor en van het huilen, je keel rauw van het vele verslikken in het chloorwater.En dan ben je pas 9 jaar. Het wijf schreeuwde en schold maar. Ik verzin het niet, het was echt zo. Ik was zo bang, zo bang… Op woensdagavond lag ik al met buikpijn in mijn bed en kon niet slapen, morgen moest ik weer….
Als we met de bus de Kapelstraat indraaiden op donderdagmiddag was ik kotsmisselijk van de zenuwen.

59b74f2707e496862a386efb9a01b5a5

En de halve klas met mij.
Hoe is het mogelijk, vraag ik me nu af. Hoe kan het dat onze meester daar nooit wat van gezegd heeft, hoe we behandeld werden. En we waren altijd samen met een andere school , de juf of meester daarvan zei ook niks, de Papegaai kon gewoon haar gang gaan. Iedere week weer. Het was gewoon mishandeling. En ik heb er niet van leren zwemmen.
De collega, de lange magere dus, was niet veel beter, maar dat bleef bij verbaal geweld. Die kinderen konden immers al zwemmen.
Er is een facebooksite, ‘Hilversum in oude en nieuwe foto’s” En daar staan ook foto’s van dat zwembad op. En eronder een stroom van reacties, allemaal mensen die er vroeger ook zo bang waren en zo ellendig behandeld werden. Het was dus heus niet tegen mij persoonlijk gericht, ze deed zo met alle kinderen. En blijkbaar kon dat.
Natuurlijk vertelde ik het aan mijn ouders, maar die vonden dat ik gewoon mee moest doen, als de school dat goed vond had ik me daarbij aan te passen. En voor mijn vriendinnetjes was het al niet anders. Zo ging dat toen.
Gelukkig was het schoolzwemmen voor mij maar 1 jaar. Maar ik ben het nooit vergeten, ook al ben ik nu zowat 50 jaar verder.
Vroeger was alles beter? Heus niet! Dit zou nu niet meer gebeuren, gelukkig niet.
Als ik de kinderen van mijn opvang zie, dan verheugen ze zich als er schoolzwemmen is.
Heerlijk, zo moet het zijn.

Challenge

De “challenge” is een hype.
Prima om ergens aandacht voor te vragen, als dat nodig is. Iedereen kent de Icebucket-challenge wel. Ik heb er overigens niet aan meegedaan, maar nu weten wel veel meer mensen iets van de ziekte ALS. Ludieke actie.
Maar er wordt nu van alles in de vorm van een “challenge” gegoten. Een voornemen telt niet mee als het geen challenge is. De “31 dagen geen alcohol-challenge” Je print een papiertje uit en kan dan per dag aanvinken dat je niet gedronken hebt. Nou poeh. Daar heb je wel een challenge voor nodig, dat had je zelf nooit kunnen bedenken, laat staan uitvoeren. En na die 31 dagen, ga je dan weer gewoon aan de zuip?
De “fit in 30 dagen challenge” . “Afvallen in 30 dagen challenge”.  “In 30 dagen lekker in je vel-challenge”.
Om mensen mee te krijgen , moet het snel en kort. Het effect is niet blijvend, want aan een echte uitdaging zit geen limiet. Na zo’n challenge ga je weer “normaal” doen En heb je binnen no-time het effect van de challenge weer teniet gedaan.
Waar ik echt niks van snap zijn de soms echt idiote internet-challenges. Vooral jongeren laten zich opjutten om er aan mee te doen. Stikken in kaneel, je vast laten binden met ducttape, zoveel deo opspuiten dat je brandwonden krijgt…. hilarisch. Het nieuwste is nu de Birdbox-challenge, er zijn zelfs gekken die geblinddoekt gaan autorijden. Serieus. Ze zullen toch ooit wel hersens gehad hebben, anders hadden ze hun rijbewijs niet kunnen halen. De “gebruik je verstand- challenge” lijkt me wel wat. En dan niet voor alleen 30 dagen.
Wat kan mij het allemaal schelen? Nou eigenlijk normaal niet zo heel veel, ik hoef er niks mee. Maar als het me ongevraagd opgedrongen wordt, dan ben ik toch wel lichtelijk tot zwaar geïrriteerd. Ik kan niet meer iets normaals  doen als groente kopen,  zonder dat het een challenge is, zag ik vandaag.  Schei  daarmee uit, ik wil geen challenge, ik wil gewoon boodschappen doen. Waarom moet ik voor alles uitgedaagd worden?

