Maandelijks archief: oktober 2023

Maandag

Ik heb het niet zo op de maandag. Ook nu ik niet meer werk, heb ik het gewoon niet zo op de maandag.
De wekker gaat weer, het vrije weekend waarin altijd wel iets leuks is, is voorbij en daar heb ik moeite mee. 

Vandaag sprong ik dan ook niet enthousiast uit bed. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik heel zelden tot nooit enthousiast uit bed spring. Ik moet altijd op gang komen.
In ieder geval, toen mijn man de deur uit was, ik me had aangekleed en de gordijnen opentrok, zag ik dat het een mooie dag was. En daar word ik wèl enthousiast van.
Is het buiten grijs, dan is mijn stemming ook grijs. Maar nu was er al een gouden gloed die liet zien dat de zon opkwam.
Het ochtendrondje met de hond was deze keer dan ook bijzonder mooi. Kijk dan, dit is toch prachtig!

Mijn stemming was enorm gestegen. De wasmachine vullen ging zonder gezucht en ik besloot direct vroeg naar de winkel te gaan. Dochter had gevraagd of ik voor Kerst-bakvormen wilde kijken, die ze in de folder had gezien en ik ben uiteraard de kwaadste niet.
Van de stervorm was er nog precies eentje en die was voor mij. Voor haar eigenlijk. En de kerstboomvorm ging ook mee.
Toen zag ik in de opruimingsbak een leuk vest, ook daar was er maar eentje van. Even kijken, precies mijn maat! Die moest ik hebben. Toen zag ik nog een afgeprijsd fleecedekentje voor de katten die mijn zoon binnenkort krijgt, dus ik was enorm in mijn nopjes. Alweer. En dat op de maandag.
Toen ik mijn fiets van het slot haalde, hoorde ik: ‘Annelies! Je bent het wel! Ik twijfelde even.’
Een kennis die ik al een poos niet gezien had sprak me aan en we kletsten zo gezellig in het herfstzonnetje. Ik had ondertussen bijna niet genoeg nopjes. 

Thuis het vest gepast, stond leuk, hoera. Op mijn mobieltje zag ik de melding dat ik een videogesprek gemist had. Daaronder een ingesproken berichtje van kleinzoon:  Oma wil je dat liedje zingen van ‘Miertje is de dokter thuis’, want mama weet het niet verder.
Ik appte terug: ik pak even mijn boodschappen uit, dan zal ik het strakjes even inzingen en dan stuur ik je dat.
Antwoord: Nee oma, je moet me bellen en zelf zingen!
Nah, dat kan je dan toch niet weerstaan! 

Dus ik maakte een videogesprek en zong, voor een blij jongetje die losse woordjes meedeed, het liedje dat ik van mijn vader had geleerd toen ik klein was, het liedje dat hij zelf in de jaren ‘30 op school gezongen had.
Het is vier coupletten lang, de woorden zijn ouderwets, maar kleinzoon vindt het prachtig. En dat is het ook.
In gedachten zag ik mijn pa vanuit de hemel glimlachen. Wat zou hij dit mooi gevonden hebben. 

Hoogste tijd voor koffie en een vers broodje en toen kreeg ik nogmaals een appje:
Je mag je pakje openmaken!
Gister vierden we de verjaardagen van zoon en schoonzoon en had ik een mysterieus tasje meegekregen wat ik nog niet mocht inkijken. Ik was stiknieuwsgierig natuurlijk, maar wachtte wel netjes op toestemming.
Ik wist wel dat het te maken zou hebben met onze nieuwe Dungeons&Dragons Campaign. die zich gaat afspelen in de prehistorie. Schoonzoon is de DM (spelleider) en die gaf me dat pakketje.
Als de andere leden van de groep het ook hadden ontvangen (dat ging per post), mocht ik de mijne openmaken. Nu dus.
En het was zó gaaf wat er in zat! Een vuurstenen mes (een echte!) en een leren amulet-buideltje met inhoud en toebehoren. 


