Maandelijks archief: januari 2025

Blije kul

Al tijden ben ik op zoek naar een specifieke stijl afvalbakken voor in de keuken. Ik weet het, lekker belangrijk. Maar als ik iets in mijn hoofd heb dan wil het er niet uit en al helemaal niet als ik het niet kan vinden. Ooit, óóit kom ik hem tegen en hoop dan dat hij geen fortuin kost want je zal je verbazen hoe duur sommige afvalbakken zijn.
Vandaag maar weer eens op internet gekeken. En ik verbaasde me voor de zoveelste keer over hoe bizar stom de foto’s bij geadverteerde artikelen zijn.
Het huishouden is nog steeds het domein van blije jonge mooie vrouwen, wat er ook aangeprezen moet worden. Sommige dingen kan ik zelf niet verzinnen. Zoals:

als je gaat trouwen en ineens bedenkt dat je de verlepte andijvie nog niet hebt weggegooid.

Of deze:

Zoveel vragen. Waarom gooi je…ehm ja wat is het eigenlijk? Zand? Grit? Koffiedik? Nou ja in ieder geval, waarom gooi je dat op je vloer en ga je het daarna in een rare houding met een stralende lach opzuigen? Het ziet eruit alsof je nodig moet plassen. En in plaats van te kijken waar je moet stofzuigen doe je maar wat.
Deze vrouw heeft net zoiets:

In een smetteloos huis zijn er zandkleurige korrels gestrooid maar het is geen zand want daar is het veel te grof voor. Wat het wel is? Joost mag het weten, maar deze vrouw mag het met een glimlach opzuigen. Het is mij een raadsel hoe het kleed en de bank en haar kleren zo smetteloos zijn terwijl er een hond is, zou dat allemaal door die fantastische stofzuiger komen?

Vervolgens moet ik iets zeggen over deze advertentie:

Fijn dat je zo blij en liefdevol naar deze blender kijkt, vrouw. Maar is het niet handiger als je het apparaat even omdraait? Dan kan je zien waar de knopjes zitten en welke je aan moet klikken…

Ik ga nog even door hoor. Ja het is misschien de kift dat ik niet zulk mooi haar heb. Maar meisje, je haar is droog, dat hoef je niet te föhnen.


Deze mevrouw zou ik ook wel graag spreken. Vertel eens, hoe krijg je het voor elkaar om lakens te strijken op een strijkplank die al vol ligt? En waarom strijk je een gevouwen en gestreken laken?


Last but not least: de personenweegschaal. Dit is echt wel de ultieme tip , deze foto. Je gaat op de badrand zitten en zet voorzichtig je voorvoet op de weegschaal. Zo schrik je nooit van je gewicht! Je hoeft nooit te denken: nou deze week maar eens even geen chocola, en de wijnfles blijft dicht tot het weekend.

De afvalemmer heb ik overigens nog steeds niet gevonden. Als het me ooit lukt, dan ga ik er stralend mee op de foto, ook al ben ik geen blije mooie jonge vrouw. Beloofd!

Herinnering in zwart-wit

Bij het opruimen van mijn verhalenarchief vond ik iets wat ik hier nooit geplaatst heb. Destijds had ik het geschreven voor een schrijfwedstrijd over het Eurovisiesongfestival. Ik heb geen enkele reactie daarover meer ontvangen en ben daarna zelf mijn verhaal totaal vergeten.
Nu ik het teruglas vond ik dat het hier heel goed past. Dus bij deze:

Herinnering in zwart/wit

“Je mag het helemaal uitzien”, beloofde mijn moeder. Het was 7 april 1973, ik was 11 jaar en die avond was het Eurovisie Songfestival op televisie. 
We woonden in Hilversum, mijn vader werkte bij Philips. Hij kon met personeelskorting de nieuwste apparatuur aanschaffen, maar toch hadden wij nog steeds een ouderwetse zwart/wit tv. Die was “nog best” aldus mijn vader en ik was een beetje jaloers op de vriendinnen en buren die inmiddels al wel in kleur keken.
Maar achteraf geeft de herinnering me wel een prettig nostalgisch gevoel: Zaterdagavond op de bank, de beelden in zwart/wit en een mono-geluid uit het speakertje van de televisie.
Zo’n avondvullend, internationaal programma, wat maar 1 x in het jaar kwam, had iets bijzonders. We zaten klaar toen de plechtige tune van Eurovision begon, keken naar het logo wat er in mijn ogen uitzag als een krans van vuurwerksterretjes en we zongen hard mee:  ‘pa pam papapam pa páááá pam’….enz.
Er was iets lekkers bij de koffie (die ik als kind ook al gewoon mocht drinken) en later op de avond dronken mijn ouders vermouth, kregen wij Exota en besmeerde mijn moeder toastjes met sandwichspread. Een feestje.
Dat jaar deden 17 landen mee, Nederland had Ben Cramer gestuurd met ‘De oude muzikant’ en eerlijk gezegd vond ons gezin unaniem dat het een vreselijk lied was, waar we beslist niet mee zouden winnen. We kregen gelijk. 


