Alle berichten door Annelies

Over spek en bonen

Sinds een paar maanden eet ik geen vlees meer.
Deze blog is niet bedoeld om je te bekeren. Ieder heeft zijn persoonlijke voorkeuren en verantwoording en ik ga niemand iets opleggen. Ik heb alleen de behoefte om er iets over te vertellen, omdat het me aan het hart gaat.

Ik ben nooit een grote vleeseter geweest, maar vlees hoorde er wel altijd bij.
Zeker als er iets te vieren was en ik een menu ging bedenken: eerst werd gekozen welk vlees er op tafel zou komen.
En kijk op de kaart in een gemiddeld restaurant:  vlees is het hoofdgerecht, groente een bijgerecht. 
Maar ik had er vaak wel een bijgedachte bij. Daarom al jaren geleden besloten om in ieder geval zoveel mogelijk dan de keuze voor biologisch vlees te maken. Van dieren die een goed leven hebben gehad. Het woord ‘industrie’ in bio-industrie’ zegt voor mij alles. Het deugt niet dat dieren een product zijn en er geen respect voor hen is.
Ik kan daar niet tegen, emotioneel gezien. Ieder dier heeft gevoel, kan blij zijn, pijn hebben, bang zijn. Of het nou een kip, een varken of een rund is.
Het is heerlijk onherkenbaar, zo’n voorgevormde kipschnitzel, of een pakje rundergehakt, maar dat is gewoon mezelf voor de gek houden. Ogen dicht, ik zie het niet, dus het is er niet. 

Toch kreeg ik ook steeds meer moeite met ‘diervriendelijk’ vlees eten. Eigenlijk bestaat dat toch niet. Echt diervriendelijk is het beest een leuk leven laten leiden en niet als mens bepalen: zo, je bent er nu wel klaar voor om geslacht te worden. Je bent nog jong maar dat is dan jammer. De consument heeft besloten dat jouw leven ten einde is. Sterker nog, de consument had dat al besloten voordat jij überhaupt geboren werd. Je was voorbestemd om te dienen als filet, worstje en gehakt. Niet om een volwaardig leven te leiden. 

Na jarenlang sluimerende onrust daarover kwam er een moment dat ik heel sterk voelde: ik wil dit niet meer. Puur persoonlijk wil ik dit niet meer. Nu neem ik de beslissing.
En was ik toen opgelucht? Nou, gek genoeg niet! Ik stond en sta nog steeds 100% achter mijn besluit, maar wat ik totaal niet verwacht had: het viel niet mee!
De praktijk van geen vlees meer eten en dat niet beperken tot die ene vegetarische dag in de week die we al heel lang hadden, viel tegen.
Bert wil wel vlees blijven eten en daar hou ik ook rekening mee. Maar het werkt niet om dan voor mij gewoon het vlees dan maar weg te laten. Dan mis ik wat, ook qua voldaan gevoel na het eten. Ik probeerde een aantal vleesvervangers maar ik vind ze allemaal ‘mwah’.
Het is wat mij betreft gewoon niet waar dat je geen verschil proeft. Dus die zijn ook van de baan.
Inmiddels begin ik aardig uit te vinden wat voor mij wel werkt. Met kaas, eieren, paddestoelen en peulvruchten kan ik ook weer heel lekker eten, ook de gewone maaltijden door de week. 

Wat die verwachte opluchting ook tegenhield , was dat ik het voor mezelf nooit sluitend kan krijgen. Ik kan niet volledig consequent zijn, ik trek altijd ergens een grens.
Ik eet wel kaas en eieren, dus daar zijn ook dieren voor nodig. Maar veganistisch eten, dat is voor mij een stap te ver.
Ik let erop dat ik zuivel van biologisch gehouden koeien gebruik en eitjes van kippen die hier in de buurt wonen en een heel weiland tot hun beschikking hebben om te scharrelen, te krabben en te pikken. 
Vis eet ik ook, maar dan geen gekweekte vis die uit bomvolle vijvers vol preventieve antibiotica komt. Wel die vrij in de zee geleefd heeft. Die in ieder geval een kans heeft.
Is dat mezelf voor de gek houden? Misschien, ik heb er zoveel en zolang over nagedacht. Er is gewoon nooit een perfecte oplossing. Planten leven ook immers. Hoe consequent kan je zijn?

Soms vind ik het erg frustrerend dat de ene beslissing weer twijfels over het volgende uitlokt. Alsof het nooit klaar is, nooit genoeg.
Van de week kreeg ik, in verband hiermee, van mijn schoonzoon een appje met deze quote: 

“If you think you’re too small to have an impact, try sleeping with a mosquito in the room.”

Mooi hè? Dat zet het weer een beetje in perspectief. Al hoop ik natuurlijk dat ik minder irritant ben dan een mug.

