Categorie archief: Gastouder

Alles wat met mijn werk te maken heeft

Autoritje

Met twee van ‘mijn’ kinderen en Lenny ga ik in de auto naar het bos.
Het zijn een broertje en zusje, laten we ze Maurits en Fleur noemen.
Maurits is 8, Fleur is 6 en ze zitten op de achterbank van onze Twingo.
“Naar welk bos gaan we?”, vraagt Fleur.
“Naar het hondenlosloopgebied”, zeg ik, “We zijn er al vaker geweest”
“O ja”, weten ze allebei weer,  “Daar met die bomen”
Ik knik. “Daar ja”
We rijden door het dorp.
“Als je hoogtevrees hebt, moet je maar niet in de ruimte gaan”, zegt Maurits.
“Ik weet het niet”, zeg ik, “In de ruimte ziet alles er vast anders uit”
We draaien de provinciale weg op.
“Vroeger dacht ik altijd dat de ruimte aan de andere kant van de aarde was”, vertelt hij verder.
“Hoe bedoel je dat?“, vraag ik, in mijn beeld is de ruimte aan alle kanten om de aardbol.
“Dat je heel diep moet graven”, legt hij uit. “Maar nu weet ik dat de ruimte aan de andere kant is”
“Het zwembad lijkt van buiten heel klein, maar als je binnen bent is het heel groot”, doet Fleur een duit in het zakje.  Ik maak een instemmend geluidje.
“O, je rijdt 80”, zegt Maurits. “Daar let ik altijd op. Is er eigenlijk leven na de dood?”
Die zag ik niet aankomen. Ik dacht dat hij de zin die begon met ‘is er eigenlijk leven’ zou eindigen met ‘in de ruimte’.
“Nou”, begin ik voorzichtig terwijl ik zorgvuldig bedenk wat ik moet zeggen… “Ik wil wel graag een keer naar Italië”, gaat hij verder. Ok, verandering van onderwerp dus. Ik verander gauw mee.
“Lijkt met leuk”, antwoord ik.“In ieder geval ergens waar schildpadden zijn”, zegt hij.
“Bij Frankrijk was een jongetje die heel niet aardig was”, zegt Fleur verbolgen.
“Vervelend”, leef ik mee.
“Ik zou graag een keer wat uitvinden in mijn leven”, merkt  Maurits op. Ik doe maar geen moeite meer om de verbanden tussen de gespreksonderwerpen te vinden. In zijn hoofdje zijn die er ongetwijfeld, de mijne kan het niet bijbenen.
“Je hebt je hele leven nog voor je”, praat ik mijn moeder na. “Dus dat gaat vast nog wel lukken”
“Het liefst iets samen met papa”, zegt Maurits. “Ja”, beaamt Fleur,“ Want papa is heel knap”
Hier kan ik het uiteraard alleen maar mee eens zijn. “Wat wil je dan uitvinden?”, vraag ik.  “Een boodschappenmachine”, bedenkt Maurits. “Dat lijkt me wel wat”, zeg ik, “Ik zou dat reuze handig vinden.”
Inmiddels rijden we al door het Lauwersmeergebied, een smalle stille weg met aan weerszijden grasland met Schotse Hooglanders.
“Zullen we auto’s tellen? “ stelt Fleur voor. Ik zeg maar niks.  Ook Maurits gaat er niet op in.
“Als je 4G hebt, kun je Pokémons zoeken”, zegt hij.
We draaien een bospaadje in en ik parkeer de auto.
Het autoritje heeft nauwelijks een kwartier geduurd. Het gezin gaat binnenkort naar Frankrijk, papa en mama hoeven zich onderweg vast niet te vervelen.
Ik open de autodeur voor Lenny en die schiet er blij vandoor. “Weet je hoe hard een poema kan rennen?” , vraagt Maurits. Voordat Fleur of ik een gissing kunnen doen zegt hij al:  “100 km per uur!”
Ik gesp de veiligheidsriemen los, laat de kinderen uitstappen en doe de auto op slot.
“Zo”, zeg ik, “Gaan we links of rechts?”
“Die kant”, wijst Fleur. “ Ik weet nooit zo goed wat links of rechts is”,zegt Maurits. “Ik weet alleen wat stuurboord en bakboord is.”
We gaan de kant op die Fleur wijst. Links. Bakboord.  “Hé, die bomen heb je ook in Minecraft”, roept Maurits.
Ik ken dit bosgebied als m’n broekzak, maar ik denk dat ik het vanmiddag met heel andere ogen ga bekijken.
Wat hou ik toch van kinderen……