Het was een beetje vreemd bij ons thuis, mijn ouders hielden wel van muziek, maar er werd niks mee gedaan.Mijn moeder luisterde overdag naar Arbeidsvitaminen en dergelijke programma’s uit het kleine radiootje wat op de vensterbank stond. Een hippe oranje, dat dan weer wel.
Maar zodra mijn vader thuis was ging de radio uit. Hij deed hem alleen aan als hij op zaterdag een klusje moest doen of om het nieuws te luisteren.
We hadden een koffergrammofoon die van mijn oma geweest was en waar soms op een avond of een zondagmiddag plaatjes op werden gedraaid. Dus ook hier niet de nieuwste Philips stereo apparatuur, maar een oude pick-up van een onduidelijk merk, met monogeluid.
Maar het songfestival kon nog wel eens nieuwe plaatjes voor onze collectie opleveren!
Want af en toe waren mijn ouders echt enthousiast over een lied en daar moest dan een singletje van gekocht worden.
In 1973 was de inzending van Spanje hun favoriet. ‘Eres tu’ van de groep Mocedades.
De spanning steeg bij de puntentelling, de internationale verwachting was dat Cliff Richard zou gaan winnen met zijn ‘Power to all our friends’ (herinneren we ons zijn pompende armbewegingen nog?), maar het werd Anne -Marie David met ‘Tu te recconnaîtras’. En die vonden wij kinderen het leukst.
De dag erna was natuurlijk een zondag en waren de winkels dicht.
Maar ‘s maandags werd ik er samen met mijn broer na schooltijd op uitgestuurd om die twee singles gaan kopen bij ‘de Roos’ in Hilversum. Een mooie platenzaak waar je in afgesloten hokjes muziek kon beluisteren. En als alle hokjes bezet waren, ging je op een barkruk aan de toonbank zitten, pakte 2 dingen die eruit zagen als halve telefoonhoorns, compleet met spiraalsnoer, hield die tegen je oren en luisterde zo naar het plaatje wat de winkelmedewerker onder de toonbank voor je opgezet had.
Ik vroeg om ‘Errestoe’ , dat had ik onthouden omdat mijn moeder steeds blij “Errestoe oehoe oehoehoe’ aan het zingen was geweest. De naam van de groep konden we niet uitspreken, laat staan de titel van het winnende nummer van Anne- Marie David, wat we ook wilden kopen. Maar ze wisten bij de Roos natuurlijk precies waar het om ging en ze hadden een hele stapel van de winnende plaatjes op voorraad. 

(foto: Nederlands Grammofoon Genootschap)

‘Eres tu’ is jarenlang de favoriet van mijn ouders gebleven. Nu is het soms nog op de radio,  ik kan het (zonder tekst weliswaar) nog helemaal meezingen en glimlach bij de herinnering aan de enthousiaste uithalen van mijn moeder. 


Veel later heb ik gelezen dat er destijds wat discussie geweest is of het nummer plagiaat was van ‘Brez Besed’.
In 1966 zong de Joegoslavische Berta Ambrož dat nummer op het Eurovisiesongfestival, toevallig ook in Luxemburg. Ze werd daarmee 7e.
Als je het beluistert kan je niet anders concluderen dan dat de eerste twee regels van de melodie vrijwel identiek zijn aan die van ‘Eres tu’ .
Maar verder kraaide daar dus geen haan naar en hoor je ‘Brez Besed’ echt nooit op de radio. Zonde, wat mij betreft klinkt dit lied als het intro van een oude James Bond film. Dat verdient wel wat beter dan in de vergetelheid te raken. 

Eres tu is talloze malen vertaald en gecoverd. Bijzonder dat het ene nummer niets bereikt en dat het andere, wat hetzelfde begint, een tijdloze wereldhit is geworden. 