Voor een niet D&D-speler is het moeilijk te snappen wat en waarom dit was, maar voor mij was dit een soort geschenk uit het walhalla. Neem dat maar gewoon aan, ik kan het verder toch niet zo uitleggen dat ik het eer aandoe.
Maar het maakte mijn toch al zo leuke maandag nog veel leuker!

Het bleef mooi weer, dus ik ging met de hond een lange wandeling maken. Een route waar ik ongeveer anderhalf uur over doe, dat kon heel goed vanmiddag.
Al snel merkte ik dat ik veel te warm was gekleed met mijn nieuwe vest en mijn winterjas.
Vest ging uit, omdat die wat makkelijker om mijn middel te knopen was dan mijn dikke jas. Het voelde gek, die gladde jasvoering op mijn blote armen, maar wel heel lekker zo. 

Na een poosje naderden we een meisje van een jaar of 10 met skeelers aan, ze zat gehurkt  op het pad ergens naar te kijken.
‘Weet u wat dit is?’ vroeg ze en wees op een harige rups die haastig het pad overstak. 
‘Niet precies welke soort, het is in ieder geval een rupsje,’ zei ik. 
‘Maar hij heeft haar!’ zei ze twijfelend.
‘Dat hebben sommige rupsen en je kunt ze voor de zekerheid maar beter niet aanraken want die haren kunnen prikkelig zijn.’ Je kunt de vrouw wel uit de school halen maar de juf niet uit de vrouw.
Het meisje stond op en skeelerde naast me toen ik verder liep.
Ze kletste honderduit, dat ze vakantie had en nu naar oma ging die in het naburige dorp woonde, dat ze van papa een jas aan had moeten doen maar dat het te warm was, dat deze weg zo zwaar was om te skeeleren.
‘Ja, het asfalt is hier erg grof,’ beaamde ik. ‘Strakjes na de kruising is de weg gladder.’
Ze wilde weten waar ik heenging en ik vertelde het haar. ‘O, dan kom je langs die en die boerderij, ik had daar een verzorgpony. Maar die is nu dood.’
Het grapje: ‘kwam dat door jouw verzorging,’ lag op het puntje van mijn tong maar een kind van tien heeft die galgenhumor nog niet. Dus ik zei dat het heel verdrietig was en daar was ze het mee eens. 
‘Ik heb wel erge dorst,’ zei ze.
‘Ik heb ook niks mee, maar je oma heeft straks vast wel iets lekkers,’ troostte ik.
Bij de volgende kruising zei ze: ‘Dan moeten we hier afscheid nemen,’ zo plechtig alsof we de reisgenoten van Lord of the Rings waren.
‘Veel plezier bij oma,’ zei ik en ze zwaaide nog even. 
Meisjelief, zo goed van vertrouwen, ik hoop dat je nooit de verkeerde treft onderweg.  

Een stukje verder kwam ik bij een boerderij waar scharrelkippen worden gehouden. Ze hebben een heel weiland tot hun beschikking en kunnen schuilen in een oude woonwagen. Soms zie ik er een voor het raampje zitten, hilarisch.
Vandaag waren ze allemaal buiten, maar was het ook hilarisch, want toen ik er aan kwam dachten ze blijkbaar dat ik iets lekkers kwam brengen. Degenen die dicht bij het pad liepen, haastten zich naar het hek, de kippen die verderop in de wei waren dachten: hé daar is wat te doen! en kwamen met z’n allen aanrennen. Geen gezicht.
Er kwam een oud mannetje op een scootmobiel aanrijden en die schoot ook in de lach.
Hij stopte bij het verkoopstalletje en stapte bibberig uit. ‘Heeft u hulp nodig misschien?’ vroeg ik, maar dat hoefde niet. Dus ik liep door.
Na een poosje kwam hij er weer aantuffen. ‘Nou, alles op. Helemaal voor niks gekomen,’ zei hij sip.
‘Wel prachtig weer voor een ritje,’ probeerde ik hem op te beuren. Dat was hij met me eens en hij bleef nog een poosje naast met rijden om over eieren te praten. En het was nog gezellig ook. Toen scheidden ook onze wegen en liep ik weer alleen met de hond.
De hele wandeling had die zich al voorbeeldig gedragen trouwens, dat is ook wel eens anders. Ik attendeerde hem dan ook maar niet op de mooie fazant die op het land liep. Hond zag hem niet, die kon niet over de berm heenkijken. De vogel liep op zijn dooie akkertje over het akkertje en de zon liet zijn gouden staartveren en rode wangetjes schitteren. Prachtig!
Toen ik weer in de buurt van mijn huis kwam, passeerden we een mevrouw met een zenuwachtig keffertje aan een lijntje.  Ik zag aan mevrouws houding al dat ze problemen verwachtte. Hondje viel dan ook gillerig uit toen wij langsliepen, maar mijn hond bleef stoïcijns naast me lopen.  Mijn ego groeide, deze mevrouw moest wel denken dat mijn hond en ik een geweldig op elkaar ingespeeld team zijn. Ze moest eens weten.

