Alle berichten door Annelies

Wat voor vlees in de kuip?

In ‘Over spek en bonen’ schreef ik dat ik niemand ga bekeren om vegetariër te worden. En dat blijft zo. Iedereen heeft recht op een eigen keuze en een eigen mening.
Maar toen ik dit filmpje onder ogen kreeg dacht ik: hebben mensen wel een mening?
Ik had het erover met mijn zus en ze zei: ‘Je kan er wel een stukje over schrijven.’ Dat vind ik een goed idee, want het laat me niet los. 

Het gaat er om: ben je je  bewust  wat je kiest en wat de impact is? Voor mij is er geen excuus om dat niet te zijn. Kies je voor bio-industrie, heb daar dan ook een reden voor. Geld, gemak, onverschilligheid… kan allemaal. Maar verschuil je niet achter het anonieme van een stukje (voorgevormd) vlees in plastic in de supermarkt.  Je kan niet doen alsof je niet weet dat dit van een dood dier komt in plaats vanuit een of andere fabriek. Je kan voorbijgaan aan het dierenleed, maar je kan niet doen alsof je het niet weet. Onmogelijk.

Het hypocriete is dat de mensen (in het fimpje), die het dierenleed van bio-industrie niet uitmaakt, die het hebben over ‘zeurmaatschappij’ en ‘het vlees smaakt er niet minder om’  ineens hoogst verontwaardigd en geschokt zijn over de berichten over dierenmishandeling. Dus er zit wel degelijk een empatisch gevoel ergens verstopt.
Ineens is het blijkbaar niet anoniem meer, terwijl dit toch ook over ‘heb je gehoord van die man die..’ gaat en niet over een bekende.
Wat ze die bewuste man toewensen is niet misselijk, hetzelfde als wat hij de dieren aandoet.
Dan stopt het filmpje. Zouden ze nu de link leggen tussen het eerste deel van het interview en het laatste? Dat blijft gissen, maar ik hoop het zo. Zou er iemand nu over nadenken en zijn/haar keuzes bewust gaan maken?  

Dit was niet in scène gezet. Dat weet ik omdat ik iemand gesproken heb die weet waar het interview opgenomen is en met wie. Het is echt. Was het maar satire. 

Nee, ik ga nog steeds niemand bekeren. We hebben allemaal onze eigen verantwoording en ons eigen geweten. Maar echt, wees je er bewust van en speel geen verstoppertje! Niet je ogen dicht doen omdat het er dan niet is.
Er zijn zoveel problemen in de wereld en er is zoveel leed. Veel te veel om als individu te kunnen oplossen.
Maar als je in je eigen huis en keuken, op je eigen bord, keuzes kan maken die er toe doen, dan mag je dat toch niet laten!
Hier thuis ben ik degene die het vaakst kookt. En voor Bert ook met vlees. Alleen wil ik voor hem alleen vlees dat van biologische of kleinschalige afkomst is, kopen en klaarmaken.
Wil hij dat wat anders eten, dan moet hij het zelf kopen en bereiden. Zijn keuze.
Ik kan niet meer doen alsof ik geen weet heb van de levenslange pijn en de stress van miljoenen vleesvarkens.- runderen en kippen, van de veel te lange oncomfortabele transporten van levende dieren en de horror in de slachthuizen.
Wat je eenmaal weet kan je niet meer ongedaan maken in je hoofd. Dus ik ga niet doen alsof het er niet is. En er nooit meer aan meewerken, want mijn geweten zegt nee.


Nee meneer uit het filmpje, ik sta niet vooraan voor een stuk vlees in het restaurant. Ik heb serieus vorige week een online zoektocht gedaan naar restaurants hier in de buurt, omdat we na lange tijd weer eens uit eten zouden gaan. Ik was zeer teleurgesteld,  zo weinig aanbod als er is. Het restaurant van onze eerste keus had zelfs niks vegetarisch op de kaart staan, ze konden alleen de ham wel weglaten bij het aspergegerecht. Aangezien ik niks geef om asperges en wel om lekker uit eten gaan, zijn we daar dus niet heen gegaan.
Het is wel gelukt hoor, om leuk en lekker uit eten te gaan. Echt.
Maar ik had in eerste instantie een beetje het gevoel dat ik gestraft werd omdat ik geen vlees eet. Dat vond ik echt heel raar en zeker niet van deze tijd.
Maar misschien lopen we op het Hogeland inderdaad nog achter, wie zal het zeggen. 

Oké, de moraal van dit verhaal:
Maak je keuze. En hoe die ook is, gebruik je verstand, je gevoel en je geweten.
En meet niet met twee maten omdat je weigert verantwoording te nemen. Dat is onwaarachtig.

Daar hebben we in Nederland al te veel mee te maken dacht ik zo.

En die klaagmaatschappij? Dieren kunnen niet klagen mevrouw, daarom doe ik (en vele met mij) dat voor ze. 

Loflied

Iedere ochtend zingt de merel zijn loflied op de dag.
Dit is zijn moment. De plek en de tijd zijn voor hem en niemand anders.
Ik kan hem niet zien, want ik lig nog in bed.
In alle rust maakt hij zijn prachtige melodieën, vol trillertjes en loopjes. Het maakt hem niet uit of het zaterdagochtend is of maandagochtend. Of ik een leuke dag voor de boeg heb, of een moeilijke. Of dat ik dat helemaal nog niet weet. Hij zingt. En ik luister met gesloten ogen.
Hij maakt zich geen zorgen over de komende uren. Verheugt zich er ook niet op. HIj denkt niet na over wat komt, er is alleen het nu. De drang om te zingen en verder niks. Als hij zijn lied uit heeft en zwijgt, dommel ik nog even verder. Mijn dag is nog niet begonnen. 

