Maandelijks archief: april 2024

Ach, die hond

Wat ze hier aan het doen zijn in huis is mij niet zo duidelijk. Alleen is het iedere dag weer anders, terwijl zij doen of er niks aan de hand is.
Ze zijn heus wel gek met mij hoor. Als hij in de tuin aan het werk is, mag ik ook meedoen. Als ik me gedraag tenminste, want het is blijkbaar niet gewenst dat ik tegen iedereen die langsloopt of rijdt begin te blaffen.  Er is één uitzondering. Als de winkelauto langs komt ronken mag ik tekeer gaan van ze. Ik heb begrepen dat ze daar een hekel aan hebben, vooral zij. Het is ook geen pretje eigenlijk, de straat staat blauw en we hoesten allemaal van de gore uitlaatgassen als die kar voorbijkomt. Tot overmaat van ramp klinkt er dan ook nog een irritant schel en lang getoeter. Alsof we niet allang geroken hebben dat hij er weer is. Maar verder mag ik niemand laten schrikken van ze.
Als het wel gebeurt, blaft zij me terug in huis. Daar luister ik dan maar wel naar. 

Ze zit ‘s avonds vaak op de bank met  een soort flos, de hele tijd met een stokje te prikken. Ik zie er de lol niet van in, als ze dat ding nou eens weggooide, kon ik die mooi weer voor haar ophalen. Maar na een paar dagen prikken had ze ineens een mini-mij gemaakt. Die mag op de kast naast de tv liggen. Hij wel. 

Als ze niet aan het prikken is, dan is ze met wat anders bezig. Ik weet niet precies wat, ze is dan aan de andere kant van de deur. Maar echt iedere avond, als ik mee naar boven ga, ben ik de kluts kwijt. Toch is het naar boven gaan nog iets gemakkelijker dan de volgende ochtend naar beneden. Want als ik dan die diepte in kijk is het zo anders dan ik gewend was!

Eerst klom ik naar boven en beneden over stukjes beige zachte vloer, die waren op bruin hout geplakt.
Ineens waren die stukjes zachte vloer weg en moest ik op het bruine hout lopen.
Dat durfde ik niet zo goed, maar uiteindelijk lukte het. Ik kreeg er wel dikke knuffels en een koekje voor, dus dat wilde ik de volgende dag nog wel een keer zo doen.
Maar dat kon al niet meer, want het bruin was weg! Waar ik moest lopen was helemaal kaal. Weer moest ik vreselijk mijn best doen, maar het lukte.
Denk maar niet dat ze me rust gunde want de volgende dag was het nog erger. Nu waren er stukken wit tussen gekomen. Kaal hout, wit, kaal hout, wit… het duizelde me, waar moest ik nou mijn poten neerzetten? Zij hebben het makkelijk, ze hebben maar twee voeten maar ik moet allevier mijn voeten gebruiken. Oké, verstand op nul en naar boven.
Maar vanmorgen…. ik keek naar beneden en kon niet zien hoe het nou zat daar in die diepte. Ik durfde echt niet en dat vertelde ik ze jammerend. Ze waren heel lief hoor en zeiden dat ik het echt wel kon. Natuurlijk wilde ik ze een plezier doen, maar het was zo moeilijk. Ik ging eerst liggen kijken, daarbovenaan. Toen voorzichtig één van mijn poten proberen neer te zetten. Dat kon. Maar toen had ik er nog drie over en mijn kont wilde ook niet mee…. gauw weer terug. Nog een poging, ik rekte me uit zover ik kon (en dat is best ver) dus mijn voorpoten waren al een paar stappen naar beneden maar mijn achterpoten durfden nog steeds niet. 


Toen gingen ze heel blij mijn naam roepen en zingen en zeggen dat ik zo’n knappe hond ben en nog meer flauwekul en ik hoorde het woord koekje een paar keer…en ik ging. Ik weet nog steeds niet hoe, maar het lukte en ik werd met gejuich opgewacht. Dat deed me wel goed natuurlijk, evenals dat koekje.
Ik zal me maar vast voorbereiden. Toen ik thuis kwam met hem na een wandeling zag ik dat nu alles wit is. Weer anders dus, voor de vijfde keer. Is het daarna dan eindelijk afgelopen?

Sorry, lieve Lenny, nee. Als de trap een tweede laag witte verf heeft gekregen komen er grijze matjes op. Maar ik beloof je dat dat ècht het laatste is. En dan hoef je de rest van je leven er niet meer over in te zitten hoe het er nu weer uit zal zien als het tijd is om naar boven of naar beneden te gaan.

Trots!

