Een laatste terrasje

Dertien dagen lang was het prachtig weer in onze vakantie. De veertiende en laatste dag was ineens heel anders. We hadden een week eerder ‘s morgens wat regen gehad, maar dat stelde niet veel voor. Nu kwam het met bakken uit de lucht, we bleven binnen in ons knusse huisje en zeiden tegen elkaar dat we het toch maar enorm hadden getroffen de afgelopen tijd. Iedere dag heerlijk naar buiten en pas naar binnen als het te koud werd door de wind van zee.
Stiekem was het een beetje jammer natuurlijk dat het nu zo eindigde. Maar nu hoefden we  niet te miepen over dat het te mooi weer was om de koffers weer in te pakken, het een en ander op te ruimen en schoon te maken, en wat er verder voor bezigheden zijn voordat je vertrekt. 

Toch was onze vreugde groot toen het ‘s middags rond half drie een heel klein beetje leek op te klaren. Hup, we gaan! Naar Svendborg, het stadje in de buurt van ons huisje aan de kust van Funen, Denemarken, en daar voor de laatste keer deze vakantie een biertje drinken op een terrasje.
We streken neer bij een tafeltje, het terras stond in een winkelstraat.
Tegenover ons was de Kvickly, een grote supermarkt. En daarom had ik zoveel te kijken en te genieten…. 

Er was een groepje van een stuk of vijf jongens en twee meisjes, allemaal rond de veertien jaar.
Het is nu blijkbaar mode (ja ik weet het, oma is niet meer zo up to date) voor meisjes van die leeftijd om te grote broeken en te kleine hemdjes te dragen. Of dat is misschien alleen in Denemarken zo, ik weet het eigenlijk niet. Het ene meisje voelde zich blijkbaar comfortabel, het andere was toch steeds stiekem haar broek aan het ophijsen. Vrij zinloos want direct daarna hing hij weer onder haar heupbeenderen. De meiden gedroegen zich heel relaxed, in tegenstelling tot de jongens die zich vreselijk uitsloofden, elkaar steeds moesten duwen, veel te hard lachten om hun eigen selfies, alles om maar de aandacht te krijgen van die twee leuke meisjes.  
Ik zat er zo van te genieten. Sommige dingen veranderen nooit, in welke tijd je ook leeft. Als je veertien bent, wil je indruk maken op degene die je leuk vind, maar je weet eigenlijk niet precies hoe, dus je doet maar wat. Je bent net geen kind meer, maar ook nog geen jongvolwassene.
Het was gewoon zo’n leuk stel met elkaar, chips en pakken chocomel (die combinatie!)  werden doorgegeven, de jongens stoeiden onderling en keken uit hun ooghoeken of de meisjes dat wel zagen.
Er was niks negatiefs aan deze hangjongeren, ze vielen niemand lastig, ze gooiden hun afval netjes weg, het was gewoon leuk om naar ze te kijken, en een beetje terug te denken aan de tijd dat ik zelf veertien was.

Waar ik ook van genoot was mijn biertje,( Krönenburg 1664 witbier voor de geïnteresseerden) en van het feit dat we nu toch nog op een terrasje konden zitten.

Mensen kijken die langs lopen hoort daarbij. Ik voel me daar niet schuldig over, anderen kijken ook naar mij en denken daar al of niet wat van.
Er kwam een gezin van vier voorbij, met een hond. Het was een opvallend dier vond ik, heel hoog op de poten en smal, met de kleuren van een wolf. Grote donkere ogen en hangende oortjes, en ik meende te kunnen zien dat ze niet meer de jongste was.
Ze waren de winkelstraat bijna uit toen de moeder zich bedacht en de hele familie weer omdraaide. De hond had daar blijkbaar niet zo’n zin in, die zette zich net zo schrap als Lenny dat kan doen. Ze werd door de vrouw streng toegesproken, en probeerde het goed te maken met een klein likje op de hand van de vrouw. Dat hielp niet, ze kreeg nog meer boze woorden en ik zag haar houding inzakken. Natuurlijk kende ik het dier niet, maar ik vond dat die vrouw wel een beetje liever voor haar mocht zijn, zo dwars had ze niet gedaan.
De hele familie liep terug naar de Kvickly, alwaar de hond aan een kar  met bloembollen gebonden werd. Het leek mij niet ideaal om een hond vast te zetten aan iets op wielen, maar mij werd niks gevraagd.  Het dier moest gaan zitten en daar ging het complete gezin de winkel in. De hond bleef met grote zorgelijke ogen achter.
Werkelijk, had nou niet één van die vier mensen bij haar kunnen blijven, moet je echt met z’n allen  naar de supermarkt? Ik had het zo met haar te doen, maar ik kon me er niet mee bemoeien.