Iedere avond zingt de merel zijn loflied op de dag.
Dit is zijn moment. De plek en de tijd zijn voor hem en niemand anders. Ik kan hem zien. Hoog in de kastanjeboom. Iedere avond weer, zijn kleine zwarte lijfje steekt af tegen de hemel.
In alle rust maakt hij zijn melodieën, vol trillertjes en loopjes.
Het maakt hem niet uit of het vrijdagavond is of zondagavond. Of ik een mooie dag gehad heb, of een vervelende. Of een gewone. HIj zingt. En ik kijk naar hem en luister.
Hij denkt niet na over wat er is gebeurd de afgelopen uren. Is er niet blij of verdrietig over. Hij denkt niet na over de komende nacht, er is alleen het nu. De drang om te zingen en verder niks.
Als hij zijn lied uit heeft en zwijgt, blijf ik nog even zitten. Soms met een glimlach. Soms veeg ik tranen uit mijn ogen. En soms geen van beiden.
Mijn dag is bijna voorbij. 

Zo gaat het, dag na dag. Een ochtendlied en een avondlied.
En ik luister stil.

Bultjes, bladders en blaasjes

Op de kalender begint de zomer op 21 juni, maar qua weer zijn we alvast begonnen.
Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik ga graag naar buiten met blote armen en benen.
Zo ook vandaag, ik ging lekker de natuur in met hondje Lenny.
En ik dacht onderweg: als ik straks weer thuis ben, kan ik weleens een leerzaam stukje op Daagse Dingen gooien.
Komt ie: (to whom it concerns ) 

Dat je je moet insmeren met een anti-zonnebrandmiddel als je in open gebied gaat wandelen, is natuurlijk geen nieuws.
Maar doe het ook als je naar het bos gaat, want in de schaduw kan je net zo goed uv-schade oplopen. Dus gewoon lekker smeren!
We noemen het spul inmiddels zonnebrand, maar dat wil je juist voorkomen, dus ik gebruikte net de officiële naam. Het is wel handig om dat insmeren thuis alvast te doen, want anders loop je nog kleverig te wezen als je over een zandpad loopt. Omdat het nogal droog is de laatste tijd, stuift dat zand nogal. Effect op vers aangebrachte zonnecrème  lijkt me lijkt me duidelijk. Schuurpapier, dat wandelt niet fijn. 

Het gaat niet voor iedereen op, maar zelf ben ik enorm gevoelig voor insectenbeten. Ik krijg altijd bovenmaatse bladders, ontstekingen en andere narigheid van de kleinste prikjes. Daarom heb ik altijd deze bij me: 

Het is een soort omgekeerd werkende injectiespuit: je zet zo’n plastic kuipje op de gestoken plek (er staat in de gebruiksaanwijzing welke je voor welke steekbeest moet gebruiken) en dan trek je die vacuüm, daarmee komt het gif eruit. Soms doet dat even pijn maar het weegt echt niet op tegen de ellende wanneer je het niet doet. 
Je koopt zo’n ding gewoon bij de drogist en het voorkomt een hoop narigheid. Echt.

Over beestjes gesproken: wat je vaak niet merkt, maar wel  een hoop nare gevolgen kan hebben: een tekenbeet.
Ik vind teken echt afstotelijke diertjes. Ze kunnen er ook niks aan doen dat ze doen wat ze doen, maar echt…. ieuw. Ze bijten zich met hun akelige kaakjes vast en beginnen je bloed te zuigen. Wat eerst een roodbruin of zwart miniscuul puntje is, wat ook nog 6 pootjes blijkt te hebben, zwelt op tot een weerzinwekkende, wanstaltige grijze puist. Als zij (want vrouwtje) vol is, laat ze los. Ze kan dan niks meer want de pootjes zijn veel te kort voor het enorme lijf. Het enige wat haar nog te doen staat is eitjes leggen. En dan gaat ze dood. Onherroepelijk.
Dat wetende, maak ik er niet zo’n punt van om dat voor te zijn. Want als een teek besmet is kan je er echt heel ziek van worden. Maar ook als ze niet besmet is (overigens zuigen mannetjes in eerdere levensstadia ook bloed) vind ik het een akelige parasiet, die ik niet op me wil hebben.  En ook niet op mijn hond, ik ben inmiddels heel bedreven geworden in het teken opsporen en weghalen.
De kans op besmetting door een beet is trouwens heel klein als je een teek direct verwijdert. Daarom is het slim als je na een wandeling jezelf inspecteert. En doet dat ook, hoe akelig het idee ook is, op plekjes die normaal het daglicht niet zien. Een teek kan kruipen en heeft een voorliefde voor verborgen plekjes. Dus ook je oksels, je bilnaad en je liezen controleren en iemand anders de aanzet van je nekhaar en achter je oren laten bekijken.
Heb je er een (of zelfs meer?) Verwijder het beestje met een pincet of een tekentang als je die hebt: zo dicht mogelijk bij de huid vastpakken en met een draaiende beweging uit je huid trekken. Je kan beter niet proberen met alcohol of azijn of jodium aan de gang te gaan, dat geeft stress (blijkbaar kunnen teken ook stress hebben) en dan laten ze speeksel los. En dat wil je niet hebben, want daar zitten juist mogelijk die ziektekiemen in.

Planten kunnen ook prikken. Dat is alleen uit zelfverdediging. Kan wel wezen, maar het is behoorlijk pijnlijk , als je blote huid in aanraking komt met een brandnetel. Je blijft dat nog een hele poos voelen.
Maar er is hulp, van een andere plant. Je kan er vanuit gaan dat die in de nabije omgeving van de brandnetel groeit, soms moet je even goed zoeken. Het is weegbree.

