Social media zijn lastig voor mij. Wat ik er leuk aan vind? Met familie, vrienden en kennissen contact te houden, omdat ik weet dat als het alleen fysiek kon, het er bij in zou schieten. Niet om een bepaalde reden, maar gewoon omdat het zo gaat. Maar daar blijft het nu bij. Ik deel geen meningen meer en deel ook geen maatschappelijke issues. Maar dit is mijn eigen site, dus wil ik daar toch iets over zeggen.
Allang heb ik het afgeleerd om op openbare sites een inhoudelijke reactie te geven. Niet omdat ik er niet voor uit durf te komen, maar wel omdat ik steevast wordt bedolven onder de negatieve antwoorden en persoonlijke aanvallen. Er is dan met de mensen die zo reageren ook niet te praten, te discussiëren. Het weerwoord is altijd negatief. Altijd. En vaak op een gemene persoonlijke manier. Het is niet zo dat ik vind dat iedereen het altijd met mij eens moet zijn. Maar ik zou wel graag willen dat er op een normale manier ‘gepraat’ kon worden. Het is me echter allang duidelijk dat ik dat op Facebook of Instagram niet hoef te verwachten. De (voor)oordelen zijn angstaanjagend en ik ben ook gestopt met ze überhaupt te lezen. Niet uit struisvogelpolitiek, maar omdat ik niet meer bezig wil zijn met dat gif. Want dat is het. Ja ook die meningen van mensen die grote posts maken over wat er allemaal mis is in dit land, in Europa en in de wereld. Ik ben de laatste die zal beweren dat het allemaal goed gaat. Maar om alleen maar te schelden, te spuien, op te ruien en te stoken, zonder ook maar met één oplossing te komen, dat vind ik wel zo vreselijk min! En supergevaarlijk. Prima als je aangeeft wat er niet deugt. Maar kom dan ook met een alternatief hoe het wel zou moeten. Stop met mensen af te zeiken als domme schapen die niet nadenken. Wat je doet is dus alleen maar zogenaamd constateren, maar daar voeg je dan vervolgens niets opbouwends aan toe over hoe het dan wèl zou moeten zijn.
Soms denk ik dat ik helemaal van Social Media af wil. Om niet meer deel te nemen aan een platform wat zo giftig is. Maar dan kijk ik toch weer naar de andere kant. De dingen die ik wel goed en waardevol vind. Inderdaad dus dat contact met familie en vrienden. De posts lezen van mensen die inspireren op een goede manier. Ideeën opdoen om over na te denken, nogmaals op een goede manier. Dus ik blijf. Omdat ik de gifmengers en de destructieve ondermijners niet het laatste woord wil geven.
Ja hallo, ik heb voorrang hoor! Ik kom van rechts. De Wierde is geen voorrangsweg. Goed zo. O ja, nog steeds geen passend stekkertje gekocht dat ik ook met mijn telefoon Spotify kan luisteren in de auto. Oef, dat is ook zo, het rempedaal van de Punto is veel gevoeliger dan die van de Omamobiel. Radio aan dan maar. Jeetje, waarom staat Radio Noord er nou weer op. Wat is er verder nog? Nee dat is ook geen gehoor, al dat gekraak en gestoor. Of alleen maar piepmeisjes zoals Bert het uitdrukt. Nou, Noord dan maar,op hoop van zegen. Jongens, waarom moeten jullie altijd mensen bellen? Ik wou wel muziek. O, het is alweer reclame. En het nieuws heb ik ook echt geen zin in, uit die radio. Straks in de herkansing. Laat ik er nou even om denken dat de Punto het bij een rotonde niet trekt om in z’n drie de bocht te draaien. Terug naar z’n twee. Had ik nou begrepen dat je bij een elektrische auto niet hoeft te schakelen? Dat zou ontzettend wennen zijn denk ik. Hoelang heb ik mijn rijbewijs? Even zien, ik was 19.. en altijd