download

Zo’n dag

Zo’n dag dat je een keertje niet voor de wekker aan wakker wordt, maar nog heerlijk ver weg bent, tot je ruw wakker gemaakt wordt door het hysterische kerstliedje van Marco Borsato. Geen goed begin. Er moet  een andere zender op de wekkerradio, want bijna 3 weken lang the Christmas Station ga ik niet volhouden.
Zo’n dag dat je bed nog lekkerder ligt dan anders. En als je dan uiteindelijk naar de andere kant rolt, omdat je ladenkastje met ondergoed aan die kant staat, kom je op het heerlijk warme plekje terecht wat je man net achtergelaten heeft toen hij opstond, en wil je daar nog even vertoeven. Maar de wekker dwingt, dus je rolt toch maar door.
Zo’n dag dat de hele inhoud van je klerenkast stom is, dat je in de spiegel kijkt en er allerlei slogans over anti-rimpel-crème door je hoofd  schieten, dat je haar alle kanten uit wil , behalve de goede.
Zo’n dag dat de hond, die anders gezellig om je heen dreutelt, nog knus opgerold in z’n mandje ligt en droomt van boswandelingen en konijntjes. Hij wel.
Zo’n dag dat het beneden nog zo donker is als midden in de nacht en dat je stemming ook zo is.
Zo’n dag dat je alleen maar kan denken aan zon en vakantie en nog meer zon, terwijl je de dagelijkse 6 broodjes voor ’s mans lunchtrommel smeert en er nog eentje bestrooit met hagelslag voor het ontbijtje.  Eigenlijk moet je zelf ook gaan ontbijten, maar je hebt geen trek .
Zo’n dag dat je als een soort zombie aan tafel zit en met koffie je zelfmedelijden wil wegdrinken.
Zo’n dag dat je voor het raam je man uitzwaait en er maar van uit gaat dat hij het is die er voor zorgt dat die autolichten langsglijden, het is te donker om er iets van te herkennen.

Zo’n dag dat er kinderen bij je komen en een vlaag blijdschap mee naar binnen waaien.
Zo’n dag dat juist een jongetje, van wie je dat nou echt nooit verwacht had, zegt: “Wat heb je een mooie trui aan, heb je die zelf gebreid? ” Op mijn antwoord dat ik deze gekocht hebt zegt hij: “Ik vind dat je er mooi uitziet”.
Zo’n dag dat daardoor alles verandert.  Dat anti-rimpelcampagnes en badhair-days , het donker buiten, het zelfmedelijden, niet meer belangrijk zijn.
Zo’n dag dat je denkt:  Ik heb het getroffen.  Misschien dan niet een dag met zon, maar wel een met een sterretje.
shining-star-clip-art-426938

Mijlpaal

Morgen ben ik 10 jaar gastouder! Wat begon als nieuw  werk vanwege mijn nieuwe situatie, groeide uit tot een eigen bedrijfje. Dat had ik echt nooit gedacht. Ik als zelfstandig ondernemer? Ik zou nog eerder gaan emigreren.  Zeer gesteld op zekerheid, vastigheid, alles tevoren goed plannen en vooral niet teveel onverwachte dingen tegenkomen.  Zo was ik.  En hoe is het nu? Ik heb nu geen zekerheid, geen vastigheid, kan wel van alles plannen maar het verandert iedere keer toch weer en ik weet nooit hoe het zal gaan in de toekomst.
En toch heb ik het leukste werk van de wereld.
En ben ik supertrots op mijn “Kind aan Huis”.

Precies op  de dag dat ik 10 jaar gastouder ben, mag ik het 22e kindje verwelkomen.
Onvoorstelbaar. Zoveel ouders die mij het kostbaarste en dierbaarste wat ze hebben toevertrouwen: hun kinderen. Wat een eer is dat! Al die prachtige kindjes. Sommigen kwamen als kleine baby, anderen als kleuter. Ieder met zijn/haar eigen karakter, ontwikkelingstempo, hebbelijk- en onhebbelijkheden. Wat is het ontzettend mooi om te zien hoe ieder kind is en zich ontwikkelt. En iedere keer ben ik er toch ook weer verbaasd over. Het lijkt immers vanzelf te gaan, terwijl het toch heel niet vanzelfsprekend is. Al die mijlpalen van tandjes, zitten, staan, lopen, praten, ontdekken, lezen,creatief bezig zijn, ze komen iedere keer voorbij en het was al 21 keer anders, omdat niemand  het op dezelfde manier doet.  Ik blijf me dus altijd weer een beetje verwonderen, op een blije manier.
Natuurlijk zijn er ook minder leuke dingen. Als een kind problemen heeft, of het loopt niet zo lekker met de ouders, dan kan dat lastig zijn. Maar ik merk dat ik zelf daarin in die 10 jaar flink gegroeid ben. Leren relativeren, soms een stapje terug doen, en tegelijkertijd duidelijk voor mezelf zijn wat ik wel en niet wil. En echt, over het algemeen is het werk gewoon heel erg leuk en geeft veel voldoening.
Ik zeg nu werk,  maar voor mijn gevoel heb ik er in het begin behoorlijk voor moeten knokken, om serieus genomen te worden. Niet door de vraagouders, die keken er anders tegenaan, maar door zoveel anderen in mijn omgeving die vroegen:  ‘Wanneer ga je weer werken dan, ben je wel aan het solliciteren?’  Of de onvermijdelijke grapjes, als ik met mooi weer buiten was in het speeltuintje, over dat het zo makkelijk was om zo je geld te verdienen.  Eerst verdedigde ik me steeds, maar ik werd er moe van. En soms ook een beetje verdrietig. Alsof ik maar wat aan het lanterfanten was en ondertussen af en toe een luier verschoonde of een neusje afveegde. Het was toch maar erg makkelijk dat ik bij Bert was komen wonen en mijn bedje gespreid vond. Zo voelde het, die opmerkingen,  en daar baalde ik van. Maar ook daar leerde ik van, ik wist zelf dat ik hard werkte en mijn best deed om met mijn nieuwe gezin in mijn nieuwe woonplaats een goed leven op te bouwen. Met werk waar ik van hield en waarvan ik wist dat ik er goed in kon zijn.  Dus later reageerde ik op zulke opmerkingen anders. “Ja leuk hè, waarom ga je dat zelf ook niet lekker doen dan?”  En dat was eigenlijk altijd wel afdoende.  Inmiddels heb ik een bepaalde ‘naam’ opgebouwd, mensen kennen me en weten me te vinden als er opvang nodig is. Ik vind het zo belangrijk dat een kind zich veilig en geliefd voelt als het bij mij is, omdat de ouders aan het werk zijn. En ook dat de ouders hun kind met een gerust hart bij mij kunnen laten verblijven.