Niet het mooiste plantje misschien, maar o zo lief. Want als je met  de onderkant van het groene blad over de brandbultjes wrijft voel je direct verzachting en heb je er verder ook geen last meer van.
Vind je het lastig om weegbree te herkennen: ze hebben heel karakteristieke bladeren, met verticale, onvertakte nerven. 

Nou , genoeg geschreven en gelezen. We gaan naar buiten!

Konijnenuitje

Kleine konijntjes worden groot. Als het goed is tenminste, want zoals ik al eerder had geschreven, redden ze het niet allemaal.
Maar de zes die het wel gered hebben zijn opgegroeid tot sterke, glanzend gezonde konijnen. Sommige zijn nog wat aan het twijfelen of ze hangoor zijn of toch niet, en het ziet er hilarisch uit. Van die grote flappers in de vliegtuigstand of met één oor staand en één oor hangend.



Maar groot worden betekent ook: volwassen worden. Met alle aandrang van dien. Dus stond er vandaag een afspraak bij de dierenarts gepland.
De hele familie gaat mee voor een check-up en zonodig castratie. 
Dat leverde wel wat logistiek gepuzzel op. 

Zoals: hoe ga ik ze meenemen? We hebben een reismandje waar twee kleine konijntjes in passen, maar zoals deze nu al zijn zou er maar eentje in kunnen. En hield ik er nog vijf over.
Verhuisdoos? Hm, de combinatie van karton, knaagtanden en konijnenplasjes… niet zo’n goed idee.
Boodschappenkrat? Te klein en open van boven. Ook geen optie.
Reismanden lenen dan maar? Dat viel te proberen, maar van wie dan. Ik had er minstens drie nodig.
Bij de Kringloop was er misschien wat. Ja, twee gammele, te vieze reismanden voor € 10 per stuk. Nope.
De schuurverkoop in het dorp, twee weken geleden, bracht uitkomst. Bij iemand kochten we voor een zacht prijsje een reisbench voor een kleine hond. Daar pasten vast onze zes konijnen in, dat probleem was alvast opgelost. 

Volgend vraagstuk: Hoe gaan we ze in die reiskrat krijgen? Graag met zo min mogelijk stress, het is allemaal al eng genoeg voor ze.
Om ze alvast een beetje te laten wennen heb ik gistermiddag de krat open in de ren gezet, met wat lekkers er in.
Effect: Totale verbijstering. Alsof er een ruimteschip geland was. Doodeng, maar oh zo aanlokkelijk. Want konijntjes zijn zo nieuwsgierig!
Er werd heel wat heen en weer gewiebeld met neusjes, stapjes vooruit en weer terug gezet, lijfjes tot spaghettivorm uitgerekt omdat de voorpoten naar de krat gingen en de achterpoten veilig bleven staan….
Uiteindelijk ging de meest drieste dichtbij kijken en vond het lekkers. Nog wat getwijfel of het veilig was en toen erin gehopt. Toen durfde een ander ook wel. Het was zo grappig om te zien, ik had de hele middag wel kunnen blijven kijken. 

Vanmorgen ging de wekker een kwartiertje vroeger, dan konden we samen proberen de hele familie in de krat te krijgen. In mijn eentje was dat geen doen.
Het was een beetje een gedoe, want de konijntjes zijn niet gewend om opgepakt te worden, maar uiteindelijk is het ons gelukt en zaten ze er alle zes in.
Eentje krijste bij het oppakken zo hartverscheurend dat ik er naar van werd. Zo schreeuwen ze als ze door een roofdier gepakt worden, wat een doodsangst. 
Maar nu eventjes wat tot rust komen, met z’n allen in de krat, in de bijkeuken. 

Zometeen het volgende avontuur: mee in de auto!
Ik voel me een beetje als de veerman die een wolf, een kool en een geit moest overroeien en er maar twee tegelijk in z’n bootje kon meenemen. Want er loopt hier ook nog een hond rond, die allang in de gaten heeft dat er konijnen binnen zijn. Dus de bijkeukendeur moet gesloten blijven,  dan de hond eerst in zijn eigen bench, voordat ik de konijnenbench door de huiskamer kan dragen, om in de auto te zetten.
De wolf gaat maar even zitten piepen, ik kan er niks aan doen nu hoor. Ik moet de kool en de geit sparen.

Wordt vervolgd. 

Weer (even) thuis. Zojuist de konijntjes achtergelaten bij de dierenarts. Ik kan ze over twee uur weer ophalen. Voel me als een moeder die voor het eerst haar kind naar de opvang brengt. Je weet dat het goed is, maar je voelt je toch schuldig.
De dierenarts zei: ‘Ik red me er wel mee.’
Ik niet. Daarom ben ik ook geen dierenarts geworden.
Zijn de twee uur al voorbij? 

Ja! Want we zijn weer thuis met z’n allen. Of haast liever gezegd met haar allen.
Het donkergrijze konijn is een jongen. Met vijf zussen, zo bleek!
Ze moeten hem maar goed vertroetelen want hij is de enige die geopereerd werd. Ook nog aan zijn oogje, omdat hij, ondanks herhaald zalven, daar last van bleef houden. Stakkertje. Maar hij redt zich wel tussen het vrouwvolk, hij heeft papa ook nog als bondgenoot.
Nu kunnen ze eindelijk een naam krijgen. Omdat we er zoveel tegelijk moesten bedenken, kozen we voor het Stranger Things thema.
Dus hebben we nu een (Jim) Hopper,  een roodblonde Max(ime), een donkerblonde Robyn, een grijsbruine Nancy, een zwarte El en een iets grotere zwarte Joyce.
We hebben niet de illusie dat ze naar hun naam gaan luisteren, ook al zijn de oren groot genoeg. Maar voor onszelf is het wel zo makkelijk, dan weten we over wie we het hebben. Een naam geeft wat extra identiteit. 

