Het is een beetje tegenstrijdig, maar ik ben geinteresseerd in spinnen, terwijl ik er bang voor ben.
Dat bang zijn is ook nog heel subjectief, eigenlijk zijn de enige spinnen waar ik bang voor ben de grote zwarte en bruine spinnen die in de schuur wonen of onverwacht door het huis rennen.
Zelfs de nog grotere vind ik niet eng. Een vogelspin kan ik zonder angst bekijken en als het voorkomt zelfs op mijn hand hebben.
Ik weet niet wat die ene soort dan zo griezelig maakt dat ik er echt panisch van kan worden.
Misschien omdat die het meest onverwacht verschijnen en het hardste rennen terwijl ik niet weet waarheen.
Ik kan me lang vermaken met naar een kruisspin kijken die een wielweb maakt, prachtig!
En als een webje op een lastige plek gemaakt wordt voel ik me enorm schuldig als ik het moet weghalen, ik probeer dan de schade altijd wat te beperken.
De stofspin vind ik minder prachtig, het is een wanstaltig en onhandig beest, maar ik ben er niet bang voor. De kleine spinnetjes die soms in huis zitten, op het plafond of op de muur, zijn best leuk. Om een onduidelijke reden heetten die vroeger bij ons thuis ‘ Jobje’ Het werd gewoon een soortnaam, dan hadden we weer een jobje in huis.
Hier in huis heten ze Ragnar. Uitleggen duurt een beetje lang, gebruik je fantasie maar.
Spinnen aan een draadje zijn niet eng, maar interessant. Minispinnetjes zoals de springspin zijn zelfs aandoenlijk. Als je ze uitvergroot zijn het harige monsters met 8 felle ogen en flinke kaken. Maar voor ons zo klein dat het niet eng is.
En al die superslimme technieken die de verschillende soorten hebben om aan eten te komen! Webben natuurlijk maar ook vangnetjes, valkuilen en boobytraps.
Nu ik aan de bank gekluisterd ben, heb ik de tv meer aan als anders. Vanmorgen was er op National Geographic een mooie documentaire over spinnen. Van over de hele wereld en dan moet ik toch wel zeggen dat ik het niet erg vind, dat niet alle soorten in Nederland voorkomen. Je hoeft hier niet bang te zijn voor een giftige spinnenbeet.
Wat me opviel is dat in de spinnenwereld over het algemeen de vrouw ontzag inboezemt bij de man. Bij veel soorten is de vrouw ook (vele malen) groter. De mannen zijn heel omzichtig in het benaderen als ze verliefd zijn, er zal nooit een Me Too discussie ontstaan in de spinnenmaatschappij. Maar sommige mannen zijn hun leven niet zeker, de Zwarte Weduwe heet bijvoorbeeld niet voor niets zo. Ik zou dan als man denken: ik ga mijn leven niet in de waagschaal leggen voor een avontuurtje. Blijkbaar werkt het zo niet bij hen, anders waren die soorten natuurlijk uitgestorven.
Heel bijzonder vond ik de pauwspin. Het beestje is kleiner dan je pinknagel, maar de mannetjes hebben een prachtig verleidingsmiddel. Net als de paradijsvogels gaan ze dansen voor hun uitverkorene en maken daarbij zomaar bizar mooie gekleurde patronen op hun achterlijfjes
Dit is toch prachtig! En dat allemaal op zo’n mini-oppervlakje. Ik vind het wonderbaarlijk.
Spinnen zijn in de natuur toch gewoon het mooist.
Als die engerds in huis en schuur dat nou ook eens zouden begrijpen!
Dan hoefde ik niet een telefoongesprek te onderbreken omdat ik iets op mijn schouder voel kriebelen en het volgende moment met een enorme spin in mijn hand sta. Dat gebeurde al een hele poos geleden maar ik ben de schok nog niet helemaal te boven.
Echt, ik wil ze alleen maar vanaf een afstandje buiten zien of op tv. Ik vrees alleen dat ze zich daar niets van aantrekken.
(Wie nu gaat zeggen: “zo’n beestje doet niks, hij is banger voor jou dan jij voor hem” die schrap ik hoogst persoonlijk van mijn lezers- dan wel vriendenlijst)
Misschien ga ik ooit nog leren om ze niet meer eng te vinden. Ooit.
Ragnar….. hmmm… iets te doen met spinrag… of Ragnarok; einde vd wereld in de Noorse mythologie… of toch die Viking koning?
LikeLike
Je zit een heel eind in de richting!
LikeLike
Probeer er in ieder geval garen bij te spinnen…..
LikeLike