Ouders hebben trouwens eveneens te maken met  een (ver)oordelende omgeving. Vooral als moeder lijk je het nooit helemaal goed te kunnen doen. Als je buitenshuis werkt is het: waarom heb je kinderen gekregen als je ze naar een opvang brengt, en als je thuisblijfmoeder (wie heeft trouwens ooit dat vreselijke woord uitgevonden) bent krijg je ook commentaar omdat je zelf een te beperkt leven zou leiden. Mag iedereen alsjeblieft zelf bepalen wat het beste is voor zichzelf en de kinderen?
Wat heb ik al veel meegemaakt met alle kinderen en hun ouders. Vreugde om een nieuw broertje of zusje, verdriet om het plotselinge overlijden van een papa, het kwam allemaal voorbij. De eerste stapjes, de eerste schooldag, het eerste zwemdiploma, mijlpalen in het kinderleven waar ik getuige van was.
En de bijzondere momentjes voor mezelf:  de stralende lach van een babietje als ik het uit bedje kom halen, de eerste keer dat een kindje je naam zegt. Dat laatste doet me trouwens altijd denken aan mijn buurvrouw in Zeewolde, die ook gastouder was. Ze heet Esther en toen haar kleine jongetje zover was dat hij haar kon roepen, klonk er keihard:” ETTER!!!” door de tuin.
De spontane knuffels die ik soms zomaar krijgt, de blije verhalen na een weekend of een vakantie, het bloemetje van strijkkralen toen ik verdrietig was, het lieve zelfgeschreven kaartje bij een afscheid.

IMG
Ik heb ook herhaaldelijk dingen beschreven in vorige blogjes ( Begin de dag met een dansje ; Prietpraat ; Observeren ;Verder ; Lumineus ; Prietpraat (2) ) omdat er zoveel te vertellen valt wat ik de moeite waard vind!
We zijn allemaal kind geweest, maar blijkbaar zijn we best veel vergeten van wat we vroeger konden. Een kind leeft bij de dag, kan zich verwonderen, kan diep verdrietig zijn zonder daar aan onderdoor te gaan, kan vreugde halen uit dingen waar wij aan voorbijgaan. Ieder kind is een stukje nieuwe wereld.
Daarom houd ik zo van kinderen. Omdat ik die eigenschappen zelf niet wil verliezen, en als het toch gebeurd is, ze weer terug te vinden.

Morgen ben ik 10 jaar gastouder. Mijn oudste kind, dat op dit moment ook het langst bij me is, zit in groep 8 en neemt volgend jaar afscheid van mij als ze naar de middelbare school gaat.
Mijn jongste kind , dat morgen voor het eerst komt, is nauwelijks 2 maanden oud.
Ik ben een rijk mens.
  Mijn eigen website voor Kind aan Huis

Prietpraat (2)

Er waren weer leuke uitspraken de afgelopen tijd door “mijn” kinderen.
Daarom een tweede aflevering van Prietpraat.
Toen ik de dingen opschreef, schoten me ook nog een paar mooie dingen te binnen uit mijn tijd als kleuterjuf. Dus die heb ik ook maar toegevoegd.

Bij mij thuis:

“Oude mannen zoals mijn opa en Bert, hebben altijd dezelfde soort spijkerbroeken aan”

“Dat is in de film van die vage ladyhond” (Lady en de vagebond)

“Ik ben blij dat papa mijn vader is”

Er ligt een haartje op de grond. “Die is van de hond”zeg ik.
Kind pakt het haartje op, loopt naar de hond en stopt het tussen haar vacht. “Zo”, zegt hij tevreden.

“Nul is niks maar toch is het iets”

“Ik hou niet zo van voetbal”, zeg ik.
Kind: “Ik vind dat ook niet iets voor mensen van in de 50 “

“Ik ga vanavond met mama met de collectebus lopen”
Ik vraag: “Wat leuk, waar is het voor?” Antwoord: “Voor de Rabobank”

Ik: “Wat wil je op je brood?” Kind: “Kippenvel”

In de klas:

Kind zingt uit volle borst mee in de kring: “Onze Vader die in de hemelen zijt, Suriname worde geheiligd….”