Iedereen is weer terug in de eigen ren.

Toen ik de krat openzette sprongen ze er één voor één uit. Ook Hopper met zijn geopereerde kop en kont, dapper kereltje.

 Nu weer even rust in de groep. En in mijn hoofd.
Alles is weer in orde!
Over tot de orde van de dag.

Blij

Een mooie dag om in de tuin te werken vandaag.
De vorige lente en zomer heb ik vrijwel niets gedaan in de tuin. Simpelweg omdat ik er de energie niet voor had.
Niet voor de kaboutertuin, niet voor de moestuin, niet voor de rest van de tuin.
En verder eigenlijk ook voor bijna niets.
Ik mag nu wel zeggen dat ik moest herstellen. Niet alleen van de gebroken voet en van de corona-nasleep, maar ook van een burn-out. Iets wat ik eerst niet echt gezien had en daarna heel moeilijk vond om aan mezelf toe te geven. Dat ik het zover had laten komen, dat ik niet op tijd op de rem getrapt had, het voelde als een soort nederlaag.
Nou ja, het zij zo. Gedane zaken nemen geen keer, het had geen zin om er nu alsnog tegen te gaan vechten. Ik was moe, verschrikkelijk moe. Heel snel overprikkeld en zonder moed om dingen aan te pakken. Ook de dingen die ik normaal heel leuk vond, waar ik juist energie van kreeg, waren teveel. 

Maar sinds een paar weken voel ik dat het een stuk beter gaat. Ik krijg zin in dingen, begin weer over te lopen van de ideeën en ik heb veel meer energie. Ik kan langer achter elkaar met iets bezig zijn, zonder dat ik in tranen uitbarst omdat het me toch weer te veel was. Sowieso ga ik niet meer tot het uiterste, nergens voor nodig. 

Afgelopen week heb ik de kaboutertuin weer ingericht. Beetje anders dan eerdere jaren, er waren inmiddels zoveel verschillende kaboutertjes bijgekomen.
Vorig jaar kreeg ik voor mijn verjaardag deze twee mannen: 

Daar moest ik nu maar eens iets voor maken, dacht ik. En yes, ik had daar nu ook echt zin in!
Bij de Kringloop kocht ik voor € 2,50 een heel klein ladenkastje.
Laadjes eruit, verschillende maten houten blokjes gezaagd en geschuurd, druk geweest met verf en andere knutselspullen, et voilà! De mini-minibieb was een feit.


Het had me zo vreselijk veel plezier gedaan om er mee bezig te zijn. Het gaf me energie. En daar werd ik ook weer blij van. Vicieuze cirkel.

Het moestuintje is ook een heel stuk klaar. De peultjes, snijbiet en radijsjes komen al goed op, evenals de klimcourgette. Binnenkort nog wat meer erin: tomatenplantjes en verschillende soorten kruiden. 

Bleef over: de grote tuin. Vooral het stuk naast de moestuin was dringend aan onderhoud toe. Het hele stuk was overgenomen door ooievaarsbek.


Op zich een mooi plantje, maar het kan geen maat houden. En ik wist zeker dat er nog andere plantensoorten in de border stonden. Alleen, ik zag ze niet meer.
Tweede Pinksterdag, vrij, zonnetje, een uitgelezen moment om er mee bezig te gaan.
Eigenlijk was het weer als vanouds. Met mijn handen in de aarde, orde scheppen in de chaos. En tegelijkertijd wat filosoferen, dat gaat altijd vanzelf onder het tuinwerk. Heb daar al vaker over geschreven maar de tuin geeft me altijd metaforen. 

Nu met die ooievaarsbek. Oppervlakkig gezien een leuk plantje met lieve paarse bloempjes, prima toch?
Nee, niet prima. Het geeft geen plek aan anderen. Laat je het z’n gang gaan, dan neemt het alle ruimte over. De tuin heeft meer te bieden, alleen zie je dat niet onder die verstikkende zee van paarse bloempjes. 

Ik moest echt aan mezelf denken. Oppervlakkig gezien ging het prima met me. Niks aan de hand.
Alleen had ik meer te bieden. Maar dat gevoel werd verstikt, ik had geen ruimte meer.
Zoals ik nu de ooievaarsbek drastisch uitdunde en zo ruimte maakte voor de planten die eronder groeien, zo creëerde ik ook ruimte in mijn eigen hoofd. Ruimte voor energie, voor nieuwe ideeën, voor licht en lucht.

De border is ongeveer klaar, ik wil alleen morgen nog wat bloeiende plantjes kopen voor een stukje wat ik ingericht heb met oude potten en oud hout, als een natuurlijk insectenhotel.
Ik kan weer zien wat er in de border groeit:  Italiaanse aronskelk, gladiooltjes, sedum en hortensia. Ik hoorde ze bijna juichen toen ik ze bevrijd had. Ze zullen binnenkort vast weer bloeien.
Maar net als ik hebben ze zich er niet onder laten krijgen, ook niet na een heel jaar overwoekering.

Ik ben er weer. Zo voelt het echt. En ik ben er heel erg blij om.

Winderigheid

Ken je dat:

Dat je mopperend in de keuken aan het zoeken bent naar de aansteker voor de kookplaat, (leg dat ding dan ook eens op een vaste plaats, bla bla bla), hem eindelijk vindt en dan bedenkt dat je nu op inductie kookt.

