Frotten, Fiepen en Fruimen

Afgelopen zaterdag zijn we naar de Handwerkbeurs in Zwolle geweest.Volgens mijn zus was het een ‘zussen-moeders-dochters-tantes-nichten-dag’.Het klinkt alsof we met z’n twintigen waren, maar we waren  slechts met vier.
Van te voren hadden we al een what’sapp groepje gemaakt,
waarin meer onzin dan organisatie werd geregeld, dus we hadden er zin in.
We gingen allemaal met de trein, uiteraard vanaf verschillende stations.
Ik heb al eens een blogje geschreven over mijn handwerk-skills en die van mijn zus (Zus en zo )  en ook eentje over mijn ervaringen als treinreiziger (ik spoor (niet) ) maar er is toch weer genoeg stof voor een nieuw verhaaltje.
Ik was keurig op tijd op station Groningen en checkte in bij de juiste paal. Tevreden met mijzelf installeerde ik me uitgebreid in een rustige coupé, zorgde ervoor dat ik plaats nam op een stoel in de rijrichting, strekte de beentjes en vond dat het wel heel mooi was  in zo’n nieuwe trein. Tot mijn oog viel op het cijfer naast de deur.  1.  Sh** ik zat eerste klas! Allang blij dat ik daar nu achter kwam en niet bij de blamage van een kaartcontrole, griste ik mijn spullen bij elkaar en ging een deurtje verder. Daar was het natuurlijk niet rustig en ook niet zo ruim, maar ik had nog wel plaats. Tegen de rijrichting in, dat dan weer wel, maar dat was een detail. De trein was nog niet vertrokken en ik zag  een jonge vader  achter een kinderwagentje in vliegende vaart voorbij rennen. Het kind in het karretje blèrde luidkeels. Een poosje geleden had ik door een wetenschapper het ‘Dopplereffect’uitgelegd gekregen, het fenomeen dat het geluid hetzelfde blijft als het dichterbij komt en lager wordt als het weer van je af gaat. Deze vader en kind gaven hier een treffende demonstratie van en ik zat te grinniken in mijn kraag.
download
De trein vertrok en de stoel naast me bleef leeg, dus ik legde daar mijn jas en tas neer. Uiteraard kwam er toen toch nog een man de coupé binnen, die met een vriendelijke glimlach vroeg: “Mag ik u plagen?”
“Nee” zei ik, met een even vriendelijke glimlach.
“Maar u mag wel naast me zitten”. Dat deed hij en ik probeerde mijn tas en jas tussen de leuning en het raam te proppen en daarbij mijn meegenomen broodje niet te pletten.
De man klapte het tafeltje voor zich naar beneden en haalde een studieboek en een markeerstift te voorschijn, dus het  zag er niet naar uit dat we een gezellig praatje gingen houden.
Hij ging gelijk ijverig aan de gang, maar omdat we nog niet ver buiten het station waren rammelden we nog  wel eens over een wissel en markeerde hij volgens mij veel meer dan de bedoeling was.
In de stoelen voor mij zat een groepje vrouwen. Zoals altijd had eén het hoogste woord. Degene met de meest doordringende stem. Het hield werkelijk niet op, ik had bijna medelijden met haar reisgenoten. Uiteraard ontbraken de ziektes en aandoeningen die ze had niet, het goede werk dat ze deed voor Marie die net weduwe was geworden, en de foto’s van de kleinkinderen. Ik hoorde een van de andere dames zeggen:  “Wat een lief meisje is dat, is dat er een van Frits?”  “Ja”, zei oma,  Mooi meisje he? Je ziet helemaal niet dat ze half Spaans is”.   Fijn, je zal haar schoondochter maar zijn ,dacht ik.