“Juf, ik kom morgen niet op school, want mijn oma wordt gezaaid” (as uitgestrooid)

Kind vertelt: “Wij gaan vanavond naar een pannenkoekenhuis”
Een ander wil hem overtreffen en zegt “Wij gaan naar een bloemkoolhuis”

Na een ruzietje tussen 2 kinderen zeg ik: “Nou, zand erover”
Kind loopt naar de zandbak, pakt een handvol zand en gooit het over het andere kind heen.

En nu ga ik weer nieuwe uitspraken sparen!

kar-

Lumineus

Sinds ik als zelfstandig ondernemer ingeschreven ben bij de Kamer van Koophandel,
krijg ik ook post van diverse bedrijven die hun diensten aanbieden.
In het begin was het best grappig om een brief te krijgen voor “Kind aan Huis, t.a.v.
de Directie”. Of voor de “afdeling Verkoop”. Of voor het “Hoofd luiers verschonen”, die staat nog steeds op nummer 1 in mijn top 10.
Maar het is vrijwel nooit iets nuttigs voor mijn eenvrouwsbedrijfje,
en de afzenders hebben verreweg in de meeste gevallen niet gekeken waarmee ik nou eigenlijk ingeschreven sta bij de KvK.
Zo belandt vrijwel alles direct bij het oud papier. Dit weekend kwam er ook weer
zo’n brief.
Er zat een klein led-zaklantaarntje bij ingesloten, gegraveerd met mijn bedrijfsnaam
en adres.
Helaas paste de laatste letter er niet op, zodat ik opvan verzorg i.p.v. opvang.
Staat ook niet zo professioneel natuurlijk.
Maar de bijbehorende brief was toch wel een blogje waard.

lampje

Verhoog uw verkoop met de LED-zaklantaarnsleutelhanger!
Geachte mevrouw A.1. van Bloois   (ik moest gelijk aan de snelweg denken)
Wat een lumineus idee- de nieuwe LED-zaklantaarnsleutelhanger  combineert kwaliteit en stijl
tegen een betaalbare prijs! Uw klanten zullen het geweldig vinden als u zo’n nuttig geschenk aanbiedt
en zullen daarom zeker meer van u afnemen.  

Ik zag het voor me: de ouders die al kinderen bij mij in de opvang hadden keken blij
en zeiden tegen elkaar:“Heb je dat gezien? Annelies geeft nu een LED-zaklantaarnsleutelhanger, zullen we nog een kind nemen? “

Kijk eens naar dit gepersonaliseerde lasergravuremonster die ik voor u heb bij gevoegd.
Let op de glanzende lakafwerking en de uniek bewerkte zilveraccenten.

Ik was sprakeloos van bewondering natuurlijk,daarom gaf het niet dat de laatste letter er niet opstond en dat het niet die monster, maar dat monster moet zijn.

Druk nu op het zwarte knopje (o jee dat had ik uiteraard al veel eerder gedaan) en activeer
DRIE schitterende heldere LED-lampjes aan het uiteinde van de sleutelhanger.
Dit LED-lampje is een technologisch hoogstandje wat nog maandenlang meegaat
.

Werkelijk, ik was verpletterd. 1 LEDlampje is al fantastisch natuurlijk, en dit zijn er maar liefst 3! Wat er allemaal maar kan tegenwoordig!

Klanten en zakenpartners zullen elke keer wanneer zij het heldere LED-lampje gebruiken
als zij de auto afsluiten of openen, op kantoor of in schemerige restaurants en theaters,
aan uw waardering en vrijgevigheid worden herinnerd.

Hier rolde ik bijna van mijn stoel van het lachen. In schemerige restaurants???
Wat voor louche gelegenheden moeten dat wel niet zijn?
Mijn vraagouders zullen zielsdankbaar zijn dat ik zo vrijgevig was om ze een LEDzaklampje
te geven,zodat ze toch nog het varkenshaasje in champignon-roomsaus op hun bord kunnen vinden!
En bij al dat theaterbezoek hoeven ze zich ook geen zorgen meer te maken of ze wel op de
juiste stoel plaatsnemen. Waarom heb ik niet eerder bedacht om ze een lampje te geven?

Er is geen betere manier om uw bedrijf te promoten.

Nee, werkelijk ik kan niks bedenken  wat dit kan overtreffen, tjongejonge.

En nu komt het beste….in de komende 30 dagen kunt u profiteren van onze
kennismakingsaanbieding voor voorkeursklanten 
(hier proef ik enige contradictie,
hoe kan ik een voorkeursklant zijn als ik nog een kennismakingsaanbieding moet krijgen)
50 LED-zaklantaarnsleutelhangers voor  € 1,99 per stuk + 25 GRATIS!

Wow! Ik kan maar liefst 75 gezinnen blij maken met een LED zaklantaarnsleutelhanger!
Oke, ik mag maar 6 kinderen tegelijk opvangen, dus dat wordt even puzzelen met die
gemiddeld 150 kinderen dan, maar daar moet toch uit te komen zijn.
Zo is het, u bespaart 30% op uw eerste bestelling!
(o, ze verwachten nog meer van me in de toekomst!)