alleen maar in schakelauto’s gereden. Nou ja, ik merk het te zijner tijd vanzelf. Volgens mij ga ik dan de hele tijd met mijn rechterhand graaien en met mijn linkervoet zoeken. Voetzoeker. Ik hoop echt dat het vuurwerkverbod doorgaat. Red ik het nog door groen? Nee, het is al oranje. Nou ja, ik sta niet op tijd. En daar gaan we weer. O ja, de radio. Jeej muziek. Zal wel even zien hoe lang. En ik ben alweer op de ring, het gaat best vlot. Wat een hoop witte nummerborden. Duutsers, zeggen veel mensen hier. Deutsche Leute. Allemaal hierheen met de Paschen. Doitshe Loite, mit de Shoite naar Boite. Herman Berkien, ik hoor het hem nog zeggen. Waar is hij eigenlijk gebleven? In de jaren ‘80 was hij zo leuk. Nu hoor je nooit meer iets van of over hem. Thuis eens opzoeken, wat er van hem geworden is. Europapark. Jeetje, alweer bijna een jaar geleden dat TikTok Tammo daar Joost Klein mee persifleerde. Wat een gedoetje was dat met het songfestival. Ook nooit meer iets van vernomen. Ik had vorig jaar geen zin meer om te kijken, weet eigenlijk niet hoe het dit jaar is. Goeie genade, is het nodig meneer de vrachtwagenchauffeur, om zo te scheuren? Ik schrik me naar. Volgens mij is het nog steeds 80 hier hoor. Je wilt zeker graag naar huis voor de Paasdagen. Snap ik ook wel weer. Yes, we mogen 100. Waar was dat, dat we nu 130 mogen? Hier in ieder geval niet. Ach, ik hoef maar zo’n kort stukje snelweg, hier moet ik er alweer af. Ho, wie toetert daar! Nee joh, dat is op de reclame. Alweer reclame dus, radio uit. Klaar mee. Mooi hier. Kijk die blije hond! Ik zou het nooit durven met Lenny, om die los te laten in de buurt van een autoweg. Het lijkt nog niet zo op te klaren. Maar ik klaag niet, we hebben al zoveel zon gehad in het voorjaar. Dat was vorig jaar wel anders. Toen hadden we…Meneer, letten we even op? O het is een mevrouw. Ja goed, een beetje meer afstand zou prettig zijn. Wat bloeien de bomen hier prachtig. Krentenbomen denk ik. Die hadden we vroeger ook op de hei. Laat ik nou even opletten dat ik er eerder af moet dan vroeger. Na deze afslag geloof ik? Ja, klopt. Jeetje Punto, sputter niet zo. Ik kan er ook niks aan doen dat er een paar rotondes na elkaar komen en ik wel eens vergeet dat je dat niet wil in de derde. Dramaqueen. Geel bord, wat staat er op? Schoolpad afgesloten. Ach toch. Geen idee waar en waarom, maar ik hoef er toch niet langs. O kijk, ik ben al bij Argos. Daar is de benzine een stuk goedkoper dan bij anderen. Had ik nooit eerder van gehoord, trouwens, Argos. Nog een paar rotondes. Ja stil maar, ik schakel al terug. Ik ben er bijna. Pas op katje! Ik moet er toch niet aan denken om die onder de auto te krijgen. Hij lijkt trouwens sprekend op Loki. Dat kan niet waar zijn, die is veilig thuis. Toch? Zo. Gearriveerd. Mooi zo, want ik moet plassen. Hoi Loki! Zie je wel, je was echt wel gewoon thuis. Je hebt een dubbelgangertje in de buurt wist je dat? Natuurlijk zeg je niks terug. Dan blijf ik gewoon lekker in mezelf praten. 🙂
De vroege ochtend is lichtgrijs krijgt kleur als de zon hoger komt Muziek van Brian Eno in mijn oren, zacht, zodat het de vogels niet overstemd De cadans van mijn stappen en van die van mijn hond maken ons een vertrouwd team al bijna elf jaar samen In de weide, die gister nog leeg was staan achterin een paar jonge koeien ze heffen hun koppen als ze ons ontwaren en komen naar ons toe gedraafd ik blijf staan om tegen ze te praten hun adem maakt warme wolkjes stoom hun prachtige ogen blijven me aankijken het is alsof ze me verstaan De hond stopt zijn neus in een grote pol uitbundig bloeiende narcissen en de vogels blijven zingen Als we uiteindelijk verder gaan kijken de koeien ons na Ik ben rijker dan de rijkste miljardair