Morgen het eten voor Pasen voorbereiden. Zolang ik me kan herinneren eten we dan Involtini,  Italiaanse vleesrolletjes met kaas en ham in tomatensaus. Ik voor het eerst nu niet meer. Maar ik heb voor mezelf al een mooi alternatief gevonden: rolletjes van aubergine gevuld met verschillende soorten kaas, in diezelfde tomatensaus. Tradities kunnen aangepast worden. Ik vind mijn draai wel. 

Spannend

Eigenlijk wil ik van alles vertellen, maar ook nog niks.
Lekker duidelijk, nietwaar?
Het gaat om mijn boek. Wat klinkt dat echt, ‘mijn boek’.  Een hele poos geleden heb ik er over geblogd. Over de cozy detective , waarmee ik de manuscriptenwedstrijd van 18.02 Publishing heb gewonnen.
Daarna was het een poos stil. Tenminste, zo leek het. Want er is achter de schermen hard gewerkt.  

Een aantal redactierondes zorgden ervoor dat de tekst heel grondig werd gecontroleerd. Waar nodig werden adviezen voor wijzigingen en correcties gegeven.
En ja, dat was inderdaad nodig. Want nu zag ik bijvoorbeeld hoe vaak ik bepaalde woorden onnodig gebruik, als stopwoordje. En ook dat ik zinnen mooier of levendiger kon maken, door gewoon een paar woorden om te draaien. 

Het moeilijkste vond ik het perspectief. Dat was dus ook mijn grote valkuil. Als je schrijft vanuit een persoon, dan kan je daarbij niet vertellen wat iemand anders ondertussen denkt. Gewoon omdat je personage dat niet kan weten! En die persoon kan ook niet alles zien of horen wat een ander doet of zegt. Superlogisch natuurlijk, maar ik heb nooit geweten dat het zo lastig was om het kloppend te krijgen.
Ook na advies en uitleg van de redacteur ging ik nog de fout in.
Ik kreeg op een gegeven moment haast het gevoel wat ik bij de buitenspelregel van voetbal heb: ik snap het een beetje maar niet goed genoeg. Iets met klokken en klepels, zeg maar.
Misschien komt het omdat ik vanuit mezelf een verteller ben. Eentje die uitvoerig alles beschrijft, van omgeving tot personen, van gedachtes tot gebeurtenissen, van ‘terwijl dit gebeurde, was er ondertussen drie kilometer verderop…’  ’
En dat, lieve lezertjes, (ook een standaard verteller opmerking) mocht nou net niet in dit boek. Er stond ook duidelijk in de opdracht: Er mag niet worden geschreven vanuit een alwetende verteller.
Nou dat heb ik geweten dus. Ik ben een alweter en een betweter in mijn manier van vertellen, dat bleek maar weer.
De redacteurs waren geduldig en bleven het uitleggen, en uiteindelijk ging ik het begrijpen.
En zag ik er ook de logica en vooral het nut van in.
Leerzaam dit, ik denk ook echt dat het boek er beter van geworden is. 

Het is nu bijna zover! Op 15 april komt mijn boek uit.
Vandaag mocht ik al zien hoe de cover wordt. Ik stuiterde toen ik de foto kreeg. Zo mooi en helemaal passend bij mijn verhaal. 
De tekst op de achterkant, het binnenwerk, ik heb het allemaal al onder ogen gehad.
Ik popel werkelijk om het te laten zien. Maar nee, ik hou het vandaag toch echt alleen bij een blogje.
Want ik ga niet op de feiten vooruit lopen.
Het is erg leuk, maar ook best spannend, dat mensen mijn boek gaan lezen.
Wat zal men ervan vinden?

(illustratie Vector)

Toch geen grot

De volgende badkamer wordt een imitatie van een druipsteengrot. Dat schreef ik 9 jaar geleden in ‘Kalk’.
Dit voornemen is niet uitgevoerd. MAAR WE HEBBEN NU WEL EEN PRACHTIGE NIEUWE BADKAMER.  Hierover straks meer.  Eerst de frustrerende inleiding.


In de loop van de jaren werd het badkamerprobleem alleen maar groter. Behalve kalk kregen we last van schimmel, roest en last but not least: lekkage. Het douchewater kwam door het plafond de woonkamer indruppelen. Gruwel, wat haatte ik die badkamer op den duur! En wat was ik boos op onszelf dat we destijds zo over ons hebben laten lopen bij de installatie. 