IMG_20190112_153935093.jpg
Ik wil gewoon een zak gemende groente kopen om te gebruiken voor het avondeten. Waar zijn we mee bezig als er op de verpakking staat dat het een challenge is. Er wordt  voorgekauwd (misschien niet de beste woordkeus in dit geval) wanneer en hoeveel portietjes groente je op een dag  moet eten. Doe even normaal!
Het enige wat de Jumbo wil is meer producten verkopen, het gaat heus niet om bezorgdheid over onze gezondheid. Ze schatten hun klandizie niet erg hoog in als ze denken dat we zelf niet kunnen bedenken wanneer we groente  zullen eten.
Zo.  Uitgemopperd. En nu een biertje, want het is zaterdag.  Dat is geen challenge maar een wekelijks geniet-momentje.
Als ik al een challenge moet hebben dan is het dat ik niet aan challenges mee doe. En dat de rest van mijn leven volhou. Ik kan het.

 

Decemberpost

Vandaag was ik verbaasd en wrevelig tegelijk toen ik de post van de mat opgeraapt had.
Allemaal persoonlijk ge-adresseerd en ik ken er niemand van. Dikke envelop van een goede-doelen organisatie. Andere envelop met kaart van een andere goede-doelen organisatie. Grote envelop van nog een andere goede-doelen organisatie. En een tijdschrift. “Fam.”, met als bijschrift “Welkom in de fam. “
Huh? ”Magazine van De Friesland over krachtige mensen en bijzondere families.”
Goeiemorgen. De Friesland is een zorgverzekering die afgelopen jaar de beste tandartsverzekering voor ons had. Punt. Waar gaat dit over zeg. Het is een zorgverzekering, geen lifestyle! Wat kan mij dat nou schelen dat meneer Rinsma wekelijks 100 km fietst of dat mevrouw van Kouterik geen 9 tot 5 baan heeft. Ik ken de beste mensen niet. En ik denk dat het hen ook geen reet interesseert als ze een artikel zouden lezen over dat ik twee keer in de week naar de sportschool ga, dat Bert fulltime auto’s repareert en dat we dit jaar een wandelvakantie gedaan hebben. Ik vind het compleet idioot, een magazine van een zorgverzekeraar. Een zorgverzekering is duur en we willen dat hoge zorgkosten vergoed worden, omdat we iedere maand een hoge premie betalen. Dat mijn eigen risico ieder jaar gewoon op gaat, daar hoor je De Friesland niet over. Kan ik best een artikel over schrijven trouwens, evenals over de afhankelijke positie die je als chronisch patiënt hebt. Is je medicijn ineens niet meer verkrijgbaar omdat de fabriek die het maakt daarmee stopt (licentie verlopen dus er kan niet meer genoeg aan verdiend worden) dan is dat jammer voor je, maar dan staat De Friesland, of welke andere zorgverzekeraar dan ook, niet voor je klaar hoor! Dan wordt je van kastje naar de muur gestuurd en iedereen schuift de verantwoordelijkheid naar iemand anders. Ondertussen ben je een half jaar bezig om je weer een beetje goed te voelen omdat je nieuwe medicijn anders werkt, de bloedonderzoeken die nodig zijn om te bepalen of je de juiste dosering krijgt zijn voor eigen rekening….. Welkom bij de fam.
* Nu volgt een krachtterm die ik niet zal publiceren*
De andere post. Goede doelen. Prima, helemaal mee eens dat mensen die het slecht hebben geholpen worden, zowel hier als waar dan ook op de wereld. Maar.
Al die ongevraagde post! Dat geld wat daar aan gespendeerd wordt, moet toch naar het doel gaan?
Het Leger des Heils spant vandaag de kroon. Ik krijg een mapje met kaartjes, cadeaupapier, een heel vel stickers met mijn naam en adres en een mooie pen. O ja, en een acceptgirokaart. Of ik iets wil betekenen voor eenzame mensen. Ja, natuurlijk wil ik iets betekenen voor eenzame mensen. Maar daar hoef ik toch niet ongevraagd zo’n heel pakket voor te ontvangen? En ik ben niet de enige natuurlijk, dit pakket zal in veel brievenbussen komen. Mooie pen, leuk. Adresstickers? Doe ik niks mee. Cadeaupapier? Ik heb nog 3 rollen liggen, dat velletje heb ik niet nodig. Kaartjes met “Bedankt” erop. Geen idee wie ik moet gaan bedanken. Acceptgirokaart, aan een brief met een schrijnend verhaal erop. Jongens…. ik snap heus wel wat jullie bedoelen. Maar jullie schieten toch helemaal je doel voorbij door op deze manier aandacht te vragen? Er staat ook nog op het mapje voorop”Een gift voor u!”
Lieve mensen van het Leger des Heils, ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik niet eenzaam ben.Ik hoef geen gift. Gebruik jullie je geld nou toch alsjeblieft voor degenen die het nodig hebben en stuur mij gewoon een mail als je iets wilt vragen of zeggen. Als jullie achter mijn adres kunnen komen lukt dat ongetwijfeld ook voor mijn email-adres. En dat geldt ook voor de andere post die we vandaag kregen. Het belandt allemaal bij het oud papier. Verspilling van materiaal , van geld en van energie.
December is natuurlijk bij uitstek de maand om op het gemoed te werken. Maar niet op deze manier alsjeblieft. Het werkt alleen maar tegen.

