Er was eens een niemand. Hij was de enige in zijn soort, daarom werd hij ook door iedereen gewoon ‘niemand’ genoemd. Geen mens kende hem persoonlijk of wist hoe hij er uit zag en toch speelde hij een rol in ieders leven. En meestal was de situatie waarin hij erbij gehaald werd niet positief.
Zo was er een vrouw, die zich heel eenzaam voelde. Ze zat somber in haar stoel en klaagde, omdat niemand op bezoek kwam.
Een kind had met een bal in de kamer gespeeld en keek bang naar zijn moeder. “Wie heeft mijn mooie, dure vaas gebroken?” vroeg ze. “Niemand”, antwoordde het kind.
Er stonden familieleden rond het sterfbed van een oude man. Ze waren te laat gekomen en ze zeiden tegen elkaar dat niemand hier iets aan had kunnen doen.
Niemand merkte dat hij steeds vaker genoemd werd, in het hele land.
Steeds meer mensen begonnen hun eigen verantwoordelijkheid af te schuiven, ze vonden het gemakkelijker om niemand er voor op te laten draaien.
Bij een dorpje aan de oever van een groot meer werd een fabriek gebouwd. Na een poosje stierven de vissen en begon het water te stinken.
“Jullie lozen vervuild water!”, riepen de inwoners van het dorpje beschuldigend.
“Nee, dat doet niemand”, verdedigden de directeuren van de fabriek zich.
In de laatste stukjes ongebruikte natuur verrezen energiecentrales met nieuwe technieken. Ineens kregen mensen gezondheidsklachten en ze wezen naar de ingenieurs.
“Niemand weet dat”, reageerden die op de vraag of het allemaal wel veilig was.
In de grote stad raakten gezinnen in financiële problemen, omdat er fouten waren gemaakt in het belastingstelsel. De mensen vroegen naar de regels voor uitbetaling en de ambtenaren antwoordden : “Daar houdt niemand zich aan”.
Toen het hele land werd getroffen door een mysterieus virus werd er in aller ijl een medicijn ontwikkeld.
“Niemand heeft er voordeel van”, zeiden de farmaceuten die de torenhoge prijs bepaalden.
Op deze manier ging het niet goed met het land, alleen niemand leek het te zien.
Heel soms kwam er toch een waarschuwing, van een journalist, een dokter, een dominee, maar tevergeefs.
Niemand maakte zich grote zorgen, omdat de mensen niet wilde luisteren. Ze gingen gewoon door met waar ze mee bezig waren.
Op een gegeven moment leek het tij dan toch te keren. Een groep mensen verzamelde zich op een plein in de hoofdstad. Ze hadden spandoeken bij zich en schreeuwden leuzen: “Wij luisteren naar niemand!”
Ze dachten het verschil te gaan maken, maar in plaats daarvan kregen zij onderlinge meningsverschillen. Ze vonden namelijk allemaal op een andere manier dat ze niemand moesten volgen. En zo werd er niets bereikt en de groep viel uit elkaar.
Niemand had er verdriet om dat de inwoners van het land verkeerde beslissingen maakten, de mensen wilden het zelf niet zien. Ze vonden het wel zo prettig om niemand verantwoordelijk te houden voor alles wat niet goed was. En het duurde niet lang of andere landen gingen hun voorbeeld volgen. Ze zeiden dat niemand de regenwouden kapte, niemand schuldig was aan armoede en honger, niemand discrimineerde en niemand wapens verhandelde.
De schuld lag bij niemand, daar was iedereen het over eens. Het ging van kwaad tot erger.
En toen niemand uiteindelijk ingreep was het voor de mensheid inmiddels te laat.
Niemand leefde nog lang en gelukkig.
Ingenieus stukje, en een beetje triest. Heel mooi bedacht
LikeGeliked door 1 persoon
Het ware beter geweest, als niemand dit stukje zou hebben hoeven schrijven. Maar iemand moest het doen.
LikeGeliked door 1 persoon