Maar nu weer thuis, met herfstthee (stiekem had ik zin in een biertje na de warme wandeling maar dat was toch te gek vond ik zelf) is de maandag al grotendeels voorbij en ben ik nog steeds blij met deze dag.
Zoveel dingen die het een mooie maandag maakten! Vanavond ga ik weer D&D spelen. De oude campaign moet eerst nog af. Wordt vast ook heel leuk. 

Morgen wil ik wel weer zo’n fijne dag, volgens mij moet dat op dinsdag ook wel kunnen.




Tijden veranderen

Herinnert u zich deze nog (nog nog…) : Is er iets?
Inmiddels zijn we ruim zes jaar verder en mag ik met overtuiging zeggen dat de rollen zijn omgedraaid, de situatie 180 graden is gedraaid en ik dat met ingehouden lachen bekijk. Oké, helemaal niet ingehouden. Voluit gewoon. 

Vandaag heb ik een rustige dag, ik moet pas om drie uur in de bibliotheek zijn voor de taalles die ik aan buitenlanders geef.
Ik zit heerlijk de deken voor mijn nieuwe kleinzoontje af te werken.
Dochter Irene werkt thuis, en haar zoontje van vier is een dagje thuis van school. Die combinatie valt niet mee. 

(Plieng!)
Nou zeg, hij trekt de boel overhoop alsof ie een peuter is, tussendoor probeer ik soms wat mail te doen. Maar dan draai ik me om en liggen er niet alleen maar dino’s, maar ook auto’s en wat al niet meer. En dat niet alleen op de grond maar ook op de bank. En er staan stoelen midden in de woonkamer. 

´ Och hemel’, reageer ik meelevend. Ik hoop dat het overtuigend overkomt, want ik moet in werkelijkheid lachen. Irene heeft nu, ze zwanger is, een ongewoon grote netheidsdrang, zal wel een bijeffect van de nesteldrang zijn. Dit is haar natuurlijk een doorn in het oog.

‘Niet druk over maken. Mijn moeder zou zeggen ‘het is droog spul’ 😁 app ik er nog achteraan. Ik weet niet of ik het hiermee beter maak eigenlijk.

(Plieng!) 
En is de keuken nog ontploft want jan ging pizza deeg maken en daarna meteen in een meeting dus ruimde t daarna op en echt het is chaos en cambodja* hier 😂😂😂
Ik heb er geen kracht voor ik laat t maar gebeuren zie t straks wel weer

(*dit is een uitdrukking die ze van huis uit heeft meegekregen. Mensen van mijn generatie zijn opgegroeid met dagelijks ‘Laos en Cambodja’ in het nieuws, en dat leidde bij ons dus tot deze gevleugelde uitspraak…)

‘Groot gelijk’, antwoord ik. Ik neem nog een slokje koffie en hecht een draadje af. 

(Plieng!) 
Nu eerst pauze hoor. Ik was omdat typen te ingewikkeld werd voor mn werk een berichtje aan het inspreken voor een collega en toen ging de bel, moest ik tussendoor ook nog de deur open doen voor de postbode en Finn binnen houden die eigenlijk wel op zn sokken de natte tegels op wilde

Ik had werkelijk een déja-vu naar de tijd dat ik ook honderd dingen tegelijk moest doen. Dat leek wel in een ander leven. 