Het was een feestje, het was een feestje, lalalalala (melodietje mag je zelf bedenken) Ik ben echt zó in het zonnetje gezet! De mensen van The Readshop hadden een tafeltje neergezet, en de affiche van de boekpresentatie ingelijst daarop gezet. Daar zou ik strakjes kunnen signeren. Er kwamen belangstellenden, ik kreeg van de mensen van de uitgeverij mijn boek overhandigd en ik heb een woordje gedaan. In de vorige blog staat al iets over mijn struggles met het (niet) printen, maar ik had mijn aantekeningen mee en gaf ongeveer de volgende presentatie:
Zoals je ziet heb ik een ouderwets handgeschreven papier mee. Dat is niet de manier waarop ik schrijf, ik werk altijd op de laptop. Ik typ veel sneller dan ik schrijf en kan makkelijker veranderingen of correcties aanbrengen. Maar de techniek liet me gister in de steek, ik kreeg mijn stukje niet uitgeprint, dus dan maar op de ouderwetse manier. Nou had ik toch al een beetje de : ‘Ik hou mijn spreekbeurt over..’ vibe dus dat past prima. Dit is mijn nieuwe boek! Het voelt alsof ik een Oscar heb gewonnen en daarom begin ik met een bedankje. Natuurlijk voor jullie allemaal, die hiervoor gekomen zijn. Ik had werkelijk geen idee wat ik moest verwachten, maar ik vind het geweldig! Hartelijk dank aan de mensen van The Readshop hier, dat ze dit mogelijk maakten. En een dikke dank je wel aan Wessel en Miranda van 18.02 Publishing. Het is voor een onbekende auteur heel moeilijk om ingang te vinden bij een uitgeverij. Zij hebben me deze kans gegeven! Twee jaar terug gaven ze mijn eerste boek uit: De Sabot & Co- De dood in het vizier. Met dit boek had ik de manuscriptenwedstrijd ‘schrijf een Cozy Detective’ gewonnen. Dat was natuurlijk fantastisch. Dat mijn werk als beste werd gekozen, was echt een juichmoment. Maar dat daarna het boek ook echt werd uitgegeven, fysiek en als e-book, dat mensen het dus gingen lezen… niet alleen mensen in mijn eigen kring maar ook onbekenden…Zo’n bijzonder gevoel! Spannend ook, iedereen gaat er iets van vinden immers. En dan nu mijn tweede boek.
Het is een zelfstandig te lezen vervolg. Alleen de hoofdpersonen zijn dezelfde: Maartje van de Hoef, zij is begin 50 en schrijft al jaren historische fictie onder het pseudoniem Madeleine de Sabot. En haar jonge nichtje Nina Tervure, die ook haar secretaresse is. Samen vormen zij ‘De Sabot & Co’, een duo amateurspeurders in een echte Cozy Detective.
Cozy betekent zoveel als knus, gemoedelijk. Maar je kan je natuurlijk afvragen: wat is er knus aan een moord? Nou, niks natuurlijk. Maar in een Cozy Detective zul je geen gruwelijke beschrijvingen aantreffen, geen duistere, beklemmende scènes, geen getroebleerde inspecteurs die een diep persoonlijk trauma moeten verwerken tijdens het oplossen van een geruchtmakende zaak. Het is allemaal wat gemoedelijker, in een mooie omgeving, met amateurspeurders en verder allerlei gewone mensen. Toegankelijk, ontspannend om te lezen, en uitnodigend om mee te puzzelen. Er zijn drie vragen die beantwoord moeten worden: Wie heeft het gedaan? Hoe? Waarom? En dan in willekeurige volgorde. Het genre is niet nieuw, maar wel nog steeds heel populair.