IMG_20181218_103650323.jpg

Irritatie!

Meesttijds ben ik een positief mens. Zing ook altijd luidkeels mee als de cd van Bert en Ernie opstaat met het liedje “Maak er wat van, als je ontevreden bent, nou doe er dan wat an!”
Maar soms hè, soms zijn er van die kleine ergernissen die alsmaar terug komen en waar je eigenlijk niks aan kan veranderen. Zijn ze belangrijk? Helemaal niet. First World problems. Als je niks anders hebt om over te klagen en te zeuren.
En omdat ik dol ben op lijstjes heb ik , net als in de Blunderblog, een top 10 gemaakt.

Op nummer 10: Welk merk lasagnebladen je ook koopt, ze passen nooit naast elkaar in welke ovenschaal dan ook.

Nummer 9: Nieuwe plakbandrolletjes met een wit stukje waar het begin zou moeten zitten, maar dat begin zit dan een stuk verderop ergens, waar je het alsnog niet kan vinden.

Nummer 8: Al schakel je autocorrectie uit op je mobiel, What’sapp blijft hardnekkig je woorden veranderen in de belachelijkste woorden die je totaal niet wilt zeggen. Behalve als je een spelfout maakt. Dan blijft die staan.

Nummer 7: Standaard pedaalemmerzakken die standaard te smal zijn voor je standaardpedaalemmer, zodat altijd de bovenkant scheurt als je de zak over de rand wil doen.

Nummer 6: Je laptop die ongevraagd een halve dag gaat staan updaten terwijl je snel even een mailtje moet sturen.

Nummer 5: Je moet iets opschrijven maar je pen doet het niet, en de volgende die je pakt ook niet, evenals de derde en de vierde, omdat je zelf iedere keer die kapotte pennen weer teruggezet hebt in het bakje in plaats van ze weg te gooien.

Nummer 4: Heb je na 100 jaar eindelijk een spijkerbroek model gevonden wat je goed past, halen ze ‘m uit de collectie

Nummer 3: Verpakkingen met hoekjes “Hier openen” terwijl die hoekjes niet te pakken zijn omdat ze gewoon vast zitten aan de rest van de verpakking.

Nummer 2: Iets in een winkel kopen en twee weken later een folder krijgen dat datgene de komende week in de aanbieding is.

Nummer 1: De merkjes in de nek van kleding. Het materiaal is zo scherp en hard mogelijk, zodat het tenminste onverdraaglijk prikt, en ze zitten er zo vast ingenaaid dat je er uren over doet om ze draadje voor draadje eruit te peuteren. Als dat tenminste lukt zonder per ongeluk toch een gaatje in je nieuwe trui of shirt te maken.

Ik ben benieuwd naar jullie eigen lijstjes of aanvullingen!

