Belevenis

Meestal als ik iets bijzonders heb gedaan, schrijf ik er vlak daarna een blog over. Maar deze keer wilde het maar niet komen in mijn hoofd.
Ik had zeker iets bijzonders gedaan. Samen met mijn schoonzoon ben ik vorige week maandag naar het Archeon geweest om deel te nemen aan het Romeins Festival. En niet als publiek, maar als Romeinen.
Het was een fantastische dag. Dus waarom zo lang gewacht met schrijven erover?
Misschien klinkt het vreemd, maar ik was in een andere wereld. En ik had tijd nodig om het te laten landen, toen ik weer gewoon thuis was.
Sowieso ben ik iemand die alles intens beleeft. En dit was iets wat ik niet eerder had ervaren, het was haast magisch. 

Al heel wat weken terug zei Jan: ‘Ik heb contact met iemand van de re-enactmentgroep LEGIO II Avgvsta en ik mag een dag meelopen op het Romeins festival in het Archeon. Heb jij daar ook zin in? ‘
Ja, dat had ik, ik was ontzettend enthousiast. En buiten dat: aan welke schoonmoeder wordt nou gevraagd om zoiets samen te doen? Dat we zo’n leuke band hebben is iets wat ik koester.
We kozen een datum, vulden wat online gegevens in,  kregen informatie terug en we hadden er zin in.
Hiervandaan is het Archeon heel ver, dus de zondag ervoor ging ik al naar Irene en Jan en de jochies. Maandagochtend werden we om 9 uur verwacht en zo hoefde ik niet voor dag en dauw de deur uit, vanaf hun huis is het maar iets meer dan een half uur rijden. 

Het Archeon was nog niet open voor publiek, maar wij konden er al wel in. Dat was al een bijzondere ervaring op zich, om op een vroege zomerochtend daar door een stil park te lopen. Langs de prehistorische huisjes, er liepen moederkippen met talloze kuikentjes te scharrelen, alles was zo sereen alsof er geen 21e- eeuwse drukte bestond.
In het Romeinse gedeelte was het ook nog heel stil, toen we naar de herberg liepen waar we ons zouden melden. In de herberg was niemand te zien en we keken elkaar een beetje aarzelend aan. Toen kwam er een jonge vrouw met een jongetje aanlopen, allebei in Romeinse kleding en zij vertelde ons dat we op de bovenverdieping moesten wezen.
Daar aangeland kwamen we in een zaal vol leven. Drie re-enactmentgroepen, uit Italië, Engeland en Nederland zaten aan het ontbijt. De meesten al in Romeinse kleding, sommigen nog niet. Direct kwam er iemand naar ons toe en we werden gastvrij ontvangen. Mochten ook nog wat ontbijt nemen als we wilden en we lustten inderdaad wel iets. Jan werd gekoppeld aan een andere jongeman, hij zou legionair zijn vandaag. En ik maakte kennis met een vrouw van mijn eigen leeftijd, zij was de priesteres van de groep en mijn aanspreekpunt van de dag. Ze zorgde voor een prachtige outfit voor mij en ik voelde me serieus direct anders toen ik het aanhad. Een groene tunica met een geweven gordel, een rode palla die op mijn schouder vastgespeld werd met een koperen fibula. Alles helemaal in stijl, zelfs de schoenen. 
Even later zag ik Jan ook weer, die zag er inmiddels ook uit als een echte Romein. 

Hij zou die ochtend training krijgen met de andere soldaten en in de middag meelopen met de show in de arena. Dan zou hij ook een harnas aankrijgen, dat hoefde eerst nog niet. 