(Plieng!)
We gaan nu met z’n drieën tien minuten opruimen hahaha
Finn moet ookHij zei nee. Jan zei jawel tis geen vraag
Dan is iig de tafel leeg want die stond vol. Want brood aan tafel smeren, dat moest natuurlijk ook zelf gedaan worden vandaag

‘Maak een spel van het opruimen. Kunnen de dino’s via de stoelen hun weg naar huis vinden? en dat soort dingen’, app ik behulpzaam terug vanuit mijn opgeruimde huiskamer. 

(Plieng!)
O, goeie!

(Plieng!)
Tot overmaat van ramp ging ik ook nog in een stegosaurus staan, waarom nou net die met stekels

Lenny schrikt op uit zijn gesnurk door mijn schaterende lach

en de reactie van Finn: mama!! kijk uit, niet kapot maken!!!

Zo’n meelevend kind, die kleinzoon van mij

maar de lunch is nu opgeruimd en je ziet weer een stukje aanrechtblad. de mannen gaan nu even samen een spelletje doen zodat ik nog even wat werk kan doen hahaha

En werkelijk, het pliengt een poosje niet.
Het is ineens wel erg stil hier, ik zet de tv aan en kijk een programma wat ik gister opgenomen heb. De deken is ondertussen klaar. 

Uiteindelijk komt ie weer:

(Plieng!)
we zijn nog een kwartier buiten geweest want hij wilde buiten spelen en ik dacht mooi even uitwaaien, en de skelter moest mee en de fiets, om vervolgens op een kapotte driewieler die er stond te fietsen en daarna weer naar binnen wilde dus het hele wagenpark mocht weer naar binnen

Ik zit alweer te grinniken. DIt is zo herkenbaar. Het was zelfs mijn dagelijks werk. 

heel de bank vol met auto’s bouwen, dat was heerlijk spelen. dus ik kon tussendoor even werken. daarna mocht ie even tv kijken maar werd ie boos op mij dat er geen plek was op de bank. waarop ik zei ja dan moet je de autos even opruimen. diepe zucht. ja hallooo het zijn er zoveel je moet wel even helpen hoor #zwaar leven heeft een kleuter,

Ik hou van kleuters. Ze zijn, zonder bewust egoïstisch te zijn, het middelpunt van het universum, en passen hun wereld daar op aan. Het is dan niet aan de orde of mama en papa het druk hebben, moeten werken, andere dingen aan hun hoofd hebben. 

ondertussen als ik om me heen kijk liggen er stickers, spelletjes, autos, dino’s, een mand opgevouwen was (JA HEUS tijdens het filmpje kijken heb ik 1 van de 3 volle manden gevouwen dat is een pluspunt), lege spullen die in papiercontainer moeten, een stoel midden in de kamer die eigenlijk naar zolder moet maar de kapster was geweest dus moesten houten stoel en die moet nog opgeruimd. maar die ligt nu vol met de inhoud van jan zn rugzak want daar zat een peer of appel in die geplet was waardoor jan even z’n tas leeg moest halen
De kat loopt keihard te mauwen boven terwijl we allemaal beneden zitten, dus weet niet wat ie heeft. 
MAAR de mannen doen nu een spelletje, het pizza deeg is klaar, er is wat ruimte aan tafel voor mn laptop, en ik ga even werken nu. Een moment van bezinning. 

Oja we hebben ook nog 5 keer verstoppertje gedaan, waar ik 5 keer tot 30 moest tellen en ” je moet als laatste in de trapkast kijken hoor” en tot 5 keer toe zat ie daar te gieren als ik de deur open deed. Heel verrassend dat ie daar verstopt was

Dat het nog zover komt dat de gelegenheid om te werken een moment van rust is! 
Het ligt er natuurlijk aan wat voor werk je hebt. Mijn werk was van het soort dat er voortdurend zulke dingen gebeurden als waar we nu over appten.
Dat maakte ook wel dat het nooit saai was. 
Mis ik het? Misschien. De stress in ieder geval niet. Wel de gezelligheid, de gekkigheid.
Maar daar kan ik nu op een afstandje van meegenieten.
Zonder zelf op een stegosaurus te hoeven stappen.