Er zat een scheur in de groene container. Ja, wij maken wat mee hè, living on the edge!
Maar ik moet ergens mijn verhaaltje beginnen. Dus: Er zat een scheur in de groene container.
Het is erg gemakkelijk om een andere aan te vragen. Wil je een extra, dan kost het ook extra, maar moet hij vervangen worden, dan is dat gratis.
Na de online aanvraag kregen we bericht: de volgende donderdag zou de nieuwe gebracht en de oude opgehaald worden. Die moest dan wel leeg zijn.
Dat vonden wij wel logisch. Alleen zat er al GFT rommel in en kwam de vuilniswagen niet meer voor de omruildatum.
De avond voor die bewuste donderdag kieperde Bert de container om, op een stuk stevig oud papier, dan konden we dat de volgende dag weer direct in de nieuwe doen.
Wat vonden wij onszelf slim.
Maar je moet jezelf nooit overschatten. Voordat we in de gaten hadden dat onze hond, die voor het naar bed gaan altijd nog even een plas mag doen buiten, wel erg lang wegbleef, had die al heerlijk zitten wroeten en vreten in het afval. Als ik daarbij nog vermeld dat zijn darmen een aantal dingen echt niet verdragen, weet je wel genoeg en hoef ik niet in details te treden. Of wil je toch wel graag weten dat hij ons daarna twee keer uit onze slaap haalde?
Goed, de containers werden omgewisseld, er kwam een autootje met twee mannen in veiligheidsvestjes. Hoe gevaarlijk kan een kapotte container blijkbaar zijn! De nieuwe werd door ons in gebruik genomen (de hond had nog wat rommel overgelaten, koffiedik en preibladeren lust hij blijkbaar niet) en toen het weer ophaaldag was, zat de bak vol genoeg om aan de straat te zetten.
Acht grote konijnen en een grote tuin leveren veel organisch afval op, kan ik vertellen.
De hele dag zag ik geen vuilniswagen, maar ik sta ook niet de hele tijd voor het raam natuurlijk. Toen ik hier nog kleine kindjes had wel trouwens, want dan was het een feest om de containerauto in werking te zien en naar de chauffeur te zwaaien. Voor de kindjes dan natuurlijk, geen misverstanden alsjeblieft.
Toen Bert ‘s avonds thuiskwam en de container achter het huis wilde brengen , bleek het dat die niet geleegd was. Er stonden er nog een paar, blijkbaar had de GFT -meneer of -mevrouw onze straat vergeten. Dat was lastig, want het zou nog weer twee weken duren tot de volgende leging.
Acht grote konijnen en een grote tuin leveren veel organisch afval op, kan ik vertellen. Of val ik nu in herhaling?
Bert belde de gemeente, er was zowaar op dat tijdstip nog iemand aanwezig. Die schakelde ons door naar Omrin, waar zowaar op dat tijdstip ook nog iemand aanwezig was.
Mevrouw nam de melding aan, zocht het even uit en kwam met de mededeling dat we de container aan de straat mochten laten staan, binnen drie dagen zou hij alsnog geleegd worden. Nou gelukkig, want acht grote konijnen en een… ja dat weten we nu wel.
Bert ging het even bij de diverse buren melden. De buurman van drie huizen verder was helemaal verbaasd geweest, want zijn container was voor de helft geleegd. Ehm…. daar had niemand dus een verklaring voor, maar we lieten onze bakken staan.
Twee dagen later hoorde ik de vuilniswagen, ik loerde even door het raam en ja, hij was bij de buren bezig de containers te legen. Mooi zo, dan kwam hij ook wel hier. Dat deed ie, terwijl ik koffie aan het maken was, maar de auto bleef maar ronken en lawaaien voor ons huis. Dus nogmaals even loeren. De chauffeur was druk met het lege liftje op en neer doen. Geen idee wat de beste man nou wilde, het liftje schudde, de auto schudde, het loeide en kraakte en rommelde. Uiteindelijk pakte hij onze container op, leegde die, kwakte hem weer op de stoep en reed weg.
Ik haalde mijn schouders op en bracht de bak achter het huis.
De bel ging. Buurman, die van de halfgeleegde container, stond voor de deur.
‘Hebben jullie je container wel? De mijne is in de vuilnisauto verdwenen!’
Ik schoot in de lach. ‘Wat is dat nou weer voor raars?’ vroeg ik.
‘Ja, blijkbaar kreeg hij ‘m alsnog niet leeg en heeft de lift zo staan raggen dat de hele bak in de auto gefl**kerd is. Ik dacht dat de chauffeur het nog wel even zou melden, maar hij reed weg.’