100 jaar geleden creëerde Agatha Christie het personage Miss Marple. En zij is toch wel echt de koningin van de Cozy Detective. Een lief oud dametje, dat in een knusse cottage in een gezellig Engels dorpje woont, altijd aan het breien. Maar ze heeft een scherpe geest, een goed observatievermogen, oog voor details en oor voor roddels en geruchten. Zo komt zij allerlei dingen te weten die de politie ontgaan en lost zij de ene misdaad na de andere op. Agatha Christie schreef die verhalen in de eerste helft van de vorige eeuw. Mijn Maartje en Nina leven in deze tijd. Maar ze zijn net zo gedreven om een mysterie op te lossen, en doen dat op hun eigen manier. In het eerste boek kwamen ze bij toeval in een mysterie verzeild, toen ze in Schotland, in een oud kasteel, een lijk aantroffen. De Sabot&Co was geboren. In het nieuwe boek ‘Er was eens een moord,’ reizen Maartje en Nina naar Duitsland, en ook daar krijgt De Sabot & Co een kans om in actie te komen.
Mensen vragen me wel hoe ik op ideeën kom. Dat vind ik altijd wat lastig, die ideeën verschijnen gewoon. Toen ik erover nadacht omdat ik hier vandaag ook iets over wilde zeggen, dacht ik: misschien kan ik het nog het best vergelijken met hoe ik een weekmenu maak. Ik gebruik een aantal basisingrediënten, om goede en gezonde maaltijden te maken. Maar verder zie ik wel. Wat heb ik in huis, wat ligt er nog in de koelkast? Is er iets in de aanbieding in de winkel? Oeh, ik krijg ik een recept onder ogen wat me nieuwsgierig maakt, daar moet ik mee aan de gang. Heb ik nog restjes in de vriezer liggen misschien? O kijk, ik krijg zomaar een doos groente via een klant van mijn man, die kan ik goed gebruiken. Zo gaat het ook met schrijven. De basisingrediënten voor een Cozy Detective liggen vast. Maar alles wat daarbij komt om het een goed verhaal te maken, nog niet. Die ideeën komen van alle kanten. Uit de vriezer van mijn herinneringen, uit mijn koelkast met dingen die nog vers genoeg zijn, uit ‘ergens’ waar ik nieuwe dingen meemaak. Dingen die ik lees, zie, hoor. Letterlijk twee dagen geleden vertelde iemand me bijvoorbeeld dat zij, toen ze als verpleegkundige in een ziekenhuis werkte, op een dag door een verwarde patiënt werd aangevallen met een ijzerzaag! Zoiets kan ik niet verzinnen, maar een verhaal als dit sla ik wel op in mijn geheugen. En wie weet kan ik daar ooit nog eens iets van gebruiken.
Maar eerst nu dit boek: Er was eens… een moord! Maartje en Nina gaan dus deze keer naar Blauburg, en welk raadsel zullen ze daar willen oplossen? Deze mooie cover, credits voor Wessel van 18.02 Publishing, maakt wel nieuwsgierig, toch? Wat heeft dat grote beest te maken met het mysterie? Uiteraard ga ik niks verklappen. Ga het maar lekker lezen, ik wens je ontzettend veel plezier!
Daarna mocht ik boeken gaan signeren en op verzoek er iets persoonlijks inschrijven. Aan dat tafeltje, ik voelde me een pro! Ook werd ik nog verwend met bloemen en cadeautjes, zo lief. Zoals ik als zei: het was een feestje! De hele dag loop ik nog op wolkjes. Deze bijzondere ervaring vergeet ik nooit meer.
Door deze titel moet ik echt even aan Chriet Titulaer denken. En het ook even op zijn manier uitspreken, met een licht hese stem, een ronde ‘w’ die klinkt als een ‘whoa’ en een zachte ‘g’ . In ieder geval: de wonderen der techniek lieten mij vanmiddag jammerlijk in de steek.
Ik ging naar de bibliotheek om mijn ‘praatje’ voor morgen uit te printen. Als mijn nieuwe boek gelanceerd dan wel gepresenteerd wordt, en daar mensen voor komen, vind ik dat ik wel even wat moet zeggen. Deze week had ik in mijn hoofd al wat samengesteld, vanmorgen heb ik het uitgetypt en vanmiddag zou ik het printen. De bibliotheek heeft een fancy apparaat waarmee je kan kopiëren, scannen en printen. En dat laatste zou ik even doen. Nou, laat gerust dat ‘even’ buiten beschouwing. Zelfs dat ‘doen’ is uiteindelijk niet gelukt.