Extra bonus: Kies uit 5 klassieke kleuren:  blauw, rood, zwart, antraciet, paars of assortiment.
Loop dit niet mis!  De voorraad van de nieuwe LED-zaklantaarnsleutelhanger is beperkt.
Onderneem nu actie om teleurstelling te voorkomen.  Plaats uw bestelling…etc. etc.  

Ja dat zal wel, beperkte voorraad,  als ze exemplaren sturen naar iedereen die ingeschreven staat bij de KvK,  en niet kijken welk bedrijf relevant voor ze is.
En jeetje wat zal ik teleurgesteld zijn als ik te laat bestel, tranen met tuiten voor mij en
de ouders.

Ze zijn trouwens niet uniek met hun lampje.
Bij onze uitvaartverzekering hebben we er ook al eens een gekregen, met Monuta erop.
We vroegen ons direct af of we die nodig zouden hebben in de kist ofzo…
Ik vind het maar raar promotiemateriaal, volgens mij zijn het geen lichten die dat bedenken.

Verder

Twee jongetjes op het speelkleed,  met de houten trein.
Twee broertjes,  peuters van 2 en 3 jaar oud.
Ze bouwen aan de baan,  bij eentje steekt de tongpunt uit de mond,
zo geconcentreerd is hij.
De kleine stemmen overleggen met elkaar, met soms voor mij
onverstaanbare woorden.
Heerlijk onbekommerd zitten ze daar te spelen.
Ze voelen zich veilig en vertrouwd.
De radio staat zacht aan , er is een kerstplaat voor.
Slade, So here it is, merry Christmas! Eentje uit de ouwe doos.
Op tafel staan bakjes met strijkkralen, zilver, goud en rood, en werkstukjes
die nog niet helemaal af zijn.
Ze liggen daar te wachten tot de twee grotere kinderen weer uit school zijn.
Zus en broer van 8 en 4 jaar oud, vanochtend voor schooltijd zaten ze gezellig
aan tafel onder de lamp met de glimmende kralen kerstversieringen te maken.
Twee broertjes. Een zusje en broertje.
Kinderen die met elkaar opgroeien,  die hun jeugd delen, die van elkaar houden.
Een band die met geen andere te vergelijken is. Die samen herinneringen maken
voor later.
Ze spelen in mijn huis, ze zijn vol levenslust.
Soms krijg ik zo maar even een knuffel, of een lieve lach. Dat zijn cadeautjes.
Ze laten me zien dat het leven verder gaat. Dat niet alles koud en donker en verdrietig is.
Als we aan tafel gaan om te eten,  en vier kinderstemmetjes zingen “Handjes gevouwen”
schiet ik vol.  “Zegen ons allen, wees ons nabij”.   Het klinkt zo ontroerend.
Zo heel langzaamaan sta ik niet alleen nog maar stil, maar kan ik heel voorzichtig verder.

Annelies

Observeren

Bijna niets is zo leuk als mensen kijken. We kennen het allemaal wel, als we op een terrasje zitten bijvoorbeeld.
Al die types die aan je voorbijkomen nodigen gewoon uit om er verhalen bij te bedenken.
Soms vang je een flard van een gesprek op en dan wordt het nog leuker.
Ik realiseer me wel dat ik op die manier natuurlijk zelf ook bekeken word door anderen, maar dat maakt me niet uit.
Op zich kan ik slecht tegen mensenmenigtes en drukte, ik wil er geen deel van uitmaken.
Maar vanaf de zijlijn vind ik het heerlijk.
Vandaag ben ik met twee van “mijn “ kinderen naar de Apekooi in Groningen geweest.
Een overdekte speelplaats vol klim-en-klautermateriaal , springkussens en ballenbakken.
De kinderen vonden het geweldig, ik ook.
Ik posteerde mezelf op een bankje waarvandaan ik hen kon zien en zij mij, en zo konden ze zelf hun gang gaan. Schoenen uit en spelen maar!

