Positieve energie

Zwetend nam ik even rust. Hoezo had ik het idee dat het de perfecte dag was om de buxushaag uit te graven?
Vanmorgen liep ik in de regen boodschappen te doen, vanmiddag werd het droog en ik dacht: Hop! Nu dan! Grond is zacht van de regen, temperatuur aangenaam, dit is het moment.

Eigenlijk kwam het omdat ik zo blij ben dat ik weer energie heb. Ik voelde me al maandenlang zo moe en lusteloos, zag overal tegenop. De jaarlijkse longtest viel tegen en dat was ook geen opsteker.
De huisarts stelde een algeheel bloedonderzoek voor. Vage klachten zijn immers vaag en wie weet kwam er hier wat uit.
Yes. Iets wat heel goed op te lossen was: ik bleek een behoorlijk tekort aan vitamine D te hebben.
Huisarts: ‘U weet toch wel dat vrouwen vanaf 50 jaar geadviseerd wordt om extra te nemen?’
Ik: ‘Nee’. 
‘En als ik uw huid zie is het zeker nodig’ 
Ik knikte en voelde me nogal onnozel dat ik hiervan niet op de hoogte was. Ik ben immers de 50 allang gepasseerd.
Maar goed, supplementen zijn makkelijk verkrijgbaar, ik begon ermee en na een paar weken merkte ik al duidelijk resultaat.
Hoe blij kan je dan zijn! Ineens voel je je weer goed, heb je weer zin in dingen, ben je niet meer uitgeput en ook nog eens veel vrolijker. 
Ik had alle symptomen die hier genoemd worden. En nu zijn ze weg!

Wisten jullie het wel, trouwens? Vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar worden geacht hun vitamine D aan te vullen. Dat je maar even op de hoogte bent! 

Terug naar de tuin.
Handschoenen. T-shirt, lange broek om geen krassen te krijgen op mijn benen,  werkschoenen. Heb ik nu alles aan? Aan den arbeid!
O wacht, armbeschermers vergeten. (iets met die huid, wat de huisarts al zei), dus weer naar binnen om die te halen.
Het eerste struikje was het lastigst, waar begint en eindigt zo’n ding in een aaneengesloten haag? Ik probeerde wat contouren te vinden tussen alle dorre blaadjes en takjes, resultaat van de buxusmot of een andere parasiet, wie zal het zeggen. Oké, eerste struikje gelocaliseerd. Gravers klaar? Graven maar!
Het leek alsof het struikje ingegoten was in beton, geen beweging in te krijgen.
Ik moest er een bijl halen, om de te lange wortels door te kunnen hakken,  dus naar de schuur.
De zon ging schijnen. En niet zo’n beetje ook. Normaal vind ik het alleen maar heerlijk als de zon schijnt, nu kwam het me helemaal niet uit.
Weer naar binnen, waterfles vullen.
Dat schoot lekker op zo, al vier keer er bij weggelopen (ik had ook nog een kruiwagen gehaald om de dode struiken in te doen) maar nog geen struikje eruit. 

Eindelijk, het eerste struikje gaf zich gewonnen. Victorie! Vol van deze succeservaring ging ik nogmaals naar binnen, nu om een pet te halen. Zo kon ik zowel de zon als mijn haren uit mijn ogen houden. En nee, daar is geen foto van, zo ijdel ben ik dan ook wel weer.
Ik ploegde, wrikte, groef en ploeterde dapper door, tot ik ongeveer een kwart van de haag eruit had en toen op het punt kwam waar dit blogje mee begon. 

Na een poosje rust en wat slokjes water met zand omdat ik mijn bidon niet erg handig had neergezet ging ik weer verder. Nu was er een taaie, kwaaie struik aan de beurt. Die de houding had van ‘Mens ik sta hier al ruim 40 jaar en ik blijf hier minstens nog eens 40 jaar staan. Parasiet of niet, 60-plussers met een cap op of niet, ik verroer geen wortel.’
Maar ik vond dat ik ging winnen. Op de knietjes groef ik alle wortels bloot met een klein schepje, ik voelde me zowat weer een archeoloog.
Toen nogmaals met de spade aan de gang, ik gebruikte hem als hefboom op hoop van zegen dat hij niet zou breken.

Ik ben niet zo verbaal aangelegd maar nu ontsnapte mij een kreet waar Monica Seles jaloers op geweest zou zijn, terwijl ik de struik met alle kracht die ik maar in me had uit de grond lostrok.
Tegelijkertijd vloog een grote wit met grijze mot in mijn gezicht. Toch die buxusmot dus. 
Geheel tegen mijn principes in had ik geen medelijden.  Ga om te beginnen uit mijn gezicht en zoek daarna maar een ander leefgebied, onze struikjes hebben jullie al opgevroten. Dag hoor.

De zon werd minder fel, dat was prettig voor het werken. Ik kreeg zin in een biertje, maar eerst moest ik nog verder, vond ik. Ik moest eerst al die calorieën verbranden voordat ik ze weer ging aanvullen. 
Er was nog zo’n zeikstruik die ook weigerde uit de grond te komen. De kracht in mijn armen was inmiddels afgenomen, ik riep om hulptroepen. 
Mijn eigen druif was bezig met de druif die was afgebroken, maar hij wilde me wel even bijstaan. Samen wrongen we de struik uit de grond en toen was het op voor mij. Geen kracht meer.
Vrijwel de helft van de haag was inmiddels verwijderd, ik was tevreden.
Tijd om te stoppen.

Tot mijn grote vreugde voelde ik alleen maar vermoeidheid in mijn armen.
Niet het totaal uitgeputte gevoel dat ik zo vaak ervaren had de afgelopen tijd. En tranen waren ook totaal niet aan de orde, terwijl ik wat afgejankt had in de voorbije maanden.
Ik had gewoon zin in een douche, schone kleren en een biertje, meer niet.
Serieus, ik werd daar erg gelukkig van. Mijn energie was nog niet op.
Daarom zei ik dat ik nog wel even eieren zou gaan kopen, die hadden we nodig voor het avondeten en voor ons zondagse ontbijt.
Op de fiets naar de boerderij, als die ze niet meer te koop had, zou ik naar de volgende fietsen.
Echt, de euforie van dit gevoel, geweldig.
Wat niet wegneemt dat ik blij was dat de dichtsbijzijnde boerderij het kraampje weer aangevuld had, want dan kon ik eerder weer thuis zijn. 

Die zeldzaam zalige regendouche! Mijn armen waren zowat te moe om mijn haren te wassen maar ik voelde me heerlijk.
Daarna met Bert dat welverdiende biertje drinken in de tuin.



Nu is hij aan het koken, hij maakt de lekkerste nasi. En ik schrijf dit, moet nog opschieten ook, want volgens mijn keukenprins is het tijd om de tafel te dekken.

Ik voel me ongelooflijk voldaan. En ook dankbaar, dat ik nu weet wat er aan mankeerde en er zo gemakkelijk iets aan gedaan kon worden.

3 gedachten over “Positieve energie

Geef een reactie op petrahoos Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.