Ik zal geen namen noemen maar het bedrijf zit in Ulrum en maakte gebruik van minstens 10 onderaannemers die zelf ook weer minstens 10 onder-onderaannemers in dienst hadden. Het resultaat was een totaal gebrek aan onderlinge communicatie, fout op fout en voor ons niet meer te achterhalen wie verantwoordelijk was voor welke fout. De hoofdaannemer schoof het ook allemaal lekker af, onbegonnen zaak.
Ik heb bijvoorbeeld destijds nog aangedrongen op een extra ventilatiepunt boven de douche, want we hebben geen raam in de badkamer. Nee mevrouw (nog net niet ‘mevrouwtje’) dat is helemaal niet nodig.
Nou heus wel, want anders hadden we die hardnekkige schimmel nooit gehad. Te laat.
De douchevloer liep niet schuin af, badkamer iedere keer nat, want het water liep onder de glazen deur door.
Na veel gezanik en gezeur werd er dan een nieuwe vloer in gelegd. Probleem niet opgelost, maar er kon verder niks aan gedaan worden.
Alles bleef zo vochtig dat de radiator (de tweede al want de eerste was verkeerd geleverd) ging roesten en er corrosievlekken in de spiegel kwamen. Die spiegel was zonder mijn inbreng opgehangen, dus je voelt het al:  ik kon als ik op mijn tenen stond nèt mijn gezicht zien.


Dat heb ik in openbare gelegenheden altijd, maar als ik dat thuis ook heb is dat rete-irritant.
Het spoelsysteem van het toilet deugde niet en iedere keer kletterde het afdekplaatje er weer af. De…. ach ik stop maar, want het is een klaagzang zonder einde. Echt zo verschrikkelijk balen.
Maar ja, je weet zelf ook wel wat een nieuwe badkamer kost, en ook dat er vaak nog dringender zaken eerst moeten. Dus het duurde tot vorig jaar voordat we genoeg gespaard hadden voor vervanging van ons horrorhok. 

In ons eigen dorp is inmiddels een zeer betrouwbare vakman, hij heet René en hij nam de klus aan. We konden al onze wensen kenbaar maken en hij kwam ook zelf met heel goede ideeën.
Begin februari zou het gaan gebeuren en dat was hard nodig. Ik had inmiddels loszittende vloertegels uit de douchehoek gehaald en tot mijn verbijstering bleek er een laag exact dezelfde tegels onder te zitten. Ze hadden destijds dus helemaal geen nieuwe vloer gemaakt met aanpassing, gewoon een laag tegels er overheen geplakt. Je kan je wel voorstellen hoe fris die onderste laag was, na jarenlange lekkage tussen de tegellagen.


Verder wil ik er geen woorden aan vuil maken, het was allemaal al smerig genoeg.



Er werd een grote container geleverd en ik had de eer om de allereerste spullen erin te leggen/gooien (doorhalen wat niet gewenst is) 

Het was begonnen!
Alles, maar dan ook alles ging eruit, maar dat lieten we aan René over, die wist precies wat hij deed. 

Tot mijn verrassing kwam er nog wat tevoorschijn.
Deze tegeltjes, die zaten nog in de badkamer toen ik Bert leerde kennen. 


Het dessin schreeuwt eind jaren ‘70/ begin ‘80 en ik met mijn nostalgische hooggevoeligheid vind dat natuurlijk fantastisch.
Ook weer niet zo fantastisch dat ik het nog een keer wil overigens. Gewoon zo leuk, als tijdsbeeld. 

Wat overbleef was een grijs kaal hok en ik zou zelf uiteindelijk schreiend op de vloer gezakt zijn omdat ik niet wist hoe ik in vredesnaam alles in orde moest krijgen, maar ik ben dan ook geen vakman.

René hoefde niet te huilen. In ieder geval niet waar ik bij was.

Hij werkt in z’n eentje, dus hij was er wel een paar weken zoet mee. Ondertussen wasten wij ons ‘s morgens en ‘s avonds bij de gootsteen in de keuken en ik heb menigmaal aan mijn omaatje van Egmond gedacht die haar leven lang geen douche heeft gehad.
We mochten ook bij familie douchen, maar daar wilden we geen misbruik van maken, dus het plan was 1x in de week. Verder hoopte ik in de sportschool te kunnen douchen, ze waren in september opengegaan en ik ging ervan uit dat in februari de douches wel zouden werken. Nee hoor, foute aanname. Ik kon daar niet douchen, jammer.
De familie kreeg helaas, (voor hen veel vervelender dan voor ons natuurlijk) corona, dus na de eerste douche-expeditie (kijk ‘m gaan!) 

hebben we vervolgbezoeken afgeblazen. Wel nog een keertje bij de kinderen gedoucht toen we daar waren, wat een luxe is dat dan.
En afgelopen vrijdag konden we dan voor het eerst onder onze nieuwe regendouche!
Jongens jongens, wat was dat heerlijk. Je zou er een regendansje van gaan doen.

En het is allemaal zo verschrikkelijk mooi geworden! Smaken verschillen natuurlijk, misschien zeggen jullie wel ‘hm ja, niet mijn keuze’ maar dat maakt niet uit, wij zijn er superblij mee. 

O, ik vergeet nog wat. Eind vorig jaar hebben we een waterontharder laten installeren. Eindelijk een oplossing voor het probleem van de hardnekkige kalk. Het resultaat is top, en we zullen geen vieze en lastige kalkafzetting meer hebben in de badkamer. Joechei! 

En zo kwam toch nog alles goed.  