Ik vertelde dat de vuilnisauto hier nog een hele voorstelling had gegeven, maar dat wij wel nu een lege container achter het huis hadden staan. “Een nieuwe aanvragen is gemakkelijk,’ zei ik.
‘Ja, maar dan komt die pas volgende week, dat is superlastig!’
Dat kon ik begrijpen, maar ik ging toch maar geen advies geven over stukken stevig oud papier in de tussentijd. Dat was ons niet zo goed bevallen.
Ik dacht dat het verder wel klaar was, met de containersoap.
Maar vanmorgen kwam ik terug van een wandelingetje met de hond en ik zag een nieuwe groene container op de oprit staan. Wat nu weer, die was vast voor die buurman. Nee, er zat een sticker met streepjescode en ons huisnummer.
Had Bert nog een extra container aangevraagd? Acht grote konij…. Sorry.
Ik belde de gemeente. Vriendelijke meneer aan de telefoon, hij hoorde mijn verhaaltje aan en zei: ‘Ik ga het even bij Omrin vragen.’ Bij de gemeente doen ze niet aan wachtmuziekjes, dus ik wachtte in doodse stilte af.
‘Omrin, goedemorgen!’ zong een lieve vrouwenstem. Toch muziek.
Ik vertelde nogmaals dat er een container afgeleverd was waar we niet om gevraagd hadden.
‘Dat is vreemd!’ zei ze, en ik kon dat alleen maar beamen. ‘U had geen nieuwe aangevraagd?’
‘Jawel, maar die hebben we allang gekregen. Daarna hebben we nog contact gehad over een overgeslagen leging, maar dat is vorige week ook geregeld.’
‘Nou wat vreemd!’ herhaalde ze. ‘En u was niet thuis?’
Ze was echt heel vriendelijk, dus ik zei niet dat ik de twee mannen anders wel aan hun veiligheidshesjes had getrokken. ‘Nee, ik was niet thuis.’
‘Nou, ik zet het even door naar mijn collega, dan bel ik u straks terug. Op dit nummer neem ik aan? O nee, dat is het nummer van de gemeente.’
Ik gaf mijn eigen telefoonnummer, bedankte en beëindigde het gesprek.
Half uurtje later een appje van Bert. ‘Ik ben gebeld door Omrin, maar ik was te laat met opnemen. Toen ik terugbelde kreeg ik een telefonist en die wist nergens van.’
Ik zat hardop te lachen, wat een idioot gedoe dit, en waar ging het nou helemaal over. ‘Ik wacht wel af,’ appte ik terug.
Nog een half uur later ging mijn telefoon. ‘Hallo, met (naam) van Omrin Leeuwarden!’
Leeuwarden? Moeten de Friezen nou het afval van de Groningers opruimen?
‘U heeft vanmorgen gebeld over de extra container.’
‘Ja, klopt,’ zei ik.
‘Fijn dat ik u nu tref,’ ging ze verder. ‘Mijn collega heeft een poosje terug gebeld, maar kreeg geen gehoor en hij kon ook niks inspreken.’
‘Hij heeft mij niet gebeld, maar mijn man,’ zei ik.
Stilte. ‘Uw man? Hoe kan dat dan? Ik had uw telefoonnummer doorgegeven.’ ‘Tja ik weet het ook niet precies,’ zei ik. ‘Misschien omdat hij gebeld had vorige week dat de container niet geleegd was, dat zijn nummer aan dit adres gekoppeld is.’
‘Maar de container is niet geleegd, zegt u?’
O help, nu ging ik bijna gillen.
Nogmaals legde ik uit dat wij eerst een nieuwe container hadden aangevraagd, wat geregeld is, daarna gebeld hadden vanwege het niet legen, wat geregeld is en dat we nu ineens ongevraagd nòg een nieuwe container hebben gekregen.
‘En die had u niet aangevraagd toch?’ Ik heb de lieve mevrouw mijn opmerking over acht grote konijnen en een grote tuin bespaard, maar bevestigd dat we die inderdaad niet aangevraagd hadden.
‘Ik snap niks van dat telefoonnummer,’ zei ze nogmaals.
‘Ik ook niet,’ zei ik.
‘Nou, in ieder geval wordt de extra container volgende week weer opgehaald, schikt u dat?’
Ik vond het een erg beleefde vraag, maar ik zou niet weten waarom het mij niet zou schikken om twee mannen in veiligheidshesjes een container van mijn oprit te laten halen. Maar ik ben ook beleefd, dus ik antwoordde: ‘Natuurlijk, dat is prima.’
Einde gesprek.
Ook einde soap? We gaan het zien. Ondertussen zullen we de extra container niet gebruiken. Hoewel, met acht ko………… Laat maar.