Dat je de voordeur niet op slot krijgt, het nogmaals probeert en er dan pas achterkomt dat je vruchteloos op de afstandsbediening van de autosleutel staat te drukken. 

Dat je een tekst bij een foto wil vergroten door te sliden met je duim en wijsvinger, dit niet lukt en je je realiseert dat je op een bladzij van een tijdschrift zit te vegen.

Dat je een auto mag lenen, voor het wegrijden eeuwen naar de bediening van de lampen zit te zoeken, weer uitstapt en bij de eigenaar aanbelt om te vragen hoe dat moet en dat die dan zegt: ‘Ze gaan automatisch aan.’

Dat je een bij een mailtje voor een haakbestelling het onderwerp in het Engels leest en totaal niet snapt waarom het over ‘Duikers’ gaat, terwijl het gewoon een Nederlands woord is wat ‘Verschillend’ betekent. 

Brainfarts, om het even trendy (ook Engels) bij het Engels te houden. Oftewel hersenscheten.
Zoals je buik scheten maakt, zo gaat je hoofd dat ook doen als het in de war raakt. Gelukkig stinken ze niet.

Waar hebben jullie last van? Ik ben heel benieuwd.

Een dinsdagochtend

Soms kruipt de tijd voorbij. Duurt alles laaaang, moet je overal op waaaachten… (zeur en klaag)
Maar als het om tandartsbezoeken gaat, is een half jaar ineens zo maar weer voorbij. 

Nu dus ook. Ik had vanmorgen een afspraak bij de tandarts voor gebitscontrole en eentje bij de preventieassistente voor weet ik niet precies.
Jeugdtrauma’s vanwege martelende tandartsbehandelingen zijn nog steeds niet helemaal verwerkt, dus ik ga er altijd met pijn in mijn buik en knikkende knieën heen.
Maar ik ga wel. Want ik ben verstandig. (Geef me nu even een schouderklopje, wil je?)
Het is niet nodig om zo bang te zijn, ik weet het heus wel. Alles is zoveel beter dan vroeger.
Om te beginnen al de wachtkamer.
Geen rij ongemakkelijke houten stoeltjes met gele skai op de zitting, die ik me uit mijn jeugd herinner. Ze stonden in een hokje waar de geur van angst nog sterker was dan die van ontsmettingsmiddel. Een tafeltje met een paar oude Donald Duckjes en exemplaren van Arts en Auto, waar niemand in las omdat iedereen daar veel te zenuwachtig voor was.
Nu is het een grote lichte ruimte, met een bankstel en een soort stamtafel, het oogt gezellig.
Uiteraard zijn de technieken en instrumenten die de tandartsen gebruiken ook zoveel comfortabeler dan vroeger, geen wieltjesboor en dat soort akelige attributen meer.
Maar toch, het blijft een vervelend moment om op die stoel te liggen met je bakkes open en te voelen dat er overal geprikt en gepoerd wordt, terwijl je probeert niet te kokhalzen vanwege alle stokjes, haakjes, spiegeltjes en halve handen in je mond.
Het was weer gedaan, ik kon opgelucht ademhalen, het verlossende ‘geen gaatjes!’ klonk mij als muziek in de oren.
Nog even de wachtkamer weer in, want de volgende afspraak moest nog.
Er werd iemand opgroepen die er nog niet was, maar de naam kende ik.
Een paar minuten later kwam ze binnenrennen, het was mijn vioollerares van een aantal jaar geleden. Ik had haar een jaar of 6 niet gezien en begon met een enthousiast: ‘Hey, Barba….’ maar de rest van mijn zin vervloog in de wervelwind die ze achterliet in de sprint naar de spreekkamer. Ze had me niet gezien en ik voelde me lichtelijk schaapachtig ten opzichte van de andere wachtenden. Maar wat kan het me ook eigenlijk schelen.
Misschien kon ik haar straks nog even spreken, als we beiden klaar waren en een nieuwe afspraak bij de balie moesten maken.
Mijn naam klonk en ik ging mee met de preventieassistente, bij wie ik nog niet eerder geweest was. Een aardige jonge vrouw die gelijk uitlegde wat ze zou gaan doen. Tandvleesconditie controleren, tandsteen verwijderen en adviezen geven.
Prima, weer achterover met de klep open, om gedoe  met stokjes en haakjes en spiegeltjes en waterspuitjes en waterafzuigertjes en meetinstrumentjes te ondergaan. Het deed geen pijn gelukkig. Het was wel vol  in de mond, maar blijkbaar paste het.
‘U ziet er goed uit!’ zei ze. Ik maakte een soort aa-uuu geluid wat danku moest betekenen en bedacht dat ze het waarschijnlijk over de conditie van mijn mond had en niet over mijn uiterlijk. Had best gekund overigens want het lila kwijlpapiertje onder mijn kin matchte prachtig met mijn trui en sneakers.
Klaar! Tot over een half jaar!  Ik huppelde zo’n beetje de gang door naar de balie. Helaas trof ik daar Barba…(ra) niet meer dus we moeten een andere keer maar even bijpraten. 