IMG_20181125_104951967.jpg

Fruitvliegjes

‘Als ik net zoveel geld had, als dat ik fruitvliegjes heb, kon ik gaan rentenieren’, schreef ik vandaag op Facebook.
Ze hebben blijkbaar nog niet in de gaten dat het deze week november is, dat ze allang opgehoepeld hadden moeten zijn om ofwel de winter slapend door te brengen ofwel feest te vieren in warme oorden. Gister heb ik er om en nabij de 793.684 opgezogen met mijn altijd trouwe stofzuiger Henry, vanmorgen waren ze er weer. Dezelfde of andere , ik weet het niet maar ze zijn er. En hoe.
Dat ze met z’n miljoenen ronddwarrelen en overal op gaan zitten is al irritant, maar dat ze met z’n miljoenen ook alles onder poepen is minstens zo irritant.
Ik bedoel: dat doe je toch niet? Ergens massaal onuitgenodigd binnen komen, een orgie van buitenproportionele afmeting organiseren zodat er nog veel meer vliegjes gemaakt worden en dan met z’n allen de hele boel onderschijten? Zouden ze een Fruitvliegjesfacebook hebben en een evenement aangemaakt? Een soort Project X: Kom jongens we gaan allemaal naar Tuins 2 in Leens! Het schijnt namelijk dat fruitvliegjes heel intelligent zijn. En dat hun DNA voor 75% overeenkomt met dat van de mens. Ze worden dan ook veel gebruikt voor allerlei onderzoek.
Ik heb ze dus vanmorgen allemaal gevraagd of ze iets nuttigs willen gaan doen en zichzelf per direct ter beschikking van de wetenschap willen gaan stellen, maar nee hoor. Geen respons.
Eigen schuld, dan kwam Henry weer uit de kast! Als Dan Akroyd in Ghostbusters bewoog ik mij door de keuken met de stofzuigerstang en liet Henry op de hoogste stand werken. Ik zag in de hoek op het plafond een spin en mopperde tegen hem (of haar) “Doe jij dan ook eens wat!”
Maar ach, het beest doet dat waarschijnlijk al en zal binnenkort wel naar beneden storten ten gevolge van morbide obesitas. Ik heb ‘m dus maar laten zitten.
Toen ik eindelijk geen vliegjes meer zag dwarrelen maakte ik een emmer sop en ging alle poepvlekjes wegwerken. Ik schrobde en poetste en de gespikkelde kastdeurtjes werden weer gewoon roomkleurig. Maar echt, niet te geloven, als ik aan een volgend deurtje begon, zaten er alweer fruitvliegjes me uit te lachen op het schoongemaakte kastje. Zou het aan de frisse appelgeur van mijn sopje liggen? Ik meende achter mij kleine stemmetjes te horen schaterlachen en toen ik me omdraaide zat er weer een menigte op mijn theedoeken en keukenschort, die aan de koelkast hangen, gekke bekken tegen me te trekken. Hoe dan??? Ik ben bang dat ze weer gezellig met z’n allen uit de neus van Henry gekomen zijn, dus ik pakte hem nogmaals, ging ze weer te lijf en plakte daarna de neus met ducttape dicht. Ze gaan maar mooi in de stofzuigerzak verder feesten, ik ben er helemaal klaar mee.
Wat doen ze hier toch allemaal. De naam ‘fruitvliegje’ slaat ook nergens op. Het zijn ook koffievliegjes, fotolijstvliegjes, koelkastvliegjes, bloemenvliegjes, glazenvliegjes, muurvliegjes, theedoekvliegjes, raamvliegjes, wandkleedvliegjes, speelgoedkratvliegjes, biervliegjes, fornuisvliegjes en als je pech hebt laptopvliegjes waarbij ze het voor elkaar krijgen om achter het glas van je scherm te kruipen!
Er zit de hele ochtend al een liedje in mijn hoofd: “het houdt niet op, niet vanzelf….”
Ik weet niet hoe het moet in de toekomst hoor.
Dit stevent af op totale wereldoverheersing. Waar is Dan Akroyd als je ‘m nodig hebt!

ghostbusters

Klier

Het is vier uur. De laatste van de vijf kinderen die hier vandaag waren is opgehaald, ik ben vroeg vrij vanmiddag. En heb heel wat in het verschiet, ik heb hierna maar liefst vier dagen vrij!
Morgen ga ik naar Irene en samen gaan we naar Amsterdam, naar een concert van Shania Twain. Daar zijn we al eens eerder samen heen geweest, maar dat is voor mijn gevoel al honderd jaar geleden, volgens mij woonden we toen nog in Zeewolde. We hebben er enorm veel zin in. De dag daarna gaan we gezellig samen shoppen in Amersfoort. Irene heeft een hele waslijst aan dingen die ze nodig zegt te hebben, ik zie wel. Zal in ieder geval met haar meekijken wat leuk voor haar is, maar niet zelf dingen gaan aandragen. Daar heb ik mijn les mee geleerd. Pakte ik een leuk jurkje voor haar uit het rek, was haar reactie: ‘Oefff’. En ze keek erbij alsof ze een acute aanval van indigestie had. Ze mag het dus lekker zelf uitzoeken en ik zal op de juiste momenten Oh en Ah zeggen. Of misschien ook niet, wie weet ga ik wel gewoon een keer bikkelhard reageren. Zoals zij toen ik de paskamer uitkwam met een gebreide jurk en haar commentaar was: ‘Je lijkt wel een vaas!’ Ik heb hem niet gekocht natuurlijk. En nee, hij stond heus niet zo leuk, maar dat had ook wel wat subtieler gekund.
Daarna is het weekend, dus maandag pas weer aan het werk. Niet dat ik mijn werk niet leuk vind, ik heb juist een fotocollage gemaakt van alle twaalf kinderen en ik voel me enorm rijk als ik al die prachtige mensjes zie. Omwille van de privacy mag ik de collage hier niet plaatsen, anders had ik het trots gedaan.
Maar even wat tijd voor mezelf is ook heerlijk. Zoals vanmiddag om vier uur dus. Nog lang geen tijd om als een brave huisvrouw achter het fornuis te gaan staan en met mijn vrije gevoel wil ik wat anders gaan doen dan zogenaamd nuttige dingen. Waarvan ik er zo een heleboel kan bedenken: achterstallige administratie, poetsen, opruimen…. Nee, vanmiddag niet.
Ik maak een lekkere kop thee, zet een heerlijk relaxte ambient CD van Moby op, steek een stokje wierook aan en ga in mijn vensterbank zitten met de haakdeken. Toevallig (?) staat er op het theezakje: Wat is jouw favoriete me-time moment?
Nou dit dus. De zon schijnt naar binnen, ik voel me helemaal happy en haak aan de deken.
WOEF! blaft Lenny opeens hard en daar gaat de bel. Hm, wie kan dat wezen? Zal ik het laten voor wat het is? Maar ik ben toch al ruw uit mijn me-time gerukt, dus ik hijs me overeind en ga naar de voordeur. Even zie ik niemand staan voor het glas, ik zal toch niet voor belletje lellen naar de deur gegaan zijn? Maar dan zie ik een silhouet verschijnen en doe toch de deur maar open.
Daar staat een jong ventje met een badge van Essent op z’n jas, die me nota bene begroet met: “Hallo Annelies!” Alsof we vorige week nog samen koffie gedronken hebben. Die gluperd heeft mijn naam natuurlijk op het bedrijfsbord naast de deur gezien, daar stond hij naar te kijken toen ik hem niet zag.
“Pardon?” Vraag ik met opgetrokken wenkbrauwen. “Ik hou er niet van om zo aangesproken te worden, beetje beleefdheid kan geen kwaad dacht ik zo.”
“Hahaha”,lacht het kliertje, “Ik ben gewoon mezelf”
“Ja, ik ook’, snauw ik, “En ik hou ook niet van ongevraagde verkoop aan de deur”.
“O, gebeurt dat vaak?” Hij is onverbeterlijk. “Ik dacht alleen met bellen”? “Ja ook”, zeg ik ijzig, “En ik hoop van harte dat wat jij nu doet ook binnenkort verboden wordt.”
Ik neem niet de moeite om U te zeggen. Snotneus.
“Maar ik wil..”hoor ik hem nog zeggen,terwijl ik de deur dichtdoe. Jammer joh, ik wil ook wel eens wat.  Het is dat er een ruit in de deur zit, anders had ik hem dicht geknald.
Pffff, ik ben pissig. Mijn hele sfeertje is weg, vanwege zo’n opdringerig ventje die niet weet hoe hij zich gedragen moet. Zouden ze geen training krijgen in klantvriendelijkheid, maar gewoon de weg op gestuurd worden en zie maar hoe je de klanten binnen hengelt? Ik heb eigenlijk heel geen zin om er nog over na te denken.
De CD is inmiddels afgelopen en de wierook is opgebrand. Ik ga maar even een blogje typen en dan als een brave huisvrouw achter het fornuis staan.
Gelukkig nog me-time in het verschiet. Of you-and-me-time, maar met Irene voelt dat eigenlijk hetzelfde. Alle Oeffs en opmerkingen over vazen ten spijt.