Terug in de tijd

‘Heb je nog iets leuks gedaan vanochtend?’ appte mijn man in zijn middagpauze. Mijn vinger aarzelde boven het toetsenbord van mijn telefoon. Want wat ging ik zeggen?
Ja, nee, nja, ehm nou… dacht ik. Dus uiteindelijk maar de bevestiging of ontkenning weggelaten en gewoon getypt waar ik mee bezig was geweest. Briochebreien.

Wat? Brioche? Ja ik kende het ook alleen maar als een Franse broodsoort, maar twee maanden terug kreeg ik de breitechniek onder ogen. Dat zag er zo mooi uit dat ik het ook wilde kunnen.
Het leuke was dat er op de handwerkbeurs in Groningen een workshop aangeboden werd, ik gaf me daar gauw voor op, dit wilde ik leren!
Een vriendin zei direct enthousiast: ‘O, als je het hebt geleerd kom ik bij jou, want ik heb een project waar ik niet uitkom.’ Nou leuk, ik verheugde me er al op.
Helaas ging door onvoorziene omstandigheden de workshop niet door, ik kon daarna kiezen uit naar Apeldoorn komen of mijn geld terug krijgen. Aangezien Apeldoorn hiervandaan nou niet echt naast de deur ligt en het maar om een uur breiles ging, koos ik voor geld terug. Ik nam me voor om via tutorials mijzelf het briochebreien aan te leren. Nou dat heb ik geweten

Letterlijk de hele ochtend heb ik zitten ploeteren. Een ander woord heb ik er niet voor.
Er kwamen een hele hoop herinneringen naar boven van 55 jaar geleden. Breiles op school.
Draaaaamaaaa. Als linkshandige moest ik perse rechtshandig leren breien en het was zo vreselijk moeilijk voor me. Ik maakte er ook werkelijk niks van, dat eerste poppensjaaltje zat vol gaten, gevallen steken, rare bobbels en tranen van frustratie. Het is uiteindelijk wel goed gekomen (zie Zus en zo) maar het heeft wel een trauma opgeleverd. Want ook nu kwamen de tranen tevoorschijn toen ik na poging twaalf nog steeds niet snapte wat ik moest doen.

Waarom ga je er dan mee door, vraag je misschien. Goed punt. Uit pure koppigheid. Dat had ik als kind niet met breien, omdat ik er niet zelf voor koos. Maar nu moest en zou ik dit kunnen en ik weigerde het bijltje, of in dit geval de breipennen, erbij neer te gooien. Het scheelde weinig, dat geef ik toe, maar ik was vastbesloten om te zegevieren.
Is het gelukt? Ja, nee, nja, ehm nou…..

Ten eerste lag ik al dwars omdat alle tutorials het over een rondbreinaald hadden. Ik kan daar slecht mee overweg en omdat je heen en weer breit vond ik het flauwekul. Verder ben ik niet eigenwijs hoor! Maar ik haalde breinaalden zonder knop tevoorschijn, daarop kan je ook vanaf twee kanten breien.
Ik negeerde blijmoedig mijn voortdurende geprik met de knoploze kant in mijn vest zodat ik bleef hangen, dit ging prima.

Wat niet zo prima ging was het begrijpen wat ik moest doen. Jemig, ik snapte het niet. En ik vind weinig dingen zo frustrerend als dat ik iets niet snap wat ik heel graag wil kunnen. Ik had netjes zoals werd aangeraden twee afstekende kleuren garen gekozen, blauw en oranje. Maar het was zo ingewikkeld dat ik niet eens in mijn hoofd de kleuren kon vertalen naar die in de filmpjes. Welke tutorial ik ook bekeek, Nederlands, Engels, met en zonder gesproken tekst, het ging mis. Ten einde raad haalde ik dan maar geel en wit garen op, net zoals in het filmpje waarmee ik nog het best uit de voeten, o nee, handen, kon.

Zo modderde ik maar door totdat het langzaam, heel langzaam, begon te dagen. Ik begon het te begrijpen. En ik zag er vanaf toen ook echt de humor van in, dat ik zo vreselijk aan het knoeien was dat ik weer dat meisje van 8 leek. Daar waren ze weer, de gaten, de rare lussen, het wisselende aantal steken en de hobbelige zijkanten. Had ik er toen maar zo om kunnen gieren als dat ik nu op een gegeven moment deed.
Maar goed, ik heb een onooglijk lapje gewrocht, met de allereerste beginselen van het briochebreien. Nooit te oud om te leren toch?

En nu maar oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Totdat de randen recht zijn, het stekenaantal gelijk blijft, er geen gaten, lussen en andere rariteiten meer tussen zitten.
Dan kan ik met plezier mijn vriendin uitnodigen: ‘Kom maar gezellig hierheen, ik ga het je leren!’