De hond keek eens in een doos met bloembollen, snuffelde wat aan de grond en wierp iedereen die langsliep een verlangende blik toe, met haar grote donkere ogen. Het deed me gewoon een beetje zeer.
En het mocht dan de Kvickly heten, haar gezin was verre van quickly want het duurde en duurde maar.
Er kwam nog een man een hondje aan de andere kant van de kar binden en ging ook naar binnen. Volgens ons zat het riempje veel te strak aan de halsband, maar het hondje leek er niet zo’n last van te hebben. Misschien zijn we ook wel wat te fijngevoelig wat honden betreft. De beide honden keken elkaar eens aan, gaapten en seinden waarschijnlijk woordeloos: duurt lang hè, voordat die stomme mensen van ons terugkomen…’
Het kleine hondje werd weer opgehaald, maar wie er verder ook allemaal uit de winkel kwam, van een Freek de Jonge lookalike tot een heel iel, krom oud vrouwtje in  een veel te grote mannenjas, niet het gezin van die arme hond.
Er marcheerde een ander gezin langs, lijnrecht achter elkaar in ganzenpas. Allevier in een degelijk regenjack gestoken en met een mobieltje voor hun neus, ze keken niet op of om. Ik verslikte me in mijn witbiertje van het lachen, het leek wel een cartoon. Vroeg me ook af of als de voorste zou stoppen, ze dan a la de zeven dwergen van Sneeuwwitje tegen elkaar op zouden botsen, of dat ze juist allemaal als één man tegelijk zouden stilstaan. Ik ben er niet achter gekomen, ze waren alweer voorbij.

Eindelijk eindelijk, daar kwam het goede gezin naar buiten. Ik zag geen grote tassen boodschappen, dus ik weet werkelijk niet wat ze met z’n vieren daar de hele tijd hebben gedaan, maar dat gaat mij ook al niet aan. 
Gelukkig, de hond kreeg wat lekkers, een kus op haar neus en lieve woordjes van de vrouw die eerst zo boos was geweest. Dat deed me goed, ze hielden dus echt wel van haar.
Ze werd losgemaakt en huppelde op haar hoge poten mee met haar gezin, mijn gezichtsveld uit. 


Het werd enorm donker in de lucht en het begon weer te regenen. We zaten onder een scherm dus het deerde ons niet, de tafeltjes aan de rand hielden het echter niet geheel droog.
Een serveerster kwam naar buiten met een doek en maakte een tafel zo onhandig droog dat het water grotendeels over de knieën van een man die daar zat heengutste. ‘Undskyld’ riep ze ontdaan, maar de man was al natter dan wanneer hij in de regen was gaan zitten. De jongeren hadden hun heil bij de ingang van de Kvickly gezocht, tussen kratten watermeloenen. Toepasselijk fruit wel, met al die regen. En daar kon je blijkbaar ook goed dollen.
Wij moesten maar eens gaan. Berts bier was uiteindelijk ook op en het zag er niet naar uit dat het weer droog zou worden.
De terugtocht naar de auto was voldoende om mijn hoodie (oké ,misschien toch een up to date oma?) te doorweken.
Maar wat hinderde het, wij hadden toch maar mooi ons laatste vakantieterrasje kunnen pakken.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.