De tandartspraktijk is in dezelfde plaats als de sportschool, dus nu ik toch al zo verstandig bezig was vanmorgen, kon ik daar ook nog wel even heengaan.
Een klein uurtje fitness was goed en dan had ik vanmiddag lekker vrij voor mezelf.
Ik klom op een fietsje bij het raam in de zon en zodra ik begon te trappen werd het bewolkt.
Natuurlijk, zo gaat het altijd als ik een keer ga fietsen. Ik verwachtte bijna ook nog nat te worden van een regenbui, want dat gebeurt dan ook steevast. Het ging inderdaad regenen, maar deze keer zat ik natuurlijk droog.
Omdat ik nu op een andere dag en andere tijd sportte dan anders, zag ik andere mensen .
Een oudere man die eruit zag als een reïncarnatie van Vader Abraham  liep te stampen op een loopband en zong ondertussen nogal luid mee met de muziek die in de zaal gedraaid werd. Alleen klopte de toonsoort van zijn gezang niet met het origineel, ze kunnen hem dus volgend jaar zo naar het Songfestival sturen.
Maar zijn enthousiasme was gewoon leuk.
Tot mijn verbijstering had hij een literfles cola bij zich waar hij af en toe een slok uitnam. 
Blijkbaar had hij geen last van de koolzuur, ik heb hem tenminste niet horen boeren. En de cafeïne maakte hem misschien zo jolig. Of zou hij stiekem een scheutje rum erbij in de fles gedaan hebben?
Misschien moet ik volgende keer een biertje meenemen, is ook goed voor de dorst en stimuleert vast mijn motivatie. Een lekkere Westmalle Dubbel in mijn bidon ofzo. 

Toen ik uitgefietst was ging ik buikspieroefeningen doen en telde drie keer tot 20.
Daarna nog een poosje roeien en ik betrapte me erop dat ik alweer aan het tellen was bij iedere roeibeweging:  1,2,3,.. sloeg helemaal nergens op natuurlijk. Ik wilde een afstand roeien, zoals altijd. Maar het is me niet gelukt deze keer. Er werd nog gewerkt aan het ventilatiesysteem in de zaal, met snerpende zagen en slijpmachines. Ik was blij dat ik al naar de tandarts geweest was, want dit klonk als een uitvergrote versie van zo’n ellendige boor.
Omdat ik nogal een gevoelig typje ben voor wat betreft mijn zintuigen, deed het geluid me fysiek pijn, het was zo scherp en hard. Dus ben ik wat eerder gestopt, en ging ik weer naar de kleedkamer.
Ik keek verschrikt op toen ik een koude hand op mijn arm voelde. Hoezo werd ik zomaar aangeraakt? Ik keek in het lachende gezicht van mijn schoonzusje, met wie ik normaal altijd op de maandag sport. Gezellige verrassing dus. 

En nu ben ik weer thuis. Ik zal zo nog even een broodje eten en dan bedenken wat ik vanmiddag ga doen. Alhoewel, ik weet het eigenlijk al.
Omdat ik een extreem dunne huid op mijn onderarmen heb zit ik altijd onder de paarsblauwe bloeduitstortingen en helaas ook vaak huidwonden. Twee weken terug had ik me zo erg opengehaald dat ik naar de dokter ben geweest, die heeft de huidflap terug kunnen leggen, en de wond zo goed verzorgd dat het keurig genas. Ik zei gisterochtend tegen Bert: ‘Kijk hoe mooi het geworden is, dat wordt een bescheiden litteken.’ Maar een uur later schampte ik me bij het opruimen en poetsen van de huiskamer langs een kastplank en was er direct weer een enorme bloeduitstorting op die plek.
Wel gloeiendegloeiende#^&*)@**** etc.
Ik bedacht dat ik wel bij een psycholoog zou kunnen solliciteren, als Rorschach Vlek.
Als ik ooit een roos op mijn onderarm zou laten tatoeëren, wordt het geheid een heel boeket. Goed, ik probeer het wat luchtig te houden voor mezelf, maar eigenlijk was ik best verdrietig en moedeloos hierover. Ik besloot om armbeschermers te bestellen, die doe ik dan in ieder geval om als ik huishoudelijk werk of tuinwerk ga doen. Dat moet wel iets schelen denk ik. Dus ik bestelde. En kreeg mail. Veel mail.
     

  •  Bedankt  voor je bestelling 
  • We hebben je bestelling bevestigd
  • We hebben je bestelling ingepakt
  • Je bestelling is klaar voor verzending
  • Hier is de factuur van je bestelling
  • Goed nieuws, je bestelling is verzonden
  • Track&Trace voor je bestelling
  • Morgen komt je bestelling aan bij het ophaalpunt
  • Vandaag komt je bestelling aan bij het ophaalpunt
  • Dit is de exacte tijd dat je bestelling aankomt op het ophaalpunt
  • Gefeliciteerd, je bestelling is aangekomen op het ophaalpunt

Ik klaag wel eens over het uitblijven van reacties en overal lang op wachten, maar dit is toch wel weer het andere uiterste.
Maar goed,vanmiddag ga ik dus mijn bestelling ophalen. Zal ik ze daar nog over mailen?
En daarna is er nog een klein beetje vrije dinsdag over. Denk ik. Je weet maar nooit wat ik onderweg nog weer tegenkom.

Uitje met het oudje

Oudjes Treffen Tijdloze Oudjes. Oftewel OTTO.  Een stichting in Uithuizermeeden die Oldtimer-ritten organiseert en daarmee eigenaren van Oldtimers samenbrengt met zogeheten Ouden van Dagen als passagiers. Mooi initiatief toch?
Wij deden een aantal jaar geleden ook mee met de Renault6 (nee, nog niet als ouden van dagen), daarna werd het een poosje stil in verband met de coronamaatregelen.
Maar dit jaar kon er weer een rit georganiseerd worden, wij gaven ons weer op met de oldtimer, en vandaag was de tour. 