Misschien komen we nog eens zo ver dat we zoiets moois kunnen maken als dit:

(foto Atelier Rosan)

Bakken maar!

Het ruikt hier heel lekker in huis, want ik heb net koekjes gebakken. Ik had al verteld dat ik een nieuw boek en een leuke trommel had gekregen, die moesten vandaag hoognodig ingewijd worden. 

De afgelopen weken heb ik tijdens al die grijze en donkere dagen veel bakprogramma’s gekeken. Bakwedstrijden eigenlijk. Op HBO was er van alles. Een HarryPotter bakwedstrijd waarin fantastische werkstukken werden gemaakt die mijn mond deden openvallen, en waarvan ik het héél zonde vond dat ze aangesneden werden door de jury. Dat was bakken op heel hoog niveau. Echt professioneel niveau, en ik pretendeer niet om dat ooit te bereiken. Wel heel erg leuk om naar te kijken.
Ook was er een wedstrijd met gingerbread bouwsels. De prachtigste dingen werden gemaakt, zo knap! Zelf ben ik letterlijk uren bezig geweest om peperkoekmannetjes te maken voor kerst, en uiteindelijk waren er maar drie min of meer gelukt. De mensen op tv maakten hele huizen, kersttaferelen, haarden met kerstsokken, speelgoedwinkels… zo mooi!
En nu zit ik nog in het laatste seizoen van The Christmas Cookie Challenge, waarbij, de naam zegt het al, lekkere koekjes in kerstthema moeten worden gebakken en zo mooi mogelijk gedecoreerd. 

Ook was in de laatste weken van het oude jaar een seizoen van ons eigen Heel Holland Bakt te zien. Dat is echt gericht op thuisbakkers, maar ook daarvan kan ik niet zeggen: zoals ik. Want daar heb ik eenvoudigweg ook niet genoeg vaardigheden voor. Ik weet niet precies wat een cremeux is of een ganache, welke ingrediënten wel en persé niet samen kunnen, hoe je een taart met fondant bekleedt of hoe je zelf bladerdeeg maakt. Maar stel dat ik dat nou allemaal wèl wist en kon. Ook dan zou ik nooit meedoen, niet aan HHB of aan een koekjeswedstrijd of welke bakwedstrijd dan ook.
Want iedere wedstrijd is het één grote haastklus, dat bakken.  Alles moet klaar binnen een strakbepaalde tijd. De bakkers werken zich een slag in de rondte, rennen heen en weer om spullen te pakken, zijn in paniek als er iets mis gaat omdat ze geen tijd hebben om het te herstellen en staan steevast in de laatste minuut nog gestresst belangrijke dingen te doen.

Ik hou van bakken, maar niet van stress en ook niet van tijdsdruk. Juist het rustig bezig zijn met het afwegen, het mengen, het vormgeven, is zo heerlijk. En bevalt iets me niet, dan begin ik overnieuw of ik neem de tijd om iets te herstellen. Daarom lukt het vaak goed en ben ik tevreden en voldaan daarna. En soms ook een beetje trots. Vanmiddag kon ik in alle rust balletjes deeg draaien die allemaal even groot moesten zijn, het juiste lepeltje zoeken om de goede maat kuiltjes in de balletjes te maken, de jam keurig af meten. Alles in mijn eigen keuken die ik zo gezellig vind, met mijn knusse schort voor waar ‘Hygge’ op staat. De Deense equivalent van het Nederlandse ‘gezelligheid’, een woord wat net zo moeilijk te omschrijven is. Dat schort heb ik in Odense gekocht deze zomer en ik denk als ik het gebruik met heel veel plezier terug aan de fijne vakantie. En dat alles bij elkaar maakt dat ik gewoon aan het genieten ben als ik iets ga bakken.

De bakplaat met amandelkoekjes ging de oven in en een heerlijke geur vulde de keuken. 

Inmiddels zijn ze klaar, afgekoeld, geproefd en volmondig goedgekeurd. Jemig wat zijn ze lekker!  Ik was nog maar net met deze blog begonnen toen Bert thuiskwam en toen hebben we samen heel hyggelig een versgebakken koekje gegeten.
Daar kan toch geen stresserige wedstrijd tegenop! 

Het boek met recepten heet ‘50 x koekjes’ dus er komen vast nog heel veel meer genietmomenten.  (ssst, de blunders laat ik natuurlijk nu buiten beschouwing…)