Sinds een paar maanden eet ik geen vlees meer.
Deze blog is niet bedoeld om je te bekeren. Ieder heeft zijn persoonlijke voorkeuren en verantwoording en ik ga niemand iets opleggen. Ik heb alleen de behoefte om er iets over te vertellen, omdat het me aan het hart gaat.
Ik ben nooit een grote vleeseter geweest, maar vlees hoorde er wel altijd bij.
Zeker als er iets te vieren was en ik een menu ging bedenken: eerst werd gekozen welk vlees er op tafel zou komen.
En kijk op de kaart in een gemiddeld restaurant: vlees is het hoofdgerecht, groente een bijgerecht.
Maar ik had er vaak wel een bijgedachte bij. Daarom al jaren geleden besloten om in ieder geval zoveel mogelijk dan de keuze voor biologisch vlees te maken. Van dieren die een goed leven hebben gehad. Het woord ‘industrie’ in bio-industrie’ zegt voor mij alles. Het deugt niet dat dieren een product zijn en er geen respect voor hen is.
Ik kan daar niet tegen, emotioneel gezien. Ieder dier heeft gevoel, kan blij zijn, pijn hebben, bang zijn. Of het nou een kip, een varken of een rund is.
Het is heerlijk onherkenbaar, zo’n voorgevormde kipschnitzel, of een pakje rundergehakt, maar dat is gewoon mezelf voor de gek houden. Ogen dicht, ik zie het niet, dus het is er niet.
Toch kreeg ik ook steeds meer moeite met ‘diervriendelijk’ vlees eten. Eigenlijk bestaat dat toch niet. Echt diervriendelijk is het beest een leuk leven laten leiden en niet als mens bepalen: zo, je bent er nu wel klaar voor om geslacht te worden. Je bent nog jong maar dat is dan jammer. De consument heeft besloten dat jouw leven ten einde is. Sterker nog, de consument had dat al besloten voordat jij überhaupt geboren werd. Je was voorbestemd om te dienen als filet, worstje en gehakt. Niet om een volwaardig leven te leiden.
Na jarenlang sluimerende onrust daarover kwam er een moment dat ik heel sterk voelde: ik wil dit niet meer. Puur persoonlijk wil ik dit niet meer. Nu neem ik de beslissing.
En was ik toen opgelucht? Nou, gek genoeg niet! Ik stond en sta nog steeds 100% achter mijn besluit, maar wat ik totaal niet verwacht had: het viel niet mee!
De praktijk van geen vlees meer eten en dat niet beperken tot die ene vegetarische dag in de week die we al heel lang hadden, viel tegen.
Bert wil wel vlees blijven eten en daar hou ik ook rekening mee. Maar het werkt niet om dan voor mij gewoon het vlees dan maar weg te laten. Dan mis ik wat, ook qua voldaan gevoel na het eten. Ik probeerde een aantal vleesvervangers maar ik vind ze allemaal ‘mwah’.
Het is wat mij betreft gewoon niet waar dat je geen verschil proeft. Dus die zijn ook van de baan.
Inmiddels begin ik aardig uit te vinden wat voor mij wel werkt. Met kaas, eieren, paddestoelen en peulvruchten kan ik ook weer heel lekker eten, ook de gewone maaltijden door de week.
Wat die verwachte opluchting ook tegenhield , was dat ik het voor mezelf nooit sluitend kan krijgen. Ik kan niet volledig consequent zijn, ik trek altijd ergens een grens.
Ik eet wel kaas en eieren, dus daar zijn ook dieren voor nodig. Maar veganistisch eten, dat is voor mij een stap te ver.
Ik let erop dat ik zuivel van biologisch gehouden koeien gebruik en eitjes van kippen die hier in de buurt wonen en een heel weiland tot hun beschikking hebben om te scharrelen, te krabben en te pikken.
Vis eet ik ook, maar dan geen gekweekte vis die uit bomvolle vijvers vol preventieve antibiotica komt. Wel die vrij in de zee geleefd heeft. Die in ieder geval een kans heeft.
Is dat mezelf voor de gek houden? Misschien, ik heb er zoveel en zolang over nagedacht. Er is gewoon nooit een perfecte oplossing. Planten leven ook immers. Hoe consequent kan je zijn?
Soms vind ik het erg frustrerend dat de ene beslissing weer twijfels over het volgende uitlokt. Alsof het nooit klaar is, nooit genoeg.
Van de week kreeg ik, in verband hiermee, van mijn schoonzoon een appje met deze quote:
“If you think you’re too small to have an impact, try sleeping with a mosquito in the room.”
Mooi hè? Dat zet het weer een beetje in perspectief. Al hoop ik natuurlijk dat ik minder irritant ben dan een mug.
Morgen het eten voor Pasen voorbereiden. Zolang ik me kan herinneren eten we dan Involtini, Italiaanse vleesrolletjes met kaas en ham in tomatensaus. Ik voor het eerst nu niet meer. Maar ik heb voor mezelf al een mooi alternatief gevonden: rolletjes van aubergine gevuld met verschillende soorten kaas, in diezelfde tomatensaus. Tradities kunnen aangepast worden. Ik vind mijn draai wel.