Tuintje in mijn hart

Heerlijk weer om in de tuin te werken vandaag. Door de regenbuien is het lekker opgefrist en het is niet te warm om onkruid te wieden, struiken te snoeien en tegels te vegen.
Terwijl ik bezig ben, zie ik in gedachte mijn lieve vriendinnen Nel en Ingrid over mijn schouder meekijken en glimlachen.
Nel, als ik met het briljante stuk gereedschap wat ik een keer van haar kreeg, paardenbloemen en andere ongewenste planten uit de grond pulk. In mijn herinnering zie ik haar nog grijnzen terwijl ze zei:”Dit is zoooo makkelijk! Iedere ochtend dank ik de Heer op mijn blote knieën voor dit ding en…. okay, misschien overdrijf ik een beetje”
En Ingrid, als ik met de bezem de heg veeg. Ja, je leest het goed, de heg veeg. Ik heb namelijk gesnoeid en met de bezem kan ik heel fijn de losse blaadjes eruit halen.
Er is een geliefd verhaal over Ingrid die het gazon stofzuigt. Vandaar. Omdat dat gegeven zo grappig is, vergeten we altijd erbij te vertellen dat het juist superslim van haar was, omdat er een flinke hoeveelheid kattengrit in het gras terecht was gekomen.
Dus toen ik de heg aan het vegen was, lachte ik om mezelf en ook weer om dat verhaal en Ingrid lachte mee.
Nel en Ingrid waren allebei enorme tuinliefhebbers, en hadden allebei groene vingers. Die heb ik niet helaas, maar ik ben wel heel dol op mijn tuin.
Zij waren wel heel verschillend met hun geliefde tuinen bezig.
Ingrid had haar tuin zelf ontworpen. Alles was heel mooi in balans. Terrassen, vijvertje, borders, aanplant, het was zo mooi. (Gertjan is trouwens heel druk om het zo mooi te houden, petje af!) De planten waren zorgvuldig uitgekozen vanwege grootte, kleur, geur, tijd van bloeien, zon, schaduw, alles klopt. Ik heb laatst nog van deze tuin mogen genieten, en genieten was het!
Nel was iemand die van alles opkweekte in kleine potjes op de vensterbank, die ieder vrij plekje in tuin beplantte en die er altijd voor zorgde dat haar tuin een explosie van bloemen was. Want als een bepaalde soort uitgebloeid was, had een andere soort juist de bloemen weer open en het was altijd prachtig en overdadig.
En ik dan? Ik zit daar denk ik wat tussenin. Zoals gezegd heb ik geen groene vingers, maar ik geniet wel erg van mijn tuin. Er zit ook wel een ontwerp achter, alleen is dat stukje bij beetje zo aangelegd of veranderd en gegroeid. Van planten heb ik nog steeds niet veel verstand, ga vooral af op het uiterlijk en de geur. Er zijn heel veel planten die ik mooi vind, maar dat is wel lastig, want er zijn soorten die gewoon je hele tuin overnemen.
Bij het huis waar ik geboren ben en tot mijn 23e gewoond heb, was ook een flinke tuin. En ik vind het nu in mijn tuin fijn als er planten staan die me jeugdherinneringen geven. Door de geur, of hoe ze eruit zien. Mijn pa hield zoveel van wilde planten en dat was in onze tuin wel te zien.
Wat over hem een geliefd verhaal is, is dat we als gezin een keer in de Keukenhof waren, en we op een gegeven moment pa kwijt waren.
We vonden hem terug op z’n knieën bij het enige stukje ‘onkruid’ wat daar te vinden was, ergens onder een boom, terwijl hij met zijn onafscheidelijke loepje een miniscuul bloempje aan het bestuderen was. Veel mooier dan alle gekweekte bloemen vond hij dat.
Mijn voorkeur voor wilde planten en een landelijke tuin heeft helaas vaak het gevolg gehad dat het gewoon een zooitje was, dus ik moest wel wat rigoureuzer te werk gaan. En na een flinke boost van een hovenier 2 jaar geleden, lukt me dat aardig moet ik zeggen. Tenminste, ik ben heel blij met hoe de tuin nu is, en dat is toch het belangrijkst!
Lang heb ik gedacht: een landelijke tuin past niet bij een nieuwbouwhuis. Tot ik me pasgeleden realiseerde dat dit huis er ook al weer een respectabele 40 jaar staat! Dat mag je toch geen nieuwbouw meer noemen. Dat idee staat me wel aan, nu kan ik rustig blij zijn met oude tegels, oude planten en alles wat erbij hoort.
Als tuinvrouw kan ik me niet meten met Nel en Ingrid, maar ik weet zeker dat ze dat allebei ook niet willen. Allebei hielden ze van  hoe hun eigen tuin  was, en ze hadden geen kritiek op een ander.
Lieve meiden, ik mis jullie allebei zo erg. Gelukkig kan ik heel vaak met een glimlach aan jullie denken. Of gewoon een beetje tegen jullie praten.
Nel, je bent nu 4 jaar weg, en Ingrid, jij ook al weer een jaar.
Als ik aan het wieden, spitten, snoeien en vegen ben, voel ik een kracht in mijn lichaam die jullie allebei moesten missen, de laatste tijd van jullie leven.
Toch hou ik ervan te denken, dat iets van mijn kracht ook van jullie komt.
“Dood ben ik pas, als jij me bent vergeten”
Dat gaat dus nooit gebeuren. Want hoe zou ik jullie ooit kunnen vergeten?
Jullie verzorgen het tuintje in mijn hart.

thumbnail_IMG_20170624_145247222

5 gedachten over “Tuintje in mijn hart

  1. Mooi Annelies, ik zit met tranen in mijn ogen als ik aan Nel denk en lees hoe jij haar beschrijft. Ik heb ooit een aantal stekken van Nel gekregen en ieder jaar ben ik weer blij als juist die planten hun koppies weer boven de grond uitsteken. Dit jaar is er zelfs een boven gekomen (Akelei) waarvan ik dacht dat hij uit mijn tuin verdwenen was. Dankjewel Annelies voor het delen van deze mooie herinneringen.

    Like

  2. Taalvirtuoos, gevoelsmens. Ook al zeg je dat je geen groene vingers hebt, jij laat met woorden mensen opbloeien. En dat kan alleen als je een gouden hart hebt.
    Nel en Ingrid letten niet op kleurnuances of onkruidbestrijding in jouw tuintje, want een tuintje in je hart is als een regenboog.

    Like

Laat een reactie achter op Marleen Reactie annuleren

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.