P.s.  Ik ging gister naar de sportschool. 3 x raden…..
Juist. De douches zijn in gebruik genomen.
Maar nu hoeft het niet meer van mij hoor, ik ga lekker thuis!

Compleet

Zojuist ontdekte ik dat ik nog veel mis in mijn leven. En wat erger is, ik was me er niet van bewust. Ik dacht dat ik alles redelijk voor elkaar had, maar nu vraag ik me af hoe ik al die jaren gelukkig geweest ben. Onwetendheid, dat is het geweest. Ik was niet op de hoogte van het bestaan van bepaalde dingen.
Gelukkig kreeg Amazon dat in de gaten en bombardeerde mij met adviezen voor nuttige zaken.
Helemaal persoonlijk voor mij uitgezocht. Ik ben namelijk geen klant bij Amazon en ze willen dat blijkbaar wel heel graag.
Dus kwamen ze met aanbiedingen die ik niet kan weerstaan. Zeg eerlijk, dat zouden jullie toch ook niet kunnen? 5% korting op een ehm…

Een tomatenstrooiverwijderaar! Hoe heb ik 61 jaar zonder gekund?
Maar dat was nog niet alles! Wat dacht je van dit?

Ik voelde direct een hoge nood hieraan, wat het dan ook mag zijn, want daar heb ik eerlijk gezegd geen idee van. Dus die ging ook op mijn verlanglijstje.
En daarna kwam er toch iets moois!

Kunstmatige citroenen voor Thuis Keuken Kom. Ik wil dat. Natuurlijk wil ik dat.
Ik heb ook een Thuiskeuken kom. Of kom thuis in de keuken. Of zoiets. Nou ja, laat ook eigenlijk maar.

Volgende!

Draagzak voor honden. Wat zou de bedoeling zijn, dat ik Lenny in de zak draag of dat Lenny de zak draagt, zodat hij die kunstmatige citroenen kan dragen naar de Thuis Keuken? En daarbij krijgen we dan nog een autogordel voor in de auto. Dat er geen verwarring ontstaat waar die gordel voor is. Voor de dagelijkse wandeling. Hier raak ik toch even de draad kwijt. Gaan we nou wandelen of met de auto?

Amazon is nog niet klaar, ze hebben nog wat moois voor mij. Of misschien voor Bert. Of voor Henk, onze cavia. Wie zal het zeggen. Ik heb namelijk geen idee wat deze Motta x trechter is , maar ik kan hem wel nieuw kopen. Gelukkig, want een tweedehands zou ik werkelijk niet willen hoor. Er zijn grenzen.


En dan last but not least: de meest geweldige uitvinding. Ik heb altijd last van heimwee als ik op vakantie ben, maar dat is vanaf nu verleden tijd. Voortaan kan ik mijn kerstboom meenemen! Dat zal echt 100% helpen, ik weet het zeker.

Jongens, ik ben zo blij met dit alles. Ik zal een heel ander leven krijgen. Ben benieuwd wat de toekomst (of Amazon) nog meer voor mij in petto heeft!

Hoofd

05.18 u. 
Lijf:  Mmmm nog even lekker slapen voor de wekker gaat
HoofdHAHAHAHA NATUURLIJK NIET! Ik ben nu wakker en heb een paar uiterst belangrijke kwesties
Lijf:  Hou op, ik wil nog slapen
Hoofd:  Raar hè, dat de woorden ‘hervormd’ en ‘gereformeerd’  dezelfde betekenis hebben maar in de praktijk twee verschillende richtingen zijn. En dat in de kerk! Je zou denken dat…
Lijf:  Kop dicht! Laat me met rust
Hoofd: Nee nee, zouden die nieuwe pannetjes echt in de vaatwasser mogen of gaan ze dan alsnog stuk? Het stond natuurlijk wel in de productspecificaties maar…
Lijf: Please!!!!!
Hoofd: Oké, ik ben al stil. Nee grapje, ik weet nog een leuk muziekje. En die gaat ook nog in een loop, grappig hè? Zo heb je er lekker lang plezier van’
Lijf: kreun
Hoofd: Doe geen moeite hoor, de wekker gaat toch zometeen.  O toch niet, over een half uur pas
Lijf:  Ssssttt
HoofdAh nee joh, dat lukt je toch niet meer. Je moet naar de wc
Lijf: Nee, ik ga niet
Hoofd: O jawel! Je gaat zeker wel. Je gaat nu, want je ligt niet meer lekker. Dit ga je niet redden tot de wekker. Voel je wel? Je moet er echt uit hoor! Echt. En daarna hoef je natuurlijk niet meer proberen te gaan slapen hahahahaha
Wekker gaat.

Niemand:  Zing eens het liedje van Pipo, uit de jaren ‘60?
Hoofd: Pipo de Clown en Mamaloe, reizen recht door zon en regen, langs de wijde wereldwegen. Pipo de Clown en Mamaloe maken van hun leven een heerlijk ratjetoe
Iemand:  Wat hebben jullie zondag gegeten?
Hoofd:  …..  ehm…….

