Bezig

Voordat de hartperikelen van Bert begonnen, hadden we ons voorgenomen om klussen in huis aan te pakken. De zoldertrap moest nu eindelijk eens geschilderd en de overloop opgeknapt. We hadden de smoes dat we dat niet zouden doen voordat de nieuwe badkamer geinstalleerd was, maar die zit er inmiddels ook al weer een jaar. De trap naar het halletje, tenminste als je van boven naar beneden gaat, anders is het de trap naar de overloop, moest ook weer opgeknapt, evenals de bijhorende muren. Dan het halletje zelf en last but not least eindelijk de muren en houtwerk in de huiskamer.
Een hele toestand dus, maar het kan in gedeeltes en als we van boven naar beneden werken komen we vanzelf in de huiskamer uit. 

Bert was al begonnen met de balustrade op zolder te schuren, daarna zou de trap aan de beurt zijn. We hebben gekozen voor gebroken wit voor de trappen en antracietgrijs voor het andere houtwerk. Ook de chocoladebruine trap (lezers die me al langer volgen herinneren zich misschien Trap van 4 jaar geleden) moet die lichte kleur worden, de hele filosofie daarachter zal ik even achterwege laten anders wordt dit een novelle in plaats van een blogje. Ik dwaal inmiddels al zo af…


Oké, de zoldertrap moest dus nu. Maar Bert gaat dat nu natuurlijk niet doen (het gaat gelukkig wel heel goed met hem) dus dacht ik van de week: laat ik er dan maar eens aan beginnen .
We zouden sowieso allebei dingen doen, alleen niet aan hetzelfde werken want dat kunnen we niet zo goed. We weten namelijk allebei hoe het moet en die zienswijzen komen niet altijd overeen. Maar nu begon ik aan de trap. 
´Ik pak de grote schuurmachine er maar bij,’ zei ik. 
‘Grote schuurmachine? Die hebben we helemaal niet,’ zei Bert. ‘Alleen dat kleintje, die muis.’ 
‘Die hebben we wel,’ hield ik vol. ‘Een vlakschuurmachine, ik weet het zeker.’ 
‘Nee hoor, dat is niet zo,’ hield Bert eveneens vol. 
Kijk, daarom werken we nooit samen. Bij de voorbereidingen zijn we het al niet eens. 
Ik moet zeggen dat ik wel een beetje irritant triomfantelijk was toen ik de vlakschuurmachine toonde die ik opgegraven had uit onze ongeorganiseerde garage. (Misschien een project voor als de huiskamer klaar is. Ooit)
‘Kijk eens wat ik hier heb,’ zei ik. Je merkt het al, we hebben een heel geëmancipeerd huishouden. 

Het huis is opgeleverd in 1979, met een bruingebeitste trap, maar de toenmalige bewoners besloten dat het leuk was om hem rood te maken. En niet zo’n beetje ook. Ik denk dat het de bedoeling was dat archeologen over 1000 jaar nog die rode trap tegen zouden komen. Want goeie genade wat zit die verf er belachelijk dik op.
Ik schat in dat ze een blik verf per trede gebruikt hebben en nog eens 20 liter voor de zijkanten en balustrade. Ik moet toegeven dat het in zoverre werkte, dat er na 40 jaar nog nauwelijks een beschadiging op trap zat. Maar ja, die kleur hè, die waren we inmiddels spuugzat. En als je hem wit wil maken, moet dat rood er niet doorheen schijnen. Dus het moest er echt af. 

Ik begon dapper met schuren, machine aan de stofzuiger aangesloten, wat kon er misgaan. Niks, maar er werd ook niet geschuurd. Die verf…. het ging er gewoon niet af.
Stond ik daar met mijn vlakschuurmachine die we wel hadden. Had ik zo ook niks aan. 
Dan maar hardere maatregelen, ook al hou ik daar eigenlijk niet van. Ik ging naar de bouwmarkt en haalde verfafbijt.
Zolderraam open, voordeur open, mondmasker voor en die smurrie op de treden smeren.
Lekker handig ook dat door het mondmasker mijn bril besloeg en ik in de mist moest smeren.

Ik was nog zo slim om te bedenken dat ik niet meer dan vier treden moest doen, anders kon ik er nooit meer bij om het eraf te halen als het ingewerkt was. 

‘Kwaad spul’ zoals ze hier in Groningen zeggen, ik zag na een half uur de blaren op de traptreden komen. Met een plamuurmes kon ik vervolgens de vellen eraf halen, dat is best een leuk werkje. Alleen, als je de vellen dan opvangt in het blik (van stoffer-en-blik) en vervolgens in een onbewaakt ogenblik dat blik uit je tengels laat vallen in het trapgat, dan zit de trap eronder ook onder de rode vellen met smurie. ‘Niet handig’ is dan een understatement.
Helaas zat de onderlaag van bruine beits nog wel grotendeels op de treden, ook ouderwetse kwaliteit blijkbaar. 

Nogmaals een poging met de schuurmachine. Die vond dat niet leuk, die gleed alle kanten uit en haperde en stuiterde over die oude lak en ik had de grootste moeite om het ding in het gareel te houden.  Het ging zo ongeveer als in dit Gifje op de achtergrond gebeurt.

Maar de aanhouder wint en vanmorgen heb ik de laatste vier treden uiteindelijk geschuurd. En ben verstrikt geraakt in het laken wat ik op de vloerbedekking had gelegd ter bescherming. En in de knoop met de stofzuigerslang en het snoer van de schuurmachine. En had zo lang op mijn hurken gezeten voor de onderste tree dat ik niet meer overeind kon komen. Deze vrouw van 62 is duidelijk niet meer zo soepel als toen ze 26 was. Maar kijk eens even, ik ben tevreden: 

Ik ga vandaag niet meer beginnen met schilderen, want ik wou ook nog marsepein maken. Voor de mergpijpjes die ik morgen wil bakken, die marsepein moet eerst 24 uur in de koelkast rusten. Lui spul. Nog niks gedaan en dan gelijk al weer rusten.
Ikzelf ga wel nog andere dingen doen. 

Ik moest denken aan een passage uit de Spreuken van Salomo en vind dat ze wel een update kunnen gebruiken.  Het loflied op de sterke vrouw, Spreuken 31 vers 10 t/m 27:

‘Een sterke vrouw, wie zal haar vinden?
‘s Morgens zorgt zij voor het ontbijt. 
Ze schuurt de treden van de trap.
Ze vecht met machines, lakens, snoeren en slangen. Zij overwint.

‘s Middags maakt zij haar eigen marsepein. 
Ze gaat met de hond naar het bos. 
Zij doet de boodschappen. 
Zij maakt twee soorten curry. Eentje met kip en een vegetarische versie. 

‘s Avonds haakt zij warme dekens. 

(en valt in slaap voor de tv, maar dat hoeft er wat mij betreft niet persé bij. Dat vertel ik alleen aan jullie) 

4 gedachten over “Bezig

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.