Ik was tevoren wat bezorgd, ik wil vanwege de roestgevoeligheid de Renault niet in de regen hebben eigenlijk. Maar ja, als je je opgeeft wordt er wel op je gerekend.
Alle bezorgdheid bleek voor niets want het was een stralende dag! Eindelijk.
Wij tuften naar Uithuizermeeden en waren keurig op tijd. En dat op de zaterdagochtend, een hele prestatie voor ons.  We zouden twee passagiers mee kunnen nemen op de achterbank, hadden we doorgegeven.
De vorige keer hadden we twee allergezelligste oude dametjes mee, benieuwd wie er deze keer in zou stappen.

Wel… niemand. Ja, wij natuurlijk. Maar er waren veel meer auto’s dan passagiers! Dus reden een heleboel auto’s, waaronder die van ons, gewoon mee voor het plezier.


Het was werkelijk ook een heeeeeel lange stoet auto’s.  Twee nog in het koetsmodel, dus wel 100 jaar oud, een handjevol jaren 50 auto’s, een antieke brandweerauto en een heleboel auto’s uit de jaren ‘60, ‘70 en ‘80.  Over het algemeen prachtige onderhouden karretjes, in alle kleuren die in die tijd in de mode waren.
Onderweg hadden we ook enorm veel bekijks, mensen kwamen uit hun huizen of zetten hun fiets of auto aan de kant om de hele stoet te kunnen bewonderen.

Een paar weken terug schreef ik over de majesteiten. Nou, eigenlijk voelden we onszelf ook wel een beetje zo vandaag. Zoveel mensen langs de kant die lachten en zwaaiden en fotografeerden en filmden met hun mobieltjes!
Wij wuifden en knikten, WA en M waren er niks bij.
Overigens hadden we de taken netjes verdeeld:  het eerste stuk zat ik achter het stuur, na de lunch mocht Bert het tweede stuk rijden. We zijn dan ook weer niet zo majesteiterig dat we een chauffeur hebben.
Alhoewel, twee jaar geleden reed de majesteit met zijn dochter zelf ook in een oldtimertje. Het kan dus wel. 

Goed, ik reed dus het eerste stuk. Het was een verrassingsrit, zei de organisatie. We waren vanuit Leens naar Uithuizermeeden gekomen en heel benieuwd waar die verrassing heenging. Nou…. eigenlijk ging het onze kant weer op! Maar de namen zijn zeker verrassend. We reden door Valom, naar Noordpolder, daarna naar den Andel en door naar Pieterburen.
Het tempo lag wel verschrikkelijk laag. En dat vond de Renault6 niet fijn. Net iets teveel toeren voor in de tweede versnelling, maar te weinig voor de derde. Ik had dus nogal wat om handen tijdens de rit. Ik schakelde heen en weer en de auto loeide en stootte soms net zo als toen ik 44 jaar geleden net begonnen was met rijles.
Ik snap ook wel dat het geen race is maar een gemiddelde snelheid van 25 km was wel erg traag.
Misschien waren we anders te vroeg in Pieterburen voor de lunch, wie weet. 

Die lunch was overigens heerlijk, grote schalen knappend gebakken friet (al zeggen ze hier patat, ik blijf koppig friet zeggen) en versgebakken kibbeling. En het kersje op de taart was dat we buiten op het terras konden zitten, wat een uitgelezen dag was het vandaag. 

Wij vroegen ons af of we na de pauze wel passagiers zouden krijgen want, de auto’s hadden bij het weer vertrekken geen vaste volgorde. De oudjes hadden die blijkbaar wel, want iedereen keek reikhalzend uit naar de auto waar ze eerder ook in zaten.

Zelf had ik het wel geweten, als ik de kans had om in verschillende oldtimers mee te rijden dan had ik dat zeker gedaan. Maar ik ging toch maar wel naast Bert zitten, vond het ook zo sneu als hij alleen verder moest. 
Nu ik niet hoefde te sturen had ik alle tijd om van de omgeving te genieten.
Tijdens de lunch had ik trouwens zijdelings opgevangen dat ik niet de enige was die het tempo te laag vond liggen, dus we reden nu wat beter door. Dat vonden zowel de auto als wij heel fijn. 

Het was echt wel een verrassingsrit want op een gegeven moment werd het landschap heuvelachtig. In Groningen. Je verwacht het niet hè?  

Het majesteitgevoel werd een beetje dubieus trouwens. Voor ons reden een Pontiac, een Cadillac en drie Mercedessen. Allemaal glanzende luxe auto’s, passend bij Royalty.
Daarachter kwamen wij.
Toch wel een beetje als aanvoerder van het klootjesvolk, met onze Renault 6.  Want achter ons reden een Kever, twee Eendjes en een Peugeot 404.


Meer ons soort mensen, grijnsden we tegen elkaar. Die Pontiac zou niet eens in onze garage passen.

Ik was blij dat Bert reed toen het erop leek dat we door Onderdendam zouden gaan, want ik vind dat werkelijk een horrordorp om met je auto doorheen te komen. Nauw, onoverzichtelijk, een moeilijk kruispunt vlak voor een brug waar àltijd een bus of een vrachtwagen overheen komt, dat soort dingen.
Maar ken je die mop van de mensen die door Onderdendam gingen? Juist, ze gingen niet. We sloeg nog af, naar Takkebos. Nee, dat verzin ik niet, zo heet het. Ik zei toch dat het een verrassingsroute was? 

Weer terug in Uithuizermeeden werden we nog getrakteerd op een drankje en hapje en toen keerden we weer huiswaarts.
Een stuk dezelfde route als vanmorgen. Maar dat was geen verrassing. Wel mooi. Het was een leuk dagje zo.