Ik maakte kennis met andere burgers, meest vrouwen en ik kon zelf bepalen wat ik wilde doen. Werkelijk iedereen was even vriendelijk en gastvrij en gaf me het gevoel dat ik enorm welkom was.
Ik kreeg ook een aardewerken beker te leen, zo kon ik voortdurend water bij de hand hebben, want het was een heel warme dag.
Het park was inmiddels open voor publiek en ik figureerde de hele dag als Romeins burger.
Wat ik heel bijzonder vond is dat ik me totaal op me gemak voelde. Ik had geen moeite met alle blikken, alle onbekenden, alle drukte. Ik was, samen met de andere Romeinse dames, in een eigen wereld.
In de ochtend nam ik deel aan een tempelceremonie. Uiteraard had ik geen idee wat er van me verwacht werd, maar ik werd netjes meegenomen door de anderen.
‘Je moet je hoofd bedekken,’ fluisterde iemand naast me en ik schoof direct de palla over mijn haar.
‘Pluk nog even een takje kruid,’ zei een ander zachtjes en wees naar de kruidentuin waar anderen ook iets uitzochten om te plukken.
Ik koos een bloeiend takje rozemarijn en sloot weer aan in de kleine stoet.
Voor de tempel stond een klein altaar met een reukofferschaal. We stelden ons op in een halve cirkel en de priesteres leidde een ceremonie waarbij je in je hoofd zelf kon invullen hoe je dat wilde ervaren. Oei dat is een vage zin, maar ik bedoel dus te zeggen: het was niet zo dat je nu moest bidden tot een godin waar je niet in gelooft. Het was een uiterlijk ceremonieel, het publiek kon zien hoe het er vroeger aan toe moest zijn gegaan, maar als deelnemer kon je je eigen waarden aanhouden, er werd niets van me gevraagd wat tegen mijn gevoel in ging.
Toen we bij de tempel weggingen, zag ik Jan langsmarcheren met zijn groep legionairs. Och die arme jongen, het zweet liep in stralen van zijn hoofd af, het was ook zo warm. En dan had hij nog niet eens een harnas aan!
Maar hij gaf me wel een stralende lach, hij vond het fantastisch.

En verder de dag? Hij vloog voorbij. Ik heb gehandwerkt met linnen, ik heb geholpen met strengen maken, overal rondgekeken, praatjes gemaakt, vragen beantwoord van publiek en vooral: genoten.
In de middag kwam Irene met de jongens ook kijken. De jongste, hij is nu ruim anderhalf, keek me vreemd aan.
‘Kijk Lucas, daar is oma!’ zei Irene, maar Lucas schudde zijn hoofdje en zei beteuterd: ‘Nee’. Dat was zo schattig, zo ziet zijn oma er toch niet uit!
Maar toen ik ging praten en tegen hem lachte, zag hij dat ik het toch was, en toen was het goed.
We gingen met z’n vieren in de arena naar de show van papa Jan kijken en ook dat, ik val voortdurend in herhaling, was zo bijzonder!
De entourage, de geluiden, het meemaken, ik kan gewoon niet goed verwoorden hoe dat voelde!
Na de show was Jan verder vrij om de middag zelf in te vullen en kon hij ook Finn, zijn oudste, laten voelen hoe zwaar de helm is, hoe de wapens vastgehouden moesten worden.
Met elkaar hebben we ook nog de gladiatorenshow bijgewoond, dat was een echt spektakel en ik vroeg me af of ik dat vroeger, als Romeinse wel gedaan zou hebben. Dan was het geen spel maar echt, wreed en bloederig. Zou ik dat  wel aangekund hebben, of was het gewoon iets wat erbij hoorde? 

Tegen sluitingstijd gingen Irene en de jongens weer naar huis, wij bleven nog en weer was het bijzonder om in het park te zijn als er verder geen publiek meer was.
UIteindelijk trokken we onze eigen kleding weer aan en direct was ik weer gewoon Annelies.
In de bovenzaal van de herberg kregen we allemaal nog lekker eten en er was zelfs voor mij iets vegetarisch geregeld, zo lief!
En toen zat het er echt op en gingen we naar huis.

Waarom moest het zo lang duren voordat ik dit verslag schreef?
Omdat het meer was dan een verkleedpartij.
Nogmaals, ik was in een andere wereld, een andere tijd. Maar ook met een ander soort mensen.
Ik kende niemand behalve Jan, maar toch voelde het direct vertrouwd. Het waren gelijkgestemden, misschien is dat een woord wat het meest beschrijft wat ik bedoel.
Iedereen was in hetzelfde geïnteresseerd, had hetzelfde enthousiasme en dezelfde behoefte om die te delen.
Niemand was dik, dun, oud, jong, vreemd, raar, groot of klein. Iedereen was een onderdeel van deze dag, sfeer en beleving, en iedereen genoot daarvan.
Ieder had zijn of haar eigen karakter en uitstraling, maar respecteerde de ander en verwelkomde die. Ook mij. Zelden heb ik me ergens zo welkom gevoeld als daar.

Het is fijn om er op terug te kijken. Fijn om dat samen met Jan zo beleefd te hebben. En om, zonder zweverig te willen zijn, te proberen een stukje ervan te bewaren in de gewone dagelijkse wereld.


2 gedachten over “Belevenis

  1. Ik woon dus wel vlakbij en ik kan je zeggen dat er die dag ’s avonds rond etenstijd allemaal Romeinen in de supermarkt liepen! Maar in Alphen vinden ze dag heel gewoon 😛

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.