Eigenlijk is het heel eenvoudig. Op het keuzescherm tik je ‘printen’ aan, daarna op het icoontje van een mobieltje en dan wijst het zich vanzelf. Je scant een QR code, upload vervolgens het gewenste document en daarna kan je de printopdracht geven en betalen. Ik had netjes mijn document op mijn telefoon gezet, doorliep de eerste stappen. Einde. Na het uploaden verscheen de QR code weer. En nog eens. En nog eens. En…. nou ja, je snapt het wel.
Ik vroeg hulp aan een medewerker. Die snapte het ook niet, ik kon het misschien beter via de computer doen. Nou oké, het proberen waard. Ik mailde mezelf het bestand, en op de computer wilde ik inloggen op Gmail. Hohoho, dat gaat zomaar niet. Ben jij het wel echt? Open de Youtube app en tik op ’18’ Ik opende braaf de Youtube app. Nergens stond een 18. Dan maar hopen dat ik het goede wachtwoord nog wist. Victorie, ik kwam in mijn eigen mailbox. Opende het mailtje wat ik aan mezelf gestuurd had, inclusief het bestandje als bijlage. Bijlage opende niet. ‘Dan moet u hem downloaden’ , zei de medewerker. ‘Oké, maar dit is een openbare computer dus hij moet er strakjes dan ook direct weer af, ‘ zei ik. Dat was hij met me eens, dus daar zou hij voor zorgen.
Bestandje gedownload. Opende niet. Ondertussen voelde ik de welbekende frustratie opborrelen. Wat. Een. Gezeik. Er kwam nog iemand anders bij. Ik moest het bestand maar converteren naar PDF, dan zou de printer het wel pakken. Hoe maak ik een PDF op mijn telefoon? Met een app. App gedownload. Gebruik: € 10 per maand. Echt niet, hup de app weer verwijderd. Iedereen hartelijk bedankt, ik ga het wel oldskool uitschrijven, ik had toch al een beetje de spreekbeurt -vibe. Haal nog wel even mijn document van de computer, oké? En dat deed meneer heel netjes.
Daarna moest ik nog even boodschappen doen, ik had ook lege flessen in te leveren. Nog voor dat ik de eerste fles in de automaat deed, ik hief dus alleen mijn arm nog maar op, gingen er allerlei toeters en bellen af en knipperde er een alarmscherm dat ik moest bellen voor een medewerker. Ho nou, rustig maar, ik bel al. Een blikkerige, tevoren opgenomen stem vertelde dat er een medewerker onderweg was. Ondertussen schoven steeds meer mensen met winkelwagentjes vol lege flessen aan. De baas zelf kwam eraan, hij verdween naar achter, en na een poosje verscheen ‘voer uw fles in’ Ik deed dat, maar na de tweede verscheen spontaan ‘Neem uw bon uit, dank u, tot de volgende keer.’ En vervolgens weer de toeters en bellen. Baas verscheen weer, rommelde wat, ik kon weer een fles invoeren. Direct een bon van € 0,10 zonder dat ik ergens op gedrukt had, en de inmiddels bekende toeters en bellen. Dit gebeuren herhaalde zich nog een paar maal, ik kon nu zo’n beetje naast mijn nieuwe boek er nog eentje van emballage-bonnetjes gaan presenteren. De file achter mij werd steeds langer, maar daar kon ik ook niks aan doen. UIteindelijk zei de baas dat ik misschien beter eerst boodschappen kon gaan doen. Ik was het met hem eens. Hier schoot ik niks mee op, de overige flessen nam ik wel weer mee. Ik had ook geen zin om straks nog terug te komen, had al zoveel tijd verspild. Wat de rest van de file ging doen maakte me niet uit. Ik deed mijn boodschappen en hoopte dat de zelfscanner wel zou doen wat ie moest doen. Gelukkig. Bijna een uur later dan gepland kwam ik weer thuis, met dorst en een lichte hoofdpijn. Maar ook met een nieuw schrijfblok en een goede pen, om zometeen mijn presentatie uit te schrijven.
En nu ben ik echt zo benieuwd of mijn kompgjoeteg (stem van Chriet )deze blog wil plaatsen! Of zou er een soort vloek rusten op de techniek waarmee ik vandaag in aanraking kom?