IMG_20181010_171147007.jpg

Aardigheid

Leuk, social media, ik maak er ook graag gebruik van. Niet van alles, ik heb geen Instagram, wel een Twitteraccount, maar daar doe ik helemaal niks mee. Wel met Facebook. Een beperkte vriendenlijst, en een aparte pagina voor deze blogsite.
Wat ik wel moeilijk vind, is dat social media ook gretig worden gebruikt voor het ventileren van meningen en dan heel vaak ongefundeerd. Napraten, alvast maar schreeuwen zonder dat je de achtergrond weet, goedgelovigheid “want het staat op internet” , ik heb er moeite mee. Maar alle statussen die openbaar zijn, daar mag iedereen wat van vinden en dat ook kenbaar maken. En wat men niet gewoon hardop tegen een ander wil of durft te zeggen, wordt wel op Facebook of Twitter gegooid. Het ergste vind ik geloof ik nog dat er zo oordelend gereageerd wordt op elkaar. Dat je het niet met iemands mening eens bent, is blijkbaar niet genoeg, je moet ook die persoon nog even aanvallen met scheldwoorden en uitmaken voor alles wat lelijk is, ook al ken je diegene niet eens.
Waar is dan het sociale van social media? Ik lees wel eens reacties onder een artikel, en dan de reacties op de reacties en wordt daar gewoon akelig van.
Niet dat ik altijd zo’n lieverd ben, ik kan ook heel fel uit de hoek komen. Maar ik vind het erg dat mensen op Facebook zo persoonlijk worden en dan vaak zo hatelijk zijn. Ik ben in de loop van de tijd ook lid geweest van een aantal Facebook-groepen en ik ben er iedere keer weer uitgestapt omdat de sfeer bedorven werd door rotopmerkingen van sommige leden. Waar is dat voor nodig? Je kan toch ook op een andere manier zeggen dat je er anders over denkt? En is het überhaupt nodig dat je altijd overal op reageert?
Als je bijvoorbeeld iets niet leuk vind, waar een ander trots op is, dan kan je toch ook gewoon niks zeggen? Dan kwets je ook niet. “Ja ik ben gewoon eerlijk, ik zeg waar het op staat”
Ben je oneerlijk dan als je gewoon wel eens niets zegt, alleen bij jezelf denkt: Hm nee, dit is het niet voor mij? Ik vind zelf van niet.
Bambi is al een heel oude film, maar ik vind er een heel mooi stukje inzitten. Stampertje maakt een vervelende opmerking en moeder Konijn zegt vermanend: “Stamper! Wat heeft je vader je geleerd?” Hij begint verlegen met zijn voeten te draaien en mompelt: “Als je niks leuks kunt zeggen, zeg dan niks niemendal”
Ik ben het met vader Konijn eens. Het is niet altijd nodig om wat te zeggen. Je mag ook wel eens gewoon je mond houden, gewoon voor de aardigheid.

