Ik wou vandaag wel even weg. Gewoon voor de gezelligheid. Niet weer lang in de auto (hiervandaan is bijna alles lang in de auto), maar iets leuks in de buurt. Hebben we dat? Jazeker hebben we dat, 4 km verderop is de Theefabriek in Houwerzijl.
Er is een theemuseum, een theewinkel, een mooie theetuin en een gezellige tearoom (waarom is daar geen leuk Nederlands woord voor?)
Ik stelde voor om daar op de fiets heen te gaan.
Wij zijn niet zulke fietsers. Hebben allebei nog een oud brikje, zonder trapondersteuning en ik zelfs zonder versnellingen.
Maar de brikjes doen het nog wel, dus we gingen. Nou ja, eerst moesten er nog banden opgepompt en een antiek ventiel vervangen door een ander antiek ventiel (de schuur hier herbergt de meest ouderwetse dingen, heel handig voor ons soort mensen) en een spanband c.q. spin gezocht, want we hebben beiden geen snelbinders meer en mijn jas moest mee op de bagagedrager en… nou ja een half uur later gingen we dan daadwerkelijk.
Nog geen drie meter onderweg merkte ik al dat ik het koud had, dus jas alweer onder de spin vandaan.
En nu fietsen!
Goeie genade, wat een tegenwind. Daar had ik niet op gerekend, maar ik was vastbesloten om vol te houden. De gedachte aan een beloning in de vorm van een taartje bij de Theefabriek motiveerde enorm.
En het was tenslotte niet zo ver, ik kon dat best.
Bij de Theefabriek stond een bordje met een pijl waar fietsen en automobilisten heen moesten. Ik nam die pijl iets te letterlijk en sloeg ter plekke rechtsaf en toen fietste ik door de theetuin. Dat kon niet de bedoeling zijn dus ik stapte gauw af en liep zo strak mogelijk langs de heg om de terrasbezoekers niet tot last te zijn.
Fiets op de juiste plek gestald en we zagen een vrij tafeltje.
Buiten zat het vast nog wel lekker, zo in de zon. Was ook zo, alleen waren er wespen. En er stond een kaartje op tafel met het advies om, als je iets zoets wilde gebruiken, dat binnen te doen, juist vanwege de wespen.
Dat advies gingen we maar opvolgen, want we hadden nog niks op tafel staan en moesten toch al wespen wegwapperen.
Binnen was het ook gezellig. Wel een beetje donker. Maar misschien had ik mijn zonnebril nog op…
We gingen aan een tafeltje voor twee zitten. Bert zei: ‘Ik zit hier wel een beetje op de tocht’ en dat was ook inderdaad zo. Meestal ben ik de pineut maar ik gunde het hem ook niet.
Boven was er ook ruimte en daar zag het er eigenlijk ook nog gezelliger uit.
Dus voor de tweede keer jas en tas weer gepakt om naar een ander tafeltje te gaan.
Poging drie om plaats te nemen was volledig geslaagd, we zaten daar heel gezellig. Ik heb minstens 5 x tegen Bert gezegd dat ik de glas-in-lood ramen zo mooi vond. Ik leek m’n lieve moeder wel, ik merkte het zelf.
Een serveerster kwam de trap op, Bert zat met de rug naar haar toe.
‘Goedemiddag dames!’, zei ze vriendelijk en ze verschoot toen ze aan de voorkant van Bert kwam.
‘O sorry, ik zag u alleen van achter en ik dacht…’stamelde ze en ik redde haar door te zeggen dat Bert trots was dat hij nog zoveel haar heeft. Dat maakte het wat luchtiger voor het meisje, ik had het echt met haar te doen.
We bestelden onze heerlijkheden. Het was dan wel een tearoom maar Bert houdt niet van thee, dus die nam koffie. Met een chocolademuffin. Ik koos zwarte thee met gember en citroen en een trio mini-muffins. Chocolade, Lady Grey en Blueberry.


Jongens, wat was dat lekker! Ik had nog nooit cake waar thee in verwerkt is geproefd, maar ik ga zeker op zoek naar recepten.
Vanaf onze hoge plek zag ik beneden het personeel druk bezig met alle bestellingen, ik keek ze op de kruin. En zag ik nou J., die vroeger bij mij in de opvang was? Volgens mij was hij het!
Een lange jongen, echt een middelbare-scholier, maar nog wel met de herkenbare kruin van dat kleine jongetje dat ik vanaf zijn babytijd mocht verzorgen.
Uiteraard wilde ik hem niet in verlegenheid brengen door van bovenaf naar hem te roepen, ik zou hem vast straks bij het afrekenen wel zien.
Dat was inderdaad zo en hij reageerde blij dat hij me zag, geneerde zich dus totaal niet voor zijn collega’s. Top vind ik dat!
Voordat we weer op de fiets stapten, wilde ik in het winkeltje die enorm lekkere thee kopen. Ik zocht ook nog even of er van die thee was om in baksels te verwerken, maar dat zag ik zou gauw niet. Daar moet ik later maar eens naar op zoek, want het was echt te lekker!
Op de terugweg hadden we de wind in de rug en we namen daarom een kleine omweg. We vlogen langs de weilanden tot ik ineens vol op de rem trapte. (ja, ik heb een ouderwetse terugtraprem, ook dat nog).
‘Zie jij dit ook?’ vroeg ik voor de zekerheid aan Bert.
Ik wist toch zeker dat ik alleen thee had gehad en geen alcohol, maar ik zag een zebra in de wei… Ja echt een zebra, niet een paard met zo’n gestreepte deken.
Dat verwacht je toch niet, in een weilandje in Noord-Groningen.
Als bewijs heb ik een foto gemaakt.
Daarna stapten we weer op en we hadden een tempo of we de trapondersteuning op de hoogste stand hadden staan. Pure windenergie.
En nu zijn we weer thuis. Het was zo’n gezellig uitje op de zondagmiddag.
Bert kijkt nu naar de motorrace en ik typ dit blogje.
Zometeen is het tijd voor een biertje.
Ik ben benieuwd of ik daarna nog meer vreemde beesten zie.
Zoja, dan hou ik jullie op de hoogte.