Schoonmoeders hebben niet zo’n beste naam in het algemeen. Toch meen ik mij te kunnen onttrekken aan het prototype van de bemoeizuchtige heks/tang/diva (doorhalen wat niet verlangd wordt.)
Want ik heb een prima band met mijn schoonzoon. Mijn favoriete schoonzoon zelfs, maar dat mag ik zeggen want ik heb er maar één.
Al 20 jaar, want hij en mijn dochter waren nog pubers toen ze verkering kregen.
Inmiddels zijn ze volwassen en hebben een gezin, zodat ik nu oma ben van de twee liefste kleinzoons van de wereld . Uiteraard, jullie hebben (de lezers die het aangaat) óók de liefste kleinkinderen van de wereld. En zo hoort het ook.

Ik deel veel interesses met schoonzoon Jan, en daar bof ik echt mee.
Geschiedenis, natuur, archeologie, paleontologie, fantasy, zo leuk om daar met elkaar over te praten, filmpjes en linkjes te sturen en tips uit te wisselen over boeken en programma’s. Ik word er blij van en hij (hopelijk) ook.  

Vorig jaar september hebben we samengewerkt aan een konijnenproject. Onze uitbreidende veestapel had een nieuw onderkomen nodig en mijn man Bert had een schouderblessure, die kon niet graven en sjouwen. Jan bood spontaan aan om te komen helpen en moest wel wat overredingskracht aanwenden om mij dat te laten accepteren. Ik voel me snel bezwaard maar hij veegde alle tegenwerpingen van tafel.
Dus hebben wij op een zaterdag dat nieuwe stuk verblijf gerealiseerd en het was enorm leuk om dat zo samen te doen. 

Klussen doe je niet in je nette kleren, tenminste ik niet en Jan ook niet. Maar zijn werkbroek was wel helemaal aan gort aan het eind van de dag. Hij zei: ‘Ik laat die maar hier, dan wil jij hem vast wel in de container doen. Dit is echt z’n laatste klus geweest.’

Ik had echter andere plannen.
Toen hij weer naar huis was heb ik de restanten van de broek gewassen en er daarna een konijn van gemaakt. Als bedankje en als een zogenaamde ‘Memory-bunny” 
Deze broek had herinneringen, bijvoorbeeld verfvlekken van de babykamer van hun eerste zoontje. En zo waren er nog meer souveniertjes, als laatste dus die van het werken aan het konijnenverblijf met schoonmama. 

Het patroon vond ik op internet, ik maakte het konijn met veel plezier en was tevreden met het resultaat. En wat nog belangrijker was: Jan was echt blij verrast en vond het idee erachter ook mooi.  

Een poosje geleden kwam zijn vraag: ‘Omdat je dat konijn hebt gemaakt, dacht ik aan iets anders wat ik op internet zag. Denk je dat je een Dino voor me kunt maken?’
‘Jongen, daar word ik direct enorm enthousiast van. Kom maar op, wat zou je willen?’ 
Lang verhaal kort: hij kocht een patroon op Etsy. Ik kocht, na overleg over welke kleuren, de stof. Afgelopen week heb ik de Dino gemaakt.
En ik ben er hopeloos verliefd op geworden. Het koppie. De voetjes. Hoe hij zit. Hoe hij zijn armpjes kan bewegen. Nou ja, gewoon op alles!

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het me niet met alle onderdelen heel makkelijk af ging. Met het konijn was het al zo geweest dat ik eerst de kop er verkeerd opgezet had, zodat hij opzij keek en nadat ik dat verholpen had, zijn zitvlak ook nog per ongeluk overdwars had ingezet. Dus dat ging al niet vlekkeloos, maar al doende leert men. (Ik zag bijna mijn moeder lachen in de hemel, zij heeft mij naaien geleerd en heeft bij leven heel wat misbaksels de revue zien passeren.) 

Maar deze Dino was wel ‘next level’, om alle naden netjes te laten aansluiten en het hele beestje op de goede manier te modelleren. De voetzolen met teentjes, het hoofdje met alle onderdelen, het was een puzzel en een gepriegel.  Hoe trots kan je dan zijn dat het gelukt is en dat hij zo leuk is geworden dat je ongeveer 7688034 x tegen je man piept: ‘KIJK DAN!’ (en stiekem naar de hemel roept: ‘Mam, kijk dan!’) 
De vorige keer heb ik een ruim 60 jaar oud lammetje opgeknapt, nu een splinternieuwe Dino gemaakt. Terwijl een Dino natuurlijk miljoenen jaren ouder is dan een lammetje. Maar deze niet. Snap je het nog? Ik bijna ook niet meer.
Maakt niet uit. Ik ben gewoon blij. Wat zal het volgende zijn?