apekooi
Ik had mijn breiwerk meegenomen, een makkelijk rechttoe-rechtaan stuk dit keer, zodat ik ook nog alle gelegenheid had om rond te kijken.
Naar mijn kinderen, naar alle andere kinderen, en iedereen die daarbij hoorde.
Ik heb genoten. Ik zag zoveel!
Het mooiste was toch wel de blijdschap van de meeste kinderen, heerlijk aan het spelen en rondrennen.
Het smoezelige kindje met twee niet bij elkaar passende sokken had evenveel plezier als het meisje met de ingevlochten haren en het Mexx-shirtje. Prachtig.
Een meisje van een jaar of 8 kwam bij me staan, ze keek met grote ogen naar mijn breiwerk.
Ze was doof en zei door middel van gebaren iets tegen me. Maar ik spreek geen gebarentaal, dus ik verstond haar niet. Ze wees naar het breiwerk en maakte nogmaals het gebaar.
Ik meende te begrijpen dat ze vroeg wat ik aan het doen was. Ik liet het haar langzaam zien: insteken, omslaan, doorhalen, af laten glijden…. en toonde het stuk wat ik inmiddels gebreid had.
Ze knikte en lachte naar me. Ik had haar graag het gebaar voor het woord “breien” laten zien, maar wist dat helaas niet.
Maar ze was zo ook al tevreden en huppelde weer weg. Wat moest zij de situatie anders ervaren dan ik!
Ik hoorde een waterval van geluiden. Kinderstemmen, roepend, lachend, gillend.
Geratel van de ballen in de ballenbakken. Kinderliedjes uit de luidsprekers.
Hoe anders zou het zijn om hier in doodse stilte te zitten !
Ik breide verder en keek. Al die kindertjes in verschillende maten en kleuren, allemaal druk aan het spelen.
Het jongetje dat trots riep: “Mamaaaaa, kijk eens!”   Hij stond heel hoog. Kreeg dat plotseling in de gaten, de paniek sloeg toe en mama moest hem pratend naar beneden loodsen omdat hij ineens niet meer durfde.
De vader die voortdurend tegen zijn zoontje zei wat die moest doen: “Kijk Dennis, nu moet je daarheen, zo moet je klimmen Dennis, Dennis nu gaan we door de tunnel… ”
Arme Dennis kreeg geen enkele kans om zelf iets te ontdekken.
Het kleine meisje dat al  het geklim en geklauter liet voor wat het was en volkomen opging in haar rol als verkeersregelaar in haar politie-trapautootje. Geen enkel kind had in de gaten wat zij aan het doen was, maar zij was er van overtuigd dat ze alles in goede banen leidde.
De opa en oma die onvermoeibaar achter hun kleinkind aansjouwden.
Oma met de fotocamera, opa met de jas en schoentjes van het kind. De garderobe was niet veilig genoeg voor de kledingstukken van hun oogappeltje.
Het lichamelijk vroegrijpe meisje van een jaar of 12, met dellerige legging en strak topje, die alle kleinere kinderen dwarszat door de beste plekjes te claimen. Maar die zich verzwikte en toen ineens gewoon een kind bleek, toen ze begon te huilen omdat ze zich pijn had gedaan. En ik vond haar ineens aandoenlijk in plaats van irritant.
In de loop van de middag werden alle kinderen wat vermoeider en werden de lontjes wat korter.
Een meisje met een vriendinnetje (of misschien een nichtje) van haar eigen leeftijd en een jonger broertje in haar kielzog, jankend en dreinend omdat hij de groten niet bij kon houden en zich buitengesloten voelde.
Een kind dat klaagde dat hij het zo heeeeeet had en het vervolgens op een blèren zette omdat zijn moeder hem letterlijk in z’n hemd zette.
Een moeder die pogingen deed om haar kind te pakken te krijgen dat volgens haar nodig even naar de wc moest, maar die niet in de kruiptunnel paste.
Twee bevriende moeders die zo druk zaten te kletsen dat ze het allerjongste kindje, dat nog maar net kon kruipen, even vergaten zodat die tussen de spelende groteren terecht kwam , die vervolgens op hun kop kregen toen het kleintje omviel, omdat “ze niet opletten” .
En ondertussen breide ik gestaag verder. En genoot.
Natuurlijk was ik mijn eigen kindertjes niet vergeten. We hebben gezellig samen een tosti gegeten en wat gedronken.
En ik heb op de juiste momenten oh en ah geroepen als ze iets knaps of leuks deden.
Maar voor de rest vermaakten die twee zich prima, ik had er zogezegd geen kind aan.
Om een uurtje of 4 kwamen ze zich toch melden, allebei met hoogrode wangen, ze waren moe en wilden wel naar huis.
En dat gingen we. De jongste kon ik nog net weerhouden om in de auto in slaap te vallen, juist toen we onze straat inreden. Thuis hebben ze nog even een uurtje rustig gespeeld tot hun mama kwam.
Leuk zo’n werkdag een keertje tussendoor. Zogezegd het aardbeitje op de taart (ik hou niet van slagroom) .
Ik heb dan geen herfstvakantie, maar zo voelde het wel!

 

 

 

Prietpraat

Vroeger stond er in de Libelle, die mijn moeder samen met een tante las,
de rubriek ‘Prietpraat’.
Dat was,  samen met  ‘Jan , Jans en de kinderen’  zo’n beetje het enige wat ik las, want verder vond ik de Libelle niet zo interessant.
Nog steeds niet trouwens, maar dat terzijde.
Ik vond de prietpraatjes meestal erg leuk,  en ik heb zelf ook bijgehouden wat mijn eigen
kinderen voor prachtige dingen zeiden toen ze klein waren.
Ook als kleuterjuf heb ik heel wat leuke uitspraken gehoord, die ik vaak in de schoolkrant zette,tot plezier van de ouders.
Nu,  met mijn eigen kinderopvang, schrijf ik ook weer op wat de kinderen zeggen.
De laatste tijd was het een beetje stil met grappige uitspraken.
De oudste kinderen werden te groot voor prietpraat en de kleintjes waren nog niet zo aan praten toe.
Maar vanmorgen was het weer zover dat ik met een grijns van oor tot oor zat.
Juultje van bijna 2 jaar wijst naar onze cavia Peach.    “Cavia!”
“Ja “, zeg ik ,” Weet je nog hoe ze heet? “
Juultje:  “Bitch!”
Vervolgens helpt ze me met was vouwen.
Ik pak  een t-shirt en zeg : “Van Bert”
Zij pakt het volgende en zegt: “Van Ernie”
En kijkt me vervolgens verbaasd aan omdat ik vreselijk moet lachen.
Hoogste tijd om het mapje “Prietpraat”op mijn laptop te openen en er deze uitspraken aan toe te voegen.
Natuurlijk keek ik ook even naar wat ik verder had verzameld in de afgelopen tijd.
En ik dacht bij een paar dingen:  dit is te leuk om voor mezelf te houden,
dit moet maar even hier op de site.
Ik heb niet de echte namen van de kinderen gebruikt natuurlijk,
maar de uitspraken zijn allemaal authentiek