stampertje

 

(Niks) Veranderd

Om half 9 in de auto op zaterdagochtend. Er moet wel een goede reden zijn om mij in het weekend op die tijd uit bed te laten komen, laat staan al opgetut en wel in de auto te laten weg te rijden.
Maar er was een uitstekende reden: vandaag ging ik, samen met mijn zus Toos, onze buurvrouw en buurmeisjes van vroeger ontmoeten. Via een facebooksite over Hilversum had ik na ongeveer 45 jaar weer contact met Joke gekregen, mijn oudste buurmeisje. Zij nam het initiatief om Toos, mij, haar zus Ivonne en ons andere buurmeisje Rita bij elkaar te brengen.
Allemaal opgegroeid in dezelfde flat in Hilversum, hadden wij heel wat herinneringen op te halen en te delen. De moeder van Joke en Ivonne, die wij tante Sieni noemden ( in die tijd was het nog not done om gewoon de voornaam te gebruiken, het was ‘tante’ en ‘U’) is van onze ouders de enige die nog in leven is en zij zou het ook geweldig vinden om ons allemaal weer te zien.
Dus het plan was snel gemaakt: Datum prikken, verzamelen bij tante Sieni, daar koffie drinken en dan een rondje door onze buurt maken. Er werd een appgroepje aangemaakt voor de praktische zaken en tevoren hadden we al veel voorpret. Vandaag was de dag.
Tante Sieni woont een paar straten van onze oude flat vandaan, en ik was benieuwd of ik het zonder navigatie en puur op mijn herinnering kon vinden. Met gepaste trots mag ik meedelen dat ik in 1x helemaal goed ben gereden. Ik wist de weg nog, al hadden de straatnamen een hoog ‘O JA’ gehalte. Ik blijk de laatste van het gezelschap te zijn die aankwam en ik ben niet eens fashionable late.
Daar zitten ze, tante Sieni en mijn buurmeisjes. En ik herken ze allemaal direct. Natuurlijk, iedereen is heel veel jaren ouder geworden. Maar toch is iedereen nog zoals ik me haar herinner, zelfde uitstraling, zelfde manier van praten.
Wat is het heerlijk om iedereen weer te zien! Koffie uit ouderwets bekende kopjes en kletsen maar. Alsof we helemaal niet een pauze van 45 jaar gehad hadden, het gaat allemaal zo gemakkelijk. We hebben poezie-albums mee en lachen om de versjes die iedereen erin heeft geschreven. Wat een stichtelijke wensen voor zulke kleine meisjes, met veel moeilijke volwassen woorden. Tante Sieni lacht zich tranen om het eigengemaakte versje wat ze in mijn album had geschreven:

IMG_20180930_114438046.jpg

Er liggen fotoboeken op tafel, sommige foto’s ken ik, anderen zijn nieuw. Wat heerlijk om zo terug te kijken op onze kindertijd. Weet je nog, die wigwam? Ach kijk ja, zwemles. O, toen was Ivonne jarig en gingen we patat eten! Kijk, dit ben jij en dat is Joke, daar Ivonne, Jan Willem, Toos, Rita… o en Eefje en Marjolein en dit is ehm… o ja nichtje Willy. En wie is dit? Er valt een stilte. Niemand heeft enig idee wie er achteraan op de foto staat. Dat zal dan de Mystery- guest wel geweest zijn, we komen er niet uit.
Foto’s van al onze ouders, die nog lang samen in de flat zijn blijven wonen toen wij allemaal het huis uit waren. Wat mooi om te zien , wat hebben ze het goed gehad samen.
Ik vraag :”Hoe oud bent u nu, tante Sieni?’
“Volgende maand word ik 90” zegt ze. “En hoe oud ben jij?”
“Ik ben 57”, antwoord ik. “O, dan ben jij nog maar een snotneus”, lacht tante Sieni.

IMG-20180929-WA0022.jpg
We halen met z’n allen een hoop herinneringen op en ik merk duidelijk dat ik de jongste was en van veel dingen geen weet had. Ik hoor van stiekem roken, van fikkie stoken op de hei, van heimelijk naar een kelder gaan waar een bandje speelde, van geklier op school en strafregels schrijven. Ik geniet ervan, vroeger mocht ik daar natuurlijk nog niet aan meedoen met de groten, nu wel. Overigens vraag ik me af of ik er überhaupt wel aan mee gedaan zou hebben, ik was veel te bleu en te braaf.
We gaan als buurmeisjes even een rondje lopen in onze oude buurt. We komen bij de school waar we allemaal op zaten. Hij staat er nog, precies zoals wij het ons herinneren. Er is alleen een stuk aangebouwd, maar de karakteristieke lokalen, elk met een eigen ingang, zijn er allemaal nog.

IMG_20180929_121416136_HDR.jpg

We gluren naar binnen en kunnen de geur van potloden en gum haast ruiken. Er staan wel andere struiken rond de school. Vroeger waren het wilde rozen. Als die bloeiden was ik bijna jarig. Als ik nu  ergens die geur ruik, denk ik daar nog aan.
Het grote schoolplein is er ook nog en we lopen erover. Een paar kleine jongens zijn daar aan het spelen. “Dit is onze school hoor!” zegt een van de ventjes. “Leuk!”zeg ik.”Maar weet je? Eigenlijk is het ook onze school. Want toen wij kinderen waren gingen we ook hier naar school”
“Echt waar?” vraagt hij ongelovig, terwijl hij naar ons kijkt, vrouwen van tegen en in de zestig.
“Ja, echt waar”, knik ik. “Jeetje” zegt hij vol ontzag. “Wat zijn jullie dan groot geworden”! Geweldig, hij zegt niet ‘oud ‘, maar ‘groot’. Dat is immers je doel als kind, groot worden. En ja, wij zijn groot geworden, alle vijf.
We slenteren verder door de straten en wijzen elkaar telkens: ‘Kijk daar woonde die-en-die. En o ja, daar hij van zus-en-zo. Klopt, die had een zusje en die zat bij mij in de klas. En hoe heette dat gezin dat daar woonde ook al weer, iets met –burcht , of – berg, wat was het?
We komen in de straat waar een tante van Toos en mij woonde. Tante Sjaan. Iedereen had in die tijd wel een tante Sjaan. Wij hadden er zelfs twee. We halen herinneringen op aan het groentewinkeltje wat iemand daar in een kelder had. In mijn herinnering ging mijn moeder daar iedere maandag andijvie kopen, ik had daar een enorme hekel aan. We zullen vast ook wel eens wat anders gegeten hebben, maar in mijn geheugen zijn wasdag en andijvie onlosmakelijk aan elkaar verbonden, bah.
We lopen de hoek om en komen in onze eigen straat. De kleuterschool waar ik heenging is er niet meer, er staan nu mooie appartementen. De straat is lang, er staan 4 flatblokken en wij woonden in de laatste hiervandaan gezien. Ze stonden op de nominatie om gesloopt te worden maar dat gaat niet door, de woningen worden nu verkocht.
Vanuit het naastgelegen trappenhuis komt juist een man naar buiten stappen en ik schiet hem gelijk aan. Wil hij alsjeblieft een foto maken van ons allemaal in het portiek van onze flat? Dat wil de man best doen en hij schiet een paar leuke plaatjes van ons.

IMG_20180929_124812983.jpg
Ik kijk naar ons huis. Het ziet er zo anders uit, straalt geen gezelligheid uit. Ineens gaat ook de luxaflex dicht, we zijn blijkbaar gespot door de huidige bewoner, en niet welkom. De tuin waar we zoveel in gespeeld hebben met z’n allen ligt er aan de voorkant verwaarloosd bij, een en al onkruid, en aan de achterkant is het helemaal dicht met een gammele schutting, waarboven een krakkemikkige partytent uitsteekt. Onze mooie Goudenregenboom is weg, maar de hazelaarstruik is helemaal uit z’n krachten gegroeid en een wanstaltige boom geworden. Ik vind hier niks terug van mijn jeugd. Ik kijk naar het raam van de kamer die eens van JanWillem was. Er hangt een verschoten gordijn en er staat een wereldbol in de vensterbank. Dan moet ik toch even slikken. Die had JanWillem ook…. De buurmeisjes kijken naar hun eigen woning, eentje boven die van ons, en eentje aan de andere kant van het trappenhuis helemaal bovenaan. We halen herinneringen op aan de andere benedenbuurman, die een groentetuin had. Dat vond ik als kind helemaal niet mooi, maar Ivonne vertelt dat het van bovenaf heel leuk was om te zien, die keurige groentebedden die je per week zag groeien en veranderen. We praten even over het echtpaar dat uit Indonesië kwam, hij altijd in zijn kaki kleren alsof hij nog op de plantage liep, zij op haar hurken in een sarong-achtige jurk om te wieden tussen de groenteplanten.
Ik loop het paadje weer af, waar ik vroeger zo vaak met mijn poppenwagen heb gelopen. Voel me een klein beetje verdrietig, maar tegelijkertijd ook zo blij,dat we hier nu weer samen zijn.
We steken ook even over om de hei op te lopen. Tenminste, vroeger was het hei, nu moet je eerst een flink stuk bos door om bij de hei te komen.

IMG-20180929-WA0008.jpgIMG_20180929_130125899.jpg

Ik probeer de twee grote Amerikaanse eikenbomen te herkennen, waar je zo mooi in kon klimmen en waar ik dan vervolgens niet meer uit durfde, zodat mijn grote broer te hulp moest komen. Het heuveltje, waar we ’s winters van af gleden met de slee. Die was toch veel hoger vroeger? Is hij echt lager geworden of komt het omdat wij zelf zijn gegroeid?
We lopen via een andere weg weer terug naar het huis van tante Sieni. Langs de winkels, o ja! Vroeger zat daar de bakker, en daarnaast de A&O, en dan de slager. Op de hoek de drogist, waar je voor 5 cent snoep kon kopen en waar onze moeders ook petroleum haalden. Maar wat zat er ook alweer tussen de slager en de drogist? We kunnen het niet meer bedenken, tot ik het later op de middag ineens weet: een fysiotherapeut. Goed, hoeven we daar tenminste niet van wakker te liggen vannacht.
Het is zulk heerlijk weer, dat we bij tante Sieni in de tuin kunnen zitten om lekkere broodjes te eten. En nog steeds praten en praten we maar. Ineens heb ik heel even het gevoel dat mijn moeder naar ons kijkt.
Ik kijk omhoog naar de stralend blauwe lucht en zeg in gedachten tegen haar: “Mooi hè mam, dat we weer bij elkaar zijn”.
We hebben het met elkaar ook zoveel over haar en pa, en over Rita’s ouders, ze zijn erbij.
Het is zo bijzonder allemaal. Het is met een reünie vaak: ‘Leuk je te zien! Hoe gaat het met je en wat doe je nu?’ En daarna ben je eigenlijk wel uitgepraat.
Deze keer niet, hoor. We voelen ons allemaal op ons gemak. De band die we vroeger hadden en we eigenlijk niet hebben onderhouden, is er nog helemaal. Hoe bijzonder voelt dat!
We krijgen van tante Sieni een cadeautje, fresiabolletjes, zo leuk. Ik zal ze met liefde verzorgen.

IMG_20180930_114401626.jpg
Aan het eind van de middag stappen we allemaal weer op. Sommigen hebben nog andere afspraken. Sommigen moeten nog een eindje reizen.
We nemen afscheid, maar iedereen heeft het gevoel dat we elkaar vaker willen zien. We spreken af de foto’s door te appen, we houden contact.
Als ik terug rij naar huis, weer zonder navigatie, ben ik nog helemaal vol van vandaag. Er is zoveel gebeurd in mijn hoofd. Wat zijn de jeugdherinneringen ontzettend belangrijk voor ons allemaal en wat is het bijzonder dat we, nadat we allemaal onze weg gegaan zijn, elkaar vandaag weer gezien hebben.
Tante Sieni zei:”Hier kan ik weer een hele poos op teren”. Dat gevoel heb ik ook.
Thuis drink ik een biertje met Bert. Ik vertel en laat foto’s zien. We halen voor het gemak even een frietje en we kijken tv, een detective,  maar ik kan me niet  goed concentreren. Mijn gedachten zijn nog in Hilversum. Bij vandaag en bij vroeger. En het voelt goed..

Gedeelde smart is halve smart

Vandaag, lieve mensjes, hebben Irene en ik een beeldverhaal voor u.
What’s app is toch een superuitvinding!

De dag begon zo:

Om 5.45 u. schrok ik wakker van het aanslaan van de verwarming, dat gaat hier altijd gepaard met een hoop herrie en getik.  He verdorie, de thermostaat stond nog ingesteld op mijn werkrooster van voor de zomer, het was tot nu toe nog niet koud genoeg geweest,  daarom nog niet gemerkt. Ik was een half uur te vroeg wakker geworden, wat zonde.
Ik probeerde weer te gaan slapen, maar lag helaas wakker tot 6.14 u. voor dat lukte.
Om 6.15 u ging de wekker.  Ik moest van heel ver komen en had geen idee waar ik me bevond, welke dag het was, eigenlijk amper wie ik was.
Bij Irene was het blijkbaar al niet veel beter

(De groene vakjes zijn van mij, de witte van Irene)

1

Toen ik me uiteindelijk in de kleren had gehesen en mijn mooie, door Irene gemaakte ketting om wilde doen zag ik dat ie stuk was

7

Het brood smeren verliep ook niet vlekkeloos
2

En op het werk ging ze nog even door:

10

Ik ging sporten en kreeg een goede raad:

6,

Ik kwam zonder kleerscheuren thuis. Bij de lunch ging het toch nog even mis

3

Mijn goede intenties werden niet begrepen… 
13

En toen was het alweer tijd voor thee

IMG_20180927_144138752.jpg5

De rest van de dag ging het wel aardig met mij,   met Irene was het een
ander verhaal: 

9

Eind goed al goed! 
11

Maar natuurlijk moet Irene toch nog wel even het laatste woord hebben:

12

Morgen weer een dag.