Not my cup of tea

Het is geen geheim dat ik niet echt koningsgezind ben. Ik ben ook niet anti, dus geen actief republikein ofzo.
Maar ik vind het vreemd dat één mens boven allemaal andere mensen gesteld wordt, puur vanwege erfrecht en traditie.
De koning/koningin is voorbestemd vanaf de tijd dat hij/zij een prinsje of prinsesje was. Geen eigen verdienste, geen speciale talenten, puur traditie van erfopvolging.
Hoe dan. Waarom dan. Waarom nog steeds.
Ik weet het echt niet en kan er daarom ook echt niet achter staan.
Moet een traditie in ere gehouden worden omwille van de traditie? Wat mij betreft echt niet.

Veel mensen zijn wél koningsgezind. Zowel in Nederland als in andere monarchieën. Misschien zien zij in de koning en koningin een rolmodel, iemand om tegenop te kijken.
De pracht en praal, de sprookjesachtige ceremonies.

Vandaag de kroning van Charles III. Ik wist dat het op tv kwam, maar eerlijk gezegd vergat ik het ook weer. Deze zaterdag had ik leuke dingen te doen en geen zin om voor de tv te zitten.
Eind van de middag dacht ik: O ja! Even kijken. Ik kreeg de samenvatting te zien en dat was ruim voldoende vond ik.
De enorme, perfect georganiseerde ceremonie had uren geduurd. Ik zag alleen het moment van de kroning, eerst van Charles en daarna van Camilla.

En eigenlijk werd ik er een beetje verdrietig van.
Ik zag geen stralende man, zelfs geen statige man. Ik zag een oude man met een verloren blik, die onderging wat er ondergaan moest worden.

Zijn koningin was niet naast hem, het was blijkbaar protocol dat zij een beetje aan de zijlijn bleef. Ook zij straalde niet en keek ook zelfs niet gewoon blij. Haar blik was haast pijnlijk.


Wat voor druk ligt er op dit bejaarde echtpaar? Waarom willen ze dit nog in plaats van saampjes van hun pensioen genieten? Is dit echt wat hun doel was, hun eigen doel? Of alleen maar wat de traditie voorschreef? 

Tien jaar geleden keek ik naar de kroning van Willem Alexander en Maxima. Dat was ook plechtig. Maar ook feestelijk en op de een of andere manier was er een sfeer van verwachting.
Nu leek er alleen een sfeer van berusting.
‘Charles en Camilla stralen’  kopt het AD.  Misschien heb ik niet goed genoeg gekeken.


Stemmingswisselingen

Jullie hebben ongetwijfeld ook lekker gegeten en daar waar jij woont/bent is het vast ook mooi weer. Maar ik moet gewoon even in de rondte roepen hoe heerlijk het hier was.
We aten risotto met paddenstoelen en garnalen. Buiten. In de avondzon. Met een glas wijn erbij (ik tenminste, Bert koos een biertje)

BUITEN! IN DE AVONDZON! Een merel zong letterlijk het hoogste lied in de top van de kastanjeboom, een koolmeesje tetterde er keihard zijn tweetonig liedje doorheen, maar het combineerde fantastisch.
En ik was helemaal, maar dan ook helemaal, happy.

Enorm gevoelig voor de kleur van het weer, was ik de laatste tijd nou niet op m’n best. Het bleef maar grijs en koud, ik werd er sch*** zat van.
Waar was de lentezon, waar de zachte temperatuur, waar het mooie licht in huis? Het was alleen maar grauw en koud. En nat. Dus weer een trui aan en weer die winterjas waar de rits van kapot is gegaan maar die ik nog steeds moest gebruiken. Weer de haard aan. Ik werd er depri van.

Ineens is het anders. En ik ook. Gister al een voorproefje, lekker wat in de tuin gerommeld, moestuintje in orde gemaakt. Peultjes en snijbonen gezaaid, radijsjes, snijbiet in de volle grond. Courgette voorgezaaid in een potje.
Er kwamen minuscule kruipertjes uit de grond en wormpjes en we zeiden tegen elkaar dat we er een mooi tuintje van zouden maken. Daarom hebben we de slakken even de toegang ontzegd, die gaan hun eten maar elders halen.

Maar vandaag was het helemaal heerlijk. Buiten in de zon gezeten, van de konijntjes genoten die van de zon genoten, even met de oldtimer een stukje gereden, en met Lenny gewandeld.
En omdat het lekker weer bleef, buiten gegeten. Dat was de kroon op deze lentedag en zeker de kroon op mijn humeur.

Het is een heerlijk recept, die risotto. Goed geschreven ook.

Leg dus tevoren een pipetje klaar voor de groentebouillon en laat een pallet wijn aanrukken.
Dan kan je aan de slag:

Het duurt even voor die 100 wijn geabsorbeerd is hoor, en een flinke scheut bouillon van die 1 milliliter valt ook niet echt mee. Je hebt misschien niet alle bouillon nodig staat er ook nog!

Laat ik er nou mijn eigen draai aan geven en 100 ml wijn gebruiken en een liter groentebouillon.
Dan krijg je een fantastisch lekker resultaat!
Als je dat dan ook nog buiten kunt eten in het late zonlicht, dan is het helemaal perfect en voel je je alsof je op vakantie bent.

Jongens het was zo heerlijk , zowel de lichte, zonnige dag als het eten. Mijn stemming is helemaal omgeslagen. En nu vasthouden natuurlijk!
Daarom nog maar even een limoncello-tiramisu als dessert, als ik dit blogje zometeen geplaatst heb.
Van de Jumbo, dat dan weer wel, maar a. het is heel lekker, en b. het was in de aanbieding. En daar wordt ik als rechtgeaarde Nederlander natuurlijk ook blij van.