We vieren een verjaardag .
Mirjam heft het glas en roept stralend: ” Stroop !!!! ”

Johan, Kevin en Annemieke gaan buiten spelen en maken plannen.
Johan:  Ik ben Spiderman”
Kevin:  “En ik ben Superman ! ”
Annemieke:  En ik ben Dokter Mulder ! “
(Dr.Mulder is onze huisarts)

We lopen in de stromende regen naar huis.
Frank  moppert: “Waarom regent het nou zo!”
Linda:  “Dat gooit Jezus naar beneden”.

Juf Elly gaat met pensioen.   De kleuters hebben sportmiddag gehad.
Frank:  Ik zat bij juf Elly in het groepje.  De jonge juf Elly.
De ouwe doet het niet meer, die heeft een pension.”

Mirjam:  ” Mijn broer  is Gronings ziek, hij heeft astma.” (chronisch)

Frank en Ronald zijn verhuisd. Om het weekend komen hun stiefzusjes logeren.
Ik:  Jullie buurman is zeker wel blij dat hij nu 2 buurjongetjes heeft ?”
Frank:  “ Ja, en ook nog  2 stiefbuurmeisjes !”

Hans:  “Mijn opa heeft net zo’n lange paal als Bert ! “(vlaggenmast)
Ik hoop dat ik nog heel veel leuke uitspraken kan gaan noteren.
En het heeft ook nog een effect.
We proosten hier regelmatig met : “Stroop !!”
Onze huisarts is een superheld en regen blijkt een religieuze ervaring.
Ikzelf ben  Gronings ziek , maar daar is prima mee te leven .
Over de paal van Bert zal ik echter maar niet uitweiden, dat lijkt me beter.

dr MUlder

Begin de dag met een dansje

(omwille van de privacy zijn de namen van de kinderen gefingeerd J )

Begin de dag met een dansje
begin de dag met een lach
wie vrolijk kijkt in de morgen
die lacht de hele dag.

