Al sinds ik gehoord heb van je plotselinge dood wil ik iets schrijven. Maar steeds weet ik niet zo goed wat. Misschien moet ik gewoon beginnen.
Toen ik je leerde kennen was je 9 jaar. Toen je overleed was je 53. Jong om te sterven. En zo onverwacht. Ik leef zo mee met je familie. Helaas weet ik maar al te goed hoe het is om midden in de nacht telefoon te krijgen met een vreselijk bericht.
Ruim 20 jaar ben je mijn zwager(tje) geweest. En in de ruim 20 jaar daarna hielden we een soort van contact.
Op een vreemde manier. Want jij was jij en ik was ik. We hadden nooit een hechte band, maar we lieten elkaar ook nooit los. Ergens was er iets wat ons bond. En dat ‘iets’ maakt dat ik behoefte heb om te schrijven, nu je zo plotseling weg bent.
Wat was het iets? Ik denk eigenlijk iets heel eenvoudigs: we waren in staat om van elkaar te zien wie de ander was en dat te respecteren en te waarderen. Hoe verschillend ook, hoe lastig soms, hoe irritant we soms zelfs voor elkaar waren, het contact bleef. Want we mochten elkaar, op onze eigen speciale manier.
Ik ga je missen. Het is echt vreemd dat jij er niet meer bent om dit stukje te lezen. Je zou waarschijnlijk in prachtig geconstrueerde zinnen met galgenhumor je reactie geven.
Je was een trouwe lezer van Daagse Dingen en had er een hoge pet van op. Ik lees op jouw facebook zelfs een recensie:

Alleen daarom al verdien je hier een stukje wat aan jou gewijd is.
Een week voor je overleed heb ik nog met je gechat. Gelukkig.
Rust in vrede man. Je verdient het.

♡
LikeLike