Ineens werden we van achter mij vergast op een schallende vrouwenstem die verslag deed van een ‘chille citytrip naar Parijs’  Mijn buurman schoot verschrikt overeind, draaide zich om en vroeg of het wat zachter kon. Het meisje dat er naar luisterde vanaf haar telefoon zat met haar koptelefoon op en had geen idee dat het geluid ook door de gewone speaker schetterde. Dus moest buurman zich achter zijn klaptafeltje vandaan wringen en het meisje op de schouder tikken. Ze werd zo rood als een aardbei en was volgens mij allang blij dat het een reisverslag was wat ze aan het kijken en luisteren was. Ik zat lekker in mijn hoekje  en keek wat rond. Naast de coupedeur hing een schermpje, waarop de NS wisselende teksten liet zien. Uiteraard over de reistijden, maar ook over huisregels.
‘Sta svp op voor iemand die slecht ter been is, of voor iemand die daarom vraagt.  Niet iedere aandoening is immers zichtbaar’.  Daaronder een gestileerd plaatje van een zwangere vrouw.
Nooit geweten dat zwangerschap een aandoening is.
Het uurtje reizen was snel voorbij en toen we er bijna waren nam ik een pepermuntje om de reisadem te verfrissen. Juist op dat moment klapte degene achter mij het tafeltje weer in mijn rugleuning, zodat Wilhelmina bijna in mijn keel schoot.
Ik was de laatste van ons groepje die op het station arriveerde, dus ik had de anderen gevraagd om mij op gepaste manier te ontvangen, liefst met spandoek en fanfare, of iets van gelijke strekking.
En ze hadden hun best gedaan hoor!  Waar ik mijn dochter, zus en nichtje ontmoette in de stationshal stond een grote piano, en een rijtje leuke jongens was aan het dansen. Goed gedaan dames, ik ben geroerd!
Irene en ik  liepen naar de IJsselhallen.  Zus en nicht zouden met de bus, maar die ging niet. Ken je die mop van….enz…   Dus we kwamen ze direct alweer tegen, gezellig. Er stond een enorme rij bij de ingang van de beurs, maar omdat we thuis al kaartjes uitgeprint hadden konden we gelijk doorlopen.Tenminste, de andere drie. Juist bij mijn kaartje viel de verbinding van de scanner uit. Na een poging of 68 op 4 verschillende scanners, klonk dan eindelijk de gewenste PIEP en mocht ik naar binnen. Hèhè.
Eerst maar koffie.  Druk in het restaurant natuurlijk, maar nicht spotte een leeg tafeltje en schoot er op af, de arm uitgestrekt of ze Superman was.  Dat hielp wel blijkbaar, want ze kaapte de tafel zo voor de neus van een ander weg.
Tijdens de koffie kletsten we over wat we zouden doen  die dag.  Er zouden veel verschillende kraampjes zijn en ook workshops.  Mijn oog viel op een bordje ‘FRUIMHOEK’  Hm, dat kende ik niet. Vast weer een nieuwe techniek, na macramé, quilt en loom was het wel weer tijd voor wat nieuws.
Voordat ik kon nagaan wanneer daar een workshop Fruimen was, verschoof ik op mijn stoel en zag ik dat een paal de eerste letter van het bordje aan mijn zicht onttrokken had.  AFRUIMHOEK.
Ik piste zowat in mijn broek van het lachen, en de anderen kwamen ook niet meer bij.
Maar, wij houden het erin.Naast haken, breien, quilten en borduren, fruimen wij.
We hebben verder een supergezellige dag gehad. Aan het eind van de middag bepakt en bezakt met wolletjes en pakketjes naar Humphreys gegaan, alwaar we heerlijk gegeten hebben.
En toen weer met de trein naar huis.Daar kan ik kort over zijn: Eén passagier die het hele uur volgepraat heeft en daarin alle grote en kleine wereldproblemen voorbij heeft laten komen en opgelost heeft.Ik was die passagier niet trouwens.

Mijn zus noemt handwerken altijd  ‘frotten’. Mijn nichtje heeft het over ‘fiepen’ als ze ergens wild enthousiast over is.  En ik heb het nu dus over ‘fruimen’.
Irene, nou jij nog. Liefst wel een woord met een F, want dat allitereert zo lekker.

download

Een gedachte over “Frotten, Fiepen en Fruimen

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.