Dit schreef een schoolvriendinnetje vroeger in mijn poezie-album en
het was zo’n rijmpje wat je altijd onthoudt.
En vandaag dacht ik er ook weer aan.
Niet dat ik nou de dag met een dansje begon, dat is overdreven.
Maar ik stond goedgehumeurd op, zelfs wat eerder dan normaal (en dat is heel wat voor mij!) omdat ik nog even mijn haar wou wassen.
Ik had lekker geslapen en voelde me goed.
Alles verliep volgens schema,   broodjes smeren, ontbijten, Tim uitzwaaien,
Truusje ontvangen, Bert uitzwaaien,  niks aan de hand.
Nog even gezellig met Truusje een spelletje gedaan,  en toen was het tijd om haar naar school te brengen.
Het stormde hard,  dat had ik vannacht vanuit mn knusse bed ook al gehoord,
en helaas regende het ook.
Maar we zijn niet van suiker, dus we pakten ons in en gingen de deur uit.
En toen was het gedaan met de rust en de vrolijkheid.
Want ik schrok me rot! Het konijnenhok lag in de tuin, kapot en omgewaaid.
Bang voor wat ik aan zou treffen ging ik erheen, maar gelukkig lagen er geen verpletterde
konijnenlijfjes onder.
Maar waar waren ze dan wel?
Na wat rondkijken zag ik ze zitten,  doornat en verkleumd, bij een struik.
Twee zielige hoopjes, gelukkig niet gewond.
Maar ondertussen stond Truusje ook nog te kleumen en die moest op tijd op school zijn.
Ik had geen idee wat ik moest doen met die arme konijntjes, maar ik moest ze eerst nog
laten zitten,  ik zou onderweg naar school een oplossing bedenken .
Truusje en ik worstelden ons door de storm en regen,  gelukkig mochten de kinderen bij school direct naar binnen vanwege het weer.
Ik liep weer snel terug en had ondertussen bedacht dat ik de hondenbench van zolder
zou halen en in de schuur opzetten,dan konden daar de konijnen in, als ik ze te pakken kon krijgen.
Dus thuisgekomen direct naar zolder,  de bench opgraven.
Dat ging nog niet zo makkelijk, omdat we dat ding nooit gebruiken lag hij ergens ver achteraan, en ik moest van alles op zij zetten om erbij te kunnen.
Ter verhoging van de vreugde had Tim het drumstel opgezet op zolder, zodat ik tussen
toms en snares en de hihat door moest manoeuvreren, maar ik sjorde en sjouwde verbeten en ik kreeg het voor elkaar om de bench beneden in de schuur te krijgen.
Voor de verandering was daar zomaar een plekje waar ik ‘m neer kon zetten.
Maar wel erg weinig ruimte om hem uit te klappen,  ik stond klem tussen de tandem,
de bolderkar en de tuintafel, en kreeg natuurlijk ook nog lelijk mijn vinger tussen het
ijzerwerk van de bench.
Wie vrolijk kijkt in de morgen, die lacht de hele dag, jaja!
Uiteindelijk stond het gevaarte en ik vulde het met een dikke laag stro.
En daarna op konijnenjacht. Gelukkig lieten ze zich vrij snel oppakken,
ze waren koud en nat, en van streek.
In de schuur in de bench met het warme stro hadden ze een prima plekje en
liet ik ze verder maar even met rust.
Ik wilde nog snel even stofzuigen, in verband met het heen- en- weer-geloop
vanuit de tuin, en het stro-gebeuren , want zometeen zouden er weer kindertjes
komen die op de grond moesten kunnen spelen.
Ik had Henry nog niet uit de kast getrokken of de moeder van Pietje en Klaasje kwam
voorrijden.  Ok, Henry in de wachtstand,  ontvangst van de kinders.
En onderwijl kwam de moeder van Marietje ook,  dus het was direct spitsuur.
Moeders weer weg, zwaai-rituelen,  speeltijd.  Pietje is 2 ½  , die kan zich prima vermaken.
Klaasje en Marietje zijn allebei 1 jaar, ze schelen 2 maanden.
Marietje zit in de eenkennigheidsfase,  Klaasje zit in de alles-wat-ik-zie-is-van-mij-fase.
Dit is geen gelukkige combinatie.
Het duurde dus ook nog geen minuut of beide peuters zetten het op een brullen.
Telefoon!
“ Goedemorgen , u spreekt met Martin Huppeldepup van Bladcadeau.  Bel ik gelegen?”
“Wat denkt u zelf?” tetterde ik boven de sirenes van Klaasje en Marietje uit.
Mijn sarcasme ontging hem volkomen.
“Uw man had gezegd dat ik u even terug mocht bellen”.
Dank je Bert.   “Nou even snel dan” zei ik.
Met één hand aan de telefoon en één hand troostend op de bol van Marietje
luisterde ik wat  hij te melden had.
Dit was niet naar de zin van Klaasje, die wilde ook een hand op z’n bol.
Helaas had ik er geen meer over,  dus de sirene ging over op een hoger volume.
“Ik bel u naar aanleiding van…… “  maar waarvan  verstond ik door de herrie niet.
Ik verplaatste mijn hand  van Marietjes bolletje naar die van Klaasje en o gezegende rust,
ze waren er even stil van.
“ U heeft een aantal nummers  van Bookazine gehad sinds de zomer?” hoorde ik
Martin Huppeldepup vragen.  Hij kende helaas z’n eigen producten niet.
De naam is een samenvoeging van book en magazine, maar hij sprak het uit als boekazain.
Ik nam maar niet de moeite om hem te verbeteren, maar zei direct dat ik geen verlenging wilde, ik had dit cadeau gekregen en daar wou ik het bij laten.
Dit was ongeveer twee stappen verder dan de vragen die hij op z’n lijstje had staan en
hij moest dus ook even naar de volgende vraag zoeken.
“Wilt u misschien een ander  tijdschrift uitproberen?”
Ook hierin kon ik hem weer voor zijn.
“Ik heb voor  Sinterklaas weer van iemand anders een Bladcadeau gekregen” zei ik,
“En daar heb ik Flow voor uitgekozen.”
“Vlo?” vroeg Martin wat aarzelend.
Ik weerstond de neiging om te zeggen dat ik altijd al erg geïnteresseerd was in parasieten
en spelde “ F L O W” .
“O,  Flaaaoooowwww “ herhaalde hij met een overdreven engelse uitspraak.
“En heeft u die al binnen?  “
“Nee, maar ik kan niet wachten tot het eerste nummer.  Goedemorgen!”
En ik legde vastberaden de telefoon neer.
Ik had niet eens gejokt.   Ik kan echt niet wachten tot het eerste nummer.
Ik citeer:

GUN JEZELF FLOW!
Flow is een magazine voor vrouwen die graag wat meer tijd voor zichzelf willen,
die op zoek zijn naar authenticiteit en rust, die het leven net anders willen aanpakken
en nuchtere en praktische oplossingen zoeken voor dat overvolle
(maar leuke!) bestaan.

Kom maar op!
Want dat “begin de dag met een dansje”  etc,  werkt niet zo.
De rust is inmiddels weergekeerd.  Klaasje en Marietje doen allebei een slaapje,
Pietje zit aan tafel te puzzelen  en Truusje zit nog hoog en droog op school.
De konijntjes zitten lekker in het stro, alles weer onder controle.
Alleen Henry staat me nog verwijtend aan te kijken.
Maar die wacht maar even,  eerst even met een kopje koffie dit schrijven.
Zometeen is hij weer aan de beurt om een dansje te maken en ga ik weer verder met mijn
“overvolle (maar leuke !) bestaan”