Iemand: Wil jij een gamecharacter voor mij namaken in haakwerk? Het is wel een ingewikkelde deze keer, met veel details.
Hoofd:  *alle tandwieltjes beginnen te draaien, neuroverbindingen worden gemaakt, vertakkingen aangelegd, hersengolven in de meest prachtige kleuren ontstaan, een zee van mogelijkheden en onmogelijkheden ontvouwt zich voor het geestesoog*
Iemand: Wil je even een boodschappenlijstje schrijven?
Hoofd:  *error* 

Het schijnt dat kakkerlakken nog wel 14 dagen door kunnen leven zonder hoofd. Wat zullen die dan een paar rustige weekjes hebben.

(foto via Google)

Andermans veren

Het is momenteel de Week van de Poëzie.
Niet bepaald mijn force. Ik ben niet echt in staat om woorden zo te gebruiken dat er poëzie ontstaat.
Gedichten lezen doe ik ook niet zo veel. Het is voor mij net als bij andere kunstvormen: een gedeelte vind ik ècht mooi, maar het meeste begrijp ik niet of ik vind er gewoon niks aan.
Ik las in het kader van de Week van de Poëzie een artikel over ‘Pronken met andermans veren’ 
Oftewel: je kan een gedicht schrijven met regels die anderen al gemaakt hebben. Er is zelfs een naam voor: ‘Cento’ (latijn voor lappendeken heb ik me laten vertellen)
Neem regels uit teksten van anderen, zet ze in willekeurige volgorde zodat je een nieuw stuk krijgt. Een Cento dus. 
Dat leek me leuk en ging ermee aan de slag.
Ik heb er eentje gemaakt met titels van boeken die ik in mijn kast heb staan, en eentje met titels van Nederlandstalige liedjes, die ik niet in mijn kast heb staan.
En als slot nog een acrostichon:  een lied of gedicht waarbij de beginletters van de zinnen, achter elkaar gelezen, een woord vormen.
Hoppa! Ook een bijdrage geleverd aan de Week van de Poëzie!

Boeken

Als de dauw hangt komt er regen,
Regen en sterren

Onder een papieren maan.
Wilde Rozen, Wilde zwanen,
Zeven zussen, Dochters van de Droomtijd,
Gejaagd door de wind

Waterschapsheuvel,
Het verre Paradijs.

Woeste hoogten,
Rood kleurt de horizon.
Doornvogels, met Hart en Ziel

Echo’s
Waar de rivierkreeften zingen.
De verborgen geschiedenis
In de schaduw van de troon.
Het achtste leven,

Vergeet niet te leven!
En dan komt alles goed

Liedjes

Vriendschap is een illusie
je loog tegen mij
Laat me alleen
Ik doe de deur dicht
Rigoreus

Alles geprobeerd,
Woorden zonder woorden
De stilte valt zo hard
Ik doe wat ik doe
Tegen beter weten in

Acrostichon

Als een schrijver
Niet kan dichten
Nodeloos ploetert
E
n jammerlijk faalt
L
ezers teleurstelt met
I
nadequate woorden
E
n rammelende poëzie:
S
choenmaker, blijf bij je leest.

Wie wrijft die blijft

‘Wat zal ik morgen bakken?’ vroeg ik gister aan Bert.
‘Spritskoeken met chocola’, was zijn antwoord.
O help. Ik weet niet of jullie je dit nog herinneren: Koekje van eigen deeg,
mij lag het nog goed in het geheugen.
Maar wat lette me om nog eens een poging te wagen? Ik had immers goede tips gekregen van mijn eigen Meesterbakker Irene en de belangrijkste oorzaak van het falen was dat ik het deeg niet had gewreven. Dat zou me dus nu niet weer overkomen, ik ging de uitdaging aan.


Ik wreef of mijn leven er vanaf hing. Zelden heeft er iemand zo gewreven als ik.
In het recept stond dat het uiteindelijke deeg zalvig moest zijn. Wel een lastig criterium. Als iemand met een moeilijke huid heb ik al heel wat zalven gebruikt en er is veel variatie in consistentie. Sommige zalfjes zijn bijna vloeibaar, anderen hebben de structuur van stopverf.
Welke zalvigheid moest het deeg dan hebben? Ik heb maar een middenweg gegokt. Het moest nog wel opgespoten kunnen worden maar je moest een stevige spuitzak hebben omdat het een vrij dik beslag zou zijn. Dus ik maakte er een soort vloeibare stopverf van.
Ik had speciaal een katoenen spuitzak gekocht, als die zou ontploffen had ik toch echt iets niet goed gedaan.
Het leek erop dat ik het echt wel goed had gedaan deze keer. Ik had ook besloten losse koeken te maken, ik wilde niet weer het risico lopen op één grote blob.

Zeg nou zelf, dit ziet er toch heel anders uit dan de vorige keer? Ik keek overigens enigszins gespannen toe of de koekje niet alsnog naar elkaar zouden kruipen maar ze bleven keurig solitair.

Het enige wat ik de volgende keer anders moet doen is de tijdsduur. Ik haalde ze nu nog maar net op tijd uit de oven, sommige koekjes zijn net iets te donker geworden (k hoor het Janny van HHB gewoon zeggen)

Mijn plan was om chocola te drizzelen, dat leek me een fluitje van een cent. Niet dus hè? Mijn drizzels werden klodders en verpesten helemaal mijn mooie spritsgevoel. Dus ik heb ze uiteindelijk gewoon bestreken met chocola, ik ben beter als Bob Ross met een kwast dan met gooien à la Karel Appel.

Ik ben trots op het resultaat en inmiddels (dat mocht niet voordat er een foto gemaakt was) hebben we ze ook geproefd en ze zijn heerlijk.
Ik leer het nog wel.

Het telt

Toen ik nog een kleutertje was leerde ik het lied: ‘Tel uw zegeningen één voor één. 
Geschreven en gecomponeerd door Johannes de Heer, een begrip destijds. En misschien  nu nog wel, ik weet het eigenlijk niet.
Johannes de Heer maakte positieve Christelijke liederen met een gezellige melodie. Daarom werd hij ook in de meer calvinistische kringen niet gewaardeerd. Hij stond ook niet in het ‘Liedboek der Kerken’.

Maar op school leerden we wel liedjes van Johannes de Heer. Ze lagen makkelijk in het gehoor en de teksten waren niet heel ingewikkeld.
Mijn juf van kleuterschool Hummeloord leerde ze ook aan de klas en ik weet dat ik altijd enthousiast heb meegezongen over het  ‘Scheepke onder Jezus’ hoede,’  ‘Daar ruist langs de wolken een lieflijke Naam,’ en ‘Jezus zegt dat hij hier van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht’,
Nu zouden we de teksten te moeilijk vinden voor kleuters. Ik begreep ook vast niet alles, maar het is een feit dat ik ze wel altijd onthouden heb, woord voor woord, en ze zo op verzoek kan zingen.

Hoe kom ik nu hierbij? Eigenlijk door iets banaals. De verwarmingsketel hield er mee op. Twee dagen geleden in de loop van de middag schoot hij in storing en werd het koud in huis. Monteur gebeld, die kon niet eerder komen dan de volgende ochtend. Dus we kropen, met een van mijn talloze gehaakte dekens, op de bank dicht tegen elkaar aan en gingen zonder warm gedouched te hebben naar bed.
Gisterochtend kwam inderdaad de monteur, die constateerde dat er een onderdeel kapot was, maar dat was niet op voorraad, dus hij zou vandaag terug komen.
Dus gister ook koud in huis, maar een extra trui aan, sjaal om, het was te doen. Vanmorgen kwam nogmaals de monteur, die binnen 5 minuten de ketel repareerde, zodat die weer ging branden. We konden weer douchen, het werd weer behaaglijk in huis, alles opgelost.
En toen dacht ik: we zijn toch maar gezegend eigenlijk. Er is iets, je belt en met anderhalve dag is het weer klaar. Vaak nog eerder zelfs. Direct kwam dat lied van Johannes de Heer in mij op: Tel je zegeningen één voor één. 

In de waan van alledag lukt dat vaak niet zo goed.
Ik probeer bijvoorbeeld heel gedoseerd het nieuws te lezen en te kijken, maar toch ontkom ik niet aan gevoelens van onmacht, boosheid en frustratie. Als ik nu ging opsommen waarover allemaal, werd het geen blog maar een heeeel dik boek.
Dus dat ga ik niet doen, je weet zelf genoeg voorbeelden. Zowel in je eigen leven als in het grote geheel. 
Maar ik wil er toch voor oppassen dat de negativiteit gaat overheersen. Ik wil oog blijven houden voor de goede dingen. Hoe klein ook. Want eigenlijk blijken juist die dingen heel belangrijk te zijn. 

Die warme deken die ik zo kan pakken. Die lieve man waar ik tegenaan kan kruipen. Het nieuwe kookrecept wat zo goed gelukt is. De vrije dagen samen, tussen kerst en oud-en-nieuw. Het ‘Oma, ik wil je wat vertellen’ van dat heerlijke kleine jongetje. 
De fles mede die ik bewaard heb om samen met mijn zoon te drinken. Het appje ‘wij halen jullie op hoor’, van schoonzusje. De mooie en welgemeende kerstkaarten die we kregen.  Het bericht: we gaan jouw boek uitgeven.  
De mail: jouw jeugdboek staat op de lijst met kanshebbers. 
Het kaartje in de bus: dank jullie wel voor de lekkere druiven, ik heb er van genoten.
De hond die zo vreselijk blij is als we weer thuis komen, ook al zijn we maar een uurtje weggeweest. 
Het appje van schoonzoon: ‘Kijk, ik heb iets voor je gevonden dat je helpt bij D&D’ 
Het groene puntje wat voorzichtig tevoorschijn komt uit de amaryllis bol.
De sjaal die mijn dochter voor me gehaakt heeft.
En natuurlijk die warme douche, waar ik nu zomaar weer onder kan stappen. 

In no-time noem ik deze dingen op, ik typ achter elkaar door zonder erover na te hoeven denken. En er zijn er nog zoveel meer. 
Zegeningen. Zo voelt het, dat zijn het, en ik tel ze één voor één.

Ik wens jou, lieve lezer, oprecht een mooie jaarwisseling. Met mensen die je lief zijn en liefdevolle herinneringen aan degenen die je zo mist.
En voor het nieuwe jaar, zoals ze dat hier zeggen: ‘Veul hail ‘n zegen’ 
Ontelbaar veel.

Happy Granny

‘Dag liefje, tot vanavond’, zegt mijn man. Ik wil opstaan om hem een kus te geven, maar voel dat mijn lijf zwaar protesteert en ik schuifel als een oud krom wijfje achter de tafel vandaan.  Spierpijn. Nog steeds en niet zo’n beetje ook, ook al ga ik nu al ruim 3 maanden wekelijks naar de yogales.


Ik vind het echt leuk om te doen, het voelt fijn. Duidelijk heilzaam, maar ook zwaar! Had ik echt niet zo ingeschat van te voren.
In september waren we begonnen, mijn schoonzusje en ik. Poweryoga, dat klonk als iets wat goed voor ons was, in ons idee was het zonder die ‘power’ wat te soft, te weinig je lichaam aan het werk zetten. Dit gingen we doen!
Wat waren we naïef. Die poweryoga ging in een razend tempo, we hielden het niet bij en snapten het allemaal niet. Frustratie alom en dat is wel het tegenovergestelde van wat je met yoga wil bereiken.
Overstap gemaakt naar Hathayoga. Ook een groepsles, maar met een andere insteek. Veel aandacht voor de houdingen, hoe het voelt en vooral tijd daarvoor.
Dit was wel een goede keus, want we gaan iedere week met plezier.
Maar om nou te zeggen dat ik het allemaal kan… nee dus. Verre van dat en ik vind het bij tijd en wijle behoorlijk confronterend dat mijn zelfbeeld aardig bijgesteld moet worden.

Als je plaatjes opzoekt over yoga zie je altijd mensen die de posities goed uitvoeren en het ziet er dan ook nog uit of het ze geen moeite kost.
Ooit, ooit wil ik dat bereiken. Maar bijna alles kost wel veel moeite.
Ik had er geen idee van dat ik zo stram was, dat ik niet op 1 been kon staan, dat ik na 20 sec moe in mijn armen zou worden, dat ik bepaalde buigingen niet kon maken.
Maar ik ben niet de enige, we zijn in de groepsles overwegend met dat soort mensen en dat is eigenlijk wel heel fijn. Je doet het natuurlijk voor jezelf, maar zoals bij de poweryoga al bleek, het moet niet frustrerend zijn als je jezelf vergelijkt met de rest van de groep.

Als ik dus de dag na de les weer enorme spierpijn heb, weet ik dat ik goed mijn best heb gedaan. En ik voel serieus dat het goed is voor mijn lichaam. Daarom neem ik me ook altijd voor om er thuis ook wat aandacht aan te besteden. Maar het blijft tot nu toe bij een voornemen want iedere keer blijkt het ineens alwéér woensdag te zijn, tijd voor de les, en heb ik tussendoor totaal niets met dat voornemen gedaan.
Eerst (zoals vandaag) wil ik wachten tot de spierpijn over is en daarna is het weekend en maandag ga ik naar fitness en dinsdag… ben ik het blijkbaar vergeten.
Allemaal smoezen natuurlijk! Het blijft gewoon gemakzucht als ik eerlijk ben. Waarom toch.

Beetje zelfreflectie dus, maar een klein beetje zelfspot mag ook wel.
De yogaposities hebben allemaal namen, die heel logisch zijn als je de houding goed uitvoert. Mijn posities hebben altijd een kanttekening, als ze niet al een heel andere naam hebben. 

Sommige kan ik goed. Bijvoorbeeld de downwards facing dog.

Dan zie ik altijd Lenny in speelhouding voor me, als geheugensteuntje. Ik moet wel zeggen dat ik het niet lang volhoud want dan gaan mijn armen protesteren.

 
De childpose lukt ook.

Dat is wel een van mijn favorieten omdat ik mijn rug dan helemaal voel strekken en daardoor ontspannen. Klinkt tegenstrijdig maar het is zo. 

The warrior ziet er prachtig uit.

Maar als ik mezelf in de grote wandspiegel zie dan valt het een beetje tegen en alweer mijn armen protesteren. Mijn warrior geeft zich al vrij gauw over, ik heb denk ik de positie krijgsgevangene uitgevonden . Daar zijn geen foto’s van.

De halve maan…..


Jongens wat is die moeilijk. De afgelopen weken kreeg ik het niet eens voor elkaar om een been op te tillen als ik voorover gebogen stond. Gister lukte het! Ik was daar zo op geconcentreerd dat de rest van de houding in de vergetelheid raakte.
Geen maan te zien, bij mij was het zwaar bewolkt. 

Happy baby!

Niet te geloven dat ik dit ooit, net als jullie allemaal, gekund heb. Happy granny kan ook wel dacht ik. 

Lage lunge.

De eerste keer verstond ik het niet goed en dacht ik dat het over de lunch ging. Ik begreep het verband niet, ik zit nooit zo aan tafel.
Vast onnodig te zeggen dat het ook weer het nodige gesteun kost om uit deze houding te stappen. En dan moet het nog een keer, met je andere been.

We hebben een heel lieve en goede docente. Ze heeft haar opleiding in India gevolgd en weet dus echt vanuit de bron waar het om draait. Ze zegt dan ook àltijd: ‘Ga niet zitten bedenken hoe het eruit ziet, of het wel perfect is. Je doet wat bij jouw lichaam past. Het gaat om de reis, niet om de bestemming, en als je die reis met heel kleine pasjes aflegt is dat helemaal prima.`
Als een houding echt te moeilijk is, geeft ze altijd een gemakkelijker alternatief.
Dus we blijven iedere week terugkomen en zijn blij met onze kleine stapjes-reis.

Als ik mijn spierpijn iedere week voel, weet ik dat ik goed bezig ben. En wie weet trekt ooit de bewolking weg en is er een prachtige halve maan te zien. Ooit.

(foto’s van internet via google)

Sterretjes

Een kort winterverhaal

Als ze voor de stelling staat ziet ze dat ‘even witte verf halen’ te simpel gedacht was. Zes verschillende merken, ouderwetse blikken en eco-plastic emmertjes, de keuze uit papyruswit, eggshell, monumentenwit, vleugje-witzand, wolken… ze grijpt een willekeurig blik, wordt krijtwit van de prijs en zoekt dan de goedkoopste die RAL9010 heet. Het is maar voor een houten sneeuwpop, die hooguit drie weken buiten staat. De buurtvereniging besloot dat ze dit jaar allemaal een kerstversiering neer moeten zetten, zij kreeg Frosty toebedeeld. Prima, blij dat ze niet een heel toom rendieren hoeft te figuurzagen.
Op weg naar de kassa ziet ze een display met kindervuurwerk. Zal ze een pakje sterretjes meenemen? Dat moet er nog wel vanaf kunnen. Ze wil haar kinderen haar eigen jeugdherinnering geven: de magische sfeer in het donker, de geur van de brandende sterretjes, het prikkelen van de vonkjes op je handen, de.. ‘Mevrouw! U bent!’ wordt ze ruw gestoord in haar mijmeringen. Ze grist een pakje sterretjes mee en legt het bij het verfblik op de band. 

De triplex sneeuwpop staat in de tuin. Met vijf lagen verf, want thuis zag ze dat ze grondverf had gekocht. Hij steekt wat schamel af tegen de schitterende slee met wuivende kerstman bij de buren. Hebben ze dat ding soms met Ferrari-lak gespoten, denkt ze jaloers.
Zij zullen ook wel weer prachtig siervuurwerk hebben. Ze veegt een traan van haar wang. Zijzelf  hebben sterretjes! Vannacht gaan zij ze afsteken, zij drietjes!
De kinderen mogen opblijven, al valt het voor haar jongste niet mee. Maar als de klok 12 heeft geslagen proosten ze met appelbubbels en is hij weer klaarwakker. Met hun jassen aan gaan ze naar buiten,  ‘Gelukkig nieuwjaar!’ roepen ze.
Vuurpijlen schieten fluitend omhoog, ze kijken met hun hoofd achterover naar de fonteinen van kleuren.
Zij pakt de sterretjes, steekt er drie aan en geeft haar kinderen er elk een. ‘Kijk!’ zegt ze, terwijl ze schrijvende bewegingen maakt. ‘Oh!’ roepen de kinderen en beginnen ook lichtkrullen te maken. Ze steekt er nog twee aan en prikt die in de wanten van hun houten sneeuwpop.  ‘Wow!’ hoort ze haar zoontje, ‘ Hij houdt de sterretjes vast! Wij hebben de mooiste versiering van de hele straat!’
Ze lacht en steekt nog een sterretje voor hem aan. ‘Het prikkelt’, giechelt hij.
‘Wat ruikt het ook lekker hè mam?’, zegt haar dochter met stralende ogen.
Ze knikt en kan even niks zeggen, veegt nogmaals een traan